Financiële resultaat / begrotingssaldo

In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de ontwikkeling van het financieel perspectief, het begrotingssaldo, en de financiële afwijkingen. In het eerste overzicht (2.2) presenteren we het resultaat van deze bestuursrapportage per programma. In 2.3 laten we de ontwikkelingen van het begrotingssaldo zien.
In 2.4 presenteren we de financiële afwijkingen > € 25.000 (per kostenplaats) ten opzichte van de programmabegroting 2025. Hierbij is gekeken naar werkelijke uitgaven en inkomsten over de eerste 6 maanden van 2025 en een doorkijk naar de rest van het jaar 2025.
Een paar financiële afwijkingen zijn structureel van aard. Deze posten verwerken we in de begroting 2026.

Voorjaarsnota
In deze bestuursrapportage hebben we de voorjaarsnota 2025 voor de jaarschijf 2025 verwerkt. 
We verwerken de meicirculaire 2025 in de begroting 2026. Voor de jaarschijf 2025 van de meicirculaire 2025 voegen we een separate begrotingswijziging toe aan het raadsvoorstel begroting 2026.

Kredieten
In deze bestuursrapportage rapporteren we over de kredieten. We sluiten een aantal kredieten af en stellen voor 2 kredieten op te hogen. Zie bijlage 2 voor een toelichting op de mutaties.

Verwachte nabetaling Rijk jeugdhulp
In de voorjaarsnota 2025 heeft het Rijk een eerste tussenstap gezet in de opvolging van het zwaarwegende advies van de deskundigencommissie Van Ark met betrekking tot de kosten die gemeenten maken voor jeugdhulp. Aansluitend zijn afspraken gemaakt over de opvolging van een resterend deel van het advies, waarbij gemeenten naar verwachting met terugwerkende kracht worden gecompenseerd voor 50% van de extra gemaakte jeugdkosten voor 2023 en 2024. Conform de richtlijn van de provincie verwerken we deze verwachte compensatie van € 2,3 miljoen in 2025 in onze begroting zodra deze met de septembercirculaire 2025 definitief is geworden.

Gas en elektra
We actualiseren de begrotingen voor gas- en elektra. Dit doen we met de afrekeningen van vorig jaar als uitgangspunt. Bij nieuwe aansluitingen doen we dit op basis van de maandelijkse meterstanden. De komende maanden bekijken we dit en verwerken de mogelijke aanpassingen in de slotwijziging 2025.

Regiobudget Centrumtaken
De verwachting is dat ook dit jaar het regiobudget voor centrumtaken niet volledig zal worden uitgegeven. Het is echter nog te prematuur om een betrouwbare inschatting te maken van de onderbesteding. De verwachting is dat het resultaat meerdere miljoenen zal bedragen. Conform de partnerschapsafspraken zal dit resultaat worden toegevoegd aan de voorziening ‘regiobudget centrumtaken’.

Leeswijzer tabel: '-' = nadeel, '+' = voordeel

In onderstaand overzicht laten we het verloop van het begrotingssaldo (tot en met de bestuursrapportage 2025) zien. In het overzicht zijn de begrotingswijzigingen opgenomen die van invloed zijn op het begrotingssaldo.  

Per programma worden de voor- en nadelen > € 25.000 nader toegelicht

Leeswijzer tabel: '-' = nadeel, '+' = voordeel

Maaiveld
We verhogen de inkomsten op het maaiveld parkeren met € 300.000. Dit komt onder andere doordat de effecten van de indexering van de parkeertarieven, de aanpassing van venstertijden en de aanpassing van periodevensters eerder onvoldoende zijn meegenomen in de begroting. Daarom sturen we nu bij.

Parkeergarage Scheldeplein
Het nadeel is grotendeels ontstaan doordat de parkeergarage Scheldeplein voor de meerderheid uit bewonersvergunningen bestaat. Daarnaast ontvangen de abonnementhouders in 2025 een korting. Hierdoor is er sprake van een parkeeropbrengsten derving van € 97.000.

Er worden extra kosten van € 50.000 gemaakt voor de inhuur van een toezichthouder op het terrein Bulk Terminal Zeeland (BTZ). Deze kosten zijn niet verhaalbaar.

We corrigeren een factuur die in het verleden dubbel is gefactureerd voor de leges glasvezel. Dit is een eenmalig nadeel van € 93.000.

