Paragraaf lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Inleiding

 De gemeentewet bepaalt welke belastingen en heffingen een gemeente mag invoeren. Er zijn twee soorten heffingen. Eerst komen de uitgangspunten aan de orde. Daarna volgt een overzicht van de geraamde opbrengsten van de heffingen met per heffing een toelichting. Vervolgens gaan we in op de kostendekkendheid.

1. Belastingen
Bij belastingen krijg je geen directe tegenprestatie van de gemeente. De opbrengst wordt gebruikt voor algemene kosten. Wij heffen de volgende belastingen:

  • Onroerendezaakbelasting (OZB)
  • Forensenbelasting
  • Precariobelasting
  • Parkeerbelasting
  • Toeristenbelasting
  • Hondenbelasting

2. Rechten
Rechten betaal je voor een dienst die je van de gemeente krijgt. De gemeente mag hiervoor niet meer vragen dan het kost. Wij heffen de volgende rechten:

  • Rioolheffing
  • Afvalstoffenheffing
  • Leges (bijvoorbeeld voor paspoorten of vergunningen)
  • Marktgelden
  • Havengelden
  • Lijkbezorgingsrechten

Uitgangspunten

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Uitgangspunten

Indexering en tariefverhoging
Het beleidsuitgangspunt voor alle heffingen is dat de jaarlijkse verhoging beperkt blijft tot de inflatiecorrectie. Dit betekent dat alle heffingen trendmatig worden verhoogd met 3,9%, met uitzondering van toeristenbelasting, de marktgelden, de parkeerbelasting en de lijkbezorging. De tarieven van de toeristenbelasting worden naast de indexatie extra verhoogd met € 0,25 zoals bepaald in de meerjarenbegroting 2025-2028. De verordeningen van de marktgelden, de parkeerbelasting en de lijkbezorging worden in een separaat traject, als gevolg van een actualisatie van beleid, op een ander moment aan de raad voorgelegd.  De verordening OZB wordt in de raad van december vastgesteld. Het definitieve tarief van de OZB is afhankelijk van de stijging van de WOZ-waarde welke eind oktober voor meer dan 70% bepaald is.

Het vaststellen van de legesverordening is gedelegeerd aan het college.

Kostendekking
Voor alle rechten is het kostendekkingspercentage in deze paragraaf vastgelegd. Hiermee wordt de transparantie m.b.t. verhouding kosten en baten per heffing vergroot.

Kwijtschelding
Een inwoner van Vlissingen kan kwijtschelding krijgen voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Dit kan indien het inkomen zo laag is dat aan de betalingsverplichting niet kan worden voldaan, ook niet door middel van een betalingsregeling. Of iemand in aanmerking komt voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding is afhankelijk van de persoonlijke financiële situatie. Dit wordt gedaan aan de hand van een door elke gemeente vastgestelde leidraad. De ontwikkeling van de geraamde bedragen voor de kwijtschelding over de afgelopen jaren is als volgt.

Kwijtschelding (bedragen x € 1.000) Rekening 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Afvalstoffenheffing 507 610 610 kwijtschelding kwijtschelding
Rioolheffing 94 87 87
Totaal 601 697 697

Opbrengst heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Opbrengst heffingen

Onderstaand overzicht geeft een beeld van de geraamde en de werkelijke opbrengsten van de afgelopen jaren in relatie met het begrotingsjaar 2026.

Opbrengstheffing (bedragen x € 1.000) Begroting 2024 Rekening 2024 Begroting 2025 incl. begr.wijziging Begroting 2026
Onroerende zaakbelastingen 16.470 16.657 16.789 17.322
Afvalstoffenheffing 7.938 8.003 7.945 8.758
Hondenbelasting 333 335 348 359
Forensenbelasting 413 428 429 442
Precariobelasting 134 121 140 145
Parkeerbelastingen 210 120 217 221
Toeristenbelasting 880 902 1.307 1.577
Rioolheffing 6.913 6.884 7.318 7.666
Totaal 33.291 33.450 34.493 36.490

Onroerende zaakbelasting

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Onroerende zaakbelasting

De opbrengsten van de onroerendezaakbelasting (OZB) worden ingezet als algemeen dekkingsmiddel. Eigenaren van woningen en niet-woningen zijn belastingplichtig, evenals de gebruiker van een niet-woning voor de ozb-gebruikersbelasting. 
De OZB-tarieven worden vastgesteld op basis van de gemiddelde waardeontwikkeling van woningen en niet-woningen (zoals bedrijven, winkels en kantoren) en de in de begroting voor dit jaar vastgestelde opbrengststijging. Voor het bepalen van het OZB-tarief zijn we afhankelijk van het stijgingspercentage van de WOZ-waarden. Dit percentage kan pas eind oktober nauwkeurig worden doorberekend, aangezien dan meer dan 70% van de WOZ-gegevens bekend is. De verordening OZB wordt daarom in december aan de raad aangeboden. In beginsel wordt voor 2026 de OZB verhoogd met 3,9% inflatiecorrectie. 
Op basis van deze gegevens wordt in de verordening een percentage vastgesteld waarmee het aanslagbedrag wordt berekend. De formule hiervoor is: Waarde x percentage = aanslagbedrag.  

OZB 2022 2023 2024 2025 2026
Eigenaar woning 0,1389% 0,1283% 0,1214% 0,1212% 0,1259%
Gebruiker niet woning 0,3219% 0,3495% 0,3490% 0,3403% 0,3536%
Eigenaar niet woning 0,4052% 0,4399% 0,4393% 0,4239% 0,4404%

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Rioolheffing

Met de opbrengst van de heffing worden de lasten van het beheer van het riool gedekt. De opbrengsten mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. Belastingplichtig zijn de gebruikers van woningen en niet-woning die direct of indirect lozen op de gemeentelijke riolering. De rioolheffing wordt trendmatige verhoogd met (3,9%). De opbrengsten van de rioolheffing mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. 
De financiële onderbouwing van de rioolheffingen is gebaseerd op het gemeentelijk rioleringsplan (GRP).  Dit geeft de volgende tarieven:

Rioolheffing (per perceel, in €) 2022 2023 2024 2025 2026
Rioolheffing eigenaar 210,13 201,13 209,18 219,43 227,99
Rioolheffing gebruiker 60,54 60,54 62,96 66,05 68,62

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Afvalstoffenheffing

Met de opbrengst van de afvalstoffenheffing worden de lasten van de inzameling en verwerking van het afval gedekt. Belastingplichtige is de gebruiker van de woning, waar het huishoudelijk afval ontstaat. 

Sinds 2024 wordt de afvalstoffenheffing en het aantal openingen van de ondergrondse voor fijn huishoudelijk restafval gekoppeld aan de omvang van het huishouden. Het uitgangspunt bij de afvalstoffenheffing is 100% kostendekking, zodat de gemeentelijke kosten voor afvalinzameling en -verwerking volledig worden gedekt door de opbrengsten. Ten opzichte van 2025 worden de tarieven in 2026 verhoogd met het inflatiepercentage van 3,9%. 

Afvalstoffenheffing (in €) 2022 2023 2024 2025 2026
Eenpersoonshuishouden 332,18 353,77 323,86 323,86 336,49
Tweepersoonshuishouden 332,18 353,77 346,58 346,58 360,10
Meerpersoonshuishouden 332,18 353,77 394,62 394,62 410,01

Hondenbelasting

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Hondenbelasting

De opbrengst wordt gebruikt als algemeen dekkingsmiddel. Elke houder van één of meer honden is hondenbelasting verschuldigd. Op basis van aangifte wordt de houder aangeslagen. Voor de eerste hond wordt een basisbedrag in rekening gebracht. Voor elke tweede en volgende hond geldt het dubbele tarief. De hondenbelasting wordt trendmatig verhoogd met 3,9%. Dit geeft de volgende tarieven: 

Hondenbelasting (in €) 2022 2023 2024 2025 2026
Tarief 1e hond 95,82 99,56 102,75 106,75 110,91
Tarief 2e en volgende hond 191,62 199,09 205,50 213,50 221,83

Forensenbelasting

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Forensenbelasting

De opbrengst wordt gebruikt als algemeen dekkingsmiddel. Belastingplichtige is degene die een woning heeft in de gemeente Vlissingen maar hier niet feitelijk woonachtig is. De forensenbelasting wordt trendmatig verhoogd met 3,9%.  

Forensenbelasting (in €) 2022 2023 2024 2025 2026
Tarief per woning 921,29 957,22 987,85 1.026,38 1.066,41

Precariobelasting

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Precariobelasting

De opbrengst wordt gebruikt als algemeen dekkingsmiddel. De belastingplichtige is degene die voorwerpen op of onder of boven gemeentegrond heeft. 
De precariobelasting heeft sinds 2022 geen inkomsten meer van de kabelbelasting.  Wel loopt er nog een beroepsprocedure tegen de kabelbelasting. De tarieven voor deze heffing worden uitsluitend trendmatig verhoogd met 3,9%. 

Parkeerbelasting

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Parkeerbelasting

Om het parkeren goed te regelen, is het nodig om parkeerbelasting te heffen. Het geld dat hiermee binnenkomt, gebruiken we voor de algemene uitgaven van de gemeente. De eigenaar van de auto moet deze belasting betalen.
De (basis)tarieven blijven in 2026 hetzelfde. Vorig jaar zijn de tarieven al verhoogd. Toen ging het tarief voor parkeren op straat omhoog naar € 2,20 per uur. De boete bij niet betalen (naheffingsaanslag) gaat wel omhoog: van € 78,80 naar € 82,00.

Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Toeristenbelasting

De opbrengsten worden gebruikt als algemeen dekkingsmiddel. Belastingplichtige is degene die gelegenheid biedt tot verblijf. De toeristenbelasting wordt in 2026 verhoogd met het inflatiepercentage van 3,9% en de extra jaarlijkse verhoging van € 0,25 naar:  

Toeristenbelasting (in €) 2022 2023 2024 2025 2026
Bestaand verblijfsmiddel 1,79 2,04 2,11 3,00 3,37
Meegebracht verblijfsmiddel 1,61 1,83 1,89 2,50 2,85

Marktgelden

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Marktgelden

Marktgelden zijn kosten die betaald moeten worden voor het gebruik van openbare grond van de gemeente en voor het gebruik van gemeentelijke voorzieningen, zoals stroom of water.
Vanaf 2026 worden de kosten voor stroom apart in rekening gebracht door een externe leverancier. Deze leverancier stuurt de factuur namens de gemeente Vlissingen.
De nieuwe verordening voor marktgelden leggen we in december samen met de nieuwe marktverordening aan de gemeenteraad voor. 

Lijkbezorgingsrechten

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Lijkbezorgingsrechten

Voor het begraven en het huren van een graf wordt een vergoeding in de vorm van lijkbezorgingsrechten gevraagd. De extra 5% verhoging van het tarief wordt vanaf de begroting 2025 niet meer toegepast; hiertoe is besloten met het aannemen van een amendement. Een extern bureau heeft het Beleidsplan Begraafplaatsen Vlissingen opgesteld, de verordening geactualiseerd en de tarieven onderzocht. Daarbij is onder andere nagegaan of de tarieven in lijn zijn met die van de buurtgemeenten en of ze marktconform zijn. De verordening lijkbezorgingsrechten 2026 wordt in december 2025 aan de raad voorgelegd, samen met de nieuwe beheersverordening begraafplaatsen. 

Belastingdruk

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Belastingdruk

De tarieven voor de rioolheffing en de onroerende-zaakbelastingen stijgen. Daarmee stijgen de woonlasten. Wat dit betekent voor een eigenaar van een pand in 2026 ten opzichte van 2025 wordt in onderstaande tabel weergegeven. Dit doen we voor zowel een gezin als een eenpersoonshuishouden.

Voor een gezin
Geraamde opbrengst (in €) 2025 2026
OZB lasten eigen woning 384,20 387,85
Rioolheffing 285,47 296,61
Afvalstoffenheffing 394,62 410,01
Totale woonlasten voor gezin 1.064,30 1.094,47
Voor een eenpersoonshuishouden
Geraamde opbrengst (in €) 2025 2026
OZB lasten eigen woning 384,20 387,85
Rioolheffing 285,47 296,61
Afvalstoffenheffing 323,86 336,49
Totale woonlasten voor eenpersoonshuishouden 993,54 1.020,95

Kengetallen belastingcapaciteit

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Kengetallen belastingcapaciteit

Sinds begroting 2016 worden in de paragraaf lokale lasten een aantal kengetallen opgenomen in relatie het landelijke gemiddelde. Voor 2026 gelden in Vlissingen de volgende kengetallen:

Kengetallen belastingcapaciteit 2026 (in €)
A. OZB lasten voor een gezin bij de gemiddelde WOZ waarde:
gemiddelde WOZ waarde 308.000 0,126% € 387,85
B. Rioolheffing voor een gezin bij de gemiddelde WOZ waarde
eigendom € 227,99
gebruik € 68,62 € 296,61
C. Afvalstoffenheffing € 410,01
D. Heffingskorting € -
E. Totale woonlasten voor een gezin bij de gemiddelde WOZ waarde € 1.094,47
F. Woonlasten landelijk gemiddelde voor een gezin bij de gemiddelde WOZ waarde € 1.083,00
Gemeentelijke belastingcapaciteit E/F * 100% 101,06%

Kostendekking tarieven

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Kostendekking tarieven

Vanaf de begroting 2017 moet in de paragraaf lokale heffingen een overzicht van baten en lasten worden opgenomen voor de heffingen waarbij sprake is van het verhalen van kosten. Bij de hierna opgesomde heffingen is hiervan sprake. Bij deze heffingen is het toegestaan om maximaal 100% van de kosten te dekken. Dit is in de gemeente Vlissingen uitgangspunt.

In de onderstaande gegevens worden de totale kosten en baten met elkaar vergeleken en wordt het kostendekkingspercentage genoemd.

Naheffingsaanslag parkeren

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Naheffingsaanslag parkeren
Naheffing parkeer (bedragen x € 1.000) 2026
Vast en variabele informatieverwerkingskosten 31
Kosten van afschrijving 15
personeelskosten                           353
Overhead 176
Totaal lasten                           577
Totale baten 328
kostendekking percentage 58,82%

Leges

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Leges

In de onderstaande tabel wordt het kostendekkingspercentage per titel (het soort dienstverlening), nader toegelicht. We hanteren bij de leges de toegestane regels van kruissubsidiëring, waarbij binnen een titel een percentage boven de 100% op hoofdstukniveau is toegestaan onder voorwaarde dat het gemiddelde percentage per titel niet boven de 100% uitkomt.  

Recapitulatie kostendekkendheid leges 2026 Vlissingen
Personeels-lasten Overhead Overige diensten Overige kosten Totale kosten Opbrengsten Kostendekkend-heidspercentage
Totaal (Bedragen x € 1.000) 1.432 931 200 733 3.297 2.078 63,0%
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening 403 262 554 1.219 1.067 88%
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand 23 15 6 43 44 102%
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart 194 126 330 651 611 94%
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen 121 79 85 285 252 88%
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen 16 10 38 64 31 48%
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken 23 15 73 111 99 89%
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten 23 15 24 61 27 44%
Paragraaf 1.10 Diversen 3 2 5 4 94%
Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de omgevingswet 722 469 200 179 1.570 966 62%
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Paragraaf 2.2 Voorfase 123 80 204 51 25%
Paragraaf 2.3 Bouwactiviteiten 426 277 126 829 591 71%
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed 29 19 2 50 7 14%
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten 88 26 114 84 74%
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten 1 1 2 2 140%
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten 11 7 18 50 279%
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten 20 13 32 66 11 17%
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften 2 2 30 33 32 96%
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid 3 2 13 17 16 94%
Paragraaf 2.11 Overige tarieven 3 2 4 9 6 68%
Paragraaf 2.12 Modaliteiten 103 67 34 24 228 114 50%
Paragraaf 2.13 Vermindering
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn 308 200 508 45 9%
Paragraaf 3.1 Horeca 127 83 210 30 14%
Paragraaf 3.2 Prostitutiebedrijven
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet 1 0 1 1 69%
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt 177 115 291 13 4%
Paragraaf 3.5 Standplaatsen (gereserveerd)
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 (en Wet goed verhuurderschap)
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit 2 1 4 0 2%