Paragrafen

4.1 Paragraaf lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Omschrijving (toelichting)

Deze paragraaf bevat nadere informatie over de gemeentelijke heffingen met betrekking tot het belastingjaar 2024. De gemeente Vlissingen kende in 2024 de volgende heffingen:

1. Onroerende zaakbelastingen (OZB)
2. Woonforensenbelasting
3. Toeristenbelasting
4. Hondenbelasting
5. Precariobelasting
6. Afvalstoffenheffing
7. Rioolheffingen
8. Begraafrechten
9. Marktgelden
10. Leges
11. Parkeerbelasting
12. Bedrijveninvesteringszone (BIZ)
13. Havengelden

De opbrengst van de eerste 5 belastingen vormt een deel van de algemene dekkingsmiddelen. De opbrengst van respectievelijk de afvalstoffenheffing, rioolheffingen, de begraafrechten en parkeerheffingen dient om de kosten te dekken voor:

•    het ophalen en verwerken van huishoudelijk afval;
•    de gemeentelijke riolering;
•    de gemeentelijke begraafplaatsen;
•    de parkeergarage en de maaiveldparkeerplaatsen.

Alle heffingen, met uitzondering van de leges, zijn door middel van verordeningen vastgesteld door de gemeenteraad. Het college is bevoegd de legesverordening vast te stellen.

Uitgangspunten

Terug naar navigatie - Uitgangspunten

Omschrijving (toelichting)

Indexering en tariefverhoging

Alle gemeentelijke belastingen zijn in 2024 in beginsel verhoogd met de index te weten 3,2 %, Met uitzondering van de afvalstoffenheffing, rioolheffingen, lijkbezorgingsrechten en havengelden. Voor de afvalstoffenheffing geldt dat we een tariefstelsel wijziging hebben ingevoerd. Hier gaan we onder het kopje afvalstoffenheffing verder op in. Voor de rioolheffing geldt naast de verhoging met het inflatiepercentage een extra verhoging van 0,8%. De tarieven van de lijkbezorgingsrechten worden jaarlijks met 5% extra verhoogd i.v.m. het verhogen van de kostendekking. Voor de havengelden zijn de tarieven aangepast naar voornamelijk alleen weektarieven en zijn de tarieven meer markconform gemaakt.

Kwijtscheldingsbeleid

Kwijtschelding wordt verleend op basis van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. De berekening van de kosten van bestaan is vastgesteld op 100% van de bijstandsnorm. Voor het bepalen van de kwijtschelding zijn de Zeeuwse gemeenten een samenwerkingsverband aangegaan met SABEWA Zeeland. Hierdoor hoeven de burgers maar 1 keer een aanvraagformulier in te dienen om in aanmerking te komen voor kwijtschelding van zowel de waterschapslasten en de gemeentelijke belastingen die in de regeling zijn betrokken.

De verzoeken om kwijtschelding zijn voor 2024 tijdig afgehandeld. Voor het belastingjaar 2024 waren de uitgaven aan kwijtschelding afvalstoffenheffing en rioolheffing geraamd op € 696.780. De werkelijk verleende kwijtschelding over 2024 bedraagt € 601.867. Daarnaast is er een bedrag van € 33.032 aan kwijtschelding verleend over oude jaren.

Positie op de lokale lastenladder

Terug naar navigatie - Positie op de lokale lastenladder

In onderstaande tabel wordt een overzicht getoond van de lokale lastendruk 2024 van een meerpersoonshuishouden in de Zeeuwse gemeenten. Het tarief voor ozb is sterk afhankelijk van de gemiddelde WOZ-waarde per gemeente. Daarnaast neemt het COELO die de lokale lasten publiceert ook mee het gemiddeld afval aanbod van de gemeente per huishouden, hierdoor kan het bedrag wat Coelo hanteert afwijken van de werkelijk te betalen bedrag aan afvalstoffenheffing. 

Ook de WOZ-waarden waarmee het COELO rekent, verschilt van de gemiddelde WOZ-waarde voor de gemeente Vlissingen. Deze laatste bedraagt namelijk voor 2024 € 246.000. Het COELO rekent echter met een gemiddeld van alleen de koopwoningen en houdt geen rekening met huurwoningen. Hierdoor wijken deze 2 van elkaar af. Als we rekening houden met de gemiddelde WOZ-waarde van Vlissingen, komen we op een totale gemiddelde lasten van € 967.

 

COELO Atlas lokale lasten 2024:
Gemeenten OZB eig. WOZ waarde OZB AFV RIOG TOTAAL
Borsele 10,54% 353.112 372,18 389,88 212,28 974,34
Goes 11,48% 388.145 445,59 280,7 304,3 1030,59
Hulst 9,84% 332.591 327,27 337,6 304,3 969,17
Kapelle 8,38% 387.936 325,09 267,94 301 894,03
Middelburg 10,53% 353.295 372,02 286,36 233,61 891,99
Noord-Beveland 9,32% 324.968 302,87 284 197,5 784,37
Reimerswaal 8,68% 335.300 291,04 353,97 306,36 951,37
Schouwen-Duiveland 9,85% 436.548 430 317,14 261,67 1008,81
Sluis 7,77% 354.402 275,37 330,05 305,55 910,97
Terneuzen 12,74% 283.140 360,72 398,4 237,84 996,96
Tholen 10,32% 323.246 333,59 288,87 210 832,46
Veere 7,41% 466.383 345,59 307,89 169,84 823,32
Vlissingen 12,14% 247.000 299,858 394,62 272,14 967

Opbrengsten heffingen

Terug naar navigatie - Opbrengsten heffingen

Hierna volgt het overzicht van de opbrengsten van de diverse heffingen:

Bedragen x € 1.000
Opbrengstheffing Rekening 2023 Begroting 2024 incl. begr. wijziging Rekening 2024 Begroting 2025
1. Onroerende zaakbelasting 15.794 16.470 16.657 16.789
2. Woonforensenbelasting 396 412 428 429
3. Toeristenbelasting 868 880 902 1094
4. Hondenbelasting 325 333 335 348
5. Precariobelasting 104 134 121 140
6. Afvalstoffenheffing 8.052 7.938 8.003 7.945
7. Rioolheffing 6.781 6.913 6.884 7.318
8. Parkeerheffingen 141 210 120 217
9. BIZ (bedrijven investeringszone) 110 98 111 98

Het jaarrekening resultaat van bovenstaande heffingen wordt, indien met een afwijking van > € 25.000 toegelicht in het hoofdstuk 5.7 toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening.

Onroerendezaakbelasting

Terug naar navigatie - Onroerendezaakbelasting

Onder de naam “onroerendezaakbelastingen” (OZB) wordt belasting geheven van eigenaren van woningen en van eigenaren voor de heffing gebruikers van bedrijfspanden en overige gebouwen. De grondslag is de WOZ-waarde van de onroerende zaak. De WOZ-waarde voor 2023 is bepaald naar waarde peildatum 1 januari 2023. De OZB wordt berekend naar een percentage van de WOZ-waarde. 

Bedragen x € 1.000
OZB Percentage 2023 Percentage 2024
Eigenaar woningen 0,1283% 0,1214%
Eigenaar niet-woningen 0,4399% 0,4393%
Gebruiker niet-woningen 0,3495% 0,3490%

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Rioolheffing

Rioolheffing wordt in rekening gebracht ter dekking van de kosten van de gemeentelijke riolering. Iedere gebruiker van een woning, bedrijfspand of gebouw met een directe of indirecte aansluiting op de gemeentelijke riolering wordt aangeslagen tegen een tarief dat afhankelijk is van het waterverbruik. Alleen bij hemelwater wordt het tarief van de eerste verbruiksklasse (tot 400 m3) in rekening gebracht. De eigenaar van een onroerende zaak betalen eveneens een rioolheffing. De totale begrote opbrengst mag de totale begrote lasten niet overschrijden. Het tarief voor het eigendom verlaagd en de tarieven voor het gebruik gelijk gebleven op basis van de financiële onderbouwing van het verlengde bestaande VGRP.

Rioolheffing Tarief 2023 Tarief 2024
Eigenarentarief 210,13 209,18
Gebruikerstarief:
0-400 m3 60,54 62,96
401-1.000 m3 330,71 343,94
1.001-2.000 m3 591,81 615,48
2.001-3.000 m3 852,79 886,90
3.001-4.000 m3 1.114,00 1.158,56
Boven 4.000 m3 per 100 m3 32,22 33,51

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing

De afvalstoffenheffing is een vergoeding voor de kosten van het ophalen en verwerken van huishoudelijk en tuinafval. Vanaf 2024 hanteren we 3 verschillende tarieven namelijk voor 1, 2 en meerpersoonshuishouden. Het wel of niet gebruikmaken van een vuilophaaldienst is voor de belastingheffing niet relevant. De totale begrote opbrengst mag de totale begrote lasten niet overschrijden. 

Afvalstoffenheffing in € Tarief 2023 Tarief 2024
Eenpersoons 353,77 323,86
Tweepersoons 353,77 346,58
Meerpersoons 353,77 394,62

Hondenbelasting

Terug naar navigatie - Hondenbelasting

Elke Vlissingse houder van één of meer honden is hondenbelasting verschuldigd. Op basis van aangifte wordt de houder aangeslagen. Voor de eerste hond wordt een basisbedrag in rekening gebracht. Voor elke tweede en volgende hond geldt het dubbele tarief. De tarieven zijn ten opzichte van 2023 gestegen met de index.

Hondenbelasting in € Tarief 2023 Tarief 2024
Tarief 1e hond 99,56 102,75
Tarief 2e en volgende hond 199,09 205,5
Kennel 362,57 374,17

Forensenbelasting

Terug naar navigatie - Forensenbelasting

De forensenbelasting wordt geheven van personen die niet binnen de gemeente Vlissingen wonen maar wel een woning voor zichzelf of hun gezin beschikbaar houden. De heffing betreft een vast bedrag per woning. Onder de woning moet mede worden verstaan een recreatiewoning.

Forensenbelasting in € Tarief 2023 Tarief 2024
Per woning 957,22 987,85

Precariobelasting

Terug naar navigatie - Precariobelasting

Omschrijving (toelichting)

Wanneer een burger, bedrijf of instelling gemeentegrond in gebruik wil nemen voor bijvoorbeeld reclameborden of –uitingen, uitstallingen en containers op de openbare grond van de gemeente, dan moet er bij de gemeente een vergunning worden aangevraagd. Voor het gebruik moet huur of precario worden betaald. 

Parkeerbelasting

Terug naar navigatie - Parkeerbelasting

Omschrijving (toelichting)

Onder de naam ‘Parkeerbelastingen’ worden de volgende belastingen geheven:
•    een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij de belastingverordening 
dan wel in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze;
•    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een
voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

De opbrengst van de parkeerbelastingen is een vergoeding voor de exploitatiekosten van de parkeergarages en –voorzieningen.

Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - Toeristenbelasting

Toeristenbelasting wordt geheven voor het houden van nachtverblijf (tegen vergoeding) binnen de gemeente door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens zijn ingeschreven. Met ingang van 2017 wordt het tarief gedifferentieerd naar bestaand of meegebracht verblijfsmiddel. De tarieven zijn ten opzichte van 2023 gestegen met de index.

Toeristenbelasting in € Tarief 2023 Tarief 2024
Per persoon per overnachting bestaand verblijfsmiddel 2,04 2,11
Per persoon per overnachting meegebracht verblijfsmiddel 1,83 1,89

Bedrijven Investerings Zone (BIZ)

Terug naar navigatie - Bedrijven Investerings Zone (BIZ)

Omschrijving (toelichting)

In samenwerking met de vertegenwoordigers van de winkeliers en horecaondernemers in de binnenstad, verenigd in de Vlissingse Ondernemers Centrale (VOC) is er voor een deel van de binnenstad opnieuw een Bedrijveninvesteringszone (BIZ) ingesteld. Gedurende de periode 1 januari 2022 tot 1 januari 2027 wordt jaarlijks een belasting geheven. De gerealiseerde opbrengst wordt direct doorgesluisd naar de VOC. Degenen die dit fonds beheren (de vertegenwoordigers van de ondernemers zelf) bepalen hoe en waaraan het geld wordt uitgegeven. 

Marktgelden

Terug naar navigatie - Marktgelden

Omschrijving (toelichting)

Voor het innemen van een standplaats op de weekmarkt wordt een vergoeding in de vorm van marktgelden geheven.

Leges

Terug naar navigatie - Leges

Omschrijving (toelichting)

Voor het verstrekken van een vergunning of document wordt een vergoeding in de vorm van leges gevraagd.

Havengelden

Terug naar navigatie - Havengelden

Omschrijving (toelichting)

Havengelden worden geheven voor het innemen van openbare gemeente wateren en voor de beschikbaarstelling van gemeentelijke voorzieningen (kade).

Kengetallen belastingcapaciteit

Terug naar navigatie - Kengetallen belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Voor de gemeente Vlissingen is de belastingcapaciteit als volgt:

Kengetallen belastingcapaciteit 2024 (in €)
A OZB lasten voor een gezin bij de gemiddelde WOZ waarde: 371,48
Gemiddelde WOZ waarde 306.000 0,12%
Rioolheffing voor een gezin bij de gemiddelde WOZ waarde
Eigendom 209
Gebruik 62,96 271,96
C Afvalstoffenheffing 395
D Heffingskorting 0
E Totale woonlasten voor een gezin bij de gemiddelde WOZ waarde 1.038,44
F Woonlasten landelijk gemiddelde voor een gezin bij de gemiddelde WOZ waarde 994,00
Gemeentelijke belasting capaciteit E/F * 100% 104,47%

Legestabel 2024

Terug naar navigatie - Legestabel 2024

Voor het verstrekken van een vergunning of document vragen wij een vergoeding in de vorm van leges. Leges brengen wij in rekening bij de aanvrager van de dienst. De grondslag is divers en afgestemd op de gevraagde dienstverlening. De hoogte van de tarieven is divers en afhankelijk van de dienst die wordt aangevraagd. Uitgangspunt is een jaarlijkse verhoging met indexatie. Voor 2024 zijn de tarieven leges verhoogd met het indexatiepercentage 3,2 % tenzij de tarieven wettelijk aan een maximum waren gebonden. Het onderstaand overzicht laat zien dat over het geheel het percentage kostendekkendheid 89,1% is. Indien er ten opzichte van de begroting sprake is van een afwijking van >€ 25.000, worden de in het overzicht benoemde baten en lasten in het hoofdstuk 5.7 van dit boekwerk toegelicht.

Recapitulatie kostendekkenheid leges 2024 Vlissingen
Personeels-lasten Overhead Overige kosten Totale kosten Opbrengsten Kostendekkend-heidspercentage
Totaal (Bedragen x € 1.000) 822 729 741 2.293 2.043 89,1%
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening 311 319 527 1.157 1.070 93%
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand 22 23 26 71 41
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten 79 81 260 419 550
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen 61 63 140 264 296
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen uit de basis registratie personen 20 21 7 48 42
Paragraaf 1.5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister
Paragraaf 1.6 Gemeentegarantie 0 0 0 0 0
Paragraaf 1.7 Bestuursstukken 0 0 0 0 0
Paragraaf 1.8 Vastgoedinformatie 0 0 0 0 0
Paragraaf 1.9 Overige publiekszaken 77 79 94 250 65
Paragraaf 1.10 Gemeentearchief
Paragraaf 1.11 Huisvestingswet 0 0 0 0 0
Paragraaf 1.12 Leegstandwet 0 0 0 0 0
Paragraaf 1.13 Gevaarlijke stoffen 0 0 0 0 0
Paragraaf 1.14 Vervallen
Paragraaf 1.15 Kansspelen 4 4 0 8 13
Paragraaf 1.16 Algemene Verordening Ondergrondse infrastructuren - AVOI 32 33 0 65 54
Paragraaf 1.17 Algemene plaatselijke verordening Vlissingen 5 5 0 10 1
Paragraaf 1.18 Verkeer en vervoer 10 11 0 21 8
Paragraaf 1.19 Diversen 0 0 0 0 0
Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de omgevingswet 318 245 214 778 915 118%
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Paragraaf 2.2 Voorfase 90 69 0 159 39
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken 215 166 204 584 856
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed 7 5 0 12 2
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten 0 0 10 10 10
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten 0 0 0 0 0
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten 1 1 0 3 4
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten 5 4 0 9 5
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften 0 0 0 0 0
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid 0 0 0 0 0
Paragraaf 2.11 Overige tarieven 0 0 0 0 0
Paragraaf 2.12 Modaliteiten 0 0 0 2 0
Paragraaf 2.13 Vermindering 0 0 0 0 0
Paragraaf 2.14 Teruggaaf 0 0 0 0 -1
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn 193 165 0 358 58 16%
Paragraaf 3.1 Horeca 64 55 0 119 44
Paragraaf 3.2 Organiseren evenementen of markten 126 108 0 233 12
Paragraaf 3.3 Prostitutiebedrijven 0 0 0 0 0
Paragraaf 3.4 Huisvestingswet 2014 0 0 0 0 0
Paragraaf 3.5 Brandbeveiligingsverordening 0
Paragraaf 3.6 Winkeltijdenwet 0 0 0 0 0
Paragraaf 3.7 Exploitatie Huisvesting (inter) nationale werknemers 0 0 0 0 0
Paragraaf 3.8 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of ander beschikking 3 3 0 6 2

4.2 Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing

Risicomanagement en beleid

Terug naar navigatie - Risicomanagement en beleid

Omschrijving (toelichting)

Risicomanagement
Het beleid dat de gemeente Vlissingen voert ten aanzien van risicomanagement is vastgelegd in de nota weerstandsvermogen en risicomanagement. In deze nota is de werkwijze vastgelegd en zijn de uitgangspunten bepaald ten aanzien van risicomanagement. De gemeente is verplicht zowel in de begroting als in de jaarrekening de risico’s te vermelden die de financiële positie van de gemeente kunnen beïnvloeden. Bij het opstellen van de begroting en jaarrekening dient een zo goed mogelijk beeld van kwantificeerbare risico’s aanwezig te zijn.

Werkwijze
Risicomanagement is een continu proces. Bij ieder besluit worden risico's afgewogen. Bij grote projecten worden mogelijke risico's afgewogen in relatie tot het risicoprofiel van de gemeente en expliciet vastgelegd. 2 keer per jaar worden alle risico's binnen de gemeente geactualiseerd. Op basis van deze actualisatie worden per team de huidige en mogelijk nieuwe risico's in beeld gebracht. Op basis hiervan ontstaat er een risico top 10 voor de gemeente. De risico's van de teams worden periodiek binnen het team besproken en waar nodig worden verdere beheersmaatregelen getroffen om de risico's zoveel mogelijke te beperken. De raad, het college en het management team worden geïnformeerd over de top 10 risico's van de gemeente. Gedachte hierachter is dat de risico top 10 van de gemeente goed is voor ongeveer 80% tot 90% van risicobedrag.

Voorwaarden in een continu proces
Risicomanagement heeft op het niveau van de raad, het college en het management team een structurele plek binnen de planning- en control cyclus. Voor de raad betekent dit dat bij zowel de begroting als bij de jaarrekening gerapporteerd wordt hoe de risico’s zich ontwikkelen en hoe deze zich verhouden tot de ontwikkeling van de weerstandscapaciteit. Eén van de voorwaarden voor een adequaat risicomanagement is dat bestuurlijke doelstellingen voor programma’s, strategische projecten en grondexploitaties helder zijn. Verder is het noodzakelijk dat zowel bestuur als management zich bewust zijn dat risicomanagement onderdeel is van het normaal besturen en managen van de gemeente. Dit betekent dat het inventariseren van risico’s, het inschatten ervan en het treffen van maatregelen voortdurend in de praktijk wordt uitgevoerd.

Risico-inventarisatie

Terug naar navigatie - Risico-inventarisatie

Omschrijving (toelichting)

Risicokaart
Risico’s waarvan de oorzaken en gevolgen in klassen ingedeeld zijn, kunnen geplaatst worden in een risicokaart (zie afbeelding). De risicokaart geeft inzicht in de spreiding van de risico’s naar kans en gevolg. De nummers in de risicokaart corresponderen met de aantallen risico’s die zich in het desbetreffende vak van de risicokaart bevinden. Daarmee wordt direct inzichtelijk hoe de risico’s zijn verdeeld over het groene, oranje en rode gebied. Netto betekent de situatie van de risico's inclusief de genomen beheersmaatregelen om de risico's te beperken. Per risico is bepaald welke beheersmaatregelen er kunnen worden genomen om een risico te beperken. Voorbeelden hiervan zijn het opnemen van een reserve, verbeterde proces/ werkafspraken, interne controles of aanpassingen beleid.

 

Een risicoscore in het groene gebied, vormt geen direct gevaar voor de continuïteit van de bedrijfsvoering. Risico’s die in het oranje gebied zitten vragen om aandacht. Ze vormen individueel nog geen reëel gevaar voor de continuïteit van de bedrijfsvoering, maar naarmate de tijd vordert, kan het risico wel een bedreiging gaan vormen. Voor deze risico’s wordt het dan ook aangeraden niet lang te wachten met het nemen van verdere beheersmaatregelen. In de risicokaart wordt duidelijk dat er zich relatief veel risico’s in de groene en oranje zone bevinden, onder/midden in de risicokaart. Bij beheersing van deze risico’s die veel voorkomen kan op de langere termijn serieuze bedreigingen ten aanzien van de continuïteit van de bedrijfsvoering worden voorkomen. Een risico dat een risicoscore heeft die in het rode gebied zit, vereist directe aandacht om te voorkomen dat de continuïteit van de bedrijfsvoering wordt bedreigd.

Risico's
Op basis van het risicoprofiel van de gemeente Vlissingen kan worden bepaald hoeveel geld benodigd is om alle risico’s te kunnen financieren. Dit wordt de benodigde weerstandscapaciteit genoemd. De financiële omvang van de risico's wordt berekend op basis van een risicosimulatie (Monte Carlo methode). Uitgangspunt hierbij is een statistische benadering die er van uit gaat dat nooit alle risico’s zich én tegelijk, én in hun maximale omvang voordoen. In totaal zijn er 89 risico’s geïdentificeerd en gekwantificeerd. Op basis van de risicosimulatie is het financieel risico € 31,2 miljoen.

Bovenstaande berekening is gebaseerd op de doorontwikkeling van risicomanagement waar wij mee zijn gestart. De bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit is hiervan een onderdeel en voor ons als Vlissingen belangrijk voor de eventuele exit artikel 12. We zijn van mening dat we hierin verbeteringen kunnen doorvoeren. Deze verbeteringen hebben betrekking op:

  1. De aanpassing van het zekerheidspercentage van gemiddeld naar 95%. De keuze voor de zekerheidspercentage maakt duidelijk welk bedrag wij dienen te reserveren om de risico’s met een bepaalde zekerheid (in dit geval 95%) te kunnen opvangen.
  2. Het benoemen van risico’s waarbij er sprake is van een structureel effect voor de begroting. Dit zijn risico’s waarbij de inschatting is dat het langer dan 1 jaar duurt voordat het risico dat zich manifesteert kan worden opgevangen in de begroting. Deze risico’s zullen een opslag krijgen van een factor 2 wat voor een gemiddelde tijd van 2 tot 3 jaar staat om de zich manifesterende risico’s met een structureel effect op te vangen/bij te sturen. 

Top 10 risico's 

In de hiernavolgende tabel wordt de top 10 risico’s van de gemeente Vlissingen gerangschikt naar financiële impact weergegeven. Het percentage geeft de weging van het betreffende risico aan t.o.v. het totaal aan risico’s. Hieruit is af te leiden dat de top 10 risico’s een weging heeft van ongeveer 82 % in het totaal van de gedefinieerde risico’s.

Jaarrekening 2024 Begroting 2024 Jaarrekening 2023    
Nummer Nummer Nummer Belangrijkste financiële risico's Invloed
1 2 3 Stijging verliesvoorziening grondexploitaties door stijging inflatie. 17%
2 - 7 Jeugd: Volume jeugdhulp en bijbehorende kosten nemen niet af. 11%
3 - 5 Jeugd: resultaten uitvoering projecten hervormingsagenda worden niet behaald. 10%
4 4 2 Stijging verliesvoorziening grondexploitaties door stijging rente. 8%
5 - - Jeugd: risico niet behalen extra taakstelling. 7%
6 - - Jeugd: resultaten uitvoering projecten hervormingsagenda vertraagd. 7%
7 - - Werk en inkomen: Effecten Beleidsregie worden niet gerealiseerd. 7%
8 - - Werk en inkomen: Taakstelling sociale werkvoorziening (werkleerbedrijf) wordt niet gerealiseerd. 6%
9 1 1 De uitkeringen gemeentefonds vallen lager uit. 5%
10 10 9 Aantrekken van leningen tegen een hoger rentepercentage dan geraamd. 3%

Toelichting top 10 risico's 

1.    Stijging verliesvoorziening grondexploitaties door stijging inflatie
Voor grondexploitaties met een nadelig eindresultaat wordt er een verliesvoorziening getroffen op basis van de geprognosticeerde eindwaarden. Bij elke herziening worden eventuele aanpassingen in de eindwaarden ook in de verliesvoorziening verwerkt. Aanpassingen zijn afhankelijk van een aantal parameters waaronder de inflatie. Een hogere inflatie dan eerder geprognosticeerd leidt tot hogere kostenramingen en daarmee tot een hogere verliesvoorziening. De financiële impact, met een uitgangspunt van 2% stijging van de kosten en -2% opbrengsten, betreft € 6,2 miljoen (bron 1e herziening 2025).

2.    Jeugd: Volume jeugdhulp en bijbehorende kosten nemen niet af
Het risico is aanwezig dat er sprake is van prijsstijgingen en volume indexeringen binnen de jeugdhulp. Hierdoor neemt het volume jeugdhulp en de bijbehorende kosten toe. Vanaf 1 januari 2026 starten wij met een nieuwe aanbesteding, waarbij de actuele opdracht is het terugdringen van jeugdhulpproducten, een vermindering van de kosten en het volume. Verder zetten wij in Vlissingen in om de bezuinigingen die de hervormingsagenda jeugd vraagt te implementeren door projecten op te zetten die eveneens het doel hebben om het aantal jeugdigen dat gebruik maakt van jeugdhulp (het volume) terug te dringen. De realisatie 2024 heeft aangetoond dat een kleine mutatie in zowel de duur van de jeugdzorg, de aanvragen jeugdzorg en wijzigingen in prijs (waaronder de Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling (OVA) indexeringen), de kosten laten toenemen. Ten opzichte van onze primitieve begroting 2024 hebben wij € 2,0 miljoen bijgeraamd. Hiervan verwachten wij een eindafrekening over 2024 in 2025 van € 500.000 positief (incidenteel). We houden in de toekomst rekening met het risico van prijs en volume indexeringen in de begroting, echter is de kans aanwezig dat deze inschatting niet correct is. We hebben gerekend met de prognose van het voorspelmodel Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland voor 2025. Vanaf 2026 houden wij rekening met 6,93% volume en 3,94 % prijsindexering om dit risico te mitigeren. Op dit moment speelt de aanbesteding. Onduidelijk is wat de nieuwe kostprijzen zijn. Het is inmiddels wel duidelijk dat de inkoop duurder wordt en de OVA indexering alleen niet afdoende is. Dit risico schatten wij in op € 2,0 miljoen op jaarbasis. Dit risico is beoordeeld als een risico met een structureel effect.

3.    Jeugd: resultaten uitvoering projecten hervormingsagenda worden niet behaald
Het risico is aanwezig dat de ingeschatte resultaten (3,8 miljoen) van de projecten niet worden behaald. De VNG bevestigt dit en heeft becijferd dat circa 35% van de prognose van de rijksbesparingen hervormingsagenda niet haalbaar is. De ingeboekte resultaten op de projecten zijn schattingen (3,4 miljoen onderzoek Andersson Elffers Felix, € 400.000 eigen ambitie wegens meerlasten jeugd ten opzichte van landelijk gemiddelde en € 600.000 eigen ambitie toegang). Wij achten op basis van het VNG advies gemiddeld circa 40% (€ 1,76 miljoen) hiervan vanaf 2028 onhaalbaar is. Hieraan gerelateerd hoort een positief risico baten gemeentefonds omdat het Rijk (mede) verantwoordelijk is voor de tekorten jeugdzorg. De voorjaarsnota en of gemeentefondscirculaires 2025 geven hierover hopelijk meer duidelijkheid. Dit risico is beoordeeld als een risico met een structureel effect.

4.    Stijging verliesvoorziening grondexploitaties door stijging rente
Voor grondexploitaties met een nadelig eindresultaat wordt er een verliesvoorziening getroffen op basis van de geprognosticeerde eindwaarden. Bij elke herziening worden eventuele aanpassingen in de eindwaarden ook in de verliesvoorziening verwerkt. Aanpassingen zijn afhankelijk van een aantal parameters waaronder de rente. Omdat voor het financieren van de boekwaarde in de grondexploitaties geld geleend moet worden, wordt de rente over deze leningen doorberekend op de grondexploitaties. Met een totale boekwaarde van circa € 169 miljoen heeft een rentestijging een forse negatieve impact op de verliesvoorziening grondexploitaties. Hierbij leidt vooral de hoge boekwaarde van het Scheldekwartier in combinatie met de relatief nog lange looptijd tot een hoge gevoeligheid voor mutaties in de langlopende rente. De financiële impact als de rente voor nieuw af te sluiten geldleningen met 1% stijgt, is € 3,0 miljoen.

5.    Jeugd: risico niet behalen extra taakstelling
Wij hebben onszelf bovenop de taakstelling hervormingsagenda voor de toegang een extra taakstelling van € 1,25 miljoen structureel vanaf 2028 opgelegd. Nadere invulling hiervan vindt nog plaats. Eerder verwachten wij minder lasten jeugd door inzet van het ondersteuningsteam bij de toegang. Echter de implementatie van het ondersteuningsteam is uitgesteld. Het versterken van het WMO & Jeugd team blijft de inzet en tegelijker tijd onderzoeken wij overige mogelijkheden. We hebben enerzijds de ambitie hervormingsagenda en anderzijds deze additionele besparing. De ambities liggen hoog. In de eerste jaren geeft dit risico's vanwege de benodigde aanlooptijd. Door de recente publicaties moeten we kritisch blijven in de haalbaarheid van het effectueren van dit soort interventies. De financiële impact is bepaald op € 930.000 in 2025, € 700.000 in 2026, € 1,25 miljoen in 2027 en € 1,03 miljoen in 2028. Dit betekent cumulatief een bedrag van € 3,9 miljoen voor de jaren 2025-2028. Ervanuit gaande dat het Rijk het niet haalbare deel (zoals door VNG berekend) compenseert.

6.    Jeugd: resultaten uitvoering projecten hervormingsagenda vertraagd
De aanbesteding jeugd voor 2026 en 2027 gaat op basis van de huidige producten. Hierin is de hervormingsagenda nog niet volledig doorvertaald. De resultaten van de projecten zijn afhankelijk van een interne integrale samenwerking en van de samenwerking die we met onze netwerkpartners moeten bereiken. Dit zal invloed hebben op het tempo wat we zelf kunnen opbrengen en het commitment van anderen. Voor de komende jaren zijn de inschattingen van de projecten berekend. Een vertraging kost ons geld en de besparing schuift op in de tijd. De financiële impact is bepaald op € 800.000 in 2025, € 700.000 in 2026 , € 1,25 miljoen in 2027 en € 1,03 miljoen in 2028. Dit betekent cumulatief een bedrag van € 3,8 miljoen voor de jaren 2025-2028. Uitgaande van doorgaan met huidige productenboek (scenario 4 aanbesteding jeugd) en een vertraagde realisatie hervormingsagenda. 

7.    Werk en inkomen: Effecten Beleidsregie worden niet gerealiseerd
Het inkoopvolume op Werk en Inkomen kan niet omlaag. Aangezien steeds duidelijker wordt dat investeren in bestaanszekerheid maatschappelijke kosten verlaagt. Met name bij WMO & Jeugd. Pijlers onder bestaanszekerheid zijn betaalbaar wonen, voldoende inkomen en financiële rust. Bij Werk en Inkomen is investeren in bestaanszekerheid concreet investeren in re-integratie, schuldhulpverlening en minimaregelingen. Bij investeren in re-integratie worden naast lagere kosten bij WMO & Jeugd ook de uitkeringslasten verlaagd. De vermindering van € 1,25 miljoen aan inkoopvolume wordt dan ook niet behaald. Invulling van de taakstelling door middel van een intensievere inzet op social return on investment wordt momenteel onderzocht. De kans dat dit een lager bedrag oplevert dan de geraamde taakstelling is aanwezig. De financiële impact is € 1,25 miljoen. Dit risico is beoordeeld als een risico met een structureel effect.

8.    Werk en inkomen: Taakstelling sociale werkvoorziening (werkleerbedrijf) wordt niet gerealiseerd
Jarenlang is er sprake van een exploitatietekort in het werkleerbedrijf. Op basis van het in 2021 door de gemeente(n) geïnitieerd onderzoek is gebleken dat door implementatie van verschillende verbetermaatregelen de komende jaren een ruime rendementsverbetering gerealiseerd moet kunnen worden. In 2022 heeft Orionis Walcheren verbeterplannen opgesteld. Als de verbeterplannen hun effect hebben, is er eind 2027 sprake van een positief resultaat van circa € 2,8 miljoen (Orionis totaal, Vlissingens aandeel hierin is € 1,48 miljoen. Door economische ontwikkelingen is de realisatie van de plannen vertraagd. In de meerjarenbegroting 2025-2028 hebben wij de realisatie zij het met vertraging (oorspronkelijk plan was 2025/2026 realisatie) als gevolg van diverse (externe) oorzaken ruimschoots verwerkt (besparing van € 2,0 miljoen periode 2025-2028). Externe factoren (waaronder marktwerking) blijven van invloed op het resultaat van het Werkleerbedrijf. De financiële impact is gebaseerd op het feit dat de begrote besparingen zoals opgenomen in de begroting 2025-2028 (totaal € 2,0 miljoen) niet worden gerealiseerd. Dit risico is beoordeeld als een risico met een structureel effect.

9.    De uitkeringen gemeentefonds vallen lager uit
Het risico dat de uitkeringen gemeentefonds lager uitvalt is altijd aanwezig. In de begroting 2025 zijn de ontwikkelingen uit de voorjaarsnota van het Rijk met betrekking tot het ravijnjaar verwerkt. Het risico is echter wel aanwezig dat hier veranderingen in kunnen komen (o.a. wijzigingen circulaires en aanpassingen maatstaven). De financiële impact is bepaald op € 2,54 miljoen (1% van de uitkeringen gemeentefonds € 186 miljoen, verminderd met de bijdrage voor centrumtaken en de aanvullende bijdrage artikel 12 € 58,8 miljoen). Dit risico is beoordeeld als een risico met een structureel effect.

10.    Aantrekken van leningen tegen een hoger rentepercentage dan geraamd
We maken jaarlijks een inschatting omtrent de verwachte rente. De bijbehorende rentelasten worden opgenomen in de begroting. Het risico is aanwezig dat er nieuwe geldleningen worden aangetrokken, waarbij het rentepercentage hoger is dan geraamd. De financiële impact is bepaald op € 960.000 per jaar (periode 2025-2028). Dit is gebaseerd op het uitgangspunt als de rente met 1% zou stijgen. Dit risico is beoordeeld als een risico met een structureel effect.

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weerstandscapaciteit

Omschrijving (toelichting)

Wat is weerstandscapaciteit?
Weerstandscapaciteit wordt gedefinieerd in financiële zin. Dat betekent als (weerstands)bedrag. De minimale weerstandscapaciteit is het bedrag dat we eventueel nodig hebben ter afdekking van financiële verliezen die kunnen optreden, als risico´s zich feitelijk gaan manifesteren. Het gaat daarbij om verliezen die niet al op een andere manier (bijv. via verzekering of afzonderlijk getroffen financiële voorziening c.q. reservering) financieel zijn ondervangen.

De weerstandscapaciteit bestaat uit:
•    Vrij besteedbare reserves.
•    Budget onvoorziene uitgaven.
•    Onbenutte belastingcapaciteit.
•    Stille reserves.

Het voorgaande kan als volgt schematisch worden weergegeven:

Vrij besteedbare reserve
Als vrij besteedbare reserve beschouwen wij de algemene reserve en de reserve grondexploitatie. Bestemmingsreserves zien wij niet als vrij besteedbaar. Bestemmingsreserves worden ingezet voor het realiseren van onze doelstellingen. Periodiek wordt onderzocht of de omvang van de bestemmingsreserves nog juist zijn. Eventueel overbodige bestemmingsreserves vallen vrij ten gunste van de algemene reserve en worden op die manier vrij besteedbaar.

Onbenutte belastingcapaciteit
Hieronder wordt verstaan de mogelijkheid die de gemeente heeft om belastingen te verhogen. Bij tarieven waar kostendekking een rol speelt, is van onbenutte belastingcapaciteit sprake voor zover nog geen volledige kostendekking is gerealiseerd. Aan de hoogte van de belastingen en de overige tarieven is geen bovengrens gesteld. Aangezien er geen expliciet beleid is en de gemeente Vlissingen in vergelijking met andere Zeeuwse gemeenten gemiddeld hogere belastingen heeft, is in de berekening van de weerstandscapaciteit geen rekening gehouden met de mogelijkheid van onbenutte belastingcapaciteit.

Onvoorziene uitgaven
Voor onvoorziene uitgaven is in de begroting jaarlijks een bedrag opgenomen. Voor het jaar 2024 gaat het om € 250.000. 

Stille reserves
Van stille reserves is sprake wanneer de marktwaarde van bepaalde bezittingen van de gemeente hoger is dan op de balans opgenomen boekwaarde. De aanwezigheid van dergelijke stille reserves is het gevolg van het voorschrift dat de boekwaarde van de activa gebaseerd moet zijn op historische kostprijs. Een stille reserve kan tot de weerstandscapaciteit worden gerekend indien: de bezitting die vrij verhandelbaar zijn en de opbrengst bij verkoop uitgaat boven het bedrag dat nodig is om wegvallende inkomsten op te vangen. Voor de bezittingen die vrij verhandelbaar gaan we uit van een PM bedrag omdat hierover geen inschattingen zijn te maken. De werkelijke waarde van de gemeentelijke aandelen in de Bank Nederlandse Gemeenten en de Zeeuwse Energie Houdstermaatschappij is wellicht hoger dan de nominale waarde (verkrijgingsprijs). Aangezien de aandelen niet vrij verhandelbaar zijn kan deze meerwaarde (stille reserve) niet worden opgenomen in de berekening van de weerstandscapaciteit.

Omvang weerstandscapaciteit
De vrij besteedbare reserves zijn gebaseerd op de omvang van de algemene reserve. In principe wordt ook de omvang van de reserve grondexploitatie opgenomen echter ultimo het verslagjaar 2024 is deze reeds nihil.

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Omschrijving (toelichting)

Weerstandsvermogen: koppeling weerstandscapaciteit en financiële risico's
In het voorgaande is zowel de benodigde als de beschikbare weerstandscapaciteit bepaald. De benodigde weerstandscapaciteit op basis van de bestaande risico's kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt de ratio weerstandsvermogen.

Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit / Benodigde weerstandscapaciteit

Voor de gemeente Vlissingen betekent dit een negatieve ratio van - 0,7 (-/- € 22,9 miljoen/ € 31,2 miljoen).

Beschikbare weerstandscapaciteit
De berekende beschikbare weerstandscapaciteit bij de jaarrekening 2024 bedraagt -€ 22,9 miljoen (- € 34,3 miljoen bij jaarrekening 2023). 

Benodigde weerstandscapaciteit
De inventarisatie van risico’s, welke in deze paragraaf is opgenomen, geeft een indicatie van de financiële omvang van de belangrijkste (specifieke) risico’s, inclusief een schatting van de kans dat het geïdentificeerde risico zich voordoet. We kunnen hiermee vervolgens de benodigde weerstandscapaciteit bepalen. Daarbij geeft het college een doorlopend inzicht in de grootste risico’s (top 10) voor de gemeente Vlissingen. Wij hebben op basis van de risico inventarisatie berekend wat de benodigde weerstandscapaciteit is. Het berekende bedrag voor specifieke risico’s bedraagt € 31,2 miljoen (laatste risico inventarisatie jaarrekening 2023 € 18,9 miljoen). Ten opzichte van de risico inventarisatie bij de jaarrekening 2023 is hiermee sprake van een toename van de gekwantificeerde risico’s met € 12,3 miljoen. Oorzaak van deze toename is een toename van de risico’s binnen het sociaal domein. Dit zijn risico’s met een structureel effect voor de begroting. Dit zijn risico’s waarbij de inschatting is dat het langer dan 1 jaar duurt voordat het risico dat zich manifesteert kan worden opgevangen in de begroting. Deze risico’s zullen een opslag krijgen van een factor 2 wat voor een gemiddelde tijd van 2 tot 3 jaar staat om de zich manifesterende risico’s met een structureel effect op te vangen. Bijsturing wordt per risico beoordeeld en bepaald (te nemen beheersmaatregelen). 

Ontwikkeling risicoprofiel
De ontwikkeling van het risicoprofiel toont het volgende beeld:

Beoordeling Weerstandsvermogen
Om de ratio voor het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen maken wij gebruik van de onderstaande waarderingstabel die in samenspraak tussen het NAR (Nederlands Adviesbureau Risicomanagement) en de Universiteit Twente is opgesteld.

Waardering Ratio Betekenis
A > 2 Uitstekend
B 1,4 - 2 Ruim voldoende
C 1 - 1,4 Voldoende
D 0,8 - 1 Matig
E 0,6 - 0,8 Onvoldoende
F < 0,6 Ruim onvoldoende

Gegeven de negatieve ratio betekent dit voor de gemeente Vlissingen dat het weerstandsvermogen volgens de waarderingstabel een waardering F heeft, hetgeen dus ruim onvoldoende is. Op basis van de gehanteerde methode van kwantificering van de risico's en hetgeen is opgenomen in de nota weerstandsvermogen en risicomanagement zou de ratio moeten liggen tussen de 0,8 en de 1,4. De weerstandscapaciteit van -€ 23,1 miljoen is niet toereikend in relatie tot de berekende risico’s van € 32,1 miljoen. De ontwikkeling van de algemene reserve zal bepalend zijn of wij de gesignaleerde risico’s in de toekomst kunnen opvangen. De ratio weerstandsvermogen is met 1,2 afgenomen.

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Omschrijving (toelichting)

Onderstaand is de beoordeling van de diverse kengetallen in relatie tot de begrote financiële positie. Deze kengetallen zijn voorgeschreven door de BBV.

 

Kengetallen   Jaarrekening 2023 Begroting 2024 Jaarrekening 2024
1a. Netto schuldquote 39% 35% 28%
1b. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 39% 35% 28%
2. Solvabiliteitsratio 21% 17% 24%
3. Grondexploitatie 9%

0,2%

10%
4. Structurele exploitatieruimte  3% -1,1% 0%
5. Belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoonshuishouden 100% 107% 107%

1a. Netto schuldquote
De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie.

1b. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen, wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven. Op deze manier brengen we duidelijk in beeld wat het aandeel is van de verstrekte leningen en wat dat betekent voor de schuldenlast.

2. Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft de mate aan, waarin de gemeente in staat is om aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het eigen vermogen van de gemeente bestaat uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten.

3. Grondexploitatie
De grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant beoordeelt ieder jaar of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen.

4. Structurele exploitatieruimte
De exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting maken we thans het onderscheid tussen structurele en incidentele lasten. 
De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten en uitgedrukt in een percentage.

5. Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. De definitie van het kengetal belastingcapaciteit is: 

Woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t (het begrotingsjaar) ten opzichte van het landelijk gemiddelde in jaar t-1 (het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar) uitgedrukt in een percentage. 

De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen, wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Coelo publiceert ieder jaar deze lasten in de Atlas van de lokale lasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde waarde in die gemeente. Deze cijfers worden voortaan ook in de jaarlijkse meicirculaire bekend gemaakt zodat de gemeenten tijdig op de hoogte zijn van de hoogte van de lasten die voor de berekening moeten worden gebruikt. Voor de berekening wordt verwezen naar de paragraaf Lokale heffingen.

4.3 Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragraaf gaat over het onderhoud op kapitaalgoederen. Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV art.12) schrijft voor dat in elk geval de kapitaalgoederen wegen, stedelijk water / riolering, groen en gebouwen aan de orde worden gesteld. Onderhoudskosten op kapitaalgoederen zijn uitgaven om de kwaliteit van gemeentelijk eigendom dat vele jaren meegaat op een tevoren vastgesteld onderhoudsniveau te houden of weer te brengen. Met het onderhoud van kapitaalgoederen is een substantieel deel van de begroting gemoeid. Deze paragraaf geeft daar meer inzicht in.

Voor de kapitaalgoederen wegen, groen, kades, openbare verlichting, stedelijk water/riool en civiele kunstwerken zijn in het verleden beheerplannen opgesteld. Deze beheerplannen zijn beoordeeld door de artikel 12-inspecteur. In 2024 is het overkoepelend beleidskader Nota Kwaliteit Openbare Ruimte 2.0 door de gemeenteraad besloten. 

Alle relevante ontwikkelingen in het openbaar gebied worden betrokken bij een integrale afweging en planning. Hiervoor hebben we een collegeopdracht vastgesteld voor het project "Kapitaalgoederen up-to-date". De integrale afweging is niet louter intern, maar geschiedt ook met de nutsbedrijven. Op deze wijze hoeft de straat maar 1 keer open en beperken we de overlast voor de bewoners tot een minimum.

Voor het kapitaalgoed accommodaties loopt het project "Revitalisering gemeentelijk accommodatiebestand".

Meerjaren onderhoudsplannen (MJOP)
Onderhoud kan onderverdeeld worden in klein onderhoud en groot onderhoud. Klein onderhoud kent maatregelen die noodzakelijk zijn om het object blijvend naar behoren te laten functioneren of haar representativiteit te laten behouden. Groot onderhoud kent lasten na een langere periode van gebruik als gevolg van slijtage. Veelal gepland, ingrijpend van aard en betreft een groot of belangrijk deel van het object, zo geven de richtlijnen aan. In deze plannen wordt het geplande groot onderhoud in de tijd weggezet en berekend welk budget er daarvoor per jaar benodigd is. Het groot onderhoud kent niet ieder jaar hetzelfde uitgavenpatroon. Om die reden is het creëren van een voorziening per kapitaalgoed soms nodig en een uitkomst. Bij een voorziening wordt jaarlijks vanuit de exploitatie een gelijke bijdrage aan de voorziening gedaan, terwijl het uitgavenpatroon ten laste van de voorziening afgestemd is op de geplande groot-onderhoud-taken. Op deze manier zorgen we dat we al het groot onderhoud tijdig uitgevoerd wordt en er ook voldoende budget voor aanwezig is. Inmiddels is het MJOP van accommodaties en kades in de gemeenteraad besloten en zijn verschillende MJOP's in voorbereiding.

Bedragen x € 1.000
Onderhoudskosten (volgens de BBV-categorieën) Begroot Werkelijk Restant
Civiele kunstwerken 99 207 -108
Gebouwen 1.586 1.498 88
Groen 2.199 2.069 131
Kades 83 56 27
Openbare verlichting 621 635 -14
Stedelijkwater/ riool 576 584 -8
Wegen 1.838 1.865 -27
Totaal 7.001 6.913 88

Civiele kunstwerken

Terug naar navigatie - Civiele kunstwerken

De overschrijding is veroorzaakt door de afrekening 2024 van de Provincie inzake het onderhoud van de Sloebrug en de Dokbrug. Deze kosten waren nog niet geraamd. Momenteel werken we aan een meerjarig onderhoudsplan voor Civiele kunstwerken waardoor de toekomstige activiteiten gepland en begroot kunnen worden.

Bedragen x € 1.000
Onderhoudskosten civiele kunstwerken Begroot Werkelijk Restant
Civiele kunstwerken 99 207 -108

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

De uitgaven van onderhoud Gebouwen kent een voordeel van € 246.000 in 2024. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het inzetten van 2 medewerkers voor de uitvoering van het klein onderhoud. Voorheen werd dit werk uitbesteed aan aannemers. Daarnaast is er een forse tegenvaller van € 158.000 veroorzaakt door de brandschade van De Parelburcht. Per saldo resulteert dit in een voordeel van € 88.000.

Bedragen x € 1.000
Onderhoudskosten gebouwen Begroot Werkelijk Restant
Gebouwen 1.586 1.498 88

Groen

Terug naar navigatie - Groen

In de gemeente zijn in 2024 vele wijken/buurten/straten projectmatig heringericht. Op die momenten worden deze straten uit het klein onderhoud gehaald. Hierdoor worden er ook minder onderhoudskosten gemaakt. Dit is de hoofdoorzaak van de onderuitputting. 

Voor speelvoorzieningen geldt dat we in 2024 gestart zijn met het opzetten van een meerjarig onderhoudsplan. Hierdoor maakt de gemeente de overstap van financieren uit de exploitatie naar investeringen op dit vakgebied. 

Bedragen x € 1.000
Onderhoudskosten groen Begroot Werkelijk Restant
Groen 2.081 2.026 54
Speelvoorzieningen 119 42 76
Totaal 2.199 2.069 131

Kades

Terug naar navigatie - Kades

Voor kades is het klein onderhoud uitgevoerd conform planning. Voor waterpartijen is er ruimte om de waterpartij in het project Walstraat-noord te onderhouden.

Bedragen x € 1.000
Onderhoudskosten Kades Begroot Werkelijk Restant
Kades 31 28 3
Waterpartijen, vijvers en fonteinen 52 28 24
Totaal 83 56 27

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

De kleine overschrijding op openbare verlichting wordt veroorzaakt door onder andere prijsstijgingen. Door het initiëren van het project van de verledding van de openbare verlichting via investeringen is ook hier een omslag gemaakt van exploitatie naar investeringen.

Bedragen x € 1.000
Onderhoudskosten openbare verlichting Begroot Werkelijk Restant
Openbare verlichting 621 635 -14

Stedelijk water/riolering

Terug naar navigatie - Stedelijk water/riolering

De kleine overschrijding op onderhoud gemalen als onderdeel van stedelijk water / riolering wordt veroorzaakt door o.a. prijsstijgingen.

Bedragen x € 1.000
Onderhoudskosten stedelijk water/ riolering Begroot Werkelijk Restant
Stedelijk water/ riolering 576 584 -8

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen

Doordat het project Bloemenbuurt iets voor loopt op de planning zijn de bijdrages vanuit het structureel onderhoudsbudget ook iets hoger. 

Bedragen x € 1.000
Onderhoudskosten wegen Begroot Werkelijk Restant
Wegen 1.838 1.865 -27

4.4 Paragraaf financiering

Wettelijk kader

Terug naar navigatie - Wettelijk kader

Omschrijving (toelichting)

De Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) heeft als belangrijkste uitgangspunten het bevorderen van een solide financieringswijze met als doel het voorkomen van grote fluctuaties in de rentelasten, het bevorderen van transparantie, het bevorderen van de kredietwaardigheid en het beheersen van renterisico's. Het beheersen van risico's uit zich concreet in de kasgeldlimiet, de renterisiconorm en het met een prudent karakter uitzetten van gelden en afsluiten van leningen. Daarnaast zijn gemeenten verplicht om een treasurystatuut te hebben.

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

Het hulpmiddel om renterisico's op korte financiering te beperken is de kasgeldlimiet. Als referentiekader voor de bepaling van de kasgeldlimiet geldt het begrotingstotaal. Voor 2024 is dit percentage bepaald op 8,5%. Voor 2024 betekent dit een kasgeldlimiet van € 26,5 miljoen. De kasgeldlimiet is in 2024 niet overschreden.

Bedragen x € 1.000
Ontwikkeling kasgeldlimiet 2024
Kasgeldlimiet van het begrotingstotaal 26.463
Gemiddeld netto vlottende schuld (+)
Gemiddeld overschot vlottende middelen (-) per kwartaal
1e kwartaal 696
2e kwartaal 23.089
3e kwartaal -16.600
4e kwartaal -19.536

In 2024 zijn er kasgeldleningen afgesloten tegen een rentepercentage tussen de 3,935% en 4,03%. Deze waren allemaal weer afgelost voor 31 december 2024.

Renterisico's

Terug naar navigatie - Renterisico's

Met de renterisiconorm wordt een kader gesteld om de opbouw van de leningportefeuille zodanig te spreiden dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt. De doelstelling van de renterisiconorm is dat in enig jaar het bedrag voor herfinanciering of renteaanpassing niet hoger mag zijn dan 20% van het primaire begrotingstotaal. Bij de gemeentelijke financieringsplanning wordt aