Paragrafen

Paragraaf lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De lokale lasten vormen een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente en worden betaald door burgers en bedrijven. De Gemeentewet geeft een limitatieve opsomming van de belastingen en heffingen die een gemeente mag opleggen. Deze heffingen worden onderverdeeld in twee categorieën, namelijk:

Belastingen
Tegenover een belasting staat geen rechtstreekse tegenprestatie van de gemeente. De opbrengsten dienen als algemeen dekkingsmiddel. Onze gemeente heft de volgende belastingen

  • De onroerende zaakbelasting
  • De forensenbelasting
  • De precariobelasting
  • De parkeerbelasting
  • De toeristenbelasting
  • De hondenbelasting

Rechten
Naast de belastingen worden er ook rechten geheven voor een geleverde dienst. Het is niet toegestaan een meer dan kostendekkend tarief te handteren voor deze rechten. Onze gemeente heft de volgende rechten:

  • De rioolheffing
  • De afvalstoffenheffing
  • De leges
  • De marktgelden
  • De havengelden
  • De lijkbezorgingsrechten

Uitgangspunten

Terug naar navigatie - Uitgangspunten

Indexering en tariefverhoging
Het beleidsuitgangspunt voor alle heffingen is dat de jaarlijkse verhoging beperkt blijft tot de inflatiecorrectie. Dit betekent dat alle heffingen trendmatig worden verhoogd met 3,9%, met uitzondering van de lijkbezorgingsrechten, afvalstoffenheffing, rioolheffing en de toeristenbelasting. De tarieven voor de lijkbezorgingsrechten worden jaarlijks met 5% extra verhoogd om de kostendekking te verbeteren. Voor de afvalstoffenheffing geldt dat de tarieven in 2025 niet hoeven te worden verhoogd om kostendekkend te blijven. De rioolheffing moet, naast het inflatiepercentage van 3,9%, met 1,0% extra worden verhoogd om kostendekkend te zijn. De tarieven voor de toeristenbelasting worden verhoogd naar € 2,50. Het definitieve tarief van de OZB is afhankelijk van de stijging van de WOZ waarde. De verordening OZB wordt in de raad van december vastgesteld.

Kostendekking
Voor alle rechten is het kostendekkingspercentage in deze paragraaf vastgelegd. Hiermee wordt de transparantie m.b.t. verhouding kosten en baten per heffing vergroot.

Kwijtschelding
Een inwoner van Vlissingen kan kwijtschelding krijgen voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Dit kan indien het inkomen zo laag is dat aan de betalingsverplichting niet kan worden voldaan, ook niet door middel van een betalingsregeling. Of iemand in aanmerking komt voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding is afhankelijk van de persoonlijke financiële situatie. Dit wordt gedaan aan de hand van een door elke gemeente vastgestelde leidraad. De ontwikkeling van de geraamde bedragen voor de kwijtschelding over de afgelopen jaren is als volgt.

Kwijtschelding (bedragen x € 1.000) Rekening 2023 Begroting 2024 Begroting 2025
Afvalstoffenheffing 594 610 610 kwijtschelding kwijtschelding
Rioolheffing 47 87 87
Totaal 641 697 697

Opbrengst heffingen

Terug naar navigatie - Opbrengst heffingen

Onderstaand overzicht geeft een beeld van de geraamde en de werkelijke opbrengsten van de afgelopen jaren in relatie met het begrotingsjaar 2025.

Opbrengstheffing (bedragen x € 1.000) Begroting 2023 Rekening 2023 Begroting 2024 Begroting 2025
Onroerende zaakbelastingen 15.805 15.794 16.086 16.789
Afvalstoffenheffing 8.071 8.064 7.909 7.991
Hondenbelasting 321 325 333 348
Forensenbelasting 400 396 413 429
Precariobelasting 130 104 134 140
Parkeerbelastingen 209 141 210 217
Toeristenbelasting 888 868 1.080 1.094
Rioolheffing 6.395 6.481 6.783 7.318
Totaal 32.219 32.173 32.948 34.326

Onroerende zaakbelasting

Terug naar navigatie - Onroerende zaakbelasting

De opbrengsten van de onroerendezaakbelasting (OZB) worden ingezet als algemeen dekkingsmiddel. Eigenaren van woningen en niet-woningen zijn belastingplichtig, evenals de gebruiker van een niet-woning voor de ozb-gebruikersbelasting.

De OZB-tarieven worden vastgesteld op basis van de gemiddelde waardeontwikkeling van woningen en niet-woningen (zoals bedrijven, winkels en kantoren) en de in de begroting voor dit jaar vastgestelde opbrengststijging. Voor het bepalen van het OZB-tarief zijn we afhankelijk van het stijgingspercentage van de WOZ-waarden. Dit percentage kan pas eind oktober nauwkeurig worden doorberekend, aangezien dan meer dan 70% van de WOZ-gegevens bekend is. De verordening OZB wordt daarom in december aan de raad aangeboden. In beginsel wordt voor 2025 de OZB verhoogd met 3,9% inflatiecorrectie.  

Op basis van deze gegevens wordt in de verordening een percentage vastgesteld waarmee het aanslagbedrag wordt berekend. De formule hiervoor is: Waarde x percentage = aanslagbedrag.

Daarnaast is in Vlissingen het stelsel van voorwaarden voor artikel 12 van invloed op de OZB-berekening. Dit betekent dat het gewogen gemiddelde van de OZB-tarieven in Vlissingen minimaal 140% moet bedragen van het landelijk gewogen gemiddelde.

OZB 2021 2022 2023 2024 2025
Eigenaar woningen 0,1441% 0,1389% 0,1283% 0,1214% 0,1261%
Eigenaar niet-woningen 0,3867% 0,4052% 0,4399% 0,4393% 0,4564%
Gebruiker niet-woningen 0,3072% 0,3219% 0,3495% 0,3490% 0,3626%

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Rioolheffing

Met de opbrengst van de heffing worden de lasten van het beheer van het riool gedekt. De opbrengsten mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. Belastingplichtig zijn de gebruikers van woningen en niet-woning die direct of indirect lozen op de gemeentelijke riolering.
De rioolheffing wordt trendmatige verhoogd met (3,9%). Daarnaast word het tarief met 1% extra verhoogd om te komen tot 100% kostendekkendheid.

De financiële onderbouwing van de rioolheffingen is gebaseerd op het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). In 2024 is deze vastgesteld. 

Dit geeft de volgende tarieven: 

Rioolheffing (per perceel, in €) 2021 2022 2023 2024 2025
Rioolheffing eigenaar 210,13 210,13 201,13 209,18 219,43
Rioolheffing gebruiker 68,80 60,54 60,54 62,96 66,05

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing

Met de opbrengst van de heffing worden de lasten van de inzameling en verwerking van het afval gedekt dat door de reiniging wordt ingezameld. Belastingplichtige is de gebruiker van de woning, waar het huishoudelijk afval ontstaat.

Vanaf 2024 is er een tariefstelsel wijziging doorgevoerd. Dit houdt in dat er een tarief is ingevoerd afhankelijk van de grootte van het huishouden. De opbrengsten van de afvalstoffenheffing mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. Hierdoor is het niet noodzakelijk om de tarieven te verhogen ten opzichte van 2024 

Voor nu geeft bovenstaande het volgende tarief:

Afvalstoffenheffing (in €) 2021 2022 2023 2024 2025
Eenpersoonshuishouden 316,97 332,18 353,77 323,86 323,86
Tweepersoonshuishouden 316,97 332,18 353,77 346,58 346,58
Meerpersoonshuishouden 316,97 332,18 353,77 394,62 394,62

Hondenbelasting

Terug naar navigatie - Hondenbelasting

De opbrengst wordt gebruikt als algemeen dekkingsmiddel. Elke houder van één of meer honden is hondenbelasting verschuldigd. Op basis van aangifte wordt de houder aangeslagen. Voor de eerste hond wordt een basisbedrag in rekening gebracht. Voor elke tweede en volgende hond geldt het dubbele tarief. Dit geeft de volgende tarieven:

Hondenbelasting (in €) 2021 2022 2023 2024 2025
Tarief 1e hond 94,40 95,82 99,56 102,75 106,75
Tarief 2e en volgende hond 188,79 191,62 199,09 205,50 213,60

Forensenbelasting

Terug naar navigatie - Forensenbelasting

De opbrengst wordt gebruikt als algemeen dekkingsmiddel. Belastingplichtige is degene die een woning heeft in de gemeente Vlissingen maar hier niet feitelijk woonachtig is. De forensenbelasting wordt trendmatig verhoogd met (3,9%). 

Forensenbelasting (in €) 2021 2022 2023 2024 2025
Tarief per woning 907,67 921,29 957,22 987,85 1.026,38

Precariobelasting

Terug naar navigatie - Precariobelasting

De opbrengst wordt gebruikt als algemeen dekkingsmiddel. De belastingplichtige is degene die voorwerpen op of onder of boven gemeente grond heeft.

De precariobelasting heeft sinds 2022 geen inkomsten meer van de kabelbelasting.  Wel loopt er nog een beroepsprocedure tegen de kabelbelasting. De tarieven voor deze heffing worden uitsluitend trendmatig verhoogd met 3,9%.

Parkeerbelasting

Terug naar navigatie - Parkeerbelasting

Om het parkeren te reguleren is het noodzakelijk om parkeerbelasting te heffen. De opbrengst wordt gebruikt als algemeen dekkingsmiddel. De houder van het voertuig is belastingplichtig.

De (basis)tarieven worden geïndexeerd met 3,9% en afgerond op 10 centen. 
Afronding op 10 centen is nodig om logische tarieven te communiceren en contante betalingen bij betaalautomaten mogelijk te houden. De naheffingsaanslag gaat wel omhoog van € 76,70 naar € 78,80.

Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - Toeristenbelasting

De opbrengsten worden gebruikt als algemeen dekkingsmiddel. Belastingplichtige is degene die gelegenheid biedt tot verblijf. De toeristenbelasting wordt in 2025 verhoogd naar: 

Toeristenbelasting (in €) 2021 2022 2023 2024 2025
Bestaand verblijfsmiddel 1,76 1,79 2,04 2,11 2,50
Meegebracht verblijfsmiddel 1,59 1,61 1,83 1,89 2,25

Bedrijven Investerings Zone (BIZ)

Terug naar navigatie - Bedrijven Investerings Zone (BIZ)

In samenwerking met de vertegenwoordigers van de winkeliers en horecaondernemers in de binnenstad, verenigd in de Vlissingse Ondernemers Centrale (VOC) is voor een deel van de binnenstad de Bedrijveninvesteringszone (BIZ) gerealiseerd voor de periode 1 januari 2022 tot 1 januari 2027.

Marktgelden

Terug naar navigatie - Marktgelden

Marktgelden worden geheven voor het innemen van openbare gemeentegrond en voor de beschikbaarstelling van gemeentelijke voorzieningen. De marktgelden worden verhoogd met de index (3,9%). 

Leges

Terug naar navigatie - Leges

Voor het verstrekken van een vergunning of document wordt een vergoeding in de vorm van leges gevraagd. Deze leges worden ook verhoogd met de index (3,9%). 

Lijkbezorgingsrechten

Terug naar navigatie - Lijkbezorgingsrechten

Voor het begraven en het huren van een graf enz. wordt een vergoeding in de vorm van lijkbezorgingsrechten gevraagd. Deze rechten worden naast de index (3,9%) extra verhoogd met 5% om de kostendekkendheid te verhogen.

Havengelden

Terug naar navigatie - Havengelden

Havengelden worden geheven voor het innemen van openbare gemeentewateren en voor de beschikbaarstelling van gemeentelijke voorzieningen (kade). Deze rechten worden ook verhoogd met de index (3,9%). 

Belastingdruk

Terug naar navigatie - Belastingdruk

De tarieven voor de rioolheffing en de onroerende-zaakbelastingen stijgen. Daarmee stijgen de woonlasten. Wat dit betekent voor een eigenaar van een pand in 2025 ten opzichte van 2024 wordt in onderstaande tabel weergegeven.

Geraamde opbrengst (in €) 2024 2025
OZB lasten voor een gezin met een eigen woning 302,17 329,21
Rioolheffing voor een gezin 272,14 285,47
Afvalstoffenheffing voor een gezin 394,62 394,62
Totale woonlasten voor gezin 968,93 1.009,30

Kengetallen belastingcapaciteit

Terug naar navigatie - Kengetallen belastingcapaciteit

Sinds begroting 2016 worden in de paragraaf lokale lasten een aantal kengetallen opgenomen in relatie het landelijke gemiddelde. Voor 2025 gelden in Vlissingen de volgende kengetallen:

Kengetallen belastingcapaciteit 2025 (in €)
A. OZB lasten voor een gezin bij de gemiddelde WOZ waarde:  €
gemiddelde WOZ waarde 261.000 0,126% 329,12
B. Rioolheffing voor een gezin bij de gemiddelde WOZ waarde
eigendom 219
gebruik 66 285,47
C. Afvalstoffenheffing 394,62
D. Heffingskorting 0
E. Totale woonlasten voor een gezin bij de gemiddelde WOZ waarde 1.009,31
F. Woonlasten landelijk gemiddelde voor een gezin bij de gemiddelde WOZ waarde 994,00
Gemeentelijke belasting capaciteit E/F * 100% 101,54%

Kostendekking tarieven

Terug naar navigatie - Kostendekking tarieven

Vanaf de begroting 2017 moet in de paragraaf lokale heffingen een overzicht van baten en lasten worden opgenomen voor de heffingen waarbij sprake is van het verhalen van kosten. Bij de hierna opgesomde heffingen is hiervan sprake. Bij deze heffingen is het toegestaan om maximaal 100% van de kosten te dekken. Dit is in de gemeente Vlissingen uitgangspunt.

In de onderstaande gegevens worden de totale kosten en baten met elkaar vergeleken en wordt het kostendekkingspercentage genoemd.

Rioolheffingen kostendekking

Terug naar navigatie - Rioolheffingen kostendekking
Rioolheffingen (bedragen x € 1.000) 2025
Overhead 337
BTW 523
Lasten kwijtschelding 87
Lasten riolering 5.771
Straatreiniging 397
Kosten samenwerking 181
Totaal lasten 7.296
Totale baten 7.268
Kostendekking percentage 99,6%

Afvalstoffenheffing kostendekking

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing kostendekking
Afvalstoffenheffing (bedragen x € 1.000) 2025
Overhead 800
Lasten afvalinzameling 5.476
Lasten straatreiniging 437
BTW 974
Lasten kwijtschelding 610
Lasten samenwerking 90
Totaal lasten 8.387
Totale baten 8.387
Kostendekking percentage 100,0%

Leges

Terug naar navigatie - Leges

Totale kosten   € 2.885.000
Totale baten      € 2.187.000

Kostendekking percentage  75,8%

Omdat leges over tal van producten wordt geheven en hierboven het gemiddelde kostendekkingspercentage (70 %) is aangegeven wordt in onderstaande tabel de kostendekking per hoofdstuk in de legesverordening aangegeven.

In de onderstaande tabel wordt het kostendekkingspercentage per titel (het soort dienstverlening), nader toegelicht. We hanteren bij de leges de toegestane regels van kruissubsidiëring, waarbij binnen een titel een percentage boven de 100% op hoofdstukniveau is toegestaan onder voorwaarde dat het gemiddelde percentage per titel niet boven de 100% uitkomt. 

Recapitulatie kostendekkenheid leges 2025 Vlissingen
Personeels-lasten Overhead Overige kosten Totale kosten Opbrengsten Kostendekkend-heidspercentage
Totaal (Bedragen x € 1.000) 1.257 848 778 2.885 2.187 75,8%
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening 311 202 409 922 668 72%
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand 22 14 14 50 36
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten 79 51 245 374 299
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen 61 40 95 196 161
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen uit de basis registratie personen 20 13 4 38 39
Paragraaf 1.5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister
Paragraaf 1.6 Gemeentegarantie
Paragraaf 1.7 Bestuursstukken
Paragraaf 1.8 Vastgoedinformatie
Paragraaf 1.9 Overige publiekszaken 77 50 51 179 58
Paragraaf 1.10 Gemeentearchief
Paragraaf 1.11 Huisvestingswet
Paragraaf 1.12 Leegstandwet
Paragraaf 1.13 Gevaarlijke stoffen
Paragraaf 1.14 Vervallen
Paragraaf 1.15 Kansspelen 4 3 7 13
Paragraaf 1.16 Algemene Verordening Ondergrondse infrastructuren - AVOI 32 21 53 54
Paragraaf 1.17 Algemene plaatselijke verordening Vlissingen 5 3 8 1
Paragraaf 1.18 Verkeer en vervoer 10 7 17 8
Paragraaf 1.19 Diversen
Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de omgevingswet 754 490 369 1.614 1.461 90%
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Paragraaf 2.2 Voorfase 111 72 183 65
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken 463 301 226 990 1.107
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed 23 15 37 7
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten 75 75 75
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten 1 1 2 2
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten 16 11 27 24
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten 17 11 27 12
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften 1 1 25 27 27
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid 2 1 11 15 15
Paragraaf 2.11 Overige tarieven 37 24 4 65 61
Paragraaf 2.12 Modaliteiten 82 54 29 166 139
Paragraaf 2.13 Vermindering -45
Paragraaf 2.14 Teruggaaf -27
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn 193 156 349 58 17%
Paragraaf 3.1 Horeca 64 52 116 44
Paragraaf 3.2 Organiseren evenementen of markten 126 102 227 12
Paragraaf 3.3 Prostitutiebedrijven
Paragraaf 3.4 Huisvestingswet 2014
Paragraaf 3.5 Brandbeveiligingsverordening
Paragraaf 3.6 Winkeltijdenwet
Paragraaf 3.7 Exploitatie Huisvesting (inter) nationale werknemers
Paragraaf 3.8 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of ander beschikking 3 3 6 2

Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing

Risicomanagement en beleid

Terug naar navigatie - Risicomanagement en beleid

Risicomanagement
Het beleid dat de gemeente Vlissingen voert ten aanzien van risicomanagement is vastgelegd in de nota weerstandsvermogen en risicomanagement. In deze nota is de werkwijze vastgelegd en zijn de uitgangspunten bepaald ten aanzien van risicomanagement. De gemeente is verplicht zowel in de begroting als in de jaarrekening de risico’s te vermelden die de financiële positie van de gemeente kunnen beïnvloeden. Bij het opstellen van de begroting en jaarrekening dient een zo goed mogelijk beeld van kwantificeerbare risico’s aanwezig te zijn.

Werkwijze
Risicomanagement is een continu proces. Bij ieder besluit worden risico's afgewogen. Bij grote projecten worden mogelijke risico's afgewogen in relatie tot het risicoprofiel van de gemeente en expliciet vastgelegd. Twee keer per jaar worden alle risico's binnen de gemeente geactualiseerd. Op basis van deze actualisatie worden per team de huidige en mogelijk nieuwe risico's in beeld gebracht. Op basis hiervan ontstaat er een risico top 10 voor de gemeente. De risico's van de teams worden periodiek binnen het team besproken en waar nodig worden verdere beheersmaatregelen getroffen om de risico's zoveel mogelijke te beperken. De raad, het college en het management team worden geïnformeerd over de top 10 risico's van de gemeente. Gedachte hierachter is dat de risico top 10 van de gemeente goed is voor ongeveer 90% van risicobedrag.

Voorwaarden in een continu proces
Risicomanagement heeft op het niveau van de raad, het college en het management team een structurele plek binnen de planning- en controlcyclus. Voor de raad betekent dit dat bij zowel de begroting als bij de jaarrekening gerapporteerd wordt hoe de risico’s zich ontwikkelen en hoe deze zich verhouden tot de ontwikkeling van de weerstandscapaciteit. Één van de voorwaarden voor een adequaat risicomanagement is dat bestuurlijke doelstellingen voor programma’s, strategische projecten en grondexploitaties helder zijn. Verder is het noodzakelijk dat zowel bestuur als management zich bewust zijn dat risicomanagement onderdeel is van het normaal besturen en managen van de gemeente. Dit betekent dat het inventariseren van risico’s, het inschatten ervan en het treffen van maatregelen voortdurend in de praktijk wordt uitgevoerd.

Risico-inventarisatie

Terug naar navigatie - Risico-inventarisatie

Risicokaart
Risico’s waarvan de oorzaken en gevolgen in klassen ingedeeld zijn kunnen geplaatst worden in een risicokaart (zie afbeelding). De risicokaart geeft inzicht in de spreiding van de risico’s naar kans en gevolg. De nummers in de risicokaart corresponderen met de aantallen risico’s die zich in het desbetreffende vak van de risicokaart bevinden. Daarmee wordt direct inzichtelijk hoe de risico’s zijn verdeeld over het groene, oranje en rode gebied. Netto betekent de situatie van de risico's inclusief de genomen beheersmaatregelen om de risico's te beperken. Per risico is bepaald welke beheersmaatregelen er kunnen worden genomen om een risico te beperken. Voorbeelden hiervan zijn het opnemen van een reserve, verbeterde proces/ werkafspraken, interne controles of aanpassingen beleid.

Een risicoscore in het groene gebied, vormt geen direct gevaar voor de continuïteit van de bedrijfsvoering. Risico’s die in het oranje gebied zitten vragen om aandacht. Ze vormen individueel nog geen reëel gevaar voor de continuïteit van de bedrijfsvoering, maar naarmate de tijd vordert, kan het risico wel een bedreiging gaan vormen. Voor deze risico’s wordt het dan ook aangeraden niet lang te wachten met het nemen van verdere beheersmaatregelen. In de risicokaart wordt duidelijk dat er zich relatief veel risico’s in de groene en oranje zone bevinden, onder/midden in de risicokaart. Bij beheersing van deze risico’s die veel voorkomen kan op de langere termijn serieuze bedreigingen ten aanzien van de continuïteit van de bedrijfsvoering worden voorkomen. Een risico dat een risicoscore heeft die in het rode gebied zit, vereist directe aandacht om te voorkomen dat de continuïteit van de bedrijfsvoering wordt bedreigd.

Risico's
Op basis van het risicoprofiel van de gemeente Vlissingen kan worden bepaald hoeveel geld benodigd is om alle risico’s te kunnen financieren. Dit wordt de benodigde weerstandscapaciteit genoemd. De financiële omvang van de risico's wordt berekend op basis van een risicosimulatie (Monte Carlo methode). Uitgangspunt hierbij is een statistische benadering die er van uit gaat dat nooit alle risico’s zich én tegelijk, én in hun maximale omvang voordoen. In totaal zijn er 89 risico’s geïdentificeerd en gekwantificeerd. Op basis van de risicosimulatie is het financieel risico € 17,6 miljoen.

Bovenstaande berekening is gebaseerd op de doorontwikkeling van risicomanagement waar wij mee zijn gestart. Een voorbeeld van deze doorontwikkeling is dat de huidige nota weerstandsvermogen en risicomanagement zal worden geactualiseerd. De bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit is hiervan een onderdeel en voor ons als Vlissingen belangrijk voor de eventuele exit artikel 12. We zijn van mening dat we hierin verbeteringen kunnen doorvoeren. Deze verbeteringen hebben betrekking op:

De aanpassing van het zekerheidspercentage van gemiddeld naar 95%. De keuze voor de zekerheidspercentage maakt duidelijk welk bedrag wij dienen te reserveren om de risico’s met een bepaalde zekerheid (in dit geval 95%) te kunnen opvangen. Het benoemen van risico’s waarbij er sprake is van een structureel effect voor de begroting. Dit zijn risico’s waarbij de inschatting is dat het langer dan 1 jaar duurt voordat het risico dat zich manifesteert kan worden opgevangen in de begroting. Deze risico’s zullen een opslag krijgen van een factor 2 wat voor een gemiddelde tijd van 2 tot 3 jaar staat om de zich manifesterende risico’s met een structureel effect op te vangen/bij te sturen. Deze verbetering hebben we voor het eerst toegepast bij de begroting 2024. 

Top 10 risico's 

In de hiernavolgende tabel wordt de top 10 risico’s van de gemeente Vlissingen gerangschikt naar financiële impact weergegeven. Het percentage geeft de weging van het betreffende risico aan t.o.v. het totaal aan risico’s. Hieruit is af te leiden dat de top 10 risico’s een weging heeft van ongeveer 90% in het totaal van de gedefinieerde risico’s.

Begroting 2025 Jaarrekening 2023 Begroting 2024
Nummer Nummer Nummer Belangrijkste financiele risico's Invloed
1 3 2 Stijging verliesvoorziening grondexploitaties door stijging inflatie 32%
2 2 4 Stijging verliesvoorziening grondexploitaties door stijging rente. 15%
3 7 - Jeugd: Volume jeugdhulp en bijbehorende kosten nemen niet af. 10%
4 5 - Jeugd: resultaten uitvoering projecten hervormingsagenda worden niet behaald. 6%
5 9 10 Aantrekken van leningen tegen een hoger rentepercentage dan geraamd. 5%
6 1 1 De algemene uitkering valt lager uit. 5%
7 6 5 Gemeente wordt getroffen door een hack en/of cryptolocker inclusief mogelijke afpersing 4%
8 - 8 Werk en inkomen: Taakstelling sociale werkvoorziening (werkleerbedrijf) wordt niet gerealiseerd. 4%
9 - - Werk en inkomen: Effecten Beleidsregie worden niet gerealiseerd. 3%
10 - - Werk en inkomen: Transitie scenario wet sociale werkvoorziening (WSW) 3%

Toelichting top 10 risico's 

1.    Stijging verliesvoorziening grondexploitaties door stijging inflatie
Voor grondexploitaties met een nadelig eindresultaat wordt er een verliesvoorziening getroffen op basis van de geprognosticeerde eindwaarden. Bij elke herziening worden eventuele aanpassingen in de eindwaarden ook in de verliesvoorziening verwerkt. Aanpassingen zijn afhankelijk van een aantal parameters waaronder de inflatie. Een hogere inflatie dan eerder geprognosticeerd leidt tot hogere kostenramingen en daarmee tot een hogere verliesvoorziening. De kans dat het risico zich voordoet wordt met de huidige kennis bepaald op hoog. De financiële impact, met een uitgangspunt van 2% stijging van de kosten en -2% opbrengsten, betreft € 6,4 miljoen. 

2.    Stijging verliesvoorziening grondexploitaties door stijging rente
Voor grondexploitaties met een nadelig eindresultaat wordt er een verliesvoorziening getroffen op basis van de geprognosticeerde eindwaarden. Bij elke herziening worden eventuele aanpassingen in de eindwaarden ook in de verliesvoorziening verwerkt. Aanpassingen zijn afhankelijk van een aantal parameters waaronder de rente. Omdat voor het financieren van de boekwaarde in de grondexploitaties geld geleend moet worden, wordt de rente over deze leningen doorberekend op de grondexploitaties. Met een totale boekwaarde van circa € 167 miljoen heeft een rentestijging een forse negatieve impact op de verliesvoorziening grondexploitaties. Hierbij leidt vooral de hoge boekwaarde van het Scheldekwartier in combinatie met de relatief nog lange looptijd tot een hoge gevoeligheid voor mutaties in de langlopende rente. De kans dat het risico zich voordoet wordt met de huidige kennis is bepaald op hoog. De financiële impact als de rente voor nieuw af te sluiten geldleningen met 1% stijgt is € 3 miljoen.

3.    Jeugd: Volume jeugdhulp en bijbehorende kosten nemen niet af
Het risico is aanwezig dat er sprake is van prijsstijgingen en volume indexeringen binnen de jeugdhulp. Hierdoor neemt het volume jeugdhulp en de bijbehorende kosten toe. Vanaf 1 januari 2026 starten wij met een nieuwe aanbesteding, waarbij de actuele opdracht is het terugdringen van jeugdhulpproducten, een vermindering van de kosten en het volume. Verder zetten wij in Vlissingen in om de bezuinigingen die de hervormingsagenda jeugd vraagt te implementeren door projecten op te zetten die eveneens het doel hebben om het aantal jeugdigen dat gebruik maakt van jeugdhulp (het volume) terug te dringen.  De praktijk heeft aangetoond dat een kleine mutatie in zowel de duur van de jeugdzorg, de aanvragen jeugdzorg en wijzigingen in prijs (waaronder OVA-indexeringen) de kosten laten toenemen. De eindafrekening over 2023 liet een nadeel van € 987.000 zien. We houden rekening met het risico van prijs en volume indexeringen in de begroting, echter is de kans aanwezig dat deze inschatting niet correct is.  We hebben gerekend met de prognose van het voorspelmodel IJZ voor 2025. Vanaf 2026 houden wij rekening met 6,93% volume en 3,9 % prijsindexering. De werkelijke jeugdlasten (stand prognose juni) 2024 zijn € 4,0 miljoen hoger dan primitief begroot, op een budget van € 20 miljoen. Er is een nieuwe prognose gedraaid voor 2025 en verder, deze geeft vooralsnog geen aanleiding de begroting aan te passen. Er zijn achterstanden bij de toegang ingehaald. In hoeverre declaraties op deze toekenningen leiden tot een toename van kosten is nog onbekend. Wij schatten het risico van een nabetaling van het voorgaande jaar in op € 1 miljoen voor 2025. Dit is dan ook de financiële impact van het risico. De kans dat het risico zich voordoet is in 2025 beoordeeld als hoog. Dit risico is beoordeeld als een risico met een structureel effect.

4.    Jeugd: resultaten uitvoering projecten hervormingsagenda worden niet behaald
Het risico is aanwezig dat de ingeschatte resultaten van de projecten niet worden behaald. De ingeboekte resultaten op de projecten zijn schattingen. Verder zijn de resultaten van de projecten afhankelijk van een interne integrale samenwerking en van de samenwerking die we met onze netwerkpartners moeten bereiken. Dit zal invloed hebben op het tempo wat we zelf kunnen opbrengen en het commitment van anderen. Voor de komende jaren zijn de inschattingen van de projecten berekend. Een vertraging kost ons geld en de besparing schuift op in de tijd. De kans dat dit risico zich voordoet is bepaald op midden. De financiële impact is bepaald op € 1,0 miljoen. Dit risico is beoordeeld als een risico met een structureel effect.

5.    Aantrekken van leningen tegen een hoger rentepercentage dan geraamd
We maken jaarlijks een inschatting omtrent de verwachte rente. De bijbehorende rentelasten worden opgenomen in de begroting. Het risico is aanwezig dat er nieuwe geldleningen worden aangetrokken, waarbij het rentepercentage hoger is dan geraamd. De kans dat het risico zich voordoet is bepaald op midden. De financiële impact is bepaald op € 960K per jaar (periode 2025-2028). Dit is gebaseerd op het uitgangspunt als de rente met 1% zou stijgen. De berekening is gebaseerd op het totaal verwachten af te sluiten nieuwe geldleningen als gevolg van herfinanciering en verwachte investeringen, bestedingen van reserves en mutaties grondexploitaties. Dit risico is beoordeeld als een risico met een structureel effect.

6.    De algemene uitkering valt lager uit
Het risico dat de algemene uitkering gemeentefonds lager uitvalt is altijd aanwezig. Voor 2025 (vanaf 2026 de terugkeer van de opschalingskorting; nieuwe financieringssystematiek) heeft de meest recente voorjaarsnota van het rijk aangegeven dat ze een deel van het oorspronkelijke ravijnjaar van 2026 een jaar naar voren schuiven. Dit betekent voor Vlissingen een extra tekort van ruim € 2,5 mln. Wij hebben hier rekening mee gehouden in de kadernota 2025 en de begroting 2025. Het risico is echter wel aanwezig dat hier veranderingen in kunnen komen (o.a. wijzigingen circulaires en aanpassingen maatstaven). De kans dat het risico zich voordoet is bepaald als laag. De financiële impact is bepaald op € 1,5 miljoen (1% van de algemene uitkering € 190 miljoen verminderd met de bijdrage voor centrumtaken € 40 miljoen). Dit risico is beoordeeld als een risico met een structureel effect.

7.    Gemeente wordt getroffen door een hack en/of cryptolocker inclusief mogelijke afpersing
Het risico bestaat dat de gemeente wordt getroffen door een hack en/of cryptolocker. Via phishing (mail, bestand, website, etc.) en/of hack wordt data gestolen en/of versleuteld door cryptolocker. Criminelen eisen geld voor teruggave data (ongedaan maken cryptolocker) en/of niet publiceren gestolen data. De afgelopen jaren is er sprake van een stijging van het aantal hacks. Dit geld ook voor gemeenten. Naast gemeenten worden ook de leveranciers van SAAS, welke de gemeente gebruikt, getroffen. Als het risico zich voordoet heeft dit impact op de dienstverlening van de gemeente Vlissingen. Herstelkosten (o.a. inhuur bedrijven om het probleem te onderzoeken en op te lossen) zijn bij verlies ICT en data enorm. Er kan daarnaast sprake zijn losgeld en inkomstenderving. De financiële impact voor de gemeente Vlissingen is mede bepaald op ervaringen bij andere gemeenten (o.a. Hof van Twente en Haarlemmermeer), het type hack/afpersing cryptolocker en de getroffen beheersmaatregelen. Met betrekking tot de getroffen beheersmaatregelen zijn we vanaf 2023 bezig om awareness te creëren, maken we inzichtelijk wat onze kwetsbaarheden zijn in onze systemen en websites, maken we sinds 2024 gebruik van een Information Security Management System (ISMS) en gaan we een plan van aanpak maken hoe we als gemeente omgaan met een hack/cryptolocker. Dit zal in 2025 worden afgerond en bijbehorende verbeteringen zullen worden doorgevoerd. De kans dat het risico zich voordoet hebben we beoordeeld als midden en de financiële impact is voor 2025 bepaald op € 2,0 mln. We hebben hiervoor geen bedrag opgenomen in de begroting.

8.    Werk en inkomen: Taakstelling sociale werkvoorziening (werkleerbedrijf) wordt niet gerealiseerd
Jarenlang is er sprake van een exploitatietekort in het werkleerbedrijf. O.b.v. in 2021 door de gemeente(n) geïnitieerd onderzoek is gebleken dat door implementatie van verschillende verbetermaatregelen de komende jaren een ruime rendementsverbetering gerealiseerd moet kunnen worden. In 2022 heeft Orionis Walcheren verbeterplannen opgesteld. Als de verbeterplannen hun effect hebben is er eind 2027 sprake van een positief resultaat van circa € 2,8 miljoen (Orionis totaal , Vlissingens aandeel hierin is € 1,48 mln. Door economische ontwikkelingen is de realisatie van de plannen vertraagd. In de meerjarenbegroting 2025-2028 hebben wij de realisatie zij het met vertraging (oorspronkelijk plan was 2025/2026 realisatie) als gevolg van diverse (externe) oorzaken ruimschoots verwerkt (besparing van € 2,0 miljoen periode 2025-2028. De kans dat het risico zich voordoet is ingeschat op midden. Dit omdat externe factoren (waaronder marktwerking) van invloed blijven op het resultaat van het Werkleerbedrijf.  De financiële impact is gebaseerd op het feit de begrote besparingen zoals opgenomen in de begroting 2025-2028 (totaal € 2,0 miljoen) niet worden gerealiseerd.

9.    Werk en inkomen: Effecten Beleidsregie worden niet gerealiseerd
We hebben de ambitie om door middel van het terugdringen van het inkoopvolume op Werk en Inkomen € 1,25 miljoen van de uitgaven te verminderen. Afgesproken is dat we dat gaan doen door inzet op beleidsregie. De volledige realisatie wordt verwacht vanaf 2028. In de jaren 2025- 2027 lopen we het risico op een niet gerealiseerd deel. De kans dat het risico zich voordoet is voor nu beoordeeld als hoog midden. Door middel van een inkoopmodel (SROI) is het de bedoeling  aanvullende inkomsten te genereren die we in kunnen zetten binnen Werk en Inkomen. De financiële impact is bepaald op € 1,25 miljoen (gebaseerd op een het niet realiseren beoogd resultaat inzet beleidsregie).

10. Werk en inkomen: Transitie scenario wet sociale werkvoorziening (WSW)
Sinds 2015 mag er bij SW-bedrijven geen nieuwe instroom meer zijn van werknemers. Met krimp van die bedrijven tot gevolg. Uiterlijk vanaf 2051 blijft alleen een Beschut werkvoorziening over. De bedrijven moeten daartoe een transitiescenario opstellen. In december 2023 heeft het Rijk aangegeven hoe zij aankijken tegen de toekomstige infrastructuur van Sociaal Ontwikkelbedrijven (het voormalige SW-bedrijf). Uitgangspunt is de zogenaamde sociale infrastructuur: een opstap, vangnet en beschutte omgeving. Een basisinfrastructuur gekoppeld aan de realisatie van landelijk ten minste 30.000 beschutte banen en in 2048 10.000 banen voor andere groepen mensen die niet regulier aan het werk kunnen komen. De financiering wordt hierop aangepast. Deze landelijke visie wordt in 2024 en 2025 voor Walcherse inwoners uitgewerkt door Orionis Walcheren en de Walcherse gemeenten. Vanuit het rijk komen middelen mee. Onzeker is of we het met alleen de extra rijksmiddelen gaan redden. Mogelijk is cofinanciering noodzakelijk. De financiële impact is in totaal bepaald op € 2,7 miljoen en dit betekent voor ons een bedrag van € 1,4 miljoen (53%). De kans dat het risico zich voordoet is bepaald op midden.

Weerstandcapaciteit

Terug naar navigatie - Weerstandcapaciteit

Wat is weerstandscapaciteit?
Weerstandscapaciteit wordt gedefinieerd in financiële zin. Dat betekent als (weerstands)bedrag. De minimale weerstandscapaciteit is het bedrag dat we eventueel nodig hebben ter afdekking van financiële verliezen die kunnen optreden, als risico´s zich feitelijk gaan manifesteren. Het gaat daarbij om verliezen die niet al op een andere manier (bijv. via verzekering of afzonderlijk getroffen financiële voorziening c.q. reservering) financieel zijn ondervangen.

De weerstandscapaciteit bestaat uit:

  • Vrij besteedbare reserves.
  • Budget onvoorziene uitgaven.
  • Onbenutte belastingcapaciteit.
  • Stille reserves.

Het voorgaande kan als volgt schematisch worden weergegeven:

Vrij besteedbare reserve
Als vrij besteedbare reserve beschouwen wij de algemene reserve en de reserve grondexploitatie. Bestemmingsreserves zien wij niet als vrij besteedbaar. Bestemmingsreserves worden ingezet voor het realiseren van onze doelstellingen. Periodiek wordt onderzocht of de omvang van de bestemmingsreserves nog juist zijn. Eventueel overbodige bestemmingsreserves vallen vrij ten gunste van de algemene reserve en worden op die manier vrij besteedbaar.

Onbenutte belastingcapaciteit
Hieronder wordt verstaan de mogelijkheid die de gemeente heeft om belastingen te verhogen. Bij tarieven waar kostendekking een rol speelt is van onbenutte belastingcapaciteit sprake voor zover nog geen volledige kostendekking is gerealiseerd. Aan de hoogte van de belastingen en de overige tarieven is geen bovengrens gesteld. Aangezien er geen expliciet beleid is en de gemeente Vlissingen in vergelijking met andere Zeeuwse gemeenten gemiddeld hogere belastingen heeft, is in de berekening van de weerstandscapaciteit geen rekening gehouden met de mogelijkheid van onbenutte belastingcapaciteit.

Onvoorziene uitgaven
Voor onvoorziene uitgaven is in de begroting jaarlijks een bedrag opgenomen. Voor de jaren 2025-2028 gaat het om € 255.000. 

Stille reserves
Van stille reserves is sprake wanneer de marktwaarde van bepaalde bezittingen van de gemeente hoger is dan op de balans opgenomen boekwaarde. De aanwezigheid van dergelijke stille reserves is het gevolg van het voorschrift dat de boekwaarde van de activa gebaseerd moet zijn op historische kostprijs. Een stille reserve kan tot de weerstandscapaciteit worden gerekend indien: de bezitting die vrij verhandelbaar zijn en de opbrengst bij verkoop uitgaat boven het bedrag dat nodig is om wegvallende inkomsten op te vangen. Voor de bezittingen die vrij verhandelbaar gaan we uit van een PM bedrag omdat hierover geen inschattingen zijn te maken. De werkelijke waarde van de gemeentelijke aandelen in de Bank Nederlandse Gemeenten en de Zeeuwse Energie Houdstermaatschappij is wellicht hoger dan de nominale waarde (verkrijgingsprijs). Aangezien de aandelen niet vrij verhandelbaar zijn kan deze meerwaarde (stille reserve) niet worden opgenomen in de berekening van de weerstandscapaciteit.

Omvang weerstandscapaciteit
De vrij besteedbare reserves zijn gebaseerd op de omvang van de algemene reserve. In principe wordt ook de omvang van de reserve grondexploitatie opgenomen echter ultimo het verslagjaar 2023 is deze reeds nihil.

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Weerstandsvermogen: koppeling weerstandscapaciteit en financiële risico's
In het voorgaande is zowel de benodigde als de beschikbare weerstandscapaciteit bepaald. De benodigde weerstandscapaciteit op basis van de bestaande risico's kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt de ratio weerstandsvermogen.

Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit / Benodigde weerstandscapaciteit

Voor de gemeente Vlissingen betekent dit een negatieve ratio van - 1,9 (-/- € 34,3 miljoen/ € 17,6 miljoen).

Beschikbare weerstandscapaciteit
De berekende beschikbare weerstandscapaciteit bij de begroting 2025 bedraagt -€ 34,3 miljoen en is gelijk aan de actualisatie bij de jaarrekening 2023.  

Benodigde weerstandscapaciteit
De inventarisatie van risico’s, welke in deze paragraaf is opgenomen, geeft een indicatie van de financiële omvang van de belangrijkste (specifieke) risico’s, inclusief een schatting van de kans dat het geïdentificeerde risico zich voordoet. We kunnen hiermee vervolgens de benodigde weerstandscapaciteit bepalen. Daarbij geeft het college een doorlopend inzicht in de grootste risico’s (top 10) voor de gemeente Vlissingen. Wij hebben op basis van de risico inventarisatie berekend wat de benodigde weerstandscapaciteit is. Het berekende bedrag voor specifieke risico’s bedraagt € 17,6 miljoen (laatste risico inventarisatie jaarrekening 2023 € 18,9 miljoen). Ten opzichte van de risico inventarisatie bij de jaarrekening 2023 is hiermee sprake van een afname van de gekwantificeerde risico’s met € 1,3 miljoen. 

Een groot deel van de benodigde  weerstandscapaciteit wordt veroorzaakt door risico's in het sociaal domein. Deze risico's vangen we op door het inzetten van de reserve sociaal domein. 

 

Ontwikkeling risicoprofiel
De ontwikkeling van het risicoprofiel toont het volgende beeld:

Beoordeling Weerstandsvermogen
Om de ratio voor het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen maken wij gebruik van de onderstaande waarderingstabel die in samenspraak tussen het NAR (Nederlands Adviesbureau Risicomanagement) en de Universiteit Twente is opgesteld.

Waardering Ratio Betekenis
A > 2 Uitstekend waardering ratio's
B 1,4 - 2 Ruim voldoende
C 1 - 1,4 Voldoende
D 0,8 - 1 Matig
E 0,6 - 0,8 Onvoldoende
F < 0,6 Ruim onvoldoende

Gegeven de negatieve ratio betekent dit voor de gemeente Vlissingen dat het weerstandsvermogen volgens de waarderingstabel een waardering F heeft, hetgeen dus zwaar onvoldoende is. Op basis van de gehanteerde methode van kwantificering van de risico's en hetgeen is opgenomen in de nota weerstandsvermogen en risicomanagement zou de ratio moeten liggen tussen de 0,8 en de 1,4. De beschikbare weerstandscapaciteit van -€ 34,3 miljoen is niet toereikend in relatie tot de berekende risico’s van € 17,6 miljoen. De ontwikkeling van de algemene reserve zal bepalend zijn of wij de gesignaleerde risico’s in de toekomst kunnen opvangen. De ratio weerstandsvermogen is met 0,1 toegenomen in vergelijking met de jaarrekening 2023.

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Onderstaand is de beoordeling van de diverse kengetallen in relatie tot de begrote financiële positie. Deze kengetallen zijn voorgeschreven door de BBV.

Kengetallen Jaarrekening 2023 Begroting 31-12-2024 Begroting 31-12-2025 Begroting 31-12-2026 Begroting 31-12-2027 Begroting 31-12-2028
1a. Netto schuldquote 39% 34% 38% 42% 39% 32%
1b. Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen 39% 33% 37% 41% 38% 31%
2. Solvabiliteitsratio 21% 30% 31% 33% 36% 40%
3. Kengetal grondexploitatie 9% 5% 2% 2% 0% 0%
4. Structurele exploitatieruimte 3% 5% 0% 0% 0% 0%
5. Belastingcapaciteit 100% 97% 102% 102% 102% 102%

1a. Netto schuldquote
De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie.

1b. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen, wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven. Op deze manier brengen we duidelijk in beeld wat het aandeel is van de verstrekte leningen en wat dat betekent voor de schuldenlast.

2. Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft de mate aan, waarin de gemeente in staat is om aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het eigen vermogen van de gemeente bestaat uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten.

3. Grondexploitatie
De grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant beoordeelt ieder jaar of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen.

4. Structurele exploitatieruimte
De exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting maken we thans het onderscheid tussen structurele en incidentele lasten. 
De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten en uitgedrukt in een percentage.

5. Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. De definitie van het kengetal belastingcapaciteit is: 

Woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t (het begrotingsjaar) ten opzichte van het landelijk gemiddelde in jaar t-1 (het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar) uitgedrukt in een percentage. 

De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen, wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Coelo publiceert ieder jaar deze lasten in de Atlas van de lokale lasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde waarde in die gemeente. Deze cijfers worden voortaan ook in de jaarlijkse meicirculaire bekend gemaakt zodat de gemeenten tijdig op de hoogte zijn van de hoogte van de lasten die voor de berekening moeten worden gebruikt. Voor de berekening wordt verwezen naar de paragraaf Lokale heffingen.

Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Kapitaalgoederen zijn ‘duurzame productiemiddelen’. Het zijn die materialen die de gemeente nodig heeft om de diensten en goederen die zij aan haar burgers levert te produceren; grote zaken die vaak veel waarde hebben en meerdere jaren meegaan. Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV art.12) schrijft voor, dat in elk geval de kapitaalgoederen wegen, riolering / water, groen en gebouwen aan de orde worden gesteld. Met het onderhoud van kapitaalgoederen is een substantieel deel van de begroting gemoeid. Deze paragraaf geeft daar meer inzicht in. Per onderwerp wordt ingegaan op het beleidskader, voornemens voor de komende periode en de financiële consequenties voor de gemeente. Voor twee kapitaalgoederen Gebouwen en Kades) hebben we voor groot onderhoud inmiddels een meerjaren onderhoudsprogramma (MJOP).

Onderhoudskosten (volgens de BBV-categorieën) (bedragen x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Civiele kunstwerken 367 376 384 393
Gebouwen 2.455 2.236 2.362 2.062
Groen 2.056 2.036 2.043 2.105
Kades 735 637 202 146
Openbare verlichting 524 564 530 487
Stedelijkwater/ riool 586 605 623 642
Wegen 2.103 2.171 2.242 2.314
Totaal 8.826 8.624 8.386 8.148
Waarvan ten laste van diverse voorzieningen 2.010 1.649 1.134 684

Onderhoudskosten kapitaalgoederen zijn uitgaven om de kwaliteit van gemeentelijk eigendom dat vele jaren meegaat op een tevoren vastgesteld onderhoudsniveau te houden of weer te brengen. Dit met als doel het naar behoren te laten functioneren of een bepaalde representativiteit te laten behouden. We onderscheiden klein onderhoud en groot onderhoud. Klein onderhoud heeft geen invloed op de gebruiksduur van een gebouw of een object. 

Groot onderhoud

Terug naar navigatie - Groot onderhoud

De noodzaak tot groot onderhoud ontstaat over een langere periode en is ingrijpender van aard. De kosten daarvan komen voor sommige kapitaalgoederen ten laste van een voorziening en voor anderen uit de exploitatie.

Wanneer een aanpassing leidt tot een belangrijke kwaliteitsverbetering en/of een significante langere gebruiksduur wordt het niet gerekend tot groot onderhoud, maar is het een investering die geactiveerd moet worden, zodat de lasten over meerdere jaren verspreid worden. Voor de laatstgenoemde categorie verwijzen wij u naar de investeringsplanning.

Civiele kunstwerken

Terug naar navigatie - Civiele kunstwerken

Onder civiele kunstwerken wordt verstaan het geheel aan fiets- en voetbruggen, verkeersbruggen, vlonders en steigers. De onderhoudskosten voor klein onderhoud aan civiele kunstwerken zijn opgenomen in de exploitatie. Voor groot onderhoud is een voorziening gevormd. In 2025 beoordelen we de civiele kunstwerken en maken we hiervoor een meerjaren onderhoudsplanning.

Onderhoudskosten civiele kunstwerken (bedragen x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Civiele kunstwerken 367 376 384 393

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

De onderhoudskosten van de gemeentelijke gebouwen ziet u hieronder. Om het bestand van de gemeentelijke gebouwen/accommodaties op orde te krijgen is een Majeur project “Revitalisering gemeentelijke accommodatiebestand” opgezet. Voor de inhoud van dit project verwijzen wij u graag naar de projectpagina in dit document. Voor groot onderhoud is inmiddels een MJOP operationeel.

Onderhoudskosten gebouwen (bedragen x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Gebouwen klein onderhoud 1.171 1.211 1.413 1.503
Gebouwen groot onderhoud (MJOP)* 1.284 1.025 949 559
Totaal 2.455 2.236 2.362 2.062
* ten laste van de voorziening groot onderhoud accommodaties

Beleidskader: bestuursopdracht “Revitalisering gemeentelijk accommodatiebestand” (2018)

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Bos, bomen en stedelijk openbaar groen
Onderstaande bedragen zijn de beschikbaar gestelde bedragen voor het onderhouden van onze kapitaalgoederen met betrekking tot het openbaar groen van de gemeente. Dit is inclusief onkruidbestrijding en de begraafplaatsen. Het onderhoud aan het groen wordt planmatig uitgevoerd. In dit onderhoud passen we de uitgangspunten van biodiversiteit toe.

Speelvoorzieningen
Uit het oogpunt van veiligheid is het belang van onderhoud aan en kwalitatief op peil houden van de speelvoorzieningen belangrijk. De speelvoorzieningen staan veelal in het groen. Het onderhoud aan speelvoorzieningen wordt zo uitgevoerd dat ze altijd veilig zijn voor de (kleine) gebruikers in de gemeente. In 2025 beoordelen we de speelvoorzieningen en maken we hiervoor een meerjaren onderhoudsplanning.

Onderhoudskosten groen (bedragen x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Groen 1.935 1.912 1.917 1.976
Speelvoorzieningen 121 124 126 129
Totaal 2.056 2.036 2.043 2.105

Kades

Terug naar navigatie - Kades

De onderhoudskosten voor klein onderhoud aan kades zijn opgenomen in de exploitatie. Voor groot onderhoud is momenteel een MJOP operationeel. In 2025 beoordelen we de waterpartijen, vijvers en fonteinen en maken we hiervoor een meerjaren onderhoudsplanning.

Onderhoudskosten kades (bedragen x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Kades klein onderhoud 49 51 52 54
Kades groot onderhoud (MJOP)* 601 499 60 0
Waterpartijen, vijvers en fonteinen 85 87 90 92
Totaal 735 637 202 146
* ten laste van de voorziening groot onderhoud kades

Beleidskader: Havenbeleidsplan binnenhavens (2024) en Havenbeheerplan (2022-2032)

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

De onderhoudskosten voor klein onderhoud aan openbare verlichting is opgenomen in de exploitatie. Voor groot onderhoud is een voorziening gevormd. In de periode 2024-2028 vervangen we traditionele verlichtingsarmaturen voor de zuinigere LED-variant. Ook vervangen we masten die daarvoor in aanmerking komen. Door het toepassen van LED-armaturen zullen de energiekosten van openbare verlichting dalen en worden deze jaarlijks bijgesteld. Deze energiekosten staan apart van de hierboven genoemde onderhoudskosten. In 2025 beoordelen we het restant areaal aan masten en maken we hiervoor een meerjaren onderhoudsplanning.

Onderhoudskosten openbare verlichting (bedragen x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Openbare verlichting 524 564 530 487

Beleidskader: Beleids- en beheerplan OVL 2015-2024

Stedelijkwater / riool

Terug naar navigatie - Stedelijkwater / riool

Algemeen
De stedelijk water opgave van de gemeente behelst drie componenten: de hemelwaterafvoer, het grondwaterbeheer en het rioolbeheer. Momenteel is het gemeentelijk hoofdrioolstelsel 260 km lang. Door de uitbreiding in de stad met verschillende wijken groeit dit aantal ieder jaar. De onderhoudskosten van de riolering bestaan uit kosten voor planmatig onderhoud en correctief onderhoud.


Planmatig onderhoud
Het inspecteren van, reinigen en repareren van hoofdriolering en rioolgemalen. Ook het baggeren van watergangen behoort hiertoe.

Correctief onderhoud
Het verhelpen van storingen van rioolgemalen en verstoppingen van aansluitingen, straatkolken en openbare riolering. En het verhelpen van verstoppingen van duikers of verhelpen van acute problemen van de waterkwaliteit.

Stedelijk water/ riolering (bedragen x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Stedelijk water/ riolering 586 605 623 642

Beleidskader: gemeentelijk rioleringsplan (2023)

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen

Onderhoudskosten wegen
Onderstaande bedragen zijn beschikbaar voor het onderhoud van bestaande wegen. Dit betreft zowel asfaltwegen of wegen met open verharding. Het onderhoud van onze kapitaalgoederen is van belang om de veiligheid van de openbare ruimte te waarborgen. Periodiek laten we inspecties uitvoeren. Deze inspecties leveren informatie over de staat waarin de wegen zich bevinden. De uit te voeren werkzaamheden stemmen we af met de opgaves van de andere kapitaalgoederen in de openbare ruimte om de overlast voor de bewoners zo veel mogelijk te beperken. Ook vind hier afstemming plaats met de nutsbedrijven voor water en energie (inclusief voor het warmtenet). Deze onderhoudskosten zijn inclusief het onderhoud op de verkeersregelinstallaties en op het wegmeubilair.

Onderhoudskosten wegen (bedragen x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Wegen 2.103 2.171 2.242 2.314
Wegen achterstallig onderhoud* 125 125 125 125
Totaal 2.228 2.296 2.367 2.439
* ten laste van de voorziening achterstallig onderhoud

Beleidskader: Wegenbeleidsplan (2021)

Paragraaf financiering

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

De Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) heeft als belangrijkste uitgangspunten het bevorderen van een solide financieringswijze met als doel het voorkomen van grote fluctuaties in de rentelasten, het bevorderen van transparantie, het bevorderen van de kredietwaardigheid en het beheersen van renterisico's. Het beheersen van risico's uit zich concreet in de kasgeldlimiet, de renterisiconorm en het met een prudent karakter uitzetten van gelden en afsluiten van leningen. Daarnaast zijn gemeenten verplicht om een treasurystatuut te hebben. Het treasurystatuut van de gemeente Vlissingen is vastgesteld in 2020.

Renteontwikkeling

Terug naar navigatie - Renteontwikkeling

Voor de uitvoering van het treasurybeleid is het belangrijk om de renteontwikkelingen te volgen. De accountant heeft echter aangegeven dat de rente die gebruikt word in de berekening aangetoond moet worden op basis van de cijfers die op het moment van samenstellen van de begroting in de markt gegeven worden. Een aangekondigde rentestijging of verwachtingen uit de markt mogen dus niet worden ingecalculeerd. Deze begroting is gebaseerd op de actuele rentestanden.

Renterisicogevoeligheid

Terug naar navigatie - Renterisicogevoeligheid

De huidige leningportefeuille van de gemeente bestaat uit leningen die allemaal een vast rentepercentage hebben voor de gehele looptijd van de lening. Renteschommelingen binnen de huidige leningportefeuille treden daardoor niet op. Voor leningen die nog aangetrokken worden, is in de begroting rekening gehouden met het actuele rentepercentage ( zie renteontwikkeling) waarvoor deze leningen ten tijde van het samenstellen van deze begroting aangetrokken kunnen worden. Rentestijging of - rentedaling is dus niet meegenomen.

Renterisicobeheer

Terug naar navigatie - Renterisicobeheer

Het renterisico is het volume aan uitstaande schuld dat in een jaar aan renteherziening onderhevig is. In de wet FIDO zijn eisen gesteld aan het maximum aan renterisico. Dit komt tot uitdrukking in de kasgeldlimiet voor leningen met een looptijd tot 1 jaar, en de renterisiconorm voor leningen met een looptijd vanaf één jaar. Deze normen bepalen de ruimte voor de gemeente om verantwoord te financieren.

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

De wettelijke toegestane omvang van de kasgeldlimiet is gelijk aan het bedrag ter grootte van een percentage van de jaarbegroting bij aanvang van het dienstjaar. Dit percentage is vastgelegd in de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden. Het percentage voor de gemeente is voor 2025 vastgesteld door de Rijksoverheid op 8,5%. De gemeente heeft voor 2025 een kasgeldlimiet van € 26,6 miljoen (8,5% van € 313,0 miljoen). Voor 2026, 2027 en 2028 zal de kasgeldlimiet op basis van deze begroting respectievelijk € 26,1 miljoen, € 26,0 miljoen en € 26,1 miljoen bedragen. De doelstelling is om optimaal gebruik te maken van de kasgeldlimiet, omdat kort geld momenteel relatief goedkoper is dan lang geld. Indien de kasgeldlimiet wordt overschreden, dient de kortlopende schuld omgezet te worden in een langlopende schuld. De provincie Zeeland houdt hier toezicht op. Het bedrag van de kasgeldlimiet is het maximale bedrag dat de gemeente aan kort geld mag lenen

Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Renterisiconorm

De Wet FIDO heeft aan het beperken van renterisico's een wettelijk kader toegevoegd in de vorm van een renterisiconorm. Met deze renterisiconorm wordt een kader gesteld om de opbouw van de leningenportefeuille dusdanig te spreiden dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt. In de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden is bepaald dat de renterisiconorm maximaal 20% van het begrotingstotaal mag zijn. De renterisiconorm is als volgt berekend:

Renterisiconorm (bedragen x € 1.000.000) 2025 2026 2027 2028
Begrotingstotaal 313 308 306 307
Norm 20% 63 62 61 61
Aflossingen en renteherzieningen
Aflossingen 13 14 22 13
Renteherziening 0 0 0 0
Ruimte onder renterisiconorm 50 48 39 49

Financiering

Terug naar navigatie - Financiering

Conform het 'Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten' (BBV) moet er inzicht worden gegeven in de rentelasten, de financieringsbehoefte en de wijze waarop rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden wordt toegerekend. Daarnaast is het verplicht dat de rentekosten aan de desbetreffende taakvelden moeten worden toegerekend met behulp van een (rente)omslagpercentage. Dit omdat de onderlinge vergelijking tussen gemeenten het uitgangspunt is voor aanpassingen van het BBV.