Landelijk zien we de trend ontstaan dat begraven afneemt en er meer wordt gecremeerd. Er wordt minder begraven en het aantal graven dat er ligt wordt minder verlengd. Ook in Vlissingen zien we dit in de cijfers. We verwerken dit nadeel voor 2025 in deze bestuursrapportage en nemen het structurele effect hiervan mee in de Begroting 2026.

In een eerdere bestuursrapportage verlaagden we de huur voor De Combinatie structureel. Dit was gebaseerd op de berekening van de huur van dat jaar. Achteraf is gebleken dat deze dubbel verlaagd is. We verwerken dit nadeel voor 2025 in deze bestuursrapportage en nemen het structurele effect hiervan mee in de Begroting 2026.

Voor 2025 zijn de kapitaallasten voor de Rehabilitatiekredieten Wegen artikel 12 niet nodig omdat gekozen is om de volledige rehabilitatiekredieten volledig ten laste te brengen van de Voorziening Achterstallig Onderhoud Wegen artikel 12. Daardoor worden de kapitaallasten voor deze kredieten in 2025 niet gebruikt en ontstaat er eenmalig een voordeel.

Vanaf 2025 is een ploeg van het Werkontwikkelbedrijf Orionis Walcheren, gericht op het uitvoeren van werkzaamheden aan straatmeubilair in de openbare ruimte, aan de slag bij Stadsbeheer. De begeleiding van deze groep kost meer dan bij reguliere marktpartijen. Het werken tegen kostprijs voorkomt een financieel tekort bij het Werkontwikkelbedrijf. Deze samenwerking biedt zowel financiële als maatschappelijke voordelen. De inzet van de ploeg draagt kostendekkend bij aan het rendement van het Werkontwikkelbedrijf. Een positief financieel resultaat van het Werkontwikkelbedrijf komt via de jaarrekening van Orionis Walcheren ten goede aan de deelnemende gemeenten. Het structurele effect hiervan is in de Kadernota 2026 verwerkt.

Afschrijvingslasten
De afschrijvingslasten hebben betrekking op de programma's: Leefbaarheid, Aantrekkelijke stad, Bestuur en Overhead. De onderuitputting op de afschrijvingslasten bedraagt in totaal € 250.000, hierin is de aframing van de stelpost onderuitputting afschrijvingslasten van € 513.000 opgenomen. 
Bij het opstellen van de begroting 2025 hebben we een aanname gedaan dat een aantal lopende investeringen in 2024 zou worden afgerond en dat we daarover vanaf 2025, conform de financiële verordening, over gaan afschrijven. Een aantal van die lopende investeringen zijn echter niet in 2024 afgerond, waardoor we daarover in 2025 ook niet afschrijven. Hierdoor ontstaat in 2025 een eenmalig voordeel.  

Rentelasten
De rentelast voor 2025 is opnieuw berekend, op basis van de herziene liquiditeitsplanning 2025.
In het eerste halfjaar van 2025 zijn geen leningen aangetrokken en er is sprake van een gunstige renteontwikkeling. Dit leidt tot een voordeel van € 400.000 in 2025. 
Vanwege deze lagere rentelast is ook het rentepercentage wat doorberekend wordt bijgesteld. Deze is verlaagd van 1% naar 0,75%. Voor de exploitatie leidt dit tot een voordeel. Het voordeel voor de grondexploitaties wordt meegenomen in de 2e herziening 2025.

De gemeenteraad heeft in september 2024 besloten om in de Machinefabriek een parkeergarage te realiseren van 600 tot 625 parkeerplaatsen. Voor de realisatie heeft de gemeenteraad € 22 miljoen beschikbaar gesteld en voor de 40 jaar durende exploitatie is door de gemeenteraad de reserve Aanloopverliezen Machinefabriek ingesteld van € 4,4 miljoen. De realisatie van de parkeergarage is in de laatste fase van de voorbereiding, in het najaar wordt gestart met de realisatie. Op basis van het uitgewerkte ontwerp worden de realisatiekosten lager dan aanvankelijk is geraamd en begroot. Hieruit volgt een vermindering van € 1,4 miljoen. Dit bedrag onttrekken we aan de reserve aanloopverliezen Machinefabriek. 

Vanuit de Rijksoverheid ontvangen wij verschillende Specifieke Uitkeringen (SPUK). Deze zetten we in als dekking voor de verwachte uitgaven voor de doeleinden van deze SPUK's. 

   
De SPUK Energiearmoede is reeds in de begroting opgenomen. De begrote inkomsten en uitgaven voor 2025 verlagen we met € 473.000.

In de 2e bestuursrapportage 2024 hebben we de inkomsten en uitgaven van de samenwerkingsovereenkomst (SOK) behorende bij beheer en onderhoud achterpad/brandgang verlichting l'escaut binnen de gemeente Vlissingen) in de begroting opgenomen. Het bedrag is gewijzigd. We verlagen het bedrag met € 32.000 naar € 3.000 per jaar. We verwerken dit structurele effect in de begroting 2026.  

Op initiatief van de scholen van De Combinatie hebben we een verzoek ontvangen om het openbaar groen rondom hun schoolplein te vergroenen. Hiervoor ontvangen we vanuit diverse instanties (de scholen, Provincie Zeeland, Waterschap, l'escaut) bijdrages voor de uitvoering.

Naar aanleiding van langdurige klachten in verband met stankoverlast bij de Schuitvaartgracht zijn maatregelen genomen om de overlast terug te dringen. De bestaande pompinstallatie moest worden vervangen door een huurinstallatie en er worden dit jaar luchtkwaliteitsmetingen in het gebied gedaan. Er waren in de begroting geen middelen opgenomen voor deze maatregelen. De gemeente is van mening dat deze maatregelen voor rekening van het waterschap moeten komen. Derhalve zijn de kosten van € 121.000 gedekt uit de post Onvoorzien. Met het waterschap zijn we in overleg over eventuele verdere maatregelen en kostenverhaal.

Leeswijzer tabel: '-' = nadeel, '+' = voordeel

De kosten voor de kermis zijn naar verwachting € 70.000 hoger dan in de begroting was opgenomen. Dit komt met name doordat de veiligheidseisen bij evenementen zijn toegenomen. De structurele lasten verwerken wij in de begroting 2026.

Het college heeft besloten om de vuurtoren aan het Keizersbolwerk op zo kort mogelijk termijn te renoveren. De onderhoudssituatie van het object is slecht. We zijn overeengekomen met de huidige eigenaar Rijkswaterstaat (hierna RWS), om de kosten van totaal € 222.500 (incl. BTW) voor 2/3 deel de kosten van € 148.000 (incl. BTW) voor rekening te laten komen van RWS en voor 1/3 deel de kosten van € 74.500 (incl. BTW) voor rekening van de gemeente. 

De bijdrage van RWS van € 148.000 verwerken we budget neutraal.
De bijdrage voor Vlissingen brengen we voor € 61.500 ten laste van de onderhoudsbudgetten kunst en objecten. Het verschil (€ 74.500 – € 61.500) van € 13.000 (voor de niet compensabele BTW) verwerken we als incidenteel nadeel in de bestuursrapportage. 
De renovatie wordt onder regie van de gemeente uitgevoerd. 

De kapitaallasten van de Nieuwbouw Stadsbeheer zou voor wat betreft het aanvullend krediet deels structureel gedekt worden uit de geschatte verkoopopbrengst van de vrijkomende terreinen aan de Vredehoflaan via een de bestemmingsreserve Nieuwbouw Stadsbeheer van € 1.300.000. 
Door vertraging in de verkoop, ramen we in 2025 de begrote toevoeging van € 1.300.000 aan de reserve Nieuwbouw Stadsbeheer af. Dit geldt ook voor de begrote onttrekking in 2025 van € 51.000. Voor 2025 betekent dit een eenmalig nadeel van € 51.000.
In de begroting 2026 zal rekening gehouden worden met de inschatting van de verkoop van de terreinen aan de Vredehoflaan.

Afschrijvingslasten
De afschrijvingslasten hebben betrekking op de programma's: Leefbaarheid, Aantrekkelijke stad, Bestuur en Overhead. De onderuitputting op de afschrijvingslasten bedraagt in totaal € 250.000, hierin is de aframing van de stelpost onderuitputting afschrijvingslasten van € 513.000 opgenomen. 
Bij het opstellen van de begroting 2025 hebben we een aanname gedaan dat een aantal lopende investeringen in 2024 zou worden afgerond en dat we daarover vanaf 2025, conform de financiële verordening, over gaan afschrijven. Een aantal van die lopende investeringen zijn echter niet in 2024 afgerond, waardoor we daarover in 2025 ook niet afschrijven. Hierdoor ontstaat in 2025 een eenmalig voordeel.  

Rentelasten
De rentelast voor 2025 is opnieuw berekend, op basis van de herziene liquiditeitsplanning 2025.
In het eerste halfjaar van 2025 zijn geen leningen aangetrokken en er is sprake van een gunstige renteontwikkeling. Dit leidt tot een voordeel van € 400.000 in 2025. 
Vanwege deze lagere rentelast is ook het rentepercentage wat doorberekend wordt bijgesteld. Deze is verlaagd van 1% naar 0,75%. Voor de exploitatie leidt dit tot een voordeel. Het voordeel voor de grondexploitaties wordt meegenomen in de 2e herziening 2025.

Vanuit de provincie is het initiatief genomen tot het opstarten van een proces gericht op het gezamenlijk -met alle Zeeuwse overheden, rijk en stakeholders- verder invullen van een visie op de toekomst van Zeeland. 
De kosten voor de gezamenlijke uitwerking Zeeland 2050 op het gebied van verstedelijking met Middelburg bedraagt eenmalig € 50.000 in 2025.

De Provinciale bijdrage regio arrangement cultuur 2025 bedraagt in totaal € 42.000. Hiervan is € 7.500 bestemd voor de Piek en € 34.000 voor het organiseren van een straattheaterfestival in Vlissingen. De inkomsten en uitgaven zijn in deze rapportage budgettair neutraal opgenomen. 

Voor de toelichting op het dividend ZEH, zie hoofdstuk 2.4.6 post 2.3.

In de reserve budgetoverhevelingen is een bedrag van € 200.000 opgenomen voor het Stationsgebied. We zetten dit bedrag in 2025 in voor personeelskosten en de verdere uitwerking van het ontwerp.

De taakstelling accommodaties voor 2025 bedraagt € 627.337. Door een positief aanbestedingsresultaat van het zwembad is in 2025 een voordeel van € 350.000 gerealiseerd.  Daarnaast worden bij de sloop van een aantal panden in 2025 een structureel voordeel behaald van € 35.990. De resterende taakstelling van € 241.337 zal in 2025 niet worden gerealiseerd en zal incidenteel worden afgeraamd. 

Leeswijzer tabel: '-' = nadeel, '+' = voordeel

De lasten voor GGZ vervoer vallen dit jaar incidenteel € 40.000 lager uit. In de begroting is rekening gehouden met cliënten die langere en duurdere routes afnemen dan gemiddeld. Door verhuizing en/of stop jeugdlasten van een aantal van deze cliënten dit jaar, komen deze ritten te vervallen en gaan de lasten dit jaar minder hoog uitvallen.  

Bij de inspecties op de kinderopvanglocaties worden dit jaar minder overtredingen geconstateerd. Hierdoor zijn er dit jaar ook minder herinspecties nodig, wat leidt tot incidenteel lagere lasten van € 30.000. 

De afrekening voor de Jeugdlasten van 2024 van Inkooporganisatie Jeugdzorg Zeeland (IJZ) leidt tot een incidenteel voordeel in onze begroting van 2025. We zien dat de kosten voor jeugdzorg in natura minder stijgen, tegelijkertijd nemen de kosten voor jeugdzorgplus flink toe.  

De herziene prognose lasten jeugdzorg voor het jaar 2025 valt lager uit dan de ramingen primitieve begroting 2025. Dit komt doordat de jeugdlasten 2024 lager uitvielen dan begroot en dit structureel doorwerkt.  We zien dat de kosten voor jeugdzorg in natura minder stijgen, tegelijkertijd nemen de kosten voor jeugdzorgplus flink toe.
Wij verwerken dit voordeel in deze bestuursrapportage 2025 incidenteel. De structurele begrotingswijziging is in de kadernota 2026 verwerkt.

Voor dit project is de dekking gewijzigd van investeringsfonds naar Wind in de Zeilen (WIZ) Fiche Arbeidsmarkt, dit zorgt voor een incidenteel voordeel.

De dekking is gewijzigd omdat op een later moment de lasten declarabel bleken op WIZ-gelden. Hierdoor is een additionele dekking gevonden, waardoor oorspronkelijke dekking vrij kan vallen. 

In 2025 worden meer grotere woningaanpassingen uitgevoerd dan waar in de begroting rekening mee was gehouden.   

Bij het opstellen van de begroting 2026 actualiseren we de post van de woonvoorzieningen op mogelijke structurele effecten. 

De werkelijke prijsindexatie op de tarieven voor doelgroepenvervoer is in 2025 lager dan in de begroting rekening mee was gehouden. Voor 2025 verwerken we hier een incidenteel voordeel. 

Bij het opstellen van de kadernota 2026 zijn de budgetten voor doelgroepenvervoer voor de komende jaren geactualiseerd, op basis van de nieuwe contracten met de vervoerders die ingaan per 1 augustus 2025. 

Op basis van de realisatie over 2024, verwachten we voor 2025 een lager aantal voorzieningen voor vervoer hulpmiddelen dan begroot. Daarnaast is de werkelijke prijsindexatie op de tarieven voor hulpmiddelen in 2025 lager dan waarmee in de begroting rekening mee was gehouden. We verwerken voor 2025 nu een incidenteel voordeel.

Bij het opstellen van de begroting 2026 actualiseren we de posten van de WMO-begroting op mogelijke structurele effecten. 

Bij het indexeren van het Buurtteams budget 2024 is een te hoog bedrag als basis genomen, omdat incidentele budgetten zijn meegeteld. Hierdoor is onze begroting voor Buurtteams 2025 hoger dan het benodigde budget. Het effect voor 2026 nemen wij mee in de begroting 2026.

Voor dit project is in 2025 dekking opgenomen in de WMO-begroting. Daarom wordt het budget vanuit het Investeringsfonds hier afgeraamd. Dit geeft in 2025 een incidenteel voordeel. 

De taakstelling sociaal domein over 2025 bedraagt € 2.660.000 en kan in 2025 niet volledig worden gerealiseerd. We brengen de compensatie van het Rijk voor de jeugdlasten voor 2025 van € 1,3 miljoen en een aantal kleinere voordelen rond Orionis (€ 139.000), Jeugd (€ 74.000) en Project sociaal domein (€ 63.000)  ten gunste van de taakstelling. We ramen voor 2025 incidenteel € 957.000 af.  Voor 2025 resteert daarmee een taakstelling van € 127.000.

Het bedrag van de aframing van € 957.000 is als volgt opgebouwd:

1. Een inkoopmodel binnen de GR Orionis kon onvoldoende rekenen op steun van onze partners, reden voor deze aanpassing. We streven inmiddels juist zoveel als mogelijk naar uniformiteit in deze samenwerking. Daarmee kan de taakstelling niet op deze manier worden gerealiseerd. 

2 .De resultaten Plan statushouders schuiven op in de tijd omdat we nader onderzoek hebben gedaan naar de doelgroep en aanpak. Dit geeft in 2025 tot en met 2027 een nadeel. In 2025 gaat het om € 420.000. We hebben het plan uitgebreid naar onze buurgemeenten op Walcheren. Via de solidariteit komen de revenuen ten goede van alle 3 gemeenten. Wij betrekken de revenuen bij de begroting 2026 (en wijzigingen daarop) van Orionis omdat deze deel uit maken van de totale prognose uitkeringslasten.

3-5. Voor de besparingen Hervormingagenda Jeugd vertragen de te realiseren besparingen. Dit is in lijn met het landelijke beeld zoals geschetst in de voorjaarsnota van het Rijk. hierdoor worden de taakstellingen in 2025 niet gerealiseerd. 

6 . Voordeel compensatie Rijk tekorten jeugdzorg
Naar aanleiding van het rapport van deskundigencommissie Van Ark ontvangen gemeenten vanaf 2025 structureel extra middelen voor jeugdzorg uit het Gemeentefonds. Het betreft een structurele compensatie van 50 % van de tekorten die jaarlijks ontstaan door hogere lasten dan verwacht. Voor onze gemeente geeft dit voor 2025 een voordeel van € 1,3 miljoen. Het meerjarig effect is verwerkt in de kadernota 2026. We brengen dit voordeel ten gunste van de taakstelling 2025.

7. Voordelen 2025 ten gunste van de taakstelling
Tevens brengen we een aantal kleinere voordelen ten gunste van de taakstelling:
a. Voordeel rond Orionis ad € 139.000, betrof begrotingswijziging Orionis 2025-1) 
b. Voordeel rond Jeugd  ad € 74.000, vervallen gemeentelijke bijdrage in verband met Integraal bekostigen van “Veerkracht” vanuit het Regiobudget BW/MO/VO

Voordeel Project Sociaal Domein
Er ontstaat een voordeel door structurele aframing op het budget Project sociaal domein ad € 63.000. Dit betreft een budget voor onvoorziene kosten in aanloop Project sociaal domein. Voor 2025 resteert daarmee een taakstelling van € 127.000 voor het Project Veranderplan Toegang.

De taakstelling accommodaties voor 2025 bedraagt € 627.337. Door een positief aanbestedingsresultaat van het zwembad is in 2025 een voordeel van € 350.000 gerealiseerd.  Daarnaast worden bij de sloop van een aantal panden in 2025 een structureel voordeel behaald van € 35.990.  De resterende taakstelling van € 241.337 zal in 2025 niet worden gerealiseerd en zal incidenteel worden afgeraamd. 

Vanuit de Rijksoverheid ontvangen wij verschillende Specifieke Uitkeringen (SPUK). Deze zetten we in als dekking voor de verwachte uitgaven voor de doeleinden van deze SPUK's. 
De SPUK  Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne is reeds in de begroting opgenomen. We verlagen de begrote inkomsten en uitgaven met afgrond € 77.000.

Vanuit het regiobudget stellen wij op basis van de objectieve verdeelsleutel partnerschapsafspraken een incidenteel budget beschikbaar van € 367.000. 
Wij stellen voor dit budget in te zetten voor:
-    implementatie doorbraakmethode € 286.000;
-    compensatie toegang voor de uitvoering van de taken Beschermd wonen/Maatschappelijke Opvang /Vrouwen Opvang € 31.000;
-    scholing Weer Thuis casussen € 50.000.

Een inkoopmodel binnen de GR Orionis kon onvoldoende rekenen op steun van onze partners, reden voor deze aanpassing.  Wij stellen voor het investeringsbudget van € 150.000  in plaats van onderzoek naar inkoopmodel in te zetten voor de Pilot social return on investment (SROI). Wij beogen met deze pilot meer revenuen uit SROI te halen. Dit zijn revenuen in de vorm van uitstroom van uitkeringsgerechtigden naar werk en het stimuleren van de inzet van  SROI-capaciteit op sociaal maatschappelijke doelen. 

In de reserve budgetoverhevelingen is een bedrag van € 100.000 opgenomen voor Nollebos/Arsenaal van € 100.000. We zetten dit bedrag in 2025 in voor het opstellen van een inrichtingsontwerp voor het buitenruimte Arsenaalgebied.

Leeswijzer tabel: '-' = nadeel, '+' = voordeel

Tussen 2024 en 2029 is er sprake van een piek als gevolg van de geldigheidsverlenging  van reisdocumenten, met impact op Publiekszaken: meer aanvragen maar ook meer inkomsten. Als gevolg van deze piek nemen we de verhoging van de inkomsten en de toenemende afdracht aan het rijk op in deze rapportage. Daarnaast is extra capaciteit nodig om deze piek goed op te vangen. 
Het structurele effect (tot en met 2029) is in de kadernota 2026 verwerkt. 

Correctie op de huidige programmabegroting. Abusievelijk is in de programmabegroting de component vaste onkostenvergoeding raadsleden niet meegenomen.
Het structurele effect is in de kadernota 2026 verwerkt. 

Het onderzoek heeft niet plaatsgevonden. De raad is in diverse bijeenkomsten geïnformeerd over het proces waarbij de leden hun wensen en bedenkingen kenbaar hebben kunnen maken. Partijen konden bij de auditcommissie kenbaar maken of er behoefte was aan een extra extern onderzoek. De auditcommissie heeft geen verzoeken ontvangen. Derhalve kan het budget worden afgeraamd.

Afschrijvingslasten
De afschrijvingslasten hebben betrekking op de programma's: Leefbaarheid, Aantrekkelijke stad, Bestuur en Overhead. De onderuitputting op de afschrijvingslasten bedraagt in totaal € 250.000, hierin is de aframing van de stelpost onderuitputting afschrijvingslasten van € 513.000 opgenomen. 
Bij het opstellen van de begroting 2025 hebben we een aanname gedaan dat een aantal lopende investeringen in 2024 zou worden afgerond en dat we daarover vanaf 2025, conform de financiële verordening, over gaan afschrijven. Een aantal van die lopende investeringen zijn echter niet in 2024 afgerond, waardoor we daarover in 2025 ook niet afschrijven. Hierdoor ontstaat in 2025 een eenmalig voordeel.  

Rentelasten
De rentelast voor 2025 is opnieuw berekend, op basis van de herziene liquiditeitsplanning 2025.
In het eerste halfjaar van 2025 zijn geen leningen aangetrokken en er is sprake van een gunstige renteontwikkeling. Dit leidt tot een voordeel van € 400.000 in 2025. 
Vanwege deze lagere rentelast is ook het rentepercentage wat doorberekend wordt bijgesteld. Deze is verlaagd van 1% naar 0,75%. Voor de exploitatie leidt dit tot een voordeel. Het voordeel voor de grondexploitaties wordt meegenomen in de 2e herziening 2025.

Vanuit het gemeentefonds krijgen we voor de invoering van de Wet Open Overheid (WOO) over de periode 2022-2026 extra middelen vanuit het Rijk. Omdat voor de invoering daarvan geen extra inzet meer benodigd is en we tevens de benodigde software tijdig hebben aangeschaft is hier sprake van een onderbesteding over de jaren 2025 en 2026 van € 110.000. Deze onderbesteding is voor 2025 en 2026 ten gunste gebracht van de taakstelling op overhead. 
Vanaf het jaar 2027 stoppen de extra middelen WOO vanuit het Rijk. 

Voor toelichting zie programma 2.4.3 post 3.16.

Voor toelichting zie programma 2.4.2 post 2.8.

Leeswijzer tabel: '-' = nadeel, '+' = voordeel

Eind 2024 is de opdracht gegeven tot uitbreiding van de MS Teams adoptie om zo de organisaties beter te ondersteunen. De kosten van € 121.000 worden verdeeld onder de deelnemers conform de verdeelsleutel 2025 van de I&A Samenwerking en geeft voor Vlissingen een bijdrage van € 43.000.

De kapitaallasten van de Nieuwbouw Stadsbeheer zou voor wat betreft het aanvullend krediet deels structureel gedekt worden uit de geschatte verkoopopbrengst van de vrijkomende terreinen aan de Vredehoflaan via een de bestemmingsreserve Nieuwbouw Stadsbeheer van € 1.300.000. 
Aangezien de verkoop in 2025 nog niet heeft plaatsgevonden, ramen we in 2025 de begrote toevoeging van € 1.300.000 aan de reserve Nieuwbouw Stadsbeheer af. Dit geldt ook voor de begrote onttrekking in 2025 van € 51.000. Voor 2025 betekent dit een eenmalig nadeel van € 51.000.
In de begroting 2026 zal rekening gehouden worden met de inschatting van de verkoop van de terreinen aan de Vredehoflaan en zullen tevens de extra lasten in de begroting worden opgenomen.

De structurele ruimte van € 125.000 binnen  de diverse kostenplaatsen van team A&O is vanaf 2023 middels budgetoverhevelingen benut om de opschoning en digitalisering van het bouwarchief in 2025-2026 te kunnen bekostigen. De opschoning krijgt dit jaar zijn beslag.  Dit jaar vond ook de aanbesteding van de digitalisering van het bouwarchief plaats en  is er sprake van een aanbestedingsvoordeel.  Vanwege de gunstige inschrijving hebben we aan het huidige budget voor digitalisering genoeg (er blijft zelfs € 50.000 op over) en kan de ruimte binnen de budgetten van A&O voor 2025 en 2026 (jaarlijks € 125.000) plus die € 50.000 vrijvallen ten gunste van de taakstelling Overhead. De taakstelling is voor 2025 en 2026 hiermee gerealiseerd. 

Tijdens de renovatiewerkzaamheden van het stadhuis is gestuit op onvoorziene gebreken aan het koelwaterleidingwerk en de pompbatterijen van de koelinstallatie. Het huidige PVC leidingwerk is uitgehard, waardoor aanpassingen het risico op lekkages vergroten. Aangezien het koelsysteem van het stadhuis afhankelijk is van dit systeem, is het essentieel de leidingen en pompbatterijen, in het kader van groot onderhoud, nu te vervangen, omdat dit na de renovatie zonder grote overlast en kosten niet meer mogelijk is. De gebreken aan de pompbatterijen is pas zeer recent ontdekt en moeten ook direct worden vervangen. Het vervangen van de leidingen en pompbatterijen voorkomt toekomstige problemen en kosten, en waarborgt de duurzaamheid van het koelsysteem. De vervanging kan tijdens de renovatie gemakkelijk en snel worden uitgevoerd en kost slechts de materiaalkosten van het leidingwerk en de pompbatterijen en bedraagt € 580.000. Het later vervangen van het leidingwerk zou een bedrag vereisen van ruim € 1,3 miljoen en zou leiden tot kapitaalvernietiging van zaken die net in de renovatie zijn vervangen plus het risico van waterschade bij optredende lekkages. Het bedrag aan leidingwerk en de pompbatterijen was niet opgenomen in het MJOP Accommodaties.   

Afschrijvingslasten
De afschrijvingslasten hebben betrekking op de programma's: Leefbaarheid, Aantrekkelijke stad, Bestuur en Overhead. De onderuitputting op de afschrijvingslasten bedraagt in totaal € 250.000, hierin is de aframing van de stelpost onderuitputting afschrijvingslasten van € 513.000 opgenomen. 
Bij het opstellen van de begroting 2025 hebben we een aanname gedaan dat een aantal lopende investeringen in 2024 zou worden afgerond en dat we daarover vanaf 2025, conform de financiële verordening, over gaan afschrijven. Een aantal van die lopende investeringen zijn echter niet in 2024 afgerond, waardoor we daarover in 2025 ook niet afschrijven. Hierdoor ontstaat in 2025 een eenmalig voordeel.  

Rentelasten
De rentelast voor 2025 is opnieuw berekend, op basis van de herziene liquiditeitsplanning 2025.
In het eerste halfjaar van 2025 zijn geen leningen aangetrokken en er is sprake van een gunstige renteontwikkeling. Dit leidt tot een voordeel van € 400.000 in 2025. 
Vanwege deze lagere rentelast is ook het rentepercentage wat doorberekend wordt bijgesteld. Deze is verlaagd van 1% naar 0,75%. Voor de exploitatie leidt dit tot een voordeel. Het voordeel voor de grondexploitaties wordt meegenomen in de 2e herziening 2025.

De kosten voor het functioneel beheer van het digitaal systeem omgevingswet bedragen in 2025 € 43.000.  

In 2024 is er een opgave geformuleerd voor het verbeteren van de bedrijfsvoering.
Dit betreft een betere kwaliteit van de P&C producten waaronder de inzet van de argumentenfabriek, efficiëntere betaalprocessen en het tijdelijk met 2 fte’s versterken van onze financiële organisatie. Voor 2025 is hiervoor een bedrag benodigd van € 270.000.

In de begroting is rekening gehouden met een percentage van 1% van de totale personeelsbegroting aan kosten voor tijdelijke vervanging. We hebben te kampen met een groter aantal langdurig zieken dan voorzien, waardoor een bijstelling benodigd is van € 350.000.

Vanuit het Rijk ontvangen we de specifieke uitkering Preventie met gezag. We begroten de rijksbijdragen en uitgaven voor 2025 in de bestuursrapportage. De rijksbijdrage en uitgaven voor 2026 en volgende jaren verwerken we in de begroting. 

Voor het nieuwe contract voor de boekhoudapplicatie Unit4 zijn wij contractpartij voor 2 deelnemers. De kosten worden dan ook evenredig verdeeld. Per saldo is deze wijziging neutraal.

Door een stijging van het aantal deelnemers aan de Regeling voor Vervroegd Uittreden (RVU), brengen we in 2025 meer kosten ten laste van de voorziening RVU. 

Leeswijzer tabel: '-' = nadeel, '+' = voordeel

In deze bestuursrapportage verwerken we de jaarschijf 2025 van de decembercirculaire 2024. Het structurele effect van de decembercirculaire hebben we in de kadernota 2026 opgenomen. Voor een uitgebreidere toelichting op de decembercirculaire 2024, zie hoofdstuk 3.

In deze bestuursrapportage verwerken we de jaarschijf 2025 van de voorjaarsnota 2025. Het structurele effect van de voorjaarsnota hebben we in de kadernota 2026 opgenomen. Voor een toelichting op de voorjaarsnota, zie hoofdstuk 3.  

De rentelast voor 2025 is opnieuw berekend, op basis van de herziene liquiditeitsplanning 2025.
In het eerste halfjaar van 2025 zijn geen leningen aangetrokken en er is sprake van een gunstige renteontwikkeling. Dit leidt tot een voordeel van € 400.000 in 2025. 
Vanwege deze lagere rentelast is ook het rentepercentage wat doorberekend wordt bijgesteld. Deze is verlaagd van 1% naar 0,75%. Voor de exploitatie leidt dit tot een voordeel. Het voordeel voor de grondexploitaties wordt meegenomen in de 2e herziening 2025.

Het dividend ZEH over 2025 bedraagt € 135 miljoen. In de begroting 2025 hadden we rekening gehouden met € 100 miljoen. Op basis van het deelnemingspercentage van 5,759% ontvangen we € 2 miljoen meer dividend dan begroot. We voegen dit bedrag, conform vigerend beleid, toe aan de reserve Wind in de Zeilen. 

Voor de toelichting zie 1.13 waar de afwijkingen binnen programma Leefbaarheid staan toegelicht.