In de behoefte aan geldmiddelen voor de financiering van de uitgaven voorziet de gemeente in het aantrekken van kortlopende en langlopende (vaste) geldleningen. Hierbij houden we rekening met de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Er zijn criteria die meewegen bij de keuze voor een bepaalde financieringswijze. 

De volgende criteria worden gehanteerd:
- Financiering geschiedt tegen de laagste kosten.
- We houden rekening met de renterisiconorm.

Bij het aantrekken van langlopende leningen, lenen we tegen een vast rentepercentage over de gehele looptijd. In het treasurystatuut staat de mogelijkheid voor het gebruik van derivaten open. Hiervan zal alleen bij uitzondering gebruik gemaakt worden en altijd advies van een extern deskundige worden ingeroepen. 

Renteschema 2025 (bedragen x € 1.000)
De externe rentelasten over de korte en lange financiering 3.081
De externe rentebaten -/- 35
Totaal door te rekenen externe rente 3.045
De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend -/- 1.647
De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden doorberekend -/-
-/- 0
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente
Rente over eigen vermogen +/+ 0
Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) +/+ 0
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente
De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) -/- 1.985
Renteresultaat op het taakveld treasury -587

Financieringspositie en rentekosten

Terug naar navigatie - Financieringspositie en rentekosten

De liquiditeitsbegroting voor 2025 laat een liquiditeitsbehoefte zien als gevolg van geplande investeringen, uitvoering grondexploitatie plannen en verwachte mutaties bestedingen van reserves en voorzieningen. Op basis van de berekende kasgeldlimiet voor 2025 kan dit niet opgevangen worden met korte financiering en zullen er langlopende geldleningen worden aangetrokken. De rentekosten voor de gemeente staan voor een groot gedeelte al vast. Van de leningen die reeds aangegaan zijn, is exact te bepalen hoeveel rente deze leningen kosten in het begrotingsjaar. Voor de nog af te sluiten leningen gaan we uit van een rentepercentage van 3,3%, het op 1 augustus 2024 geldend percentage voor leningen met een looptijd van 10 jaar. Daarnaast houden we rekening met een rente van 5% voor rekeningcourant.
Vanaf 2025 geldt dat we de rentekosten via een omslagpercentage toerekenen aan alle taakvelden. Dit percentage bedraagt voor 2025 afgerond 1%. 

Geprognosticeerde balans

Terug naar navigatie - Geprognosticeerde balans

De geprognosticeerde balansen zijn als volgt:

ACTIVA (x € 1.000) Rekening 2023 Ultimo 2024 Ultimo 2025 Ultimo 2026 Ultimo 2027 Ultimo 2028
Vaste activa
Immateriële vaste activa 3.376 1.976 1.738 1.506 1.287 1.067
Materiële vaste activa 147.906 196.538 229.424 250.008 257.659 249.682
Financiële vaste activa 16.449 25.743 25.743 25.692 25.692 25.692
Totaal vaste activa 167.731 224.257 256.905 277.206 284.638 276.441
Vlottende activa
Voorraden 27.613 16.200 7.146 5.202 0 0
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 21.952 14.665 15.460 15.244 14.485 14.460
Liquide middelen 19 19 19 19 19 19
Overlopende activa 17.444 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000
Totaal vlottende activa 67.028 35.884 27.624 25.466 19.504 19.480
Totaal activa 234.759 260.141 284.529 302.671 304.142 295.921
PASSIVA (x € 1.000) Rekening 2023 Ultimo 2024 Ultimo 2025 Ultimo 2026 Ultimo 2027 Ultimo 2028
Vaste passiva
Algemene reserve -43.964 -31.281 -24.950 -17.660 -10.360 -4.829
Nog te bestemmen resultaat 9.704 -2.470 290 301 726 21
Bestemmingsreserve 84.089 110.765 114.074 115.938 119.288 122.657
Voorzieningen 25.856 25.453 24.330 24.161 24.651 33.034
Vaste schulden met een rentetypische looptijd groter of gelijk dan 1 jaar 104.921 81.745 101.582 107.218 100.854 110.088
Totaal vaste passiva 180.604 184.210 215.326 229.958 235.159 260.971
Vlottende passiva
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar 10.135 70.930 64.203 67.714 63.983 29.950
Overlopende passiva 44.020 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000
Totaal vlottende passiva 54.154 75.930 69.203 72.714 68.983 34.950
Totaal passiva 234.759 260.141 284.529 302.671 304.142 295.921

Ontwikkeling leningenportefeuille opgenomen en verstrekte langlopende geldleningen

Terug naar navigatie - Ontwikkeling leningenportefeuille opgenomen en verstrekte langlopende geldleningen

Opgenomen geldleningen
De geprognosticeerde omvang van de opgenomen langlopende geldleningen bedraagt per 1 januari 2025 circa € 81,8 miljoen. Op basis van deze primaire begroting is de verwachting dat de stand van de leningportefeuille eind 2025 circa € 101,6 miljoen zal bedragen. 

Uitgegeven geldleningen
Gelet op het verwachte financieringstekort worden geen gelden voor de korte of middellange termijn uitgezet. In het verleden zijn wel leningen verstrekt in het kader van de publieke taak. De geprognosticeerde omvang van de uitgegeven langlopende geldleningen bedraagt per 1 januari 2025 circa € 3,3 miljoen.

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

De gemeenten zijn verplicht om te schatkistbankieren. Dit betekent dat de gemeente haar tegoeden dient aan te houden bij het Ministerie van Financiën, met uitzondering van een drempelbedrag. Dit drempelbedrag is voor gemeenten bepaald op 2% van het begrotingstotaal. Voor de gemeente Vlissingen komt het drempelbedrag voor 2025 uit op € 6,2 miljoen. De gemeente Vlissingen beschikt incidenteel over een positief saldo op haar bankrekeningen. Naar verwachting zal er daarom in 2025 gebruik worden gemaakt van het verplicht schatkistbankieren. De doelstelling is en blijft echter om met de positieve saldo's de leningen af te lossen.

Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof)

Terug naar navigatie - Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof)

In de Wet Hof zijn de Europese afspraken inzake het stabiliteits- en groeipact en het al bestaande Nederlandse budgettaire beleid vanaf 1 januari 2014 vastgelegd. De Wet HOF bepaalt onder andere dat het Rijk, de provincies, de gemeenten en de waterschappen een gelijkwaardige inspanning moeten leveren bij het op orde brengen van de overheidsfinanciën. De tekorten van de provincies, gemeenten en de waterschappen worden door de Europese Commissie meegeteld bij de berekening van het begrotingstekort. Dit begrotingstekort mag volgens de Europese regels niet meer dan 3% bedragen. Bij overschrijding van deze 3% norm kan er een sanctie volgen vanuit de Europese Commissie. Deze sanctie kan doorberekend worden aan degenen die een bijdragen aan het tekort hebben geleverd. Elke gemeente heeft een individuele EMU-referentiewaarde. Dit EMU-saldo is het saldo van lasten en baten onafhankelijk of het exploitatie- of investeringsuitgaven en -inkomsten betreft.

De berekening van het EMU-saldo op basis van de programmabegroting 2025 is als volgt (x € 1.000):

(bedragen x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Cagtegorie Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten
1.1 Salarissen en sociale lasten 45.331 46.251 48.156 49.836
2.1 Belastingen 756 731 731 731
2.2.1 Belastingen op producenten 18.444 17.497 18.065 19.136
2.2.2 Belastingen op huishoudens 7.577 7.077 7.128 7.462
3.1 Grond 2.647 19.834 3.228 22.447 3.228 14.950 2.297 12.461
3.2 Duurzame goederen 7.207 2.335 1.638 990 3.251 999 1.116 1.189
3.3 Pachten 2 392 2 368 2 366 2 365
3.4.1 Sociale uitkeringen in natura 44.625 48.701 53.145 57.999
3.4.2 E.b. en verhaal soc. Uitk. in natura 1.006 1.811 1.835 1.853
3.5.1 Ingeleend personeel 4.639 3.460 3.332 3.237
3.6 Huren 1.941 1.814 1.811 1.814
3.7 Leges en andere rechten 14.109 13.190 13.917 13.911
3.8 Overige goederen en diensten 35.849 2.723 29.752 7.601 25.871 11.087 26.222 11.307
4.1.1 Sociale uitkeringen in geld 217 219 223 223
4.2 Subsidies 1.527 1.527 1.435 1.435
4.3.1 Inkomensoverdrachten - Rijk 347 225.008 347 218.709 347 221.928 347 223.409
4.3.2 Inkomensoverdrachten - gemeenten 1.630 2.805 1.630 2.621 1.579 2.556 1.579 2.482
4.3.3 Ink.overdr. - gem.schap. regelingen 119.099 2.323 119.253 2.187 120.008 2.151 120.057 2.093
4.3.5 Inkomensoverdrachten - waterschappen 393 383 383 383
4.3.6 Inkomensoverdr. - overige overheden 3.021 306 3.052 290 3.144 288 3.144 287
4.3.8 Ink.overdr. - over. instel. en pers. 5.991 1 5.751 1 5.470 -82 5.470 -80
4.4.1 Kapitaaloverdrachten - Rijk 2.174 2.945 2.945 2.102
4.4.8 Kap.overdr. - ov. instel. en pers. 790 40 790 40 790 40 790 40
5.1 Rente 3.252 35 3.783 35 3.819 35 4.086 35
5.2 Dividenden en winsten 6.296 6.296 6.296 6.296
Totaal 277.325 307.351 270.498 305.920 274.914 306.314 278.955 306.162
Emu saldo 30.026 35.422 31.399 27.207

Paragraaf bedrijfsvoering

Organisatievisie

Terug naar navigatie - Organisatievisie

‘Vlissingen durft!’ is de missie die de gemeente Vlissingen als organisatie uitdraagt. Om uitvoering te geven aan tal van ambities, uitdagingen én kerntaken van de gemeente, die beschreven staan in de Strategische Visie 2040, zijn een organisatie én medewerkers nodig die zich voortdurend blijven ontwikkelen.

Deze organisatieontwikkeling is dan ook een continue proces. Aan de wortels hiervan ligt een Organisatievisie. Dit is de leidraad voor het nemen van beslissingen om de gemeente Vlissingen in de gewenste richting te sturen. Daarnaast helpt de visie om medewerkers te motiveren en te inspireren om richting aan te brengen in het dagdagelijks werk.

De visie van de gemeente heeft een drietal eigenschappen, namelijk Nieuwsgierig, Lef en Verbinding. Deze eigenschappen worden in 2025 op tal van manieren uitgedragen in de organisatie. Dit alles draagt bij aan het creëren van een consistente en optimale klantbeleving.

Dienstverlening is hiervoor het fundament. Onder dit fundament liggen een drietal pijlers; een (financieel) gezonde bedrijfsvoering, aantrekkelijk werkgeverschap en datagedreven management. In 2025 worden vooral de accenten op deze pijlers gelegd.

 

Aantrekkelijk werkgeverschap

Terug naar navigatie - Aantrekkelijk werkgeverschap

De arbeidsmarkt is nog steeds gespannen, ook in gemeenteland, waardoor het steeds lastiger wordt om personeel aan te trekken. Het accent voor het komende jaar ligt vooral op het binnenhalen van nieuwe medewerkers en huidige medewerkers aan boord houden. Dit moet onder andere leiden naar de gemeente Vlissingen als goede werkgever in Zeeland. Optimaal kijkend naar de samenwerking met andere organisaties in de publieke sector. 

Wat gaan we daarvoor doen? 

  • We zorgen voor competitieve arbeidsvoorwaarden met specifieke aandacht voor vitaliteit
  • Ontwikkeling traject Trainees
  • Optimale inrichting proces Onboarding – coaching en begeleiding medewerkers

Datagedreven informatiemanagement

Terug naar navigatie - Datagedreven informatiemanagement

De overheidsdienstverlening wordt steeds digitaler. Daarnaast komen er met grote snelheid nieuwe mogelijkheden met Kunstmatige Intelligentie (AI) beschikbaar en zit de gemeente op een ‘goudmijn’ aan data. In 2025 zal vooral het accent liggen op de inrichting van informatievoorziening en processen. Zo worden processen nog beter meetbaar en kan er helder op gestuurd worden. 

Wat gaan we doen? 

  • Implementatie van digitale wetgeving, inhaalslag en structureel borgen
  • Formeren van en een team functioneel beheer, CIO-office
  • Uitvoering pilots om inzet van data en AI te toetsen.
  • Zorgdragen voor betrouwbare systemen en processen (bv binnen zaaksystemen, vergunningensysteem, sociaal domein)

(Financieel) gezonde bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - (Financieel) gezonde bedrijfsvoering

De gemeente staat voor grote (financiële) uitdagingen. Zo is er de ambitie om afscheid te nemen van de status Artikel-12 naar een duurzame gezonde organisatie. Ook zijn er de nodige ambities die samenhangen met  Wind in de Zeilen, en RegioDeals en zijn er grote opgaven rondom het sociaal domein. Het komende jaar 2025 zal het accent liggen op meer grip te krijgen op financiën. Daarnaast een optimale afstemming en duidelijkheid in de processen, rollen en taken van medewerkers. Ook gaat in het nieuwe jaar de nodige aandacht uit naar de toegankelijkheid van financiële informatie. Op basis van betrouwbare en geautomatiseerde processen.

Wat gaan we doen? 

  • Begroting beter leesbaar maken
  • Gebruiksvriendelijkere financiële tools voor medewerkers
  • Uniformering van softwarepakketten
  • Facturen automatisch koppelen zodat het betaalproces sneller verloopt
  • Opleiden van medewerkers op financieel gebied (projectmatig werken)

Rechtmatigheidsverantwoording

Terug naar navigatie - Rechtmatigheidsverantwoording

Het college heeft bij de jaarrekening 2023 voor het eerst een rechtmatigheidsverantwoording afgeven. Met deze verantwoording geeft het college aan in hoeverre verantwoorde baten en lasten maar ook balansmutaties in de jaarrekening rechtmatig tot stand zijn gekomen. De accountant (Deloitte) heeft de beoordeeld dat de afgegeven rechtmatigheidsverantwoording door het college een getrouw beeld geeft. We zijn nu in staat om jaarlijks een rechtmatigheidsverantwoording af te geven. De basis hiervoor zijn onder andere het interne controleplan, het normenkader en bijbehorend beleid. Over het boekjaar 2025 zal het college ook een rechtmatigheidsverantwoording afgeven. 

Doelmatigheid en doeltreffendheid

Terug naar navigatie - Doelmatigheid en doeltreffendheid

Op 30 mei 2024 is de verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid bestuur door de raad vastgesteld. Hierin is opgenomen dat het college jaarlijks een onderzoeksplan opneemt in de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting. Het onderzoeksplan zal in het 4e kwartaal van 2024 worden uitgewerkt en vastgesteld door het college. De Raad wordt via een RaadsInformatieBrief (RIB) hierover geïnformeerd.

Paragraaf grondbeleid

Grondbeleid

Terug naar navigatie - Grondbeleid

Grondbeleid kan worden omschreven als het geheel van de wijze van toepassing van het financiële en juridische instrumentarium dat de overheid ter beschikking staat om op de gewenste plaats, tijdig en tegen aanvaardbare kosten grond c.q. ruimte beschikbaar te krijgen voor de vestiging van door die overheid gewenste functies.

Het grondbeleid bestaat uit de verschillende instrumenten die de gemeente heeft om de ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente te realiseren. Daarbij staat de grondexploitatie centraal. Het grondbeleid spreekt zich met name uit over welke rol de gemeente in de grondexploitatie wil spelen. Uitgangspunt van de grondexploitaties is de structuur- en woonvisie van de Gemeente (2013). Het vigerende (afwegings)kader is de door de Raad eind 2021 vastgestelde nota Grondbeleid.

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

Bij nieuwe ontwikkelingen wordt bij voorkeur een facilitair (passief) grondbeleid gevoerd, met als doel het minimaliseren van risico's en een evenwichtige cashflow. In een aantal specifieke gevallen is toch sprake van actief grondbeleid. Zo zijn er vanuit Wind in de zeilen middelen beschikbaar om de ontwikkeling van de Kenniswerf verder te versterken. Deze middelen worden ingezet voor het actief verwerven van gronden ten behoeve van herontwikkeling. Hiervoor is een grondexploitatie in voorbereiding. Daarnaast zijn grondexploitaties in voorbereiding voor het project Stadslandgoed bij het JCV, Baskensburg West en locatie Dongestraat. Bij bestaande ontwikkelingen blijft een actief grondbeleid gehandhaafd, met als doel het maximaliseren van de opbrengst van ingezette ontwikkelingen.

De uitvoering van het grondbeleid valt binnen een aantal kaders zoals Organisatie en Financiën.

Organisatie

Terug naar navigatie - Organisatie

Raad (Kaders stellen)

  • ruimtelijke kaders vaststellen (Omgevingsplan; Omgevingsvisie; Bestemmingsplan).
  • beleidskaders, waaronder vaststellen Nota Grondbeleid en Nota Grondprijzen.
  • P&C cyclus, waaronder vaststellen, herzien en afsluiten grondexploitaties.
  • kredietverstrekking.
  • enz.

College van B&W (Uitvoeren en beheren)

  • grondexploitaties beheren.
  • aan- en verkopen, verpachten en verhuren.
  • sluiten overeenkomsten.
  • enz.

Ambtelijke organisatie (Uitvoeren werkzaamheden)

  • zorg dragen aan uitvoering verantwoordelijkheden college.

Faciliterend grondbeleid
In het kader van het faciliterend (passieve) grondbeleid heeft de Raad geen rol wat betreft het beschikbaar stellen van middelen, omdat er bij een extern initiatief (in principe) geen middelen nodig zijn. De Raad heeft wel een rol in het stellen van ruimtelijke kaders. Het college en de ambtelijke organisatie hebben, passend binnen de kaders van de Raad, een gelijke rol als bij actief grondbeleid. Hiervoor zijn geen middelen beschikbaar en hebben zij geen eigen uitvoeringsagenda of -proces omdat het door derden wordt gerealiseerd. Wel wordt door middel van het kostenverhaal conform de Omgevingswet de benodigde financiële middelen bij de initiatiefnemer verhaald.

Financiën

Terug naar navigatie - Financiën

De financiële kaders liggen vast binnen de financiële verordening en het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV), Notitie Grondbeleid in begroting en jaarstukken (2023). Onderstaand de richtlijnen en hoe we bij de gemeente Vlissingen daar uitvoering aan geven:

  • Bij de start van een grondexploitatie wordt er een financieel-economisch haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd en een business case gemaakt. Als dit plan tot uitvoer wordt gebracht wordt deze, conform het Grondbeleid 2021, 2 x per jaar geactualiseerd.
  • Het risicomanagement binnen de grondexploitaties is opgenomen in het organisatiebreed risicomanagement en wordt 2 x per jaar geactualiseerd. Dit is per grondexploitatie verwerkt in het scenario ‘laag’.
  • Strategische aankopen, waarbij een langere periode zit tussen het moment van aankoop en het moment van ontwikkeling, worden opgenomen in de materiële vaste activa. Bij het vaststellen van een nieuwe grondexploitatie betreffende deze gronden worden deze in een grondexploitatie opgenomen.
  • Tussentijdse winstneming: per grondexploitatie met een voordelige eindwaarde is berekend of er een tussentijdse winstneming gedaan moet worden. 
  • Indien gemeentegrond vanuit de algemene dienst wordt ingebracht in het grondbedrijf wordt die grond gewaardeerd tegen de waarde waarop de grond op de balans is opgenomen.
  • Cashflow beheersing: investeringen worden pas dan gedaan als hierdoor ook zicht is op het realiseren van inkomsten, of nadat de inkomsten gerealiseerd zijn. Zo wordt het bouwrijpmaken zoveel mogelijk pas uitgevoerd als er zicht is op afname van de bouwgrond.
  • Kostenverhaal: bij een particuliere ontwikkeling voert de gemeente een faciliterend (passief) grondbeleid. Hierbij gaat de gemeente over tot kostenverhaal conform de Omgevingswet.
  • Grondprijs: de gemeente Vlissingen hanteert standaard grondprijzen die afhankelijk zijn van de bestemming van de grond voor een aantal categorieën. Deze worden jaarlijks vastgesteld middels een separaat raadsvoorstel. Hiervan kan afgeweken worden en kan de grondprijs residueel berekend worden, zoals dit in het Scheldekwartier gebeurt.
  • Erfpacht: de gemeente Vlissingen biedt in specifieke situaties de mogelijkheid van erfpacht aan.
  • Rente: de rente waarmee gerekend wordt in de grondexploitaties, wordt gebaseerd op de gemiddelde rentevoet van de lopende leningen van de gemeente. Voor de grondexploitatie van het Scheldekwartier wordt tot en met 2024 gebruik gemaakt van projectfinanciering, deze heeft een eigen rentepercentage. De wijze van renteberekening is gebaseerd op de voorschriften conform de Notitie rente 2023 van de commissie BBV.
  • Kosten- en opbrengstenindexering: voor een zo goed mogelijke inschatting van de toekomstige kosten en opbrengsten wordt rekening gehouden met daadwerkelijke en toekomstige indexeringen van deze kosten en opbrengsten. 
  • Looptijd: in de BBV is een richtlijn opgenomen voor de maximale looptijd van een grondexploitatie, deze is op 10 jaar gesteld. Indien hiervan afgeweken wordt moet dit gemotiveerd worden en moeten beheersmaatregelen genomen worden. Op dit moment zijn er geen actieve grondexploitaties die een looptijd hebben langer dan 10 jaar.
  • Bovenwijkse voorzieningen: of ook wel bovenplanse voorzieningen. Dit zijn voorzieningen die niet alleen voor het betreffende plan van nut zijn maar ook voor de omgeving of de hele stad. Te denken valt aan een toegangsweg die ook de toegang naar de omliggende gebieden verbetert, de aanleg van een brug waardoor ook andere wijken een voordeel hebben. Tot aan de 2e herziening 2016 waren deze zowel planmatig als financieel in de grondexploitaties opgenomen. Op basis van de BBV en de overleggen met de inspecteur van het ministerie van binnenlandse zaken zijn vanaf de 2e herziening 2016 de bovenwijkse voorzieningen ontvlochten. Daarbij zijn deze voorziening proportioneel binnen de grondexploitatie gehouden en voor het overige deel gedekt vanuit de algemene begroting. Deze proportionaliteit is op basis van het nut van deze voorziening voor de grondexploitatie en het algemene nut. Op deze manier ontstaat er een betere scheiding tussen grondexploitaties en de algemene begroting. Omdat een voorziening deel uit maakt van het betreffende plan blijft de aansturing en uitvoering van deze voorziening wel in het plan opgenomen. 

Programmadoelstellingen

Terug naar navigatie - Programmadoelstellingen

Grondexploitatie is geen doel op zich. Het staat in het teken van de maatschappelijke effecten die we als gemeente beogen. In de 4 programma’s van onze Programmabegroting zijn doelstellingen opgenomen die
we mede middels de grondexploitaties willen realiseren.

Niet iedere grondexploitatie zal aan alle doelstellingen een bijdrage kunnen leveren. De grondexploitaties worden steeds getoetst op de bijdrage (of mogelijke strijdigheid) met de bovengenoemde doelstellingen. Op deze wijze zetten we grondexploitaties optimaal in ten behoeve van het bereiken van onze maatschappelijke doelstellingen.

Met de ontwikkeling van het Scheldekwartier en de andere grondexploitaties op uitbreidings- en inbreidingslocaties wordt aan diverse doelstellingen uit de programmabegroting een bijdrage geleverd, met name op het gebied van wonen. Ook wordt aan vele maatschappelijke doelen en ambities vanuit de Strategische Visie Vlissingen 2040 een bijdrage geleverd. Het Scheldekwartier vormt een volwaardig stadsdeel waar het aantrekkelijk wonen, werken en recreëren is. Op het gebied van wonen wordt gestuurd op het bedienen van verschillende doelgroepen. Diverse bouwplannen zijn in voorbereiding, aanbouw of opgeleverd. Met de bouw van de Kop van het Dok is een bijdrage geleverd aan het maatschappelijk belang om appartementen toe te voegen voor de doelgroep senioren en zorgbehoevenden, waarmee tevens doorstroming op de Vlissingse woningmarkt wordt bewerkstelligd. Met de oplevering van fase 3 van de Ketelmakerij, de Singel Noord en de 1e fase van De Broederband alsmede de voorgenomen realisatie van de 2e fase Broederband en Aan de Singel wordt een bijdrage geleverd aan de doelstelling om een gevarieerd woningaanbod aan te bieden en in te zetten op de realisatie van middeldure huurwoningen in Vlissingen.

Met de nieuwbouw van projecten De Hofjes, Kop van het Dok, de in aanbouw zijnde De Dempo en in voorbereiding zijnde De Admiraliteit en Touwslagerij wordt een bijdrage geleverd aan het maatschappelijke doel om een deel van de verouderde sociale woningbouwvoorraad te vervangen maar ook met nieuwe duurzame sociale huurwoningen uit te breiden. Met de vervangende nieuwbouw van sociale woningen wordt een bijdrage geleverd aan het verduurzamen van de bestaande woningvoorraad. Nieuw toe te voegen woningen in de vrije sector zijn duurzaam en gasloos. Claverveld en Souburg Noord spelen in op de behoefte om, voornamelijk, grondgebonden en in een groene setting te wonen. De snelle afzet in beide projecten toont de belangstelling in dit (hogere) segment voor het groen-stedelijke wonen. Met het vergroten van het aanbod grondgebonden woningen op ruime percelen wordt bijgedragen aan de ambitie om een divers en hoogwaardig woonproduct te kunnen leveren. Ruim een derde van de op te leveren woningen is gericht op senioren (levensloopbestendig) en in beide ontwikkelingen worden vrije bouwkavels aangeboden.

Klimaatadaptieve gebiedsontwikkeling met aandacht voor de opgaves rondom biodiversiteit, water en droogte zijn dragers voor de openbare ruimte in Claverveld en Souburg Noord. Nieuwe vormen van ecologisch beheer worden toegepast, waarmee ook na realisatie van de woonwijken een duurzame bijdrage geleverd wordt aan de woon- en leefomgeving in de gemeente Vlissingen. Middels participatieve trajecten worden eindgebruikers betrokken bij de vorming van de openbare ruimtes, bijvoorbeeld de inrichting van de speelruimte met leerlingen van Het Kompas in Souburg-Noord en werkgroepen voor de groene ontmoetingsplekken met omwonenden in Claverveld. Met het bouwrijp opleveren van Scheldewijk is een maatschappelijke bijdrage geleverd aan het saneren van bodemverontreiniging, waarmee een aangenaam
woon- en leefklimaat gerealiseerd wordt voor nieuw bewoners en bestaande omwonenden.

Ook wordt door deze plannen de economische potentie vergroot en het woonklimaat verbeterd. Bijvoorbeeld in het Scheldekwartier. met de oplevering van de Dokbrug is een bijdrage geleverd aan de bereikbaarheid van (de binnenstad van) Vlissingen. Met de oplevering van de brug wordt ook invulling gegeven aan de lang gekoesterde wens om een volwaardige tweede ontsluiting van de Binnenstad van Vlissingen te realiseren. Met het aanhelen van de stad middels de ontwikkeling van het Scheldekwartier, worden verbindingen gemaakt of herstelt, de economische potentie vergroot en het woonklimaat verbeterd. Vanuit de grondexploitatie en uitvoering heeft en krijgt dit een plaats via diverse projecten.

Met de ontwikkeling van het Scheldekwartier wordt Vlissingen ‘op de kaart’ gezet en ontstaan nieuwe economische kansen. Het imago van Vlissingen bij (project)ontwikkelaars, ondernemers en aannemers kent een positieve wijziging, als gemeente van kansen en met een on-Zeeuwse ambitie. Daarnaast wordt Vlissingen nog interessanter voor een brede doelgroep toeristen hetgeen de Vlissingse economie ten goede komt. De herstelde kades langs het Dok gaan ruimte bieden aan een veelheid aan activiteiten en voegen een onderscheidend verblijfsgebied toe aan het Vlissings stedelijk gebied. Tevens ontstaat hiermee de mogelijkheid een (recreatieve) stadshaven te exploiteren. De combinatie van stad en water, maritiem (erfgoed) karakter en aansprekende nieuwbouw nodigt uit tot gebruik en draagt bij aan ambities op het gebied van een aantrekkelijke stad om te wonen, werken en recreëren. Op het Scheldekwartier komen het verleden, heden en toekomst van Vlissingen samen. Het koesteren van het erfgoed en inpassen hiervan is binnen de Ontwikkelingsvisie Scheldekwartier een van de dragers en kwaliteit van het gebied, met een brede uitstraling op het karakter van Vlissingen. Met de herbestemming van de Timmerfabriek is een bijdrage geleverd aan het maatschappelijke doel om rijksmonumenten duurzaam te behouden en benutten. Met het cascoherstel en de in voorbereiding zijnde herbestemming van de Machinefabriek wordt een bijdrage geleverd aan het duurzaam behouden van kenmerkend maritiem industrieel erfgoed en inpassen in een hoogwaardig stedelijk gebied, waarbij de functies en uitstraling van het erfgoed elkaar versterken en dragers zijn in de identiteit van Vlissingen.

Met de ontwikkeling van de bedrijventerreinen Kenniswerf en Souburg geeft de gemeente Vlissingen concreet invulling aan het Bedrijventerreinprogramma Walcheren 2022-2026. De genoemde terreinen bieden voor de verschillende doelgroepen bedrijven een passend en onderscheidend aanbod in verschillende prijsklassen: zichtlocaties, niet-zichtlocaties, locaties voor woon-werkcombinaties, grote en kleine kavels, watergebonden terreinen, terreinen voor bedrijven met verschillende milieucategorieën, etc. Met de ontwikkeling van de bedrijventerreinen wordt (mede) vorm en inhoud gegeven aan de economische structuurversterking, die broodnodig is in de gemeente Vlissingen. Daarnaast dragen de bedrijventerreinen bij aan doelstellingen waar het gaat om het bevorderen van werkgelegenheid, het ondernemersklimaat en de samenwerking tussen overheid, onderwijs en ondernemers (triple helix). Dit laatste punt speelt met name op de Kenniswerf een belangrijke rol. Met de beschikbare middelen uit het pakket Wind in de zeilen, wordt ruimte gecreëerd voor het vestigen van nieuwe bedrijvigheid, ontwikkel-, test- en demofaciliteiten, starters, scale-ups en R&D afdelingen op de Kenniswerf.

Grondexploitaties

Terug naar navigatie - Grondexploitaties

Voor de volgende plannen is een grondexploitatie opgesteld, per plan is een korte beschrijving en het jaarplan van 2025 opgenomen:

Scheldekwartier Zie paragraaf 'Majeure Projecten'
Souburg Noord Dit betreft een uitbreidingslocatie ten noorden van Oost-Souburg voor de realisatie van ca. 230 woningen. Fase 1 is inmiddels gerealiseerd, fase 2 wordt in 2024 afgerond, fase 3 wordt voorbereid.
Jaarplan 2025 - Aanleg en rooien van de leidingen door Evides start in Q4 2024 en wordt afgerond in Q1 2025
- Uitwerking van het bestek en tekeningen t.b.v. het bouw- en woonrijpmaken van fase 3 in Q1/Q2
- Aanbesteding van het bouw- en woonrijp maken van fase 3 in Q2
- Voorbelasten bouwterrein fase 3 afhankelijk van de resultaten van het vooronderzoek in Q1 - Q3
- Bouwrijp maken van de grond in fase 3 in Q3/Q4
- Aanleg van het groen en water i.v.m. Interreg subsidie in Q4
Claverveld Dit betreft een uitbreidingslocatie tussen Vrijburg en West-Souburg voor de realisatie van ca. 160 woningen. Dit zal in 2025 afgerond gaan worden.
Jaarplan 2025 - Afronding van het totale plan Claverveld
Kenniswerf De Kenniswerf ontwikkelt zich steeds meer tot een aantrekkelijke omgeving om in te ondernemen, te werken en waar mogelijk te wonen. Samenwerking tussen de 3 ‘O’s (ondernemers, onderwijs en overheid) staat er centraal, krachten worden gebundeld en kennis wordt gedeeld! Voor 5 deelgebieden binnen het totale projectgebied zijn grondexploitaties ingesteld. Op basis van de collegeopdracht Kenniswerf wordt uitvoering gegeven aan deze grondexploitaties.
Jaarplan 2025 fase 1:
- Voor de kavels Edisonweg-noord is de verkoopopdracht beëindigd. Naar verwachting zullen de lopende opties eind 2024 ofwel beëindigd zijn, ofwel hebben geleid tot een koopovereenkomst. De verwachting is dat in 2025 twee kavels geleverd worden (1C6 en 1C2).
fase 2:
- Naar verwachting zal kavel 2b (Witte Huis) in 2025 verkocht en geleverd worden, mogelijk in combinatie met het noordelijk gelegen kavel 2a.
- Wanneer voor kavel 2E in 2024 de koopovereenkomst wordt gesloten, wordt in 2025 deze kavel gesaneerd en geleverd.
fase3:
- Kavel 3j zal middels een uitvraag in de markt worden gezet. Naar verwachting zal deze kavel in 2025 worden geleverd.
- Het woonrijpmaken van het plangebied zal worden voorbereid, maar is mede afhankelijk van uitkomst uitvraag kavel 3j.
fase4:
- In 2025 wordt de levering verwacht van twee kavels (4h en 4n2)
- Binnen fase 4 zijn daarnaast nog 2 kavels niet verkocht. Dat zijn kavel 4b (momenteel een gebruiksovereenkomst met de vismijn) en kavel 4j2. Deze zullen in 2025 actief in de markt worden gezet. Voor kavel 4b is dit mede afhankelijk van het te doorlopen verkooptraject Vismijn.
fase 5:
- Het jaarplan 2025 bevat de verwerving van diverse in particulier eigendom zijnde percelen en opstallen. Het is de verwachting dat een viertal minnelijke verwervingen zal plaatsvinden in 2025.
- Eenmaal verworven zullen opstallen gesloopt dan wel in het kader van tijdelijk beheer worden verhuurd.
Bedrijventerrein Souburg fase 2 Bedrijventerrein direct ten zuiden van de A58.
Jaarplan 2025 - Verkoop bedrijfskavels en daaraan verbonden werkzaamheden (contracten, onderzoeken, doorlopen planologische procedures voor zover nodig, etc) (Q1-Q4)
Spuikom Een open gebied tussen de boulevards en de binnenstad met een beoogde invulling met onderscheidende functies (wonen, leisure en recreatie) in een groene setting.
Jaarplan 2025 - Uitvoeren van diverse onderzoeken
- Uitvraag naar marktpartijen voor realisatie Spuiwal
- Verwijderen bestaande parkeerterrein Spuikom
- Bouwrijp maken van de locatie Spuiwal, inclusief aanleg riolering
- Uitgraven van de waterpartij in de Spuikom
Vrijburg West Deze locatie ten westen van het sportpark Vrijburg kan ingezet worden voor sport en maatschappelijk
Jaarplan 2025 - Vanwege onvoldoende capaciteit en prioriteit is er geen jaarplan 2025

De volgende tabel geeft een totaaloverzicht van de geraamde eindwaarden zoals die bij de 2e herziening 2024 (bedragen x € 1.000) van de grondexploitaties in het scenario 'midden' zijn doorgerekend en de mutaties ten opzichte van de vorige herziening.

2024
Plan looptijd 1e herziening + vastgestelde + aanpassing 2e herziening
2024 grondexploitatie 2e herziening 2024
Kenniswerf fase 5 2024 =
Majeure projecten
Scheldekwartier 2030 -102.422 3.203 -99.219
Uitbreidings- en inbreidingslocaties
Souburg Noord 2028 -3.841 104 -3.737
Claverveld 2025 366 -140 226
Bedrijventerreinen
Kenniswerf fase 1 2029 -11.824 209 -11.615
Kenniswerf fase 2 2028 -3.853 59 -3.794
Kenniswerf fase 3 2025 -1.918 15 -1.903
Kenniswerf fase 4 2025 910 0 910
Kenniswerf fase 5 2035 -2.714 3 -2.711
Bedr. Souburg fase 2 2031 2.038 5 2.043
Overige locaties
Spuikom 2028 -5.309 -618 -5.927
Vrijburg-West 2024 -3.676 0 -3.676
Nog uit te voeren vanuit afgesl. exploitaties -7 0 -7
Totaal -129.536 -2.714 2.840 -129.410

Herijking grondexploitaties (artikel 12)

Terug naar navigatie - Herijking grondexploitaties (artikel 12)

In overleg met de toezichthouder en de inspecteur van het ministerie van BZK is eind 2015 een duurzame herziening opgesteld met een meerjarig acceptabel risicoprofiel. Hierbij is ook een externe toets uitgevoerd. Vanaf die tijd hebben de grondexploitaties 2 scenario’s, een midden en een laag scenario. Het midden scenario heeft een gemiddeld risicoprofiel, daarbij is de kans op het optreden van een niet geraamd risico ongeveer 50/50. Het laag scenario heeft een laag risicoprofiel, daarbij zijn veel mogelijke risico's opgenomen in het resultaat en is de kans op het optreden van een niet geraamd risico dus laag. Inhoudelijk en financieel wordt er gestuurd op het midden scenario. Dat betekent dat er verantwoording wordt afgelegd op dit scenario en dat de begrotingen per grondexploitatie gebaseerd zijn op de doorrekening van dit scenario.

Reserves en voorzieningen

Terug naar navigatie - Reserves en voorzieningen

In overleg met de toezichthouder en de inspecteur van het ministerie van BZK is in 2015 de reserve grondexploitaties afgebouwd en wordt deze ook niet verder opgebouwd zolang de algehele financiële situatie daar geen ruimte voor geeft. Dat betekent dat het resultaat van een herziening niet verrekend kan worden met deze reserve. Daarom wordt het wordt resultaat van een 1e herziening verrekend met het resultaat van de betreffende jaarrekening, het resultaat van een 2e herziening wordt verrekenend met het betreffende begrotingsresultaat.
 
Voor grondexploitaties met een nadelig eindresultaat wordt er een verliesvoorziening getroffen op basis van de eindwaarde scenario midden. Bij elke herziening worden eventuele aanpassingen in de eindwaarden ook in de verliesvoorziening verwerkt. Op basis van de 1e herziening 2024 bedroeg het totaal van deze voorziening € 132,8 miljoen. Met de vaststelling van de grondexploitatie Kenniswerf fase 5 is deze verhoogd tot € 135,6. Op basis van deze 2e herziening 2024 wordt de voorziening aangepast naar € 132,6 miljoen. Deze verbetering is het resultaat van het totaal aan mutaties van de betreffende grondexploitaties, met name de aanpassing van de renteparameters. Zie hoofdstuk 3. 'Resultaten grondexploitaties' en tabel 1 'Overzicht verliesvoorziening en risicoreservering' voor de verschillen per grondexploitatie.
 
Daarnaast is voor de plannen waarbij de raming van de eindwaarde in het scenario 'laag' negatief uitvalt een extra risicoreservering getroffen, ook dit is in overleg met de toezichthouder en de inspecteur van het ministerie van BZK uitgevoerd. Ook deze extra risicoreservering wordt bij elke herziening op basis van de eindwaarden in scenario 'laag' aangepast op basis van het verschil tussen het scenario 'midden' en het scenario 'laag'.
 
Als onderdeel van deze risicoreservering was sinds een aantal jaren een aanvullend afzetrisico opgenomen. Dit aanvullend afzetrisico was gebaseerd op een verschil tussen de Vlissingse woningbouwplanning en de provinciale raming. Dit aanvullend afzetrisico is bij de 1e herziening 2023 geactualiseerd op basis van de dan beschikbare cijfers en prognoses met als resultaat dat dit aanvullend afzetrisico is komen te vervallen.
 
Op basis van de 1e herziening 2024 bedroeg het totaal van de extra risicoreservering € 9,1 miljoen. Op basis van deze 2e herziening 2024 wordt de totale risicoreservering aangepast naar € 12,8 miljoen. Deze verhoging ontstaat met name door het opnemen van een verhoogd afzetrisico van de Zeelandtoren in het Scheldekwartier en het opstellen van een scenario 'laag' voor Kenniswerf fase 5.

Zie Overzicht verliesvoorziening en risicoreservering (x € 1.000) aan het eind van deze paragraaf grondbeleid.

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's

Per plan is een risico-inventarisatie opgesteld. In deze inventarisatie zijn alle relevante risico's opgenomen inclusief eventuele beheersmaatregelen en is de (financiële) impact van deze risico's doorgerekend. Scenario 'laag' is de doorrekening van een variant van alle risico's waarin met name de impact op doorlooptijd, grondprijs en aantal te verkopen m2 is verwerkt. Waarbij gesteld is dat het resultaat van dit scenario 'laag' gelijk is aan of slechter is dan het totaal aan financiële impact van de risico-inventarisatie.
Binnen deze risico-inventarisaties is in ieder geval aandacht besteed aan een aantal belangrijke risico's:

  • Kostenstijging / inflatie
  • Woning- en bedrijventerreinplanning
  • Stikstof
  • Bodemverontreiniging (waaronder PFAS en Japanse duizendknoop)
  • Netcongestie Zeeland

Kostenstijging / inflatie
Door de coronacrisis en met name de oorlog in Oekraïne hebben we de afgelopen jaren een sterke stijging gezien van de kosten en een tekort aan materialen. Dit heeft, samen met een beperkte beschikbaarheid van personeel, de planning en haalbaarheid van projecten onder druk. De huidige signalen zijn dat deze kostenstijging is gestabiliseerd. Met de parameters van de kostenstijging proberen we hier zo goed mogelijk op in te spelen. In scenario laag wordt rekening gehouden met een hogere stijging van de kosten en juist een daling van de opbrengsten.

Woning- en bedrijventerreinplanning
In 2022 en begin 2023 zijn in samenwerking met de provincie Zeeland en de Walcherse buurgemeenten de woningbouwplanning tot en met 2032 herijkt. Hierbij is gebruik gemaakt van de onderzoeken en prognose door Stec. De geplande woningbouw zoals die in de Vlissingse woningbouwplanning tot en met 2032 is opgenomen is lager dan de prognose van Stec. In de voorgaande jaren zou er juist een overcapaciteit gepland zijn in de Vlissingse woningbouwplanning en is er steeds op advies van Ecorys en de accountant een extra voorziening opgenomen voor een aanvullend afzetrisico. Gezien de nieuwe prognose en woningbouwplanning is er geen reden meer om deze extra voorziening te handhaven. Deze is dan ook bij de 1e herziening 2023 vervallen. Aan de andere kant zien we door de hogere kosten en stijgende rente de vraag naar woningen stabiliseren of afnemen. Ook vanwege de stikstofproblematiek komt de woningbouw tot vertraging. Dat kan juist weer een negatieve invloed hebben op de haalbaarheid van de woningbouwplanning. Daarom is in het scenario laag van de grondexploitaties een vertraging van het afzet tempo van de woningen doorberekend en is dit risico daarmee financieel afgedekt.
De bedrijventerreinplanning is provinciaal afgestemd en geeft geen aanvullend risico, er is veel vraag naar bouwgrond voor bedrijven. Maar hier zien we dat bedrijven heel veel tijd nodig hebben om de interesse in bouwgrond om te zetten in daadwerkelijke afname daarvan. Dit komt door de hoge bouwkosten, personeelstekorten, stikstof en andere flora- en faunavraagstukken, lastigere financiering en ook nog eens de netcongestie. Daardoor lopen de betreffende grondexploitaties vertraging op, zoals Kenniswerf fase 1 en 2.

Stikstof
Bij de voorbereiding van ruimtelijke procedures wordt voor de gebruiksfase (dus voor de situatie wanneer de ontwikkeling is gerealiseerd) onderzoek uitgevoerd naar de stikstofdepositie op daarvoor gevoelige habitats in Natura 2000-gebieden en hoe zich dit verhoudt tot de al aanwezige stikstofdepositie.
Voor woningbouwontwikkelingen binnen onze grondexploitaties blijkt, op basis van onderzoek dat tot op heden is uitgevoerd, dat op projectniveau geen toename van stikstofdepositie optreedt. Uit berekeningen moet blijken of dit ook voor nieuwe woningbouwontwikkelingen geldt. Indien de projecten niet te omvangrijk zijn en deze dus geen grote verkeersgeneratie veroorzaken, is dit binnen de huidige wetgeving wel de verwachting. 
Voor bedrijfs- en andere niet woningbouwontwikkelingen zal afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek blijken of dit gevolgen heeft voor de vestiging van een bedrijf of andere niet zijnde woningbouwontwikkeling. Dit is sterkt afhankelijk van het type bedrijf dat zich op een bedrijventerrein wil vestigen en de activiteiten van een bedrijf.

Bodemverontreiniging (waaronder PFAS en Japanse duizendknoop)
In elke risico-inventarisatie is gekeken naar mogelijke extra bodemverontreiniging die niet via eerdere bodemonderzoeken kenbaar zijn geworden, hierbij wordt ook gekeken naar PFASverontreiniging of het aanwezig zijn van de Japanse Duizendknoop. Daar waar dit met onderzoek is aangetoond is de raming van de grondexploitatie bijgesteld, bijvoorbeeld in het Scheldekwartier en de Kenniswerf fase 1.

Netcongestie Zeeland
Het hoogspanningsnet in Zeeland heeft zijn maximale capaciteit bereikt. Daardoor komen aanvragen van nieuwe en zwaardere zakelijke aansluitingen op een wachtlijst. De specifieke gevolgen zijn nog niet helemaal duidelijk, maar voor sommige bedrijven kan dit ook een aanleiding zijn om nieuwe ontwikkelingen uit te stellen waardoor de vraag naar bouwgrond achterblijft.

Tabel Overzicht verliesvoorziening en risicoreservering (x € 1.000)

Terug naar navigatie - Tabel Overzicht verliesvoorziening en risicoreservering (x € 1.000)
Verliesvoorziening Risicoreservering
Voorziening 1e herziening + vastgestelde + aanpassing voorziening 1e herziening + aanpassing risicoreservering
grondexploitatie 2024 grondexploitatie 2e herziening 2e herziening 2024 2e herziening 2e herziening
Kenniswerf fase 5 2024 = 2024 2024 = 2024
Scheldekwartier 102.422 -3.203 99.219 4.037 2.181 6.218
Souburg Noord 3.841 -104 3.737 1.402 -47 1.355
Kenniswerf fase 1 11.824 -209 11.615 1.216 -548 668
Kenniswerf fase 2 3.853 -59 3.794 917 7 924
Kenniswerf fase 3 1.918 -15 1.903 182 -88 94
Kenniswerf fase 5 0 2.714 -3 2.711 0 2.077 2.077
Spuikom 5.309 618 5.927 1.373 79 1.452
Vrijburg-West 3.676 0 3.676 0 0 0
Totaal 132.843 2.714 -2.975 132.582 9.127 3.661 12.788

Paragraaf verbonden partijen

Terug naar navigatie - 4.6 Paragraaf verbonden partijen

Algemeen
Voor het begrip verbonden partijen sluiten we aan op het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV): Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de provincie onderscheidenlijk de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft.

Financieel belang
Onder een financieel belang wordt verstaan een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat, het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.

Bestuurlijk belang
Onder een bestuurlijk belang wordt verstaan zeggenschap, via vertegenwoordiging in het bestuur of via stemrecht. Dit houdt concreet in dat er sprake is van een bestuurlijk belang als een collegelid, een raadslid of een ambtenaar van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de verbonden partij plaatsneemt of namens de gemeente stemt.

Bovenstaande betekent dat we organisaties waar bijvoorbeeld enkel sprake is van een financieel belang niet zien als een verbonden partij. 

Het aangaan van banden met (verbonden) partijen komt altijd voort uit het publieke belang. Verbonden partijen zijn over het algemeen opgericht om op een efficiënte wijze publieke taken uit te voeren. Vaak gaat het om samenwerkingsverbanden met andere gemeenten. 

Verbonden partijen kunnen zowel publiekrechtelijke als privaatrechtelijke organisaties zijn.
Publiekrechtelijke organisaties zijn gemeenschappelijke regelingen (GR-en). Privaatrechtelijk kennen we als: stichtingen, verenigingen, coöperaties en vennootschappen.

Gemeenten zijn verplicht hierover in een aparte paragraaf te rapporteren. We geven daarbij aan wat het belang is dat de gemeente heeft, welk publiek belang daarmee wordt gediend en hoe groot dat belang is.
Onder publiek belang vallen aspecten in relatie tot de vestiging van nieuwe bedrijven, werkgelegenheid, dividend en/of met het lopen van zo min mogelijk risico. Ook vermelden we welke risico’s de verbonden partij oplevert voor de financiële positie van de gemeente.

Verbonden partijen per programma (bedragen x € 1.000) Gemeentelijke bijdrage 2023 Gemeentelijke bijdrage 2024 Gemeentelijke bijdrage 2025
Programma 1 Leefbaarheid
Afvalstoffenverwijdering Midden- en Noord Zeeland (OLAZ) 1.054 1.123 1.149
Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland (RUD) 481 555 672
Veiligheidsregio Zeeland 3.227 3.524 3.678
Stadsgewestelijke brandweer (SGB) 402 434 451
Veiligheidscentrum Zeeland B.V. (Trainingscentrum Vlissingen B.V.)
Programma 2 Aantrekkelijke Stad
North Sea Port SE (voorheen N.V. Zeeland Seaports)
Holding Zeeuwse Visveilingen N.V. (ontvangst van dividend)
Programma 3 Sociale samenhang
Orionis 10.147 9.914 10.322
Gemeentelijke Gezondheidsdienst Zeeland (GGD) 2.000 2.597 2.974
Gemeentelijke Vervoerscentrale Zeeland B.V. 198 212
Buurtteams Vlissingen 2.900 2.950 nnb
Stadsgewestelijke Zwembad Vastgoed B.V.
Algemene dekkingsmiddelen
GBE Aqua
ZEH
BNG
TOTAAL 20.212 21.295 19.458

Openbaar Lichaam Afvalverwijdering Zeeland (OLAZ)

Terug naar navigatie - Openbaar Lichaam Afvalverwijdering Zeeland (OLAZ)
Openbaar Lichaam Afvalverwijdering Zeeland (OLAZ) Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Publiekrechtelijk
Vestigingsplaats Kapelle
Doel Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemers op het gebied van de afvalstoffenverwijdering, waaronder mede begrepen wordt de zorg voor de vermarkting en verwerking van afvalstoffen en het in stand houden van milieustraten.
Betrokken partijen Raden en colleges van b&w van de 13 gemeenten in Zeeland.
Vertegenwoordiging Eén bestuurslid (C. Bertijn) en één plaatsvervangend lid uit het college van b&w.
Financieel belang
  • De deelnemers vergoeden aan OLAZ de kosten van het vermarkten en verwerken van afvalstoffen, alsmede dragen bij in de kosten van de regionale milieustraten en in de organisatiekosten van de gemeenschappelijke regeling zelf.
  • De vergoeding van de kosten voor het vermarkten en verwerken van afvalstoffen worden jaarlijks bij wijze van voorschot in de begroting berekend; de hoogte van de uiteindelijk aan de gemeente in rekening te brengen kosten is sterk afhankelijk van de omvang/het gewicht van de aangeboden afvalstoffen.
  • Voor de kosten van de regionale milieustraten (organisatiekosten van de gemeenschappelijke regeling) is een tarief met OLAZ overeengekomen; dit tarief bedraagt voor 2025 € 25,45 per inwoner (was in 2024 per inwoner € 25,20).
  • De exploitatiebijdrage milieupark vanuit de gemeente Vlissingen bedraagt voor 2025 € 1.149.290 (2024 € 1.123.480).
Vermogen

Eigen vermogen 31-12-2023: € 638.000    (2022: € 552.000 )
Vreemd vermogen 31-12-2023: € 12.408.000      (2022: € 12.986.000)

Resultaat Resultaat 2023: € 86.000     (2022: € 70.000  )
Raadsprogramma Leefbaarheid
Ontwikkelingen
  •  De door de individuele gemeenten ingeschatte hoeveelheden (tonnages) restafval en GFT+E-afval. Voor gemeente Vlissingen is, op basis van het grondstoffenbeleid 2020-2024 en de invoering van een nieuw inzamelsysteem een voorzichtige inschatting gemaakt voor restafval en GFT+E-afval.
  • In de begroting O.L.A.Z. 2025 is een verhoging van de hoeveelheid restafval (vanwege afkeur in recyclebare stromen) opgenomen. Daarnaast wordt de verbrandingsbelasting steeds hoger.
  • Voor GFT+E-afval is er sprake van een verlaging van het verwerkingstarief in verband met wijziging overslag en transport.
  • Verder is sprake van een indexering op het gebied van personeel, overslag- en transportkosten binnen de verwerking van de afvalstromen en instandhouding van de milieustraten. Voor wat betreft de opbrengststromen is een inschatting gemaakt van de marktprijs. Deze kunnen echter in de praktijk lager of hoger uitvallen.
  • Voor plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankenkartons (PMD) zijn hogere verwerking- en transportkosten opgenomen in de O.L.A.Z.-begroting. 
  • Reservering toekomstige ontwikkelingen: In de begroting 2025 is - conform de besluitvorming in de begroting 2024 en naar aanleiding van het principebesluit tot het realiseren van circulaire ambachtscentra in Zeeland - een bedrag van € 874.000 opgenomen, ter reservering voor benodigde investeringen. 
(Financiële) risico's

De financiële bijdrage per inwoner is afhankelijk van de prijsontwikkeling van de in te zamelen afvalstromen. De ontwikkeling van de afvalstoffenbelasting en een eventuele CO2-heffing blijven financiële risico's voor de deelnemende gemeenten.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

Doelmatige en efficiënte wijze van afvalverwijdering in combinatie met doelmatig en efficiënt beheer van de milieustraat.

 

Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland (RUD-Zeeland)

Terug naar navigatie - Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland (RUD-Zeeland)
Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland (RUD-Zeeland) Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Publiekrechtelijk
Vestigingsplaats Terneuzen
Doel Taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving voor de deelnemende partijen uitvoeren, op het vlak van milieu.
Betrokken partijen Alle gemeenten in Zeeland, provincie Zeeland en waterschap Zeeuwse Stromen.
Vertegenwoordiging Eén lid in algemeen bestuur, Wethouder Dhr. W. Boonman  
Financieel belang De gemeentelijke bijdrage voor 2025 is € 672.400  (2024: € 554.600).
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2023: €  541.901   (2022: € 1.014.260)
Vreemd vermogen 31-12-2023: €  4.333.749    (2022: € 4.355.855)
Resultaat Resultaat 2023: € -752.728     (2022: € -992.918 )
Raadsprogramma Leefbaarheid
Ontwikkelingen

De RUD-Zeeland is de wettelijk verplichte omgevingsdienst. De RUD-Zeeland is het centrale milieuloket van Zeeland en staat voor een schoon en veilig Zeeland.
Vanaf begrotingsjaar 2021 begroot en rekent RUD Zeeland op basis van de werkelijk afgenomen uren. Hiervoor is het systeem van PxQ vastgesteld. Vanaf 2023 is er naast de PxQ systematiek ook de systematiek van generieke uren op basis van onderwerpen ingevoerd.
Medio 2024 wordt deze financieringssystematiek tegen het licht gehouden, in vergelijking ook met andere omgevingsdiensten. Daaruit wordt voorzichtig de conclusie getrokken dat RUD Zeeland een bescheiden begroting heeft en de Zeeuwse gemeenten mogelijk onvoldoende middelen voor dit taakveld ter beschikking stellen.

RUD Zeeland is druk met het implementeren van de Omgevingswet die op 1 januari 2024 in werking is getreden. Als gaande de implementatie knelpunten worden onderkend, worden maatregelen genomen om de eventuele risico's van een knelpunt te mitigeren.

Een belangrijke ontwikkeling is het Interbestuurlijk Programma Versterking VTH-stelsel (IBP VTH). Met dit programma, gestart medio 2022, wordt gevolg gegeven aan het advies van de Commissie Van Aartsen, om het bestaande VTH-stelsel op essentiële punten te verbeteren. 
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) heeft eind 2023 aangegeven dat geen van de 29 omgevingsdiensten in Nederland voldoet aan alle gestelde criteria. Vanwege de landelijke verplichtingen is door RUD Zeeland een Plan van Aanpak geschreven om te komen tot een robuuste RUD. In 2024 vindt hierover overleg en besluitvorming plaats en in 2025 zal begonnen worden met het implementeren van een Plan van Aanpak Robuuste RUD.
De uitwerking van dit plan zal een forse verhoging van de gemeentelijke bijdrage tot gevolg hebben, die te zijner tijd met een begrotingswijziging 2025 zal worden voorgelegd.

(Financiële) risico's

De uitvoeringsorganisatie van RUD Zeeland is kwetsbaar omdat in de komende jaren veel oudere medewerkers met pensioen gaan. Daarbij is voor veel specialistische functies de arbeidsmarkt bijzonder krap.

Verder moet de uitvoeringsorganisatie worden versterkt en/of uitgebreid worden om te voldoen aan landelijke kwaliteitscriteria (IBP VTH). In opdracht van het ministerie moet er gewerkt worden aan de robuustheid van de RUD Zeeland door in 2026 een omzetniveau van 18,5 M te bereiken. Het daarvoor opgestelde Plan van Aanpak Robuuste RUD zal leiden tot aanzienlijke kostenverhogingen en een hogere deelnemersbijdrage.

Ook moet het weerstandsvermogen van RUD Zeeland worden aangepast om financiële risico's te kunnen opvangen.

Tenslotte is in 2022 en 2023 de uitvoeringsplanning door een gebrek aan personeel niet geheel uitgevoerd. Daarom zijn in het jaar erna bedragen geretourneerd.
Vanwege de inwerkingtreding van de Omgevingswet, kost het RUD Zeeland nu veel tijd om per bedrijf te analyseren welke bijzonderheden van toepassing zijn en welke regels er gelden. Dit onderzoek gaat ten koste van de geplande inspecties. Verwacht wordt dat in 2025 een deel van de bijdrage voor 2024 weer aan de gemeente zal worden geretourneerd.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

RUD Zeeland verzorgt een optimale uitvoering van de basistaken van de gemeente Vlissingen op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het wettelijk kader daarvoor is vanaf 1 januari 2024 de Omgevingswet en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelgeving met betrekking tot milieu.

 

Veiligheidsregio Zeeland (VRZ)

Terug naar navigatie - Veiligheidsregio Zeeland (VRZ)
Veiligheidsregio Zeeland (VRZ) Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Publiekrechtelijk
Vestigingsplaats Middelburg
Doel De doelstelling van de Veiligheidsregio Zeeland is het behartigen van de belangen van de gemeenten in het samenwerkingsgebied op de terreinen van Brandweerzorg, Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, rampenbestrijding en crisismanagement. De gemeenschappelijke meldkamers voor politie, brandweer en ambulancezorg van Zeeland en Midden- en West Brabant zullen in 2020 worden samengevoegd als onderdeel van een landelijke reorganisatie van de meldkamers, waardoor de meldkamer niet langer deel meer uitmaakt van Veiligheidsregio Zeeland.
Betrokken partijen Raden en colleges van B&W van alle Zeeuwse gemeenten.
Vertegenwoordiging De burgemeester in het algemeen bestuur en als agendalid en toehoorder in het dagelijks
bestuur.
Financieel belang De gemeentelijke bijdrage voor 2025 is € 3.678.106 (2024: € 3.524.399).
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2023: € 1.708.841(2022: € 2.626.000)
Vreemd vermogen 31-12-2023: € 29.050.939(2022: € 29.273.000)
Resultaat Resultaat 2023: € 194.232 (2022: € -614.000)
Raadsprogramma Leefbaarheid
Ontwikkelingen De ontwikkelingen in de brandweerzorg, met name op het gebied van de aanwezigheid en de positie van brandweervrijwilligers, moet uiteindelijk resulteren in het ontwikkelen van een meerjarenvisie "Brandweerzorg 2030. In dit traject moeten we nadrukkelijk oog houden voor de brandweerzorg en de borging van goede brandweerzorg in de gemeente Vlissingen. De VRZ heeft dit proces in gang gezet. De VRZ, GGD en RUD hebben onderzoeksbureau Berenschot een onderzoek laten doen naar de mogelijkheden tot samenwerking, waarbij de samenwerking voor alle partijen ook tot een meerwaarde zal leiden. Uit dit onderzoek is een groeimodel naar voren gekomen. In dit groeimodel worden stappen gezet om op uitvoeringsniveau op bepaalde onderwerpen samenwerking te zoeken. De directies van de genoemde GR-en zijn dit groeimodel verder aan het uitwerken. 
(Financiële) risico's De VRZ staat in de komende beleidsperiode, naast operationele uitdagingen zoals hierboven toegelicht, ook voor een aantal financiële uitdagingen. Oplopende kapitaallasten als gevolg van noodzakelijk vervangingsinvesteringen van brandweermaterieel en oplopende loonkosten laten in de meerjarenraming 2023 t/m 2025 een stapsgewijze stijging van de gemeentelijke bijdrage zien.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

Op grond van de Wet Veiligheidsregio’s en de op de grond van deze wet opgestelde Gemeenschappelijke regeling VRZ 2013 zijn door de dertien Zeeuwse gemeenten aan de VRZ een aantal taken en bevoegdheden in het kader van de advisering, bestrijding en voorkoming van rampen, branden en crises overgedragen. Naast deze taken is de VRZ op grond van diezelfde wet verantwoordelijk voor het instellen en in stand houden van de Brandweer, een meldkamerfunctie en het instellen en in stand houden van een Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie (GHOR).
Deze wettelijke taken moet de VRZ uitvoeren in een, vanuit veiligheidsoogpunt, ingewikkelde regio. Naast de specifieke geografische en infrastructurele kenmerken, wordt in Zeeland met veel vrijwilligers gewerkt die zich inzetten voor de veiligheid in Zeeland. Samen met de andere twaalf deelnemende gemeenten in de VRZ, is het voor de gemeente Vlissingen van belang dat de VRZ op een financieel verantwoorde en met voldoende operationele sterkte de genoemde wettelijke taken kan vervullen. Dit is van groot belang voor de veiligheid van de burgers in Vlissingen en Zeeland.

 

Stadsgewestelijke Brandweer Vlissingen (SGB)

Terug naar navigatie - Stadsgewestelijke Brandweer Vlissingen (SGB)
Stadsgewestelijke Brandweer Vlissingen (SGB)  Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Publiekrechtelijk
Vestigingsplaats Middelburg
Doel De doelstelling van de Stadsgewestelijke brandweer betreft het beheer, onderhoud en instandhouding van de brandweerkazernes binnen het stadsgewest.
Betrokken partijen Gemeenteraden en colleges van b&w van de gemeenten Middelburg en Vlissingen.
Vertegenwoordiging De burgemeester en één wethouder in het algemeen bestuur en twee plaatsvervangende leden uit het college.
Financieel belang De gemeente Vlissingen draagt voor 50% bij aan de begroting van de SGB. De
gemeentelijke bijdrage voor 2025 is €451.000  (2024 € 434.000).
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2023: € 202.765 (2022: € 139.000)
Vreemd vermogen 31-12-2023: € 9.290.052 (2022: € 9.423.000)
Resultaat Resultaat 2023: €64.105 (2022: € -26.000)
Raadsprogramma Leefbaarheid
Ontwikkelingen Bij het overgaan van al het personeel, materieel en materiaal naar de VRZ is afgesproken met alle deelnemende gemeenten aan de gemeenschappelijke regeling VRZ dat het eigendom van de gebouwen (kazernes) en het beheer van de brandkranen achterblijft bij de gemeenten. Voor de gemeenten Vlissingen en Middelburg geldt dat deze onderdelen niet in beheer zijn van de afzonderlijke gemeenten, maar bij de SGB. Voor deze, bij de SGB achterblijvende taken, is samen met de gemeente Middelburg een uitvoeringsorganisatie ingericht.
(Financiële) risico's De voorziening FLO.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

De doelstelling van de Stadsgewestelijke brandweer betreft, na de regionalisering van de brandweer per 1 januari 2014, het door de gemeenten Vlissingen en Middelburg gezamenlijk verzorgen van het gebouwenbeheer van de kazernes en het onderhoud van de brandkranen binnen de SGB.

 

Veiligheidscentrum Zeeland B.V. (VCZ)

Terug naar navigatie - Veiligheidscentrum Zeeland B.V. (VCZ)
Veiligheidscentrum Zeeland B.V. (VCZ)  Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Privaatrechtelijk
Vestigingsplaats Vlissingen
Doel Het verzorgen van cursussen op het gebied van brandpreventie, -het bestrijden en - beveiligen en de realistische voorbereiding van cursisten op hun taken als (bedrijfs) brandweerman/vrouw of al (bedrijfs)hulpverlener in bedrijven en instellingen.
Betrokken partijen Gemeente Vlissingen.
Vertegenwoordiging De gemeente heeft 100% zeggenschap. Het geplaatst aandelenkapitaal bedraagt € 150.000 met een agioreserve van € 822.260.
Financieel belang De gemeente is 100% aandeelhouder en heeft een langlopende lening verstrekt van € 375.000 (v.j. € 375.000). Daarnaast is een rekening-courant krediet verstrekt. Zowel het eigen vermogen als de langlopende lening en het rekening courant zijn volledig voorzien.
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2023: €  413.719 (2022: €  443.378 )
Vreemd vermogen 31-12-2023: € 1.821.925     (2022: €  2.082.205)
Resultaat Resultaat 2023: €-30.059 (2022: € -21.099 )
Raadsprogramma Leefbaarheid
Ontwikkelingen De gemeente is in verregaande onderhandeling met een partij over de overname van de aandelen.
(Financiële) risico's De gemeente loopt geen financieel risico meer aangezien het eigen vermogen, langlopende lening en rekening-courant reeds volledig zijn voorzien. Wel zal een “bruidschat” van € 215.000 betaald moeten aan de overnemende partij.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

De vennootschap draagt direct niet bij aan de beleidsdoelstellingen van de gemeente. Indirect draagt de vennootschap bij aan de beleidsdoelstellingen van veiligheid vanwege opleidingen aan personeel van VRZ.

 

North Sea Port SE

Terug naar navigatie - North Sea Port SE
North Sea Port SE  Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Privaatrechtelijk
Vestigingsplaats Sas van Gent
Doel Ontwikkeling, uitgifte en beheer van havens, haventerreinen en -faciliteiten, van Vlissingen tot Gent. Verder zorgdragen voor a) een veilige en efficiënte afhandeling van het scheepvaartverkeer, en b) nautische en maritieme orde en veiligheid.
Betrokken partijen Provincie Zeeland en Oost-Vlaanderen, Stad Gent en gemeenten Borsele, Terneuzen, Vlissingen, Evergem en Zelzate.
Vertegenwoordiging Gemeente Vlissingen is sinds 1 juli 2019 aandeelhouder in North Sea Port SE, voor 8 1/3 procent. De gemeenten Borsele en Terneuzen zijn dat voor eenzelfde percentage.
Provincie Zeeland is 25 procent aandeelhouder in North Sea Port SE. De andere 50 procent van de aandelen SE worden gehouden door Provincie Oost-Vlaanderen, Stad Gent en gemeenten Evergem en Zelzate.
Gemeente Vlissingen heeft, uit het College, één lid in de Algemene vergadering van Aandeelhouders (AvA) van North Sea Port SE. Ook neemt één lid uit het college van Vlissingen deel aan het Toezichthoudend Orgaan (TZO) van North Sea Port SE. 
Financieel belang Gemeente Vlissingen is sinds 1 juli 2019 aandeelhouder in North Sea Port SE, voor 8 1/3 procent.
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2023: € 639.055.000 (2022: € 601.243.000)
Vreemd vermogen 31-12-2023: € 298.411.000 (2022: € 324.489.000)
Resultaat Resultaat 2023: € 37.771.000  (2022: € 34.597.000)
Raadsprogramma Aantrekkelijke stad
Ontwikkelingen Afhankelijk van wanneer jaarrekening verschijnt.
(Financiële) risico's North Sea Port doet aan risicomanagement. Het havenbedrijf onderkent en managed diverse risico's die het opsomt in haar bestuursverslag. In 2023 zijn de afspraken met de Nederlandse belastingdienst vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. In de jaarrekening is de relatie tussen de nominale belastingdruk en de effectieve belastingdruk nader uitgewerkt. De effectieve belastingdruk bedraagt in 2023 34,8%. De aanpassing van de belastinglatentie leidt niet tot een uitstroom van middelen en moet gezien worden in samenhang met de vorming van de latentie in 2020. Daarmee is het risico van vennootschapsbelasting afgewend.
September 2023 bedroeg de financieringspositie van North Sea Port Netherlands € 183,1 miljoen; de garantstelling door de Nederlandse garanten, waaronder gemeente Vlissingen, bedroeg € 360 miljoen. Het verschil tussen deze twee bedragen is de buffer en deze is meer dan toereikend. De Nederlandse aandeelhouders staan daarnaast (secundair) borg voor de leningen en derivatenportefeuille van WarmCO2, voor een bedrag van € 65 miljoen. Per 30 september 2023 bedroeg de financieringspositie WarmCO2 € 57 miljoen. WarmCO2 blijft in een kwetsbare situatie verkeren en alle partijen zullen de ontwikkelingen nauwgezet volgen. Daarbij wordt gekeken naar alternatieve leveranciers van warmte aan de tuinders. North Sea Port zal in 2024 het eigen vermogen van WarmCO2 versterken en door de positieve begroting zal de non performing status van WarmCO2 door de bank mogelijk worden ingetrokken. 

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

Gemeente Vlissingen streeft naar nieuwe ontwikkelingen in het zeehavengebied, met nieuwe bedrijven, nieuwe werkgelegenheid en toegevoegde waarde. Havenbedrijf North Sea Port draagt hier in ruime mate aan bij.

 

Holding Zeeuwse Visveiling B.V.

Terug naar navigatie - Holding Zeeuwse Visveiling B.V.

 

Holding Zeeuwse Visveiling B.V.  Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Privaatrechtelijk
Vestigingsplaats Vlissingen
Doel Holding Zeeuwse Visveilingen B.V. heeft een 100% deelneming in Zeeuwse Visveiling Vlissingen B.V. en een 100% deelneming in Zeeuwse Visveiling Breskens N.V.
Betrokken partijen Zeeuwse Visveiling Vlissingen B.V., Zeeuwse Visveiling Breskens N.V.
Vertegenwoordiging Gemeente Vlissingen heeft 65% van de aandelen van de Holding.
Vertegenwoordiging van één wethouder in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Financieel belang Gemeente Vlissingen heeft 65% van de aandelen van de Holding.
Vermogen Eigen vermogen  2023:  € 4.848.894   (2022: € 5.114.232)
Vreemd vermogen 2023:  € 162.432   (2022: € 101.858)
Resultaat Resultaat 2023:     € - 265.338   (2022: € 94.147)
Raadsprogramma Aantrekkelijke stad
Ontwikkelingen De aandeelhouders van HZV zijn een aantal jaar geleden een zoektocht gestart naar een partij die de aandelen wilde overnemen. Begin 2023 was de verkoop in een ver gevorderd stadium. De rechter bepaalde echter dat de verkoopprocedure opnieuw moest. Medio 2024 is een openbare verkoopprocedure opgestart. De verwachting is dat de verkoop van de aandelen in het eerste kwartaal 2025 kan worden afgerond.
(Financiële) risico's Rond de visserij spelen al jaren de nodige zorgen. Voorbeelden daarvan zijn de aanlandplicht, de Brexit, het verbod op gebruik van de pulskor, de bouw van windmolenparken op zee, stikstof, en brandstofkosten. De financiële risico's betreffen negatieve resultaten van de HZV en een lagere verkoopprijs bij verkoop van de aandelen waarbij verlies geleden wordt op de deelneming.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

Werkgelegenheid en het ontvangen van dividend zijn redenen waarom een publieke partij aandeelhouder in een bedrijf wil of kan zijn. De werkgelegenheid vanuit de visveiling (in FTE) is zeer beperkt; de werkgelegenheid vanuit het visserijcluster (toeleverende visserijreders en verwerkende visindustrie) is groter. Door de voorgenomen verkoop van de aandelen wordt beoogd het risico tot nul te reduceren, waarbij wel de werkgelegenheid van de visveiling blijft gegarandeerd.

 

Gemeenschappelijke Regeling Orionis Walcheren

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Regeling Orionis Walcheren
Gemeenschappelijke Regeling Orionis Walcheren  Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Publiekrechtelijk
Vestigingsplaats Vlissingen
Doel Orionis Walcheren is een gemeenschappelijke regeling van de gemeenten Vlissingen, Middelburg en Veere voor de uitvoering van (wettelijke) taken op het gebied van de Participatiewet (PW, IOAW, IOAZ, BBZ, WSW) en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). Daarnaast voert Orionis Walcheren een voornaam deel van de minimaregelingen uit. Orionis Walcheren ondersteunt inwoners die een beroep doen op de Participatiewet met hun ontwikkeling en begeleiding naar (zo regulier mogelijk) werk. Zodat deze inwoners weer zo spoedig mogelijk in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien en zo veel mogelijk kunnen meedoen in de samenleving. Inwoners die (tijdelijk) ondersteuning nodig hebben voor hun levensonderhoud, kunnen een beroep doen op Orionis Walcheren voor een inkomens- en/of bijstandsvoorziening(en).
Betrokken partijen Raden en colleges van burgemeester & wethouders van de gemeenten Veere, Vlissingen en Middelburg.
Vertegenwoordiging Eén bestuurslid dagelijks bestuur en drie leden algemeen bestuur uit het college gemeente Vlissingen.
Financieel belang

De totale bijdrage 2025 van de gemeente Vlissingen aan Orionis Walcheren is € 54.077.593.  Deze bestaat voor:

  • € 40.449.099  (75%) uit rijksbijdragen voor de bekostiging van bijstandsuitkeringen (Buig-budget), re-integratieactiviteiten en beschut werk (Wsw).
  • € 3.261.654 voor de bekostiging van bijzondere bijstand en minimaregelingen;
  • € 10.321.700 voor de bekostiging van uitvoeringskosten Orionis Walcheren.
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2023: € 1.062.000  (2022: - € 1.287.000 )
Vreemd vermogen 31-12-2023: € 16.418.000 (2022: €17.133.00  )
Resultaat Resultaat 2023: €  888.000   (2022: - € 1.521.000 )
Raadsprogramma Sociale Samenhang
Ontwikkelingen

In 2021 is geconstateerd dat de financiële resultaten van het Werkleerbedrijf ten opzichte van het landelijke gemiddelde te sterk achterbleven. Deze constatering heeft geleid tot het vierjarig Implementatieplan Toekomstbestendig Werkleerbedrijf. Het plan startte in 2021. En zou vanaf 2023 leiden tot een forse, realistische rendementsverbetering. In 2022 bleek dat die niet haalbaar was. Als gevolg van diverse externe factoren met name veroorzaakt door de oorlog in Oekraïne. Op verzoek van Orionis Walcheren heeft het college hun tot 2027 uitstel gegeven de rendementsverbetering alsnog te realiseren. Uit de begroting 2025 van Orionis Walcheren blijkt dat die gehaald gaat worden.

Het aantal bijstandsgerechtigden moet minimaal op het landelijke gemiddelde liggen. Zodat er geen tekort is op de Rijksbijdrage BUIG (gebundelde uitkering). Uit de jaarstukken 2023 van Orionis Walcheren blijkt dit het geval te zijn. Er is geen tekort op de rijksbijdrage. Het saldo is zelfs positief. Het aantal bijstandsgerechtigden is met 17 iets boven het landelijk gemiddelde geëindigd. In hun begroting 2025 schrijft Orionis Walcheren dat er onzekerheid is over de Rijksbijdrage BUIG. De afgelopen jaren hebben laten zien dat daarin grote schommelingen kunnen optreden. Tot wel € 2 miljoen per jaar. Voor het financieel resultaat op de rijksbijdrage zijn niet alleen de prestaties van Orionis Walcheren zelf van belang, maar ook de relatieve positie ten opzichte van het gemiddelde van Nederland. Om het resultaat vast te houden moet Orionis Walcheren presteren volgens het landelijk gemiddelde. De extra investering op re-integratie gaat een bijdrage leveren om qua aantal bijstandsgerechtigden op of onder het landelijk gemiddelde te komen. En een verdere verbetering van het BUIG resultaat te bereiken.

(Financiële) risico's Er is onzekerheid over de Rijksbijdrage BUIG. De afgelopen jaren hebben laten zien dat daarin grote schommelingen kunnen optreden. Voor het financieel resultaat op de rijksbijdrage zijn niet alleen de prestaties van Orionis Walcheren zelf belang, maar ook de relatieve positie ten opzichte van het gemiddelde van Nederland. Voor een neutraal resultaat moet Orionis Walcheren presteren volgens het landelijk gemiddelde. De resultaten van het Werkleerbedrijf hangen mede af van externe factoren. Zoals de gevolgen van oorlogen en crisissen. Door (financiële) risico's meer te beleggen bij hun klanten kan het financieel risico bij het werkleerbedrijf zelf deels verminderd worden.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

Rekening houdend met de menselijke maat op een efficiënte en effectieve wijze voldoen aan de (wettelijke) verplichtingen op het gebied van de Participatiewet, Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en het minimabeleid. Opdat inwoners zoveel als mogelijk zelf kunnen voorzien in hun levensonderhoud via regulier betaald werk. En kunnen deelnemen aan onze samenleving. Voor inwoners die zijn aangewezen op een beschutte werkplek wordt voorzien in een passende werkomgeving.

 

Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Zeeland (GGD)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Zeeland (GGD)
Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Zeeland (GGD)  Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Publiekrechtelijk
Vestigingsplaats Goes
Doel Het openbaar lichaam is ingesteld om gezamenlijke belangen van de deelnemers te behartigen op het gebied van de Wet publieke gezondheid, de Wet veiligheidsregio’s, de Wet op de lijkbezorging, de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Wet Kinderopvang.
Betrokken partijen Raden en colleges van B&W van alle Zeeuwse gemeenten.
Vertegenwoordiging Eén bestuurslid en één plaatsvervangend lid uit het college.
Financieel belang Bijdrage naar rato van het aantal inwoners op 1 januari voorafgaand aan het desbetreffende begrotingsjaar zoals door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerd. De gemeentelijke bijdrage voor 2025 is € 2.973.616 (2024: € 2.596.541) exclusief inkoop jeugdhulp. De gemeentelijke bijdrage voor de uitvoeringskosten van Inkoop Jeugdhulp bedraagt voor 2025 € 247.178 (2024 € 282.492). Vanaf 2024 zijn alleen de uitvoeringskosten voor inkoop jeugdhulp opgenomen in de begroting van de GGD. De kosten voor jeugdhulp worden alleen nog maar opgenomen in de gemeentelijke begroting.
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2023: € 7.423.115    (2022: € 5.520.747 ) 
Vreemd vermogen 31-12-2023: € 33.612.628     (2022: € 23.653.790 ) 
Resultaat Resultaat 2023: €   3.335.369     (2022: €  1.355.719 )
Raadsprogramma Sociale Samenhang
Ontwikkelingen

De GGD heeft in 2023 de bij haar ondergebrachte programma's Publieke gezondheid, Veilig Thuis en Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland regulier uitgevoerd. Per 2024 is Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland, op de uitvoeringskosten na, uit de GGD begroting gehaald.

Om een robuuste en toekomstbestendige GR te kunnen blijven is in 2023 het plan van aanpak “Basis op orde” aangenomen. Dit plan betreft de primaire processen in het onderdeel Algemene Gezondheidszorg, de bedrijfsvoeringsprocessen en het leidinggevend kader. Met de bij de 1e begrotingswijziging 2023 toegekende extra middelen konden ruim 26 FTE extra functies worden ingevuld. De resultaten en effecten van het op orde brengen van de basis zullen in 2024 worden geëvalueerd.

De verkenning naar samenwerkingsmogelijkheden met de RUD en VRZ heeft geleid tot afspraken om een samenwerkingsscenario verder uit te werken. In juli 2024 is per direct gestart met het verkennen van gezamenlijke directievoering in de praktijk gedurende een ‘verkenningsjaar’. Het advies van het brede onderzoek naar de governance (organisatie-, directie en bestuursstructuur) bij de samenvoeging van de bedrijfsvoering van GGD/VRZ volgt in 2025.

De Rijksoverheid wil met Integraal Zorg Akkoord (IZA) en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) investeren in de (publieke) gezondheid van alle Nederlanders. De ambitie van IZA is zorg voor iedereen toegankelijk, kwalitatief goed en betaalbaar houden. Gemeenten, GGD, zorgverzekeraar en zorgaanbieders werken samen om de doelen uit de akkoorden te halen. GGD treedt hierin op als kennispartner van de gemeenten

Binnen het programma Veilig Thuis vond in de loop van 2023 een stijging plaats in aantallen meldingen, adviezen en vervolgdiensten. Hierdoor ontstaan oplopende wachtlijsten en kan niet altijd worden voldaan aan de wettelijke reactie termijnen. Vanwege deze stijgingen worden er in 2025 middels een 1e begrotingswijziging 2025 extra middelen ingezet om 4 FTE aan personeel in zetten. 

(Financiële) risico's

Vanwege het groeiende aandeel personeelslasten, mede door het plan Basis op orde, stijgen de personeelsuitgaven sinds 2024 fors. Deze ontwikkelingen hebben geleid tot een structurele verhoging van de gemeentelijke bijdrage in 2024. De VZG richtlijn is daarmee overschreden. Dit loopt door in 2025. 

Bij het programma Veilig Thuis is sinds 2023 sprake van toenemende wachtlijsten. Om die terug te dringen is extra personele inzet nodig. Hiervoor wordt in 2025 extra gemeentelijke bijdrage gevraagd.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

De GGD geeft uitvoering aan de taken vanuit de Wet Publieke Gezondheid. Hieronder vallen onder andere: jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau en ‘schoolarts’), medische milieukunde, infectieziektebestrijding, gezondheidsmonitoren en gezondheidsvoorlichting.
De GGD voert naast wettelijke taken ook taken uit zoals forensische geneeskunde, publieke gezondheidszorg in COA-opvanglocaties en sociaal-medische advisering. De gemeente Vlissingen neemt daarnaast nog een aantal aanvullende diensten af ten behoeve van de lokale jeugdgezondheidzorg (zoals opvoedcursussen, videohome-training en overbruggingszorg).

Het programma Veilig Thuis voert voor Vlissingen de taken van het Zeeuwse advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling uit. Deze taken vloeien voort uit de Wmo, de Jeugdwet en de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Het programma kent een duale financiering via de jeugdhulpbudgetten van de 13 gemeenten enerzijds en de centrumgemeente middelen uit de Decentralisatie Uitkering Vrouwenopvang (DuVo) anderzijds.

 

Gemeentelijke Vervoerscentrale B.V. (GVC)

Terug naar navigatie - Gemeentelijke Vervoerscentrale B.V. (GVC)
Gemeentelijke Vervoerscentrale B.V. (GVC)  Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Privaatrechtelijk
Vestigingsplaats Terneuzen
Doel Organiseren en regisseren van maatschappelijk- en leerlingen vervoer (sociaal domein) op Walcheren.
Betrokken partijen Aandeelhouders zijn het Samenwerkingsverband Collectief vervoer Zeeuws-Vlaanderen, het Samenwerkingsverband Welzijnszorg Oosterschelderegio, de gemeenten Vlissingen, Veere, Middelburg en Goeree-Overflakkee en de Provincie Zeeland.
Vertegenwoordiging Via Algemene aandeelhoudersvergadering.
Financieel belang In 2015 heeft de gemeente 2.000 preferente aandelen gekocht voor € 0,34.
De gemeentelijke bijdrage voor 2025 bedraagt € 211.600 (2024: €197.800).

Vermogen Eigen vermogen 31-12-2023:  €  531.000
Vreemd vermogen 31-12-2023: €  1.746.000)
Resultaat Resultaat 2023 € 1.000
Raadsprogramma Sociale Samenhang
Ontwikkelingen Sinds november 2015 regisseert en organiseert de GVC het doelgroepenvervoer, waaronder vraagafhankelijk Wmo-vervoer, vervoer in het kader van de Jeugdwet en leerlingenvervoer. In 2022 is er, in het kader van de Regionale Mobiliteitsstrategie van de provincie Zeeland, een raadsbesluit genomen om de GVC door te ontwikkelen tot een Mobiliteitscentrale. Verdere besluitvorming over de oprichting en vormgeving van de Regionale Mobiliteitsstrategie zal nog plaatsvinden. 
(Financiële) risico's Er zijn geen risico’s uit hoofde van aandeelhouderschap, anders dan de normale risico’s. Daarnaast heeft de GVC normale bedrijfsvoeringsrisico’s bij het aansturen van het doelgroepenvervoer, zoals een toename van personeelskosten bij uitbreiding van de formatie, investeringen in ICT of een hogere BTW.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

De taak van de GVC is om een bijdrage te leveren aan de doelmatigheid en de kwaliteit van het doelgroepenvervoer.

 

Stadsgewestelijk Zwembad Vastgoed B.V.

Terug naar navigatie - Stadsgewestelijk Zwembad Vastgoed B.V.
Stadsgewestelijk Zwembad Vastgoed B.V.  Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Privaatrechtelijk
Vestigingsplaats Vlissingen
Doel Het beheren en (doen) exploiteren van zwembadgebouwen alsmede het financieren daarvan.
Betrokken partijen Gemeente Vlissingen en Gemeente Middelburg.
Vertegenwoordiging De gemeente heeft zeggenschap in de algemene vergadering van aandeelhouders ter grootte van het aandeel in het geplaatste aandelenkapitaal (de helft van € 90.000). Tevens één directeur in de directie.
Financieel belang De gemeente draagt bij in het exploitatietekort van de BV op basis van de verhouding 50-50 met de gemeente Middelburg.
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2023: €  277.485   (2022: € 277.485 )
Vreemd vermogen 31-12-2023: € 10.508.708     (2022: € 10.683.829 )
Resultaat Resultaat 2023: € 0     (2022: €  0 )
Raadsprogramma Sociale Samenhang
Ontwikkelingen 2023 heeft in het teken gestaan van de aanbestedingsprocedure voor wat betreft de huur- en exploitatieovereenkomst van het zwembad. Dit inkoop- en aanbestedingstraject is eind 2023 afgerond en is er een nieuwe exploitant gecontracteerd die per 1-1-2024 de exploitatie van het zwembad overgenomen heeft. Deze aanbestedingsprocedure heeft een positief aanbestedingsresultaat opgeleverd en zal in relatie tot de taakstelling worden gemuteerd. Het jaar 2025 zal vooral in het teken staan om het zwembad en de exploitatie door Feel-Fit weer volledig operationeel te krijgen. naast het actualiseren van de Meer Jaren Onderhoudsplanning zullen er ook duurzaamheidsmaatregelen getroffen worden binnen het Vrijburgbad.
(Financiële) risico's Bijdragen in een eventueel exploitatietekort.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

Het samen met de gemeente Middelburg in stand houden van het Vrijburgbad draagt bij aan het realiseren van de sportdoelstellingen van de gemeente Vlissingen. Door te zorgen voor goede sportfaciliteiten in de gemeente, en deze voor betaalbare tarieven beschikbaar te stellen, zorgen we er voor dat zoveel mogelijk inwoners kunnen sporten en bewegen.

 

Buurtteams Vlissingen

Terug naar navigatie - Buurtteams Vlissingen
Buurtteams Vlissingen Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Publiekrechtelijk
Vestigingsplaats Vlissingen
Doel Organiseren en uitvoeren van preventie, participatie en vroegsignalering in het sociaal domein in de gemeente Vlissingen. 
Betrokken partijen Gemeente Vlissingen is 100% aandeelhouder 
Vertegenwoordiging Algemene Vergadering 
Financieel belang Jaarbijdrage voor 2024 uit de opdrachtovereenkomst bedraagt € 2.950.000. De jaarbijdrage over 2025 is nu nog niet bekend omdat de opdrachtovereenkomst voor 2025 en 2026 nog niet is afgerond.
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2023: € 22.072 (2022: €  n.v.t.)
Vreemd vermogen 31-12-2023: € 419.730 (2022: € n.v.t.) 
Resultaat Resultaat 2023: € 22.071 (2022: € nv.t.  )
Raadsprogramma Sociale samenhang
Ontwikkelingen De lokale infrastructuur in het sociaal domein in de gemeente Vlissingen betreft de Vlissingse zorgdriehoek voorliggend veld, de aanvullende zorg en Kerngezond Vlissingen. In deze driehoek is de rol van Buurtbedrijf Vlissingen BV (voorliggend veld) te investeren in preventie en vroegsignalering en het leveren van de laagdrempelige ondersteuning en activering aan inwoners. Buurtbedrijf Vlissingen BV biedt een nieuwe vorm van ondersteuning voor alle inwoners van de gemeente Vlissingen. 
(Financiële) risico's Geen risico’s uit hoofde van aandeelhouderschap anders dan normale risico’s. 

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

Binnen de lokale zorginfrastructuur de eigen kracht, de zelfredzaamheid en samenredzaamheid van de inwoners in de gemeente Vlissingen versterken. Zodat zij ‘Positief gezond’ zijn, voor zichzelf en voor elkaar kunnen zorgen en mee kunnen doen in de samenleving. 

 

GBE Aqua B.V.

Terug naar navigatie - GBE Aqua B.V.
GBE Aqua B.V. Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Publiekrechtelijk
Vestigingsplaats Rotterdam
Doel De vennootschap heeft ten doel het houden en beheren van aandelen in Evides en het uitoefenen van stemrecht daarop. Het waarborgen van het wettelijk gedefinieerde publiek belang volgens de drinkwaterwet. Voor Evides is dit het leveren van continu, betrouwbaar drinkwater.
Betrokken partijen Raden en colleges van B&W van de 13 gemeenten in Zeeland. De Provincie Zeeland en gemeenten in Noord- Brabant en Zuid-Holland.
Vertegenwoordiging Algemene vergadering van aandeelhouders één lid uit het college van B&W.
Financieel belang De gemeente Vlissingen heeft een kapitaalbelang van 5,765% in GBE Aqua B.V.
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2023: €  134.306.610  (2022: € 28.270.747 )
Vreemd vermogen 31-12-2023: € 162.776.333   (2022: € 263.705.830  )
Resultaat

Resultaat 2023: € 15.603.100  (2022: € 25.167.706  )

Het boekjaar 2023 is een gewoon boekjaar van 1 januari tot en met 31 december. Het jaar 2022 is van 15 November tot 31 december. 

Raadsprogramma Algemene dekkingsmiddelen.
Ontwikkelingen Hoofdtaak van de B.V. is het beheer van de aandelen in Evides. Inzet is om het aangetrokken vreemde vermogen, voor de aankoop van het aandelen pakket Evides van ZEH, versneld af te lossen. In 2024 heeft de volledige aflossing plaatsgevonden door gebruik te maken van het uitgekeerde superdividend ZEH. Doordat de volledige lening is afgelost is de zogenaamde beknelde reserve vastgesteld op 5,759% van € 380 Miljoen , zijnde € 21.884.200. 
(Financiële) risico's N.v.t

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

GBE Aqua B.V. is opgericht om het dividend Evides jaarlijks beschikbaar te krijgen. Het dividend Evides is structureel opgenomen in de begroting.

 

Zeeuwse Energie Houdstermaatschappij (ZEH)

Terug naar navigatie - Zeeuwse Energie Houdstermaatschappij (ZEH)

 

Zeeuwse Energie Houdstermaatschappij Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Privaatrechtelijk
Vestigingsplaats Middelburg
Doel ZEH richt zich op productie, handel en levering van energieproducten en diensten aan de zakelijke markt.
Betrokken partijen Alle Zeeuwse gemeenten, gemeente Bergen op Zoom, Woensdrecht, Dirksland, Goedereede, Middelharnis, Oostflakkee en de Provincies Zeeland, Noord Brabant en Zuid Holland.
Vertegenwoordiging Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Financieel belang De gemeente Vlissingen heeft een kapitaalbelang van 5,76% in ZEH.
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2023: €  1.722 Miljoen   (2022: € 1.589 Miljoen )
Vreemd vermogen 31-12-2023: 580.461.000     (2022: € 674.532.000)
Resultaat Resultaat 2023: € 104.548.000    (2022: € 182.202.000  )
Raadsprogramma Algemene dekkingsmiddelen.
Ontwikkelingen Na de verkoop van het belang in Evides en de Wholesale activiteiten, is ZEH een houdstermaatschappij met belangen in een aantal deelnemingen (energie gerelateerde activiteiten, namelijk opwek en levering) en een aanzienlijke financiële positie. De grootste en belangrijkste deelneming is een aandelenbelang van 70% in de Elektriciteits Productiemaatschappij Zuid Nederland (EPZ), waar onder andere de kerncentrale Borssele onder valt. Er is in 2023 de aandeelhoudersstrategie geactualiseerd om aan te sluiten op het veranderde karakter van het bedrijf ZEH, de ordening van de elektriciteitsmarkt, de laatste ontwikkelingen in de (inter) nationale energiemarkt en de publieke waarden / publiek aandeelhouderschap. In 2024 is er een superdividend uitgekeerd waarmee de lening uit hoofde van de aankoop van Evides aandelen vervroegd is afgelost. 
(Financiële) risico's N.V.T.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

 ZEH N.V. zal de komende jaren aanzienlijke bedragen aan dividend uitkeren aan haar aandeelhouders. De dividendbetalingen zullen vanaf 2024 in de reserve Wind in de Zeilen worden gestort.

 

Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)

Terug naar navigatie - Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)  Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Publiekrechtelijk
Vestigingsplaats Den Haag
Doel De BNG is de bank voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Betrokken partijen Nederlandse instellingen met een maatschappelijk belang.
Vertegenwoordiging Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Financieel belang Wij bezitten 70.356 aandelen a € 2,50 en ontvingen in 2023 over 2022 een dividend van € 170.890,-.
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2023: €   4.721 miljoen   (2022: € 4.615 miljoen )
Vreemd vermogen 31-12-2023: €  110.819 miljoen     (2022: €  107.459 miljoen)
Resultaat Resultaat 2023: €    254 miljoen  (2022: €  300 miljoen )
Raadsprogramma Algemene dekkingsmiddelen.
Ontwikkelingen Gedurende het jaar hebben zich geen veranderingen voorgedaan in de belangen van aandeelhouders in BNG Bank.
(Financiële) risico's Indien op enig moment de nettowinst van de BNG te klein wordt, zal aan de aandeelhouders geen dividend uitbetaald worden.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

Geen bijdrage aan beleidsdoelstellingen van de gemeente.

 

Paragraaf wet open overheid

Terug naar navigatie - Wet open overheid

De Wet open overheid (Woo) is op 1 mei 2022 in werking getreden ter vervanging van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Het grootste verschil tussen de Woo en de Wob is de verplichting om overheidsinformatie actief openbaar te maken. Wat betreft de passieve openbaarmaking (openbaarmaking op verzoek) is de Woo niet veel gewijzigd. Vanaf de inwerkingtreding van de Woo maken we steeds meer overheidsinformatie actief openbaar.

Wat wil de raad bereiken? (effect): 
Op een effectieve en efficiënte wijze voldoen aan de verplichting van de Woo. Dit houdt in, tijdige besluitvorming op Woo-verzoeken en geleidelijke actieve openbaarmaking van informatie uit de Woo-informatiecategorieën.

Effectindicator: 
Per 1 november 2024 moeten de eerste vijf informatiecategorieën verplicht openbaar gemaakt worden. Vlissingen maakt deze informatie grotendeels al actief openbaar via de Woo-index. Daarnaast wordt vanaf medio 2024 gestart met een pilot voor het actief openbaar maken van Woo-verzoeken en -besluiten en klachtoordelen. Vanaf 1 januari 2024 t/m 1 juli 2024 zijn er 26 Woo-verzoeken ontvangen. Twee hiervan zijn niet tijdig afgerond; Circa 90% is wel tijdig afgerond, waarmee we voldoen aan de VNG-norm van 75%. 

Eerdere resultaten: 
Aantal Wob/Woo-verzoeken 2020: 17
Aantal Wob/Woo-verzoeken 2021: 19
Aantal Wob/Woo-verzoeken 2022: 40 (Wob 10 / Woo 30)
Aantal Woo-verzoeken 2023: 48
Aantal Woo-verzoeken 2024 (tot 1 juli): 26

Aantal officiële publicaties 2020: 740
Aantal officiële publicaties 2021: 879
Aantal officiële publicaties 2022: 1.015
Aantal officiële publicaties 2023: 1.054
Aantal officiële publicaties 2024 (tot 1 juli): 422

Streefwaarde:
N.v.t.

Wat gaat het college daarvoor doen?: 
We zullen de in de wet genoemde informatiecategorieën actief openbaar maken, zodra het Rijk daartoe besluit. Dat gebeurt per categorie, waarna de publicatie plaatsvindt op Djuma Open Info. 

Majeure projecten

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Majeure projecten dragen vaak bij aan meerdere bestuurlijke programma’s uit de programmabegroting.
Deze projecten hebben in de regel een meerjarige termijn. Door de informatie per jaar gefragmenteerd op te nemen in de diverse programma’s ontstaat geen transparant meerjarig beeld van het betreffende majeure project dat meestal in deelprojecten wordt uitgevoerd.

Een paragraaf biedt bij uitstek de mogelijkheid dat transparante beeld op raadsniveau te verschaffen. In deze paragraaf brengen we per majeure project de informatie in beeld die relevant is voor de raad en waarop de raad ook invloed kan uitoefenen met het nemen van bestuurlijke besluiten. Duidelijk wordt dan ook op welke wijze de majeure projecten een aandeel hebben in de realisatie van de in de afzonderlijke programma’s beoogde maatschappelijke effecten.
In deze paragraaf zijn de volgende majeure projecten opgenomen:

  • Implementatie Omgevingswet;
  • Revitalisering gemeentelijk accommodatiebestand;
  • Scheldekwartier.

Hieronder gaan we nader in op de afzonderlijke majeure projecten en wat er met name het komende begrotingsjaar staat te gebeuren.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Majeur project implementatie omgevingswet

Terug naar navigatie - Majeur project implementatie omgevingswet
Majeur project Omgevingswet Toelichting
Projectbesluit ¦ Programmabegroting 2017-2021.
¦ Projectvoorstel Implementatie Omgevingswet vastgesteld door het college d.d. 18 april 2017.
¦ Collegeopdracht 14 januari 2020.
¦ Projectopdracht (directie) 25 juni 2020.
¦ Projectplan (AOG) 10 november 2020 (Verseon-nr: 123648).
Coalitieakkoord De Omgevingswet wordt ingevoerd. We willen doeltreffend samenwerken met landelijke en regionale partners die verbonden zijn aan o.a. het Deltaprogramma en de Nationale Omgevingsvisie van het Rijk (NOVI). We werken in navolging van de Omgevingswet aan een Omgevingsvisie, die in 2024 wordt vastgesteld
Projectresultaat De doelstelling van dit project is om de Omgevingswet binnen de gemeentelijke organisatie (intern) van Vlissingen tijdig te implementeren. (inwerkingtreding, 1 januari 2024)
Bestuurlijk opdrachtgever Wethouder Coen Bertijn
Ambtelijk opdrachtgever Directeur Ruimte en Samenleving
Projectleider Projectleider Omgevingswet
Relatie met andere programma's Alle programma’s. De Omgevingswet treft alle organisatieonderdelen: er wordt in de fysieke leefomgeving ook een relatie gelegd met gezondheid en veiligheid. Ook gaat het over de dienstverlening van onze organisatie, specifiek voor initiatieven en ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving, klein en groot.
Onderverdeling naar deelprojecten
  • Omgevingsplan.
  • Andere manier van werken (werken met beleidsmatige programma's).
Projectplanning Nagenoeg alle beoogde resultaten zijn behaald (zie 2de bestuursrapportage 2024). De eerste versie van omgevingsplan wordt in Q1 van 2025 (Omgevingsplan V1.0) ter vaststelling aangeboden aan de raad.
Mijlpaal Vastgesteld Omgevingsplan V1.0, Q1 2025
Ontwikkelingen welke het project
kunnen beïnvloeden
N.v.t.
Risico’s Met het behalen van nagenoeg alle beoogde resultaten zijn eerder benoemde de risico's niet langer aan de orde. 
Uitvoering begrotingsjaar 2025-2028 
Wat wordt opgeleverd? De implementatie van de Omgevingswet zoals vastgelegd in de projectopdracht, is op het omgevingsplan na, opgeleverd. De komende jaren worden het omgevingsplan (vroegere bestemmingsplan) in verschillende versies ter vaststelling aangeboden aan de raad.
Financiën De kosten voor het opstellen van het omgevingsplan en "andere manier van werken" worden gedekt uit het meerjaren budget en de reserve die daarvoor is ingericht. De totale kosten tot en met 2028 (verwachte einde van het deelproject Omgevingsplan) worden voorzien op ca. € 3,3 miljoen en worden gedekt uit het beschikbare budget (ca € 2 miljoen) inclusief reserve (ca € 1,3 miljoen). Aangezien het project nagenoeg is afgerond en de mate van onzekerheid en risico's sterk is afgenomen, wordt komende periode een voorstel uitgewerkt om het project over te dragen naar de lijn, inclusief bijbehorende budgetten. Dit voorstel wordt met de 1ste bestuursrapportage 2025 aangeboden. 

 

Majeur project revitalisering gemeentelijk accommodatiebestand

Terug naar navigatie - Majeur project revitalisering gemeentelijk accommodatiebestand
Majeur project Revitalisering gemeentelijk accommodatiebestand Toelichting
Projectbesluit Bestuursopdracht 13 september 2018
Projectopdracht 14 mei 2020 (verseon, 1204869)
Coalitieakkoord

Doelstellingen uit het Coalitieprogramma “Samen zijn we Vlissingen”:

  • Werken, leven, recreëren.
  • Iedereen in Vlissingen voelt zich zo goed mogelijk en kan meedoen in de samenleving d.m.v. welzijn, sociale contacten en activiteiten.
  • Welzijn voor iedereen.
  • Versterken culturele infrastructuur.
  • Onderzoeken kansen en mogelijkheden Machinefabriek
Projectresultaat Met het vaststellen van het Accommodatieplan op Hoofdlijnen is het resultaat van dit project als volgt vastgelegd:
Voor het einde van 2026 hebben we een beheersbaar, onderhouden en vitaal gemeentelijk accommodatiebestand inclusief een structurele totale bezuiniging van € 1,5 miljoen op de totale exploitatiekosten van gemeentelijke accommodaties.
Op basis van het deelproject organisatiestructuur zal, aan het einde van het project, het beheer rondom accommodaties op een efficiëntere en doelmatigere wijze georganiseerd zijn.
Bestuurlijk opdrachtgever Wethouder Coen Bertijn
Ambtelijk opdrachtgever Directeur Bedrijfsvoering en Dienstverlening 
Projectleider Projectleider Vastgoed
Relatie met andere programma's
  • Programma 2: De aantrekkelijke stad (wonen, bouwen, cultureel erfgoed).
  • Programma 3: Sociale samenhang (primair programma: onderwijs, sport, welzijn en cultuur).
  • Programma 4: Bestuur (passen op het geld en samenwerken met inwoners en ondernemers).
Onderverdeling naar deelprojecten
  • Nieuwbouw multifunctionele (sport)accommodaties (focus op ontwikkeling en realisatie van nieuwe accommodaties, rekening houdend met andere projecten zoals onderwijshuisvesting centrum Vlissingen).
  • Aanpassen en verduurzamen te behouden accommodaties (focus op wegwerken achterstallig onderhoud, verduurzaming en mogelijke aanpassingen als gevolg van andere/meer gebruikers).
  • Verkoop en/of sloop overige accommodaties (focus op afstoten niet langer gebruikte, niet rendabel te maken, door overige ontwikkelingen overbodige accommodaties inclusief begeleiding planvorming).
  • Organisatie accommodatiebeheer (focus op interne organisatie, structuur, financiën, bemensing etc. om na afronding van het project klaar te zijn voor adequaat beheer- en onderhoud van het nieuwe accommodatiebestand.
Projectplanning
  • In 2025 continueren we, op basis van de door het college vastgestelde projectplan, de voorbereiding van de bouw van een sporthal op de locatie Weyevliet en een sportzaal in de Machinefabriek.
    • Het overleg met de toekomstige en huidige gebruikers wordt gecontinueerd en alle huidige gebruikers zijn geïnformeerd naar aanleiding van het besluit op 30 september 2021.
    • Met een aantal gebruikers worden specifieke afspraken gemaakt over het slimmer, beter en ook goedkoper inzetten van onze accommodaties; en/of het op termijn verhuizen naar een nieuwe accommodatie.
  •  In 2025 wordt verder toegewerkt naar een integraal georganiseerd accommodatiebeheer en –exploitatie met als doel om vanuit één centrale
    accommodatie het beheer voor alle accommodaties te verrichten. Er wordt in overleg meer aan de gebruikers overgelaten. De gemeente legt zich meer toe op haar kerntaak (minder ontzorgen).
Mijlpaal

In 2025 bereiken we de volgende mijlpalen:

  • Voor de sportzaal in de machinefabriek geldt dat:
    • De inzet is om eind 2024 / begin 2025 het Programma van Eisen met bijbehorende kostenraming voor besluitvorming voor te leggen. 
    • In 2025 op basis van dit PvE de realisatie verder wordt voorbereid als onderdeel van de herbestemming van de Machinefabriek.  In 2025 werken we het vastgestelde programma van eisen voor de sportzaal in de
      Machinefabriek nader uit en gaan hiervoor in gesprek met de beoogd gebruikers.
  • Voor sporthal Weyevliet geldt dat:
    • In 2025 de aanbesteding voor wat betreft de uitvoering verder wordt voorbereid zodat er in 2026 aanbesteed kan worden.
    • Er in 2025 een aanzienlijk deel van het budget besteed zal worden.
  • In het tweede kwartaal van 2025 organiseren we een 0-meting ten aanzien van de dienstverlening rondom het accommodatiebeheer.
  • Medio 2025 zijn de eerste contouren en optimalisaties merkbaar van een slimmer en efficiënter georganiseerd accommodatie beheer

Ontwikkelingen welke het project kunnen beïnvloeden

  • Scheldekwartier: Ontwikkelingen invulling Machinefabriek, ontwikkelingen brede school.
  • Woningbouwafspraken in relatie tot vrijkomende locaties en afstootbare accommodaties.
  • Projectkapitaalgoederen up to date, inlopen achterstanden en het op niveau brengen en houden beheer en onderhoud.

 

Risico's

  •  Onrust bij gebruikers, adequate communicatie is een vereiste.
  • Marktontwikkelingen met als gevolg potentiële opbrengsten.
  • Stijging van onderhoudskosten & duurzaamheidsmaatregelen. deze monitoren en bijsturen.

Uitvoering begrotingsjaar

2025- 2028

Wat wordt opgeleverd?

  • Een afgerond gunningsadvies ten aanzien van de realisatie van sporthal Weijevliet.
  • Een conceptplan / ontwerp voor wat betreft de realisatie van de sportzaal in de Machinefabriek
  • Een gevalideerde enquête-uitslag die als input dient om de kwaliteit van dienstverlening rondom accommodaties te kunnen optimaliseren.

Financiën

Voor de duur van het project is er een bestemmingsreserve gevormd die gevoed wordt door de boekwinsten van af te stoten accommodaties. Uit de reserve worden de frictiekosten, waaronder de in- en externe projectkosten betaald.

Majeur project Scheldekwartier

Terug naar navigatie - Majeur project Scheldekwartier

 

Majeur project Scheldekwartier Toelichting
Projectbesluit Het projectbesluit Scheldekwartier is vastgesteld op 10 oktober 2019.
Coalitieakkoord

De eerder ingezette lijn wordt onverminderd voortgezet.

Projectresultaat

In 2030 is de herstructurering van het Scheldekwartier afgerond. Het Scheldekwartier is dan een levendig, duurzaam en maritiem stadsdeel, waarbij de rijke industriële geschiedenis voelbaar en beleefbaar is.
Het Scheldekwartier omvat circa 1.600 woningen, 35.000 m2 bruto vloeroppervlakte (b.v.o.) commerciële en niet-commerciële voorzieningen (waaronder een school), een nieuwe ontsluiting van de stad, een nieuwe dokbrug, nieuw aangelegde kades en een stadshaven. Daarnaast is ruime aandacht voor behoud en herontwikkeling van industrieel erfgoed.

Er wordt een gedifferentieerd woningbouwprogramma ontwikkeld, verdeeld over de verschillende deelplannen:

  • Gestapeld: 1.109 eenheden waarvan 211 goedkoop/sociaal, 348 middenduur en 550 duur;
  • Grondgebonden: 486 eenheden waarvan 94 goedkoop/sociaal, 253 middenduur en 139 duur;
  • Totaal: 1.598 eenheden waarvan 305 goedkoop/sociaal, 604 middenduur en 689 duur.

Naast het woningbouwprogramma gaat de grex uit van een programma van circa 35.400 m2 b.v.o. voor commerciële en niet commerciële voorzieningen inclusief een school. Dat is als volgt verdeeld:

  • Werken: 3.550 m2 b.v.o.
  • Winkels/horeca: 3.050 m2 b.v.o.
  • Zorgvoorzieningen: 12.000 m2 b.v.o. 
  • Recreatie, Leisure, cultuur, onderwijs: 16.800 m2 b.v.o.
Bestuurlijk opdrachtgever Wethouder Boonman
Ambtelijk opdrachtgever Directeur Ruimte en Samenleving
Projectleider Projectleider Scheldekwartier
Relatie met andere programma's

Dit omvangrijke project, een nieuw hart van de stad, heeft relaties met alle vier de programma’s (Leefbaarheid, Aantrekkelijke Stad, Sociale Samenhang en Bestuur). Daarbij moet gedacht worden aan:

  • Woon- en werkomgeving die aansluit bij de ambities van Vlissingen als Delta Hotspot.
  • Spil in het concept van de 'verbrede binnenstad', die zich uitstrekt van het Stationsgebied tot de boulevards. 
  • Realisatie 300 sociale huurwoningen, onder meer gekoppeld aan verdunning elders in de stad.
  • Bouw woonzorgcentrum Scheldehof met huisvesting voor ouderen en zorgbehoevenden.
  • Realisatie kindcentrum en sportzaal voor bewegingsonderwijs.
  • Realisatie van een groot, duurzaam en toekomstbestendig woningbouwcontingent voor een verscheidenheid aan doelgroepen en gericht op zowel in- als doorstroming op de Vlissingse woningmarkt.
  • Areaaluitbreiding (35% van het Scheldeterrein wordt nieuwe openbare ruimte) als verbindende openbare ruimte tussen de woonwijken, Kenniswerf en het stadscentrum, de ruimtelijke structuur van de stad wordt herstelt.
  • Veiligheid (Waterkerende functie kades, sociale veiligheid in het hele gebied, verkeersontsluitingen, bodemverontreinigingen en explosieven).
  • Bereikbaarheid (hoofdontsluiting bestaande stad, bereikbaarheid, nieuwe kansen en routes collectief vervoer, nieuwe parkeervoorzieningen).
  • Er is plaats voor diverse (culturele) evenementen.
  • Toevoeging van toeristische en recreatieve trekkers, gericht op het nagestreefde toeristische profiel van de stad middels de realisatie recreatiewoningen, stadshaven, evenementen, etc.
Onderverdeling naar deelprojecten
  • Woonrijpmaken nieuwe openbare ruimte (gefaseerd).
  • Bouwrijp maken percelen bouwprogramma (gefaseerd).
  • Grondverkopen conform grondexploitatie.
  • Realisatie bouwprogramma conform programmering.
  • Voorbereiding en marktgang nieuwe deelplots woningbouw.
  • Ruimtelijke procedures.
  • Herbestemming Machinefabriek.
  • Herstellen kades en talud (Basaltkade, Koningsweg).
  • Voorbereiding nieuwbouw kindcentrum.
Projectplanning

heden - 2028: diverse grondleveringen

heden - 2027: diverse werken bouwrijp maken

heden - 2031: diverse werken woonrijp maken

2028: oplevering herbestemming Machinefabriek

2031: oplevering Scheldekwartier

Mijlpaal Oplevering van het Scheldekwartier als bloeiend stadsdeel in 2031.
Ontwikkelingen welke het project kunnen beïnvloeden

De recent ingevoerde Omgevingswet bevat complexe en omvangrijke nieuwe wet- en regelgeving. Hierop moet geacteerd worden en vraagt een vertaalslag van de wettelijke theorie naar de praktijk. Niet uit te sluiten valt dat in relatie tot de Omgevingswet nieuwe jurisprudentie ontstaat die van invloed is op de praktijk van ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling.

Op Rijksniveau wordt er gewerkt aan een nieuwe aanpak van de stikstof problematiek. Hoewel de intentie is om hierin versoepelingen door te voeren - mede ten bate van de woningbouw - kan het juridisch kader anders worden en ook bevattelijk voor procedures op rijksniveau. Tot op heden ondervindt het Scheldekwartier geen hinder van de stikstof problematiek. 

Netcongestie zorgt voor beperkingen voor de realisatie van nieuw programma. De netbeheerder heeft de verplichting tot het aansluiten van huisaansluitingen (woningbouw). Voor grootverbruik aansluitingen ten dienste van overige functies worden prioriteiten gesteld. Dit vraagstuk is volop in ontwikkeling maar kan vergaande gevolgen hebben voor het niet-wonen programma op het Scheldekwartier.

Risico's

Voor het Scheldekwartier is een actuele risicoanalyse welke tweemaal per jaar wordt herijkt. De risicoanalyse vindt zijn vertaling in scenario 'laag' van de grondexploitatie. De meest voorname risico's zijn thans de volgende:

  • lagere afzetsnelheid woningbouw percelen als gevolg van autonome trends of landelijk beleid;
  • netcongestie zorgt er voor dat voorzien programma anders dan wonen aanzienlijk vertraagd in afzet en realisatie;
  • Ontwikkelpotentie van bouwblok 2A in relatie tot bedrijfscontour Eiland-locatie Damen.
Uitvoering begrotingsjaar

Aan de volgende deelprojecten wordt in 2025 uitvoering gegeven:

  • realisatie van woningen op de projectlocaties Kop Keersluis, Broederband, Koperslagerij, Touwslager, Admiraliteit;
  • voorbereiding projectlocaties Kop Touwslagerij (tender), Aan de Singel, Machinewerf, ZeelandToren, Kleine Kappen en voormalig Postkantoor (tender), Plot 2B;
  • woonrijp maken diverse locaties Scheldewijk;
  • realisatie parkeergarage Machinefabriek;
  • uitwerking herbestemming Machinefabriek en marktgang;
  • voorbereiding Kindcentrum Scheldekwartier;
  • uitvoering rehabilitatie Basaltkade;
  • ontwerp openbare ruimte kade en talud Koningskade / Willem Ruysstraat;
  • uitvoeren planologische procedures Kindcentrum en Scheldekwartier Dok Noord.
Wat wordt opgeleverd?

In 2025 worden de volgende deelprojecten opgeleverd:

  • Broederband (vrije sector huurwoningen);
  • Admiraliteit (sociale huurwoningen);
  • Touwslagerij (koopwoningen en sociale huurwoningen);
  • Koperslagerij (koopwoningen);
  • Parkeergarage Machinefabriek;
  • Rehabilitatie Basaltkade.
Financiën De financiering voor de ontwikkeling van het Scheldekwartier ligt in de grondexploitatie Scheldekwartier, welke twee maal per jaar wordt herijkt en vastgesteld wordt door de gemeenteraad. Voor onderdelen van de herbestemming van de Machinefabriek zijn afzonderlijke investeringen vanuit de begroting voorzien (parkeergarage, sportzaal, zonnepanelen) alsmede voor de realisatie van het Kindcentrum,

Wind in de Zeilen

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Wind in de Zeilen

Terug naar navigatie - Wind in de Zeilen

Op 26 juni 2020 is het bestuursakkoord Wind in de zeilen (Compensatiepakket Marinierskazerne) ondertekend door het Rijk, de gemeente Vlissingen, het Waterschap Scheldestromen en de Provincie Zeeland. Met dit akkoord heeft het Rijk zich verplicht tot het doen van concrete (financiële) bijdragen op de diverse beleidsonderdelen zoals opgenomen in de fiches in het rapport Wind in de zeilen. Op een aantal fiches ligt de uitvoeringsverantwoordelijkheid en –regie bij de gemeente Vlissingen. De uitvoering daarvan is opgenomen in de verschillende programma's in deze begroting. In deze paragraaf geven we inzicht in wat we voor die fiches in 2025 doen. Bij de overige fiches, waar Vlissingen geen actiehouder van is, zijn we ambtelijk en bestuurlijk (via de Stuurgroep Wind in de zeilen) wel betrokken, maar hebben nagenoeg geen uitvoerende taken.

Voor de gedetailleerde voortgang op alle fiches wordt verwezen naar de 8e voortgangsrapportage (30 juni 2024) van uitvoeringsregisseur Siebe Riedstra.

Op grond van het bestuursakkoord Wind in de zeilen heeft Vlissingen de volgende bijdragen (inclusief BTW) ontvangen:
Fiche D Kenniswerf fysieke ontwikkeling Kenniswerf: € 15 miljoen.
Fiche F2 Bereikbaarheid- Ontwikkeling Stationsgebied Vlissingen: € 5 miljoen.
Fiche I Arbeidsmarkt: € 1 miljoen.
Fiche J Aardgasvrije wijken: € 4 miljoen (dit bedrag is ontvangen na goedkeuring - in maart 2022 - van de aanvraag).

De besteding van deze bedragen vindt plaats overeenkomstig de door de Stuurgroep Wind in de zeilen vastgestelde plannen van aanpak en de subsidievoorwaarden.

 

Fiche Omschrijving Actiehouder Wat gaat het College daarvoor doen in 2025?        
A Compensatie gemaakte
kosten / overdracht gronden
Rijk, provincie Zeeland, gemeente Vlissingen Fiche is afgerond.
B1 Law Delta Justitieel Complex Vlissingen
(JCV)

Rijk, provincie Zeeland en
gemeente Vlissingen
In overleg met waterschap Scheldestromen en het Rijk onderzoeken wij of en hoe de dijkversterking bij de Oostelijke Bermweg en de verbreding van de ontsluitingsweg voor het JCV en Stadslandgoed parallel aan elkaar kunnen plaatsvinden en hierover afspraken gemaakt moeten worden. Op verzoek van het Rijk verwerven wij, bij voorkeur minnelijk, de gronden voor de herinrichting van de Visodeweg en de landbouwontsluitingsweg.
B2 Strategisch Kenniscentrum georganiseerde en ondermijnende criminaliteit Ministerie van Justitie en Veiligheid nvt
C Delta Climate Center Stichting DCC nvt
D Fysieke ontwikkeling Kenniswerf Vlissingen  Gemeente Vlissingen 

We werken gezamenlijk aan een uitwerking van de visie naar een plan. Dit plan dient als input voor één of meerdere omgevingsplannen of buitenplanse omgevingsplan activiteiten. Tegelijk met het opstellen van een omgevingsplan worden verdere afwegingen over de verwervingsstrategie voorbereid.

E Vergroten vermogen Investeringsfonds Zeeland Impuls Zeeland nvt
F1 Intercity Vlissingen - Randstad Ministerie van IenW nvt
F2 Ontwikkeling Stationsgebied Vlissingen gemeente Vlissingen  We stellen het masterplan in 2025 vast en starten met de uitvoeringvoorbereiding. 
F3 Living Lab Slimme Mobiliteit provincie Zeeland  nvt
F4 Rail Gent Terneuzen Ministerie van IenW nvt
G Industrie & Haven Minsterie van EZ Fiche is afgerond
H1 Huisartsen en Physician Assistants Ministerie van VWS nvt
H2 Toekomstbestendige zorginfrastructuur Ministerie van VWS/Zeeuwse Zorgcoalitie Fiche is afgerond
H3 Kerngezondcentra Vlissingen gemeente Vlissingen / CZ We ontwikkelen drie Kerngezond-centra in Vlissingen: multidisciplinaire samenwerkingsverbanden die ondersteund worden door digitalisering en huisvesting.
I Arbeidsmarkt: impuls werkzoekenden gemeente Vlissingen / Orionis De focus is verlegd naar inburgering en integratie van statushouders richting de arbeidsmarkt. In 2025 starten maximaal 75 statushouders met inburgerings- en integratietrajecten richting de arbeidsmarkt. 
J Aardgasvrije wijken gemeente Vlissingen  Fiche is afgerond
K Ontvlechten Evides en PZEM Ministerie van Financiën en provincie Zeeland Fiche is afgerond

Reserves en voorzieningen

Terug naar navigatie - Reserves en voorzieningen

In deze paragraaf gaan we in op het beleid rondom de reserves en voorzieningen. Per reserve en voorziening geven wij inzicht in de omvang en mutaties.

Beleid
Wij bieden jaarlijks bij de programmabegroting in de paragraaf Reserves en voorzieningen inzicht in de vorming en besteding van de reserves en voorzieningen. Wij leggen hierbij de wijzigingen ten opzichte van het lopende beleid, voor zover deze vallen onder de exclusieve bevoegdheid van de raad, ter besluitvorming voor aan de raad. Incidenteel doen wij dit ook bij de bestuursrapportages. 

 

Voor het opmaken van de programmabegroting 2025 hebben we de reserves en voorzieningen doorgelicht waarbij we de volgende punten zoveel mogelijk in beeld hebben gebracht, beoordeeld en/of onderbouwd.

  • Doel: Wat is kort geformuleerd het doel van de reserve/voorziening?
  • Ontstaan: Met welke soort middelen is de reserve/voorziening kort geformuleerd ontstaan?
  • Mutaties: Hoe ziet globaal het verloop (mutaties verleden en toekomst) van deze reserve/voorziening eruit?
  • Noodzaak: Is deze reserve/voorziening en zo ja in welke mate noodzakelijk rekening houdend met een eventuele maximale omvang en maximale looptijd?

Berekende rente
In de lijn van de regelgeving van het BBV (en onze financiële verordening) voegen we geen rente toe aan reserves en voorzieningen.

Ontwikkelingen
Op basis van het Artikel 12-rapport Vlissingen 2017-2018 heeft de beheerder van het gemeentefonds een beschikking afgegeven op basis waarvan voor de periode 2019-2029 wij de volgende aanvullende uitkeringen uit het gemeentefonds ontvangen. De jaarlijkse bijdrage artikel 12 bestaat uit een jaarlijks bedrag van € 7 miljoen t/m 2027 en € 4,8 miljoen in 2028 van de fondsbeheerders en een eigen bijdrage van € 1,7 miljoen (met jaarlijkse indexatie van 1,6%). Met ingang van 2026 gebruiken we de eigen bijdrage als algemeen dekkingsmiddel.

Overzicht reserves

Terug naar navigatie - Overzicht reserves
Overzicht reserves (bedragen x € 1.000) 1-1-2024 Storting Onttrekking 31-12-2024 Storting Onttrekking 31-12-2025
Algemene reserve (algemene dekkingsmiddelen) -43.964 18.476 -8.263 -33.752 9.091 -24.661
Totaal Algemene reserve -43.964 18.476 -8.263 -33.752 9.091 -24.661
Programma Leefbaarheid
Reserve bomruimingen 2.078 -10 2.068 -10 2.058
Reserve geluidsaneringen 326 326 326
Reserve Visserijkade 621 440 1.061 468 1.529
Reserve degeneratievergoeding glasvezel 1.559 48 1.607 1.607
Reserve kapitaallasten programma 1 1.000 1.000 -33 967
Reserve aanloopverliezen parkeergarage Machinefabriek 4.400 4.400 4.400
Subtotaal programma leefbaarheid 4.584 5.888 -10 10.462 468 -43 10.886
Programma Aantrekkelijke stad
Reserve Wind in de zeilen 2.384 18.546 -4.214 16.716 2.930 -1.500 18.146
Reserve maritieme en/of cultuur hist. evenementen 100 100 -100 100 100 200
Reserve kapitaallasten programma 2 690 690 -28 662
Reserve omgevingswet 1.189 1.189 1.189
Reserve stadslandgoed Nieuwerve 2.623 2.623 2.623
Subtotaal programma aantrekkelijke stad 6.986 18.646 -4.314 21.318 3.030 -1.528 22.821
Programma Sociale samenhang
Reserve investeringsfonds sociaal domein 360 360 360
Reserve sociaal domein 24.198 -25 24.173 -1.400 22.773
Reserve centrumtaken 48.325 -48.325
Reserve regiobudget centrumtaken 16.070 16.070 16.070
Reserve doordecentralisatie beschermd wonen Vlissingen 8.058 8.058 8.058
Reserve revitalisering accommodaties 535 -71 464 -71 393
Reserve opvang vluchtelingen 5.977 1.809 7.785 2.074 9.859
Subtotaal programma sociale samenhang 55.197 50.134 -48.421 56.910 2.074 -1.471 57.513
Programma Bestuur
Reserve frictiekosten algemeen 834 834 834
Reserve organisatie doorontwikkeling 1.866 -897 969 -469 500
Reserve transitievisie 543 543 543
Reserve budgetoverhevelingen 3.658 -1.289 2.369 2.369
Subtotaal programma bestuur 6.901 -2.186 4.715 -469 4.246
Overhead
Reserve nieuwbouw stadsbeheer 1.300 -51 1.249
Subtotaal overhead 1.300 -51 1.249
Algemene dekkingsmiddelen
Reserve GBE Aqua 10.420 9.294 19.714 19.714
Subtotaal algemene dekkingsmiddelen 10.420 9.294 19.714 19.714
Totaal Bestemmings reserves 84.089 83.962 -54.931 113.119 6.872 -3.562 116.429

Algemene reserve

Terug naar navigatie - Algemene reserve

De algemene reserve is ontstaan uit voor- en nadelige jaarrekeningresultaten tot en met de jaarrekening 2023 en de jaarlijkse bijdrage artikel 12. Deze reserve is een onderdeel van de weerstandscapaciteit van de gemeente en dient om niet begrote kosten en risico's af te dekken waar nog geen maatregelen voor zijn getroffen in relatie tot de financiële positie. We gaan in gesprek met de artikel 12 inspecteur over het saneren van de algemene reserve en het op peil brengen van de weerstandscapaciteit.

Reserve bomruimingen

Terug naar navigatie - Reserve bomruimingen

Doel:
Dekken van de kosten van het opsporen en ruimen van conventionele explosieven uit de tweede wereldoorlog binnen de diverse grondexploitaties. Daarnaast wordt deze reserve ook ingezet ten behoeve van onderzoeks- en ruimingskosten conventionele explosieven binnen de kredieten/investeringen en de reguliere exploitatie.

Ontstaan:
Specifieke uitkering BZK in 2010 van € 3,4 miljoen.

Mutaties:     
Voor explosievenonderzoek onttrekken we jaarlijks € 10.000 aan deze reserve. 

Noodzaak:     
De reserve lijkt niet noodzakelijk in de huidige omvang echter zijn in 2024 zeemijnen gevonden in de binnenhavens. Dit kan oplopen tot een zeer groot aantal en daarmee een langdurig project voor onze gemeente worden. Het is nog niet goed in te schatten hoe hoog de kosten kunnen worden. Dit is mede afhankelijk van de hoeveelheid en type explosieven die aangetroffen gaan worden. Als bevoegd gezag zijn wij verantwoordelijk voor het treffen van beheersmaatregelen en voor de kosten die gepaard gaan met bijvoorbeeld het inrichten van een springlocatie. Mogelijk dienen tot ruim 50 zeemijnen opgespoord en geruimd te worden. De kosten die we gaan maken kunnen voor 68% gedeclareerd worden bij het Rijk. Ook zijn er in de toekomst naast kosten rond de zeemijnen mogelijk in uitzonderingsgevallen nog kosten waarvoor, na aftrek van de vergoeding van 68 %, dekking noodzakelijk is. Vanwege deze onzekerheid willen we de gehele reserve beschikbaar houden zodat hiervoor dekking beschikbaar blijft en de raad de benodigde budgetten eenvoudig kan autoriseren.

Reserve geluidsaneringen

Terug naar navigatie - Reserve geluidsaneringen

Doel:     
De dekking van de kosten van geluid reducerende maatregelen.

Ontstaan:     
Deze reserve vormden wij in 2019 bij de bestemming van het jaarrekeningresultaat 2018 (RV 1120640 Jaarstukken 2018) voor een bedrag van € 754.000 uit de vrijgevallen ISV-gelden. De reserve benutten we voor verplichtingen voor geluidsoverlast.

Mutaties:     
Voor 2025 zijn nog geen mutaties opgenomen.

Noodzaak:     
De gemeente is verplicht de saneringslijsten A en B voor woningen waarbij verkeerslawaai relevant is af te handelen. Voor de meeste saneringslijsten ontvangt de gemeente subsidie. Dat geldt niet voor het afhandelen van een groot aantal woningen op de A-lijst die al eerder onderzocht zijn. Voor 83 woningen op de A-lijst hebben we geen bewijs beschikbaar dat de woning voldoet aan de binnenwaarde en bij zienswijze/bezwaar zullen we dit aan moeten tonen. Ook ontbreken mogelijk nog woningen op de A- en B-lijst waarvoor nog werkzaamheden moeten worden gedaan. Pas als alle projecten op de A- en B- lijsten zijn afgesloten kan het eventuele restant van deze reserve vrijvallen.

Reserve Visserijkade

Terug naar navigatie - Reserve Visserijkade

Doel:     
De bestemmingsreserve Visserijkade is ingesteld om de huuropbrengsten Visserijkade in een reserve onder te brengen en daarmee de kosten van vernieuwing van de visserijkade deels te kunnen dekken.

Ontstaan:     
De reserve is in 2022 gevormd bij de eerste bestuursrapportage conform de collegenota kadeherstel Visserijkade.

Mutaties:     
De huuropbrengsten uit verhuur van deze kade wordt jaarlijks aan deze reserve toegevoegd. Vanaf 2025 wordt weer een belangrijk deel van de visserijkade vernieuwd en in dat jaar zal de reserve Visserijkade ook worden ingezet voor een gedeeltelijke dekking van de kosten van de kadevernieuwing naast de voorziening achterstallig onderhoud kades. 

Noodzaak:     
De investeringsplanning voor de kadevernieuwingen vanaf 2025 is geactualiseerd waarbij deze reserve volledig wordt ingezet voor gedeeltelijke dekking van de kosten van de kadevernieuwing. 

Reserve degeneratievergoeding glasvezel

Terug naar navigatie - Reserve degeneratievergoeding glasvezel

Doel:     
Dekken kosten herstel van het wegdek / groen in de komende 10 jaar wegens de aanleg van glasvezel door providers.

Ontstaan:     
Op basis van samenwerkingsovereenkomsten in 2022 en 2023 ontvangen degeneratievergoedingen van glasvezelproviders.

Mutaties:     
In totaal zijn er degeneratievergoedingen ontvangen van € 1,6 miljoen. De degeneratie van de verharding die op termijn optreedt, is niet goed voorspelbaar en daardoor kunnen de herstelwerkzaamheden niet gepland worden. Daarom willen we jaarlijks via de bestuursrapportage een bedrag aan de reserve onttrekken voor de benodigde herstelwerkzaamheden. Dit voor een periode van ± 10 jaar. 

Noodzaak:     
Noodzakelijk om direct dekking beschikbaar te hebben voor deze moeilijk voorspelbare extra kosten zodat de raad de benodigde budgetten eenvoudig kan autoriseren. De hoogte van de ontvangen degeneratievergoedingen, welke de voeding voor de reserve vormen en welke zijn gebaseerd op een inschatting van de kosten van degeneratie, borgen dat de reserve niet onnodig hoog oploopt. De zogenaamde “sleuf” die de glasvezelproviders achterlaten is duidelijk zichtbaar en moet worden hersteld, vooral in winkelgebieden waar de veiligheid toch voorop moet staan. Er wordt gewerkt aan het integreren van de middelen in de Toekomstige Openbare Ruimte (TOR) projecten, de herinrichtingsprojecten en in de extra herbestratingswerkzaamheden die nodig zijn om niveau C en D mogelijk te houden.

Reserve kapitaallasten programma 1

Terug naar navigatie - Reserve kapitaallasten programma 1

Doel:     
Dekking van de kapitaallasten van investeringen voor zover deze gedekt zijn uit eigen reserves.

Ontstaan:     
Deze reserve wordt gebruikt voor dekking van de kapitaallasten van de investering aanleg kunstgrasveld Irislaan van € 1 miljoen.

Mutaties:     
In 2024 is er vanuit de reserve Wind in de zeilen € 1 miljoen toegevoegd aan de reserve kapitaallasten voor dekking van de kapitaallasten van investeringen programma 1. Als de investering is afgerond zal er jaarlijks de bijbehorende kapitaallasten worden onttrokken aan deze reserve.

Noodzaak:     
Dit is een technisch administratieve reserve welke wettelijk verplicht is in het geval investeringen (gedeeltelijk) gedekt worden door eigen reserves. 

Reserve aanloopverliezen parkeergarage Machinefabriek.

Terug naar navigatie - Reserve aanloopverliezen parkeergarage Machinefabriek.

Doel:
De verwachte aanloopverliezen voor de parkeergarage Machinefabriek over de periode 2026-2040 te kunnen opvangen. 

Ontstaan:
Met de jaarrekening 2023 is als resultaatbestemming € 4,4 miljoen toegevoegd aan deze bestemmingsreserve (zie raadsbesluit 2469028, d.d. 3-7-2024). Deze reserve ligt nog wel ter goedkeuring bij de inspecteur artikel 12.

Mutaties: 
Vanaf 2026 onttrekken we jaarlijks een bedrag om de verwachte aanloopverliezen voor de parkeergarage Machinefabriek te kunnen opvangen. 

Noodzaak: 
De bestemmingsreserve is bedoeld om de verwachte aanloopverliezen voor de parkeergarage Machinefabriek over de periode 2026-2040 te kunnen opvangen. 

Reserve Wind in de zeilen

Terug naar navigatie - Reserve Wind in de zeilen

Doel:     
Dekking van de kosten voor aan het pakket Wind in de zeilen gerelateerde projecten, effecten en spin-off gericht op sociaal economische structuurversterking conform de intern vastgestelde kaders.

Ontstaan:     
Bij de vaststelling van de programmabegroting 2021 besloot de raad tot het vormen van de bestemmingsreserve Wind in de zeilen (WIZ). Van de ontvangen middelen van € 7,3 miljoen uit het compensatiepakket voor het niet verhuizen van de marinierskazerne naar Vlissingen resteerde eind 2022 nog € 2,8 miljoen welk bedrag in de reserve WIZ is gestort.

Mutaties:
De stortingen in deze reserve voor 2024 en 2025 betreffen dividend ZEH/Evides. De onttrekkingen in 2024 betreffen kwaliteitsimpuls Kenniswerf en verliesvoorziening Kenniswerf fase 5. De onttrekking in 2025 is voor de kwaliteitsimpuls Kenniswerf.

Noodzaak:     
Het beschikbaar houden van de middelen om deze in te zetten voor projecten/doelen die gerelateerd zijn aan het compensatiepakket Wind in de zeilen en de sociaal economische structuurversterking van onze gemeente. Overigens valt de besteding van de middelen, die we in de reserve WIZ storten vanwege de relatie met het compensatiepakket WIZ, buiten het artikel 12-traject vanwege de afspraken in het bestuursakkoord.

Reserve maritieme en/of cultuur hist. evenementen

Terug naar navigatie - Reserve maritieme en/of cultuur hist. evenementen

Doel:     
Het bijdragen aan het mogelijk maken van maritieme en/of cultureel historische evenementen en activiteiten door het beschikbaar stellen van middelen vanuit deze reserve.

Ontstaan:     
Ingesteld bij de begroting 2020 met een jaarlijkse storting van € 25.000.

Mutaties:     
Vanuit het coalitieakkoord 2022-2026 is er vanaf 2023 besloten tot een jaarlijkse extra storting in deze reserve van € 75.000 waardoor we vanaf dat jaar ieder jaar € 100.000 aan deze reserve toevoegen.

Noodzaak:     
Van belang voor het dekken van de kosten van maritieme en/of cultureel historische evenementen en activiteiten.

Reserve kapitaallasten programma 2

Terug naar navigatie - Reserve kapitaallasten programma 2

Doel:     
Dekking van de kapitaallasten van investeringen voor zover deze gedekt zijn uit eigen reserves.

Ontstaan:     
Op 26 september 2023 is door de raad besloten een krediet beschikbaar te stellen om het gemeentelijk pand aan de Nieuwendijk 11 (Maritiem Muzeeum Zeeland) inpandig uit te breiden en te verbouwen. Daarnaast is er besloten hiervoor een reserve kapitaallasten in te stellen en een bedrag van € 690.000 in 2023 toe te voegen aan deze reserve ten laste van de reserve Wind in de Zeilen. 

Mutaties:     
Vanaf 2025 wordt er jaarlijks de bijbehorende kapitaallasten worden onttrokken aan deze reserve.

Noodzaak:     
Dit is een technisch administratieve reserve welke wettelijk verplicht is in het geval investeringen (gedeeltelijk) gedekt worden door eigen reserves. 

Reserve omgevingswet

Terug naar navigatie - Reserve omgevingswet

Doel:     
Reserveren van de middelen die ter beschikking worden gesteld voor de implementatie van de omgevingswet.

Ontstaan:     
Beschikbaar gestelde middelen voor de implementatie van de omgevingswet van de voorliggende jaren welke wel zijn begroot maar nog niet zijn besteed.

Mutaties:     
In 2022 is voor bedrag van € 1,0 miljoen aan middelen, welke door vertraging in de uitvoering nog niet zijn besteed en middelen uit de septembercirculaire bedoeld voor de transitie, aan de reserve toegevoegd. In 2023 is door vertraging een bedrag van € 0,2 miljoen toegevoegd.

Noodzaak:     
Noodzakelijk om de jaarlijkse besteding van deze projectmatige middelen voor de implementatie van de omgevingswet, welke uiterlijk per 1 januari 2032 stapsgewijs volledig moet zijn geïmplementeerd, te stroomlijnen (in plaats van jaarlijks overhevelen) zodat de raad de benodigde budgetten eenvoudig kan autoriseren. 

Reserve stadslandgoed Nieuwerve

Terug naar navigatie - Reserve stadslandgoed Nieuwerve

Doel:     
Reserveren van de middelen die ter beschikking zijn gesteld voor de planvorming van het Wind in de zeilen project JCV (Justitieel Complex Vlissingen).

Ontstaan:     
In 2022 is vanwege vertraging bij de planvorming een budget van € 250.000 niet besteed welk bedrag aan deze reserve is toegevoegd. 

Mutaties:    
In 2023 is een eenmalige bijdrage van € 2,4 miljoen ontvangen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid voor de ontwikkeling van het stadslandgoed Nieuwerve welke aan de reserve is toegevoegd. 

Noodzaak:     
De planvorming zal uiterlijk in 2024 worden afgerond waarna de beschikbare middelen benodigd zijn voor de uitvoering. 

Reserve investeringsfonds sociaal domein

Terug naar navigatie - Reserve investeringsfonds sociaal domein

Doel:     
Dekking tekort saldo lasten en baten zoals begroot voor 2024 rond investeringsfonds sociaal domein waarbij we voldoen aan de eisen van de artikel 12-inspecteur rond de opgelegde taakstelling.

Ontstaan:     
In 2023 heeft een storting plaatsgevonden ten laste van de exploitatie in relatie tot het overschot centrumtaken.

Mutaties:     
In 2024 staat de onttrekking uit deze reserve van het begrote tekort van € 0,4 miljoen conform raadsbesluit gepland.

Noodzaak:     
Deze reserve is technisch administratief noodzakelijk om het begrote tekort voor 2024 rond het investeringsfonds sociaal domein te kunnen dekken uit het overschot centrumtaken van 2023 en om op dit punt te voldoen aan de eisen van de artikel 12-inspecteur.

Reserve sociaal domein

Terug naar navigatie - Reserve sociaal domein

Doel:
De reserve sociaal domein is gevormd in afwachting van een definitief bestemmingsvoorstel.

Mutaties:     
In 2024 is er vanuit de reserve centrumtaken € 24,2 miljoen toegevoegd aan deze bestemmingsreserve. In 2024 onttrekken we € 25.000 conform raadsbesluit (Intergemeentelijk onderzoek uitgaven op zorg per inwoner). In 2025 en 2026 onttrekken we zoals opgenomen in de kadernota 2025 per jaar € 1,4 miljoen voor het plan van aanpak sociaal domein. In de beschikking van het inspectierapport 2021-2022 heeft de inspecteur een bijzonder voorschrift c opgenomen: Uit de reserve Centrumtaken dient voor 2021 € 2 miljoen en voor 2022 € 3 miljoen ingezet te worden voor de sanering van de tekorten sociaal domein en werk & inkomen in die jaren'. 

Noodzaak: 
De reserve sociaal domein is gevormd in afwachting van een definitief bestemmingsvoorstel.

(Historische) Reserve centrumtaken

Terug naar navigatie - (Historische) Reserve centrumtaken

De reserve centrumtaken is per 1 januari 2024 opgeheven. De reserves ‘regiobudget centrumtaken’ en 'doordecentralisatie beschermd wonen Vlissingen’ zijn per 1 januari 2024 ingesteld ten laste van de reserve centrumtaken en deze willen we handhaven voor de kosten van het regiobudget en voor de financiële risico’s die we lopen als centrumgemeente. Met het restant van de reserve centrumtaken is de reserve sociaal domein per 1 januari 2024 ingesteld en deze willen we, behoudens de door de inspecteur voorgeschreven onttrekking ten gunste van de algemene reserve handhaven. Dit in afwachting van een definitief bestemmingsvoorstel mede in overleg met de inspecteur over eventuele inzet voor de sanering van de negatieve algemene reserve.

Reserve regiobudget centrumtaken

Terug naar navigatie - Reserve regiobudget centrumtaken

Doel:
De reserve regiobudget centrumtaken is bedoeld voor financiële armslag van de Zeeuwse gemeenten en vanwege de gemaakte afspraken noodzakelijk. Enerzijds voor het dekken van incidentele financiële risico’s voor de 13 regiogemeenten. Anderzijds voor de ambities in de Regiovisie Beschermd wonen en Maatschappelijke opvang Zeeland 2022-2025 voor de transformatie van beschermd wonen naar een beschermd thuis en innovatie.

Mutaties:     
In 2024 is er vanuit de reserve centrumtaken € 16 miljoen toegevoegd aan de reserve ‘regiobudget centrumtaken’.

Noodzaak: 
Deze reserve is bedoeld voor financiële armslag van de Zeeuwse gemeenten en vanwege de gemaakte afspraken noodzakelijk. 

Reserve doordecentralisatie beschermd wonen Vlissingen

Terug naar navigatie - Reserve doordecentralisatie beschermd wonen Vlissingen

Doel:
De reserve doordecentralisatie beschermd wonen Vlissingen is bedoeld voor de financiële risico's die gemeente Vlissingen loopt als centrumgemeente.

Mutaties:     
In 2024 is er vanuit de reserve centrumtaken € 8 miljoen toegevoegd aan deze bestemmingsreserve.

Noodzaak: 
Deze reserve is noodzakelijk voor het dekken van de financiële risico's die gemeente Vlissingen loopt als centrumgemeente.

Reserve revitalisering accommodaties

Terug naar navigatie - Reserve revitalisering accommodaties

Doel:     
De reserve heeft als doel de uitvoering van het plan Revitalisering gemeentelijk accommodatiebestand mogelijk te maken.

Ontstaan:     
Ingesteld in 2019 omdat een frictiekostenbudget benodigd is voor de uitvoering van het project Revitalisering gemeentelijk accommodatiebestand en de hieraan gerelateerde taakstelling. Vanuit het gelopen artikel 12 traject (artikel 12 rapport 2017 / 2018) zijn geen frictiekosten toegekend en is door de inspecteur aangegeven dat de frictiekosten gedekt moeten worden uit de boekwinsten van de verkochte accommodaties. 

Mutaties:     
De reserve is t/m 2023 gevoed met de boekwinsten van de verkochte accommodaties. De jaarlijkse onttrekking is ter dekking van extra (onderhouds)kosten van de revitalisering.

Noodzaak:     
Zoals aangegeven bij het onderdeel "doel" van deze reserve, om de uitvoering van het plan Revitalisering gemeentelijk accommodatiebestand mogelijk te maken.

Reserve opvang vluchtelingen

Terug naar navigatie - Reserve opvang vluchtelingen

Doel: 
Oormerken van de overschotten op specifieke vergoedingen die zijn ontvangen voor de opvang van vluchtelingen en statushouders voor deze doelgroep. 

Ontstaan:     
Het overschot 2022 van € 2,0 miljoen is toegevoegd aan de reserve.

Mutaties:     
In 2023 zijn het overschot 2023 van € 3,5 miljoen en een voordelige afrekening over 2022 van € 0,5 miljoen aan de reserve toegevoegd. De stand van de reserve bestaat uit respectievelijk SPUK rijksbijdrage Oekraïne € 5,4 miljoen en Bijdrage COA Noodopvang € 0,6 miljoen. Voor 2024 voegen we € 1,8 miljoen en voor 2025 € 2,0 miljoen aan deze reserve (verschil tussen de begrote kosten en de begrote ontvangsten).

Noodzaak:     
De gemeente volgt het advies op van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) om het Oekraïnebudget op te sparen voor toekomstige opvang, omdat onbekend is wat er na 4 maart 2025 met de speciale EU-status voor Oekraïense ontheemden gebeurt en welke gevolgen dit heeft op verblijfsrecht, huisvesting, rechten op algemene middelen en de bekostigingsregeling voor gemeenten. Laatstgenoemde heeft ook directe gevolgen voor langlopende verplichtingen zoals personele lasten en huurcontracten. Daarnaast wordt de reserve gebruikt om te investeren in meer permanente huisvesting voor kwetsbare doelgroepen, waaronder Oekraïense ontheemden en statushouders. De reserve wordt ook gebruikt voor een impulstraject t.b.v. succesvolle integratie van statushouders in Vlissingen. De komende periode wordt gebruikt om plannen hiervoor uit te werken.

Reserve frictiekosten algemeen

Terug naar navigatie - Reserve frictiekosten algemeen

Doel:     
De dekking van de kosten om het mogelijk te maken de bezuinigingstrajecten Agenda voor herstel, Clusteranalyse 2015 en Kerntakendiscussie te realiseren (zie hoofdstuk 6 van het inspectierapport 2017-2018 incl. bijlagen 6.2 en 6.3).

Ontstaan:     
In 2019 ingesteld voor een bedrag van € 1,2 miljoen bij de bestemming van het resultaat van de jaarrekening 2018.

Mutaties:     
Jaarlijks zal met de bestuursrapportage indien noodzakelijk een mutatie worden opgenomen.

Noodzaak:     
De reserve is gevormd op basis van het artikel 12-rapport 2017-2018 waarin de inspecteur heeft aangegeven dat van het resterend frictiebudget uit 2017 een bestemmingsreserve frictiekosten algemeen van € 1,2 miljoen mag worden gevormd voor frictiekosten rond de bezuinigingstrajecten.

Reserve organisatie doorontwikkeling

Terug naar navigatie - Reserve organisatie doorontwikkeling

Doel:
Dekking onvoorziene en incidentele kosten voor knelpunten organisatie bijvoorbeeld door uitkomsten onderzoeken benchmark personeel, functiegebouw personeel en strategische personeelsplanning (SPP) tot maximum van € 2 miljoen.

Ontstaan:     
Overschotten personeelsbudget 2021 t/m 2023.

Mutaties:     
In 2024 en 2025 onttrekken we respectievelijk € 0,9 miljoen en € 0,5 miljoen.

Noodzaak:     
Noodzakelijk om direct dekking beschikbaar te hebben voor deze extra onvoorziene en incidentele kosten zodat de raad de benodigde budgetten eenvoudig kan autoriseren. De maximum omvang van € 2 miljoen borgt dat de reserve niet onnodig hoog oploopt.

Reserve transitievisie

Terug naar navigatie - Reserve transitievisie

Doel:     
Het ontwikkelen en uitvoeren van de Transitievisie Warmte (TVW), het ontwikkelen van Wijk uitvoeringsplannen (WUP) als nadere uitwerking van de TVW en het ondersteunen, uitbreiden en initiëren van energieloketten.

Ontstaan:     
Deze reserve is in 2022 gevormd bij de 1e bestuursrapportage en heeft als doel om de middelen die ter beschikking worden gesteld voor de transitievisie te reserveren.

Mutaties:     
In 2022 zijn de middelen beschikbaar gesteld in de december circulaire van 2019 (€ 248.000) en de mei circulaire 2022 (€ 295.000) opgenomen in deze reserve. In 2023 waren er geen mutaties op deze reserve.

Noodzaak:     
De transitievisie warmte, de wijkaanpak en de energieloketten vragen flink wat tijd om op te zetten en uit te rollen. Daarmee duurt het ook wat langer voor er aanspraak gemaakt gaat worden op deze reserve. Voor 2024 en verder staan diverse onderzoeken op de agenda, zoals restwarmte hergebruiken uit het sloegebied en een vleermuizenonderzoek in het kader van het nationaal isolatieprogramma. Wij verwachten de reserve hieraan volledig te besteden. 

Reserve budgetoverhevelingen

Terug naar navigatie - Reserve budgetoverhevelingen

Doel:     
Het via deze reserve overhevelen naar het volgend begrotingsjaar van (delen van) incidentele budgetten welke per eind van het begrotingsjaar nog niet zijn besteed maar in het volgend begrotingsjaar nog wel noodzakelijk zijn. 

Ontstaan:     
Tot en met 2022 vonden de budgetoverhevelingen plaats via de algemene reserve en de reserve centrumtaken. Vanaf 2023 muteren we alle budgetoverhevelingen via de reserve budgetoverhevelingen waardoor we de algemene reserve en de reserve centrumtaken niet belasten en een zuiver inzicht ontstaat in de omvang van deze reserves per eind van het jaar.

Mutaties:     
Via de tweede bestuursrapportage worden de budgetoverhevelingen van het desbetreffende jaar in de reserve budgetoverhevelingen gestort. In het daaropvolgende begrotingsjaar wordt elke budgetoverheveling na akkoord van de artikel 12 inspecteur en de toezichthouder onttrokken aan de reserve budgetoverhevelingen.

Noodzaak:     
Elk jaar zijn er incidentele budgetten die we moeten overhevelen naar het volgende jaar om de doelen van deze budgetten te kunnen realiseren. 

Reserve nieuwbouw stadsbeheer

Terug naar navigatie - Reserve nieuwbouw stadsbeheer

Doel:     
Dekking vanaf 2025 voor de jaarlijkse kapitaallasten van de investering nieuwbouw Stadsbeheer.

Ontstaan:     
Met het raadsbesluit van 3 november 2022. De geschatte boekwinst van de vrijkomende terreinen aan de Vredehoflaan wordt via een dekkingsreserve geheel ingezet ten bate van de nieuwbouw Stadsbeheer.

Mutaties:   
De geschatte boekwinst van € 1,3 miljoen is toegevoegd aan de reserve nieuwbouw stadsbeheer. Vanaf 2025 wordt er jaarlijks € 51.000 uit deze reserve onttrokken ter dekking kapitaallasten van de nieuwbouw Stadsbeheer.

Noodzaak:     
Ter dekking van de jaarlijkse kapitaallasten van de investering nieuwbouw Stadsbeheer.

Reserve GBE Aqua

Terug naar navigatie - Reserve GBE Aqua

Doel:     
Beschikbaar houden van ‘fictieve’ middelen als beklemde reserve vanwege de herwaardering van de aandelen Evides (via GBE Aqua) wat mogelijk is geworden door de ontvlechting van de aandelen Evides uit PZEM (nu ZEH).

Ontstaan:     
Als onderdeel van Wind in de Zeilen zijn in 2022 de aandelen Evides voor € 380 miljoen ontvlochten uit PZEM (nu ZEH) en overgenomen door een daarvoor specifiek opgerichte onderneming GBE Aqua. Het dividend van ZEH wordt sinds 2022 doorgestort voor de aflossing van de door GBE Aqua aangegane geldlening voor de aankoop van de aandelen Evides. Deze kapitaalstorting is een financieel vast actief in onze balans. Hiertegenover staat de reserve GBE Aqua (zogenaamde beklemde reserve) welke vrijkomt bij een eventuele verkoop van de aandelen GBE Aqua.

Mutaties:     
De kapitaalstortingen bestaande uit het dividend ZEH zijn in 2022 en 2023 geactiveerd en voor dezelfde bedragen zijn stortingen in de reserve GBE Aqua gedaan. In 2024 wordt door uitbetaling van het superdividend door ZEH het restant van de lening door GBE Aqua geheel afgelost. De reserve GBE Aqua loopt hierdoor in 2024 net als het financieel vast actief van de aandelen GBE Aqua op tot € 19,7 miljoen.

Noodzaak:     
De reserve GBE Aqua is een beklemde reserve welke samenhangt met de kapitaalstortingen die zijn gedaan in GBE Aqua. Deze reserve is daarmee bestemd en kan alleen vrijvallen bij eventuele verkoop van de aandelen GBE Aqua. 

Overzicht voorzieningen

Terug naar navigatie - Overzicht voorzieningen
Overzicht voorzieningen (bedragen x € 1.000) 1-1-2024 Storting Onttrekking 31-12-2024 Storting Onttrekking 31-12-2025
Verliesvoorziening grondexploitaties
Verliesvoorziening grondexploitaties 2.362 2.700 5.062 5.062
Subtotaal 2.362 2.700 0 5.062 0 0 5.062
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's
Voorziening pensioenbijdragen wethouders (APPA) 3.779 -189 3.589 -245 3.344
Voorziening spaarverlof 1.202 1.202 1.202
Voorziening wachtgeld oud-bestuurders 89 174 -124 138 -103 35
Voorziening regeling voor vervroegd uittreden (RVU) 85 -27 59 -37 21
Voorziening precario kabels en leidingen 3.835 3.835 3.835
Voorziening salarisgarantie voormalig personeel bibliotheek Vlissingen 156 0 156 156
Subtotaal 9.145 174 -340 8.979 0 -386 8.594
Voorzieningen voor middelen van derden waarvan de bestemming gebonden is
Voorziening achterstallig onderhoud 5.023 -67 4.956 -240 4.716
Voorziening leges 280 280 280
Tariefegalisatievoorziening GRP 6.826 2.643 -3.050 6.419 2.611 -3.100 5.931
Egalisatievoorziening afval 706 706 706
Subtotaal 12.835 2.643 -3.117 12.361 2.611 -3.340 11.632
Onderhoudsvoorzieningen
Voorziening groot onderhoud kades 598 268 -644 222 454 -601 75
Voorziening groot onderhoud accommodaties 916 2.975 3.891 1.422 -1.284 4.029
Subtotaal 1.514 3.243 -644 4.113 1.876 -1.885 4.104
Totaal voorzieningen 25.856 8.760 -4.101 30.515 4.488 -5.611 29.392

Verliesvoorziening grondexploitaties

Terug naar navigatie - Verliesvoorziening grondexploitaties

Doel:     
Financiële dekking van verwachte verliezen tijdens het afsluiten van negatieve grondexploitaties in de toekomst.

Ontstaan:     
Ten laste van de algemene middelen c.q. de reguliere exploitatie. 

Mutaties:     
Jaarlijks vinden een tweetal herzieningen van de grondexploitaties plaats welke telkens leiden tot (per saldo) mutaties in de voorzieningen grondexploitaties ten laste/gunste van de reguliere exploitatie.

Noodzaak:     
Conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) moet er een verliesvoorziening getroffen worden voor de verliesgevende grondexploitaties. Deze verliesvoorziening is gebaseerd op de verwachte eindwaarde van de betreffende grondexploitaties. Doordat we ook rekenen met een ‘laag’ scenario wordt er in die voorziening(en) rekening gehouden met een maximale omvang en een maximale looptijd van de betreffende plannen. 

Voorziening pensioenbijdragen wethouders (APPA)

Terug naar navigatie - Voorziening pensioenbijdragen wethouders (APPA)

Doel:     
Voldoen aan de verplichting tot het uitbetalen van wethouderspensioenen bij pensionering.

Ontstaan:     
Stortingen ten laste van de exploitatie als gevolg de pensioenpremies voor zittende wethouders, uitbetaling van verzekeringspolissen en herberekening pensioenen om te kunnen voldoen aan de toekomstige verplichtingen van wethouders.

Mutaties:     
Jaarlijks vinden er mutaties (stortingen of onttrekkingen) plaats om te kunnen voldoen aan de toekomstige verplichtingen en onttrekkingen voor uitbetaling van pensioenbijdragen.

Noodzaak:     
Geheel noodzakelijk om te kunnen voldoen aan de toekomstige pensioenverplichtingen van wethouders.

Voorziening spaarverlof

Terug naar navigatie - Voorziening spaarverlof

Doel:     
Voldoen aan de verplichting van de gespaarde verlofuren van de medewerkers. 

Ontstaan:     
In 2022 is deze voorziening ontstaan ten laste van de exploitatie om conform de BBV-vereisten te voldoen aan de verplichtingen van de gespaarde verlofuren van de medewerkers.

Mutaties:     
Jaarlijks wordt deze voorziening conform de BBV-voorschriften geactualiseerd.

Noodzaak:     
Geheel noodzakelijk vanwege de BBV-vereisten.

Voorziening wachtgeld oud bestuurders

Terug naar navigatie - Voorziening wachtgeld oud bestuurders

Doel:     
Voldoen aan de wachtgeldverplichtingen aan oud bestuurders.

Ontstaan:     
Een aantal jaren geleden is deze voorziening ontstaan ten laste van de exploitatie om conform de BBV-voorschriften te voldoen aan de wachtgeldverplichtingen aan oud bestuurders.

Mutaties:     
Jaarlijks wordt deze voorziening conform de BBV-voorschriften geactualiseerd.

Noodzaak:     
Geheel noodzakelijk om te kunnen voldoen aan de wachtgeldverplichtingen van oud bestuurders.

Voorziening Regeling Vervroegd Uittreden (RVU)

Terug naar navigatie - Voorziening Regeling Vervroegd Uittreden (RVU)

Doel:     
Voldoen aan de verplichting aan (oud) medewerkers die gebruik maken van de Regeling Vervroeg Uittreden (RVU).

Ontstaan:     
In 2023 is deze voorziening ontstaan ten laste van de exploitatie om conform de BBV-vereisten te voldoen aan de verplichtingen aan de (oud) medewerkers die gebruik maken van de regeling.

Mutaties:     
Op grond van de huidige berekening is er voor 2025 een onttrekking van € 37.000 geraamd.

Noodzaak:     
Geheel noodzakelijk om te kunnen voldoen aan de toekomstige verplichtingen van vervroegde uittreding van (oud) medewerkers.

Voorziening precario kabels en leidingen

Terug naar navigatie - Voorziening precario kabels en leidingen

Doel:     
Dekken van het risico dat geïnde precario over kabels en leidingen voor netwerken van nutsbedrijven achteraf gezien niet geheven had mogen worden.

Ontstaan:     
Door reservering in 2017 van de geïnde precario voor netwerken van nutsbedrijven.

Mutaties:     
De geïnde precario over 2016 tot en met 2021 zijn aan de voorziening toegevoegd.

Noodzaak:     
Mogelijk moeten de geïnde precario over 2016 tot en met 2021 op basis van een onherroepelijke gerechtelijke uitspraak worden terugbetaald.

Voorziening salarisgarantie voormalig personeel Bibliotheek Vlissingen

Terug naar navigatie - Voorziening salarisgarantie voormalig personeel Bibliotheek Vlissingen

Doel:     
Dekking van de verplichtingen die voorvloeien uit het besluit om de gemeentelijke bibliotheek in 2017 te sluiten.

Ontstaan:     
Deze voorziening is ontstaan in 2017. In dat jaar werd de gemeentelijke bibliotheek Vlissingen gesloten en werd besloten om uit de GR Muziekschool te stappen. Verplichtingen die hieruit voortvloeien werden en worden ten laste gebracht van deze voorziening.

Mutaties:     
In 2020 is het onderdeel Muziekschool afgehandeld. Per eind 2023 resteren alleen nog de verplichtingen die voortvloeien uit de salarisgaranties die verstrekt zijn aan het voormalige personeel.

Noodzaak:     
De salarisgaranties aan het personeel van de voormalige bibliotheek lopen door tot en met 2043. 

Voorziening achterstallig onderhoud

Terug naar navigatie - Voorziening achterstallig onderhoud

Doel:     
Dekken van kosten achterstallig onderhoud voor wegen, openbare verlichting, civiele kunstwerken en kades.

Ontstaan:     
Door reservering in 2018 van de aanvullende artikel 12-uitkering uit het gemeentefonds van € 8,0 miljoen specifiek geoormerkt voor achterstallig onderhoud.

Mutaties:     
Jaarlijks wordt er aan de voorziening onttrokken voor achterstallig onderhoud.

Noodzaak:     
De voorziening is nodig om de kosten van het resterend achterstallig onderhoud te dekken.

Voorziening leges

Terug naar navigatie - Voorziening leges

Doel:     
Matchen van de baten van leges welke ontvangen zijn en waarvan de lasten en werkzaamheden die hier betrekking op hebben in latere jaren liggen.

Ontstaan:     
In 2021 is deze voorziening gevormd met leges welke we in dat jaar ontvingen voor een aantal grote projecten waarvoor het werk in latere jaren stond gepland.

Mutaties:     
Jaarlijks muteren we deze voorziening naar de werkelijke uitgaven van de werkzaamheden die betrekking hebben op de eerder ontvangen leges.

Noodzaak:     
Bestemd voor de inhuur verplichtingen met deze voorziening leges als dekking.

Tariefegalisatievoorziening Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP)

Terug naar navigatie - Tariefegalisatievoorziening Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP)

Doel:     
Het egaliseren van de tarieven voor riolering en tegelijk toegroeien naar een ideaal complex voor de rioolinvesteringen rond 2030 - 2031. Daarnaast voor het conform de wettelijke bepalingen inzichtelijk houden van de van derden/burgers verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden.

Ontstaan: 
Naast voor egalisatie van de tarieven en het inzichtelijk houden van de van derden verkregen middelen is de voorziening vooral in omvang ontstaan doordat in 2014 is gekozen om te gaan reserveren voor het bereiken van een ideaalcomplex. Dit betekent dat bij het bereiken van het ideaalcomplex jaarlijks de vervangingsinvesteringen kunnen worden gedekt uit de rioolopbrengsten waardoor geen extra financiering meer nodig is en de rentelasten in de toekomst zullen dalen naar nihil.

Mutaties: 
Jaarlijks muteren we het saldo van de opbrengsten en de kosten rond riool in deze voorziening.

Noodzaak: 
De voorziening is noodzakelijk om fluctuaties in de kosten op te kunnen vangen en de tarieven over de jaren heen te kunnen egaliseren in het streven naar maximaal 100 % kostendekkendheid. Ook om toe te kunnen groeien naar het ideaalcomplex en om de van derden verkregen middelen inzichtelijk te houden. Het ideaalcomplex is de goedkoopste oplossing voor de vervangingsinvesteringen bij riolen vanwege de lagere rentelasten op termijn. Het toegroeien naar een ideaalcomplex vergt een periode van 15-16 jaar. 

Egalisatievoorziening Afval

Terug naar navigatie - Egalisatievoorziening Afval

Doel: 
Het egaliseren van de tarieven voor afval en het conform de wettelijke bepalingen inzichtelijk houden van de van derden/burgers verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden.

Ontstaan: 
In 2023 is gestart met deze voorziening door storting van het overschot 2023 van € 0,7 miljoen.

Mutaties: 
Jaarlijks muteren we het saldo van de opbrengsten en de kosten rond afval in deze voorziening.

Noodzaak: 
De voorziening is noodzakelijk om fluctuaties in de kosten op te kunnen vangen en de tarieven over de jaren heen te kunnen egaliseren in het streven naar maximaal 100 % kostendekkendheid. Tevens om de van derden verkregen middelen inzichtelijk te houden.

Voorziening groot onderhoud kades

Terug naar navigatie - Voorziening groot onderhoud kades

Doel:     
Egaliseren van de kosten van groot onderhoud kades uit het beheerplan 2023 - 2032 gebaseerd op het Meerjarenonderhoudsplan (MJOP) Kades.

Ontstaan:     
In de jaarrekening 2023 is het bedrag van € 0,6 miljoen voorzien voor de groot onderhoud activiteiten uit het beheerplan in 2024 – 2052. De voorziening is ontstaan uit het nieuwe beleid binnen Kapitaalgoederen om met jaarruimten en met een voorziening groot onderhoud uit hoofde van het MJOP te werken.

Mutatie:     
De jaarlijkse dotatie aan deze voorziening bedraagt € 0,1 miljoen. In 2024 en 2025 worden extra toevoegingen gedaan vanwege de achterstallige onderhoudsactiviteiten. De jaarlijkse onttrekkingen worden gedaan op basis van het vastgestelde beheerplan 2023-2032.

Noodzaak:     
De voorziening is bedoeld om de kosten van het groot onderhoud voor de kades te egaliseren en zorg te dragen dat het beheerplan kan worden uitgevoerd.

Voorziening groot onderhoud accommodaties

Terug naar navigatie - Voorziening groot onderhoud accommodaties

Doel:     
Egaliseren van de kosten van groot onderhoud accommodaties uit het beheerplan 2023 - 2032 gebaseerd op het MJOP Revitalisering Accommodaties.

Ontstaan:     
In de jaarrekening 2023 is het bedrag van € 0,9 miljoen voorzien voor de groot onderhoud activiteiten uit het beheerplan in 2023 – 2032. De voorziening is ontstaan uit het nieuwe beleid binnen Kapitaalgoederen om met jaarruimten en met een voorziening groot onderhoud uit hoofde van het MJOP te werken.

Mutatie:     
De verwachting is dat in 2024 en 2025 de achterstallige onderhoudsactiviteiten zullen worden uitgevoerd. De jaarlijkse dotatie aan deze voorziening bedraagt € 1,1 miljoen. In 2024 en 2025 worden extra toevoegingen gedaan vanwege de achterstallige onderhoudsactiviteiten. De jaarlijkse onttrekkingen worden gedaan op basis van het vastgestelde beheerplan 2023-2032.

Noodzaak:     
De voorziening is bedoeld om de kosten van het groot onderhoud voor de accommodaties te egaliseren en zorg te dragen dat het beheerplan kan worden uitgevoerd om het onderhoud van de accommodaties op niveau 4 te behouden.

Taakstellingen

9.10 Taakstelling 2025-2028

Terug naar navigatie - 9.10 Taakstelling 2025-2028

Binnen de begroting hebben we de bezuinigingstaakstellingen voor sportbeleid/accommodaties en organisatieontwikkeling opgenomen. Deze taakstellingen worden in de loop van de tijd ingevuld respectievelijk binnen de begroting geëffectueerd. Voor de volledigheid hebben we ook de taakstelling zoals de artikel 12-inspecteur heeft opgelegd in het overzicht opgenomen. Om een beter inzicht te houden in het verloop van deze taakstelling hebben we de resterende taakstelling niet verwerkt in de exploitatiecijfers. In de huidige economische tijden hebben bijna alle gemeenten te maken met bezuinigingsoperaties, takendiscussies en financiële onzekerheden, zoals bijvoorbeeld de decentralisaties van rijkstaken. De paragraaf “taakstellingen” heeft als doel het inzicht in de financiële positie te verbeteren, door meer inzicht te geven in de taakstellingen op alle programma's. In deze paragraaf geven wij een overzicht van de taakstellingen.

Taakstellingen (bedragen x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Programma Sociale Samenhang
Sport - en overige accommodaties 682 682 682 682
Voortgang taakstelling sociaal domein 461 760 -1.130 -1.103
Programma Overhead
Organisatie - overhead 225 225 225 225

Sport- en overige accommodaties

Terug naar navigatie - Sport- en overige accommodaties

Het jaar 2025 staat in het teken van de voorbereidingen voor de nieuw te realiseren sportzaal Weyevliet. Voor zowel sport als onderwijsgebruik is deze investering geraamd voor de nieuwbouw van één Sporthal op de locatie Weyevliet.  Specifiek zorgt deze investering voor bewegingsonderwijs en sport voor een vervanging van één van de sporthallen Baskensburg. Daarmee voorziet deze accommodatie in onderwijshuisvesting ten behoeve van het bewegingsonderwijs voor de basisscholen Groot Lammerenburg (Omnibus, De Wissel, Graaf Jan van Nassau) in plaats van de gymzalen Houttuyn en de Vlieger. De sportzaal Weyevliet wordt gerealiseerd in 2026-2027. Pas nadat de nieuwbouw Weyevliet is afgerond kan gestart worden met de afstoot  van gymzalen. Daarnaast zal ook de ontwikkeling van de Machinefabriek in 2025 worden voorgezet. De realisatie van de  parkeergarage zal in 2025 plaats gaan vinden. De invulling van de machinefabriek zal aan de hand van de resultaten van de  haalbaarheidsstudie verder worden voorbereid. Het afstoten van accommodaties zal afhankelijk zijn van deze nieuwbouw-ontwikkelingen. Het afstoten van accommodaties zal in 2025 beperkt zijn tot de verkoop van Razzmatazz. In 2025 wordt nog wel de gymzaal van Duyvenvoorde worden gesloopt.
 

Voortgang taakstelling sociaal domein

Terug naar navigatie - Voortgang taakstelling sociaal domein

Op basis van het inspectierapport is aan ons een initiële taakstelling opgelegd van €10,4 miljoen per jaar. Aanvullend op deze taakstelling hebben we in deze begroting ook de aanvullende ambities opgenomen (zie onderdeel bijgestelde taakstelling) om in de jaren 2025-2028 toe te groeien naar een duurzaam sociaal domein. Dit om kosten terug te dringen en verdergaande kostenstijging tegen te gaan. 
•    Hierin hebben we o.a. ook de aanvullende besparingen van het Rijk in het kader van de hervormingsagenda opgenomen;
•    Verder hebben we in onderstaand overzicht (B) die onderdelen van de taakstelling opgenomen die inmiddels zijn gerealiseerd tot en met de begroting 2025 (€ 7,7 miljoen in 2028);
•    Tot slot is een overzicht gegeven (C) van de nog te realiseren taakstellingen (€ 8,6 miljoen in 2028);
•    De bezuinigingen van dit overzicht hebben we in de budgetten van onze begroting verwerkt. 

Uit deze tabel blijkt welke forse inspanningen wij in de komende jaren moeten verrichten om de taakstelling geheel te realiseren. Voor het onderdeel jeugd hebben we hierin aanvullend de noodzakelijke bezuinigingen (met het oog op volumereductie) vermeld als onderdeel van de hervormingsagenda. In deze ambities liggen onvermijdelijk financiële risico’s besloten. Daarom willen we de reserve sociaal domein inzetten als buffer voor financiële risico’s en eventuele tekorten. 

Zoals blijkt uit de tabel ‘opbouw van het tekort sociaal domein in paragraaf 2.2. houden we ondanks deze inspanningen als gemeente Vlissingen een fors tekort op het sociaal domein kijkend naar de bijdrage die we van het rijk ontvangen en onze kosten. 

Voortgang taakstelling sociaal domein (bedragen x € 1.000) Categorie 2025 2026 2027 2028
Totaal oorspronkelijke taakstelling art 12 inspecteur 10.411 10.411 10.411 10.411
Aanvullende taakstelling art 12 waaronder hervormingsagenda -497 3.458 3.642 3.642
Investeringen hervormingsagenda 1.050 1.650 1.250 1.150
A. Totaal taakstelling art 12 inspecteur 10.964 15.519 15.303 15.203
B. Totaal gerealiseerd tot en met begroting 2025 7.843 9.224 8.657 7.744
C. Totaal nog te realiseren (opgenomen in begroting): 2.660 5.535 7.776 8.562
D. Totaal begrote taakstellingen (B+C) 10.503 14.759 16.433 16.306
Totaal resterende taakstelling inspecteur (A-D) 461 760 -1.130 -1.103
B. Toelichting gerealiseerde taakstellingen
1. Werk en inkomen Orionis (1e begrotingswijziging 2021 en begroting 2020) 2.111 2.111 2.111 2.111
2. Jeugd: Inkoop Jeugd 200 200 200 200
3. Wmo: ROAT 169 169 169 169
4. Wmo: Mantelzorgwaardering 121 121 121 121
5. Jeugd: Aframen kosten Pgb-Jeugd 100 100 100 100
6. Wmo: Geen indexering subsidies 21 21 21 21
7. Wmo: Gunning Wmo aanvullende zorg 2.600 2.600 2.600 2.600
8. Wmo: Uitvoeringslasten Buurtteams 200 200 200 200
9. Wmo: Aframen kosten Pgb-Wmo 150 150 150 150
B. Totaal gerealiseerd tot en met 2023 5.672 5.672 5.672 5.672
10. Saldo Wmo (begroting 2025) 2.121 1.902 1.335 422
11. Jeugd: Nog te ontvangen rijksbijdrage hervormingsagenda (coalitieakkoord) 1.600 1.600 1.600
12. Burgerparticipatie 50 50 50 50
B. Totaal gerealiseerd tot en met begroting 2025 7.843 9.224 8.657 7.744
C. Nog te realiseren taakstellingen
1. Jeugd: Pilot Jeugd IF - HA 450 900 900 900
2. Jeugd: Sanering laagcomplexe jeugdzorg IF - HA 150 300 300 300
3. Jeugd: Hervormingsagenda (begroting 24) IF - HA 200 400 400 400
4. Jeugd: Hervormingsagenda (nieuw begroting 25) HA 825 2.100 2.200
5. Jeugd: Bijstelling prognose hervormingsagenda HA 120 360 600
6. Jeugd en Wmo: Bijstelling prognose toegang 130 390 650
7. Jeugd en Wmo: Toegang IF 190 190 190 190
8. Werk en Inkomen: Plan statushouders IF 420 420 420 420
9. Werk en inkomen: Inkoopmodel GR IF 1.250 1.250 1.250 1.250
10. Werk en Inkomen: Primitieve begroting 2025 Orionis 1.000 1.466 1.652
C. Totaal nog te realiseren taakstellingen 2.660 5.535 7.776 8.562
IF = investeringsfonds
HA = hervormingsagenda (jeugd)

Totaal investeringsfonds en hervormingsagenda

Terug naar navigatie - Totaal investeringsfonds en hervormingsagenda

In de begroting 2024 als ook in de begroting 2025 zijn investeringen opgenomen om onze ambities te halen. Deze vallen uiteen in twee type investeringen:
-    Investeringen voor de initiatieven die zijn opgenomen in het investeringsfonds Sociaal Domein
-    Investeringen die betrekking hebben op de hervormingsagenda jeugd

Totaal niveau investeringen (bedragen x € 1.000) Categorie 2025 2026 2027 2028
Investeringen investeringsfonds (excl hervormingsagenda) -1.650 -100 -100 -100
Investeringen hervormingsagenda -1.050 -1.650 -1.250 -1.150
Totaal nog te realiseren investeringen -2.700 -1.750 -1.350 -1.250

Organisatie - overhead

Terug naar navigatie - Organisatie - overhead

Met de agenda voor herstel en de taakstellingen organisatie waren aanzienlijke taakstellingen opgenomen.  De afgelopen jaar is deze taakstelling voor een groot deel ingevuld. Er is nog  geen structurele invulling  van de  resterende taakstelling. Tot nu wordt er jaarlijks incidenteel geheel of gedeeltelijk een dekking hiervoor gevonden. Hierover rapporten we in de bestuursrapportage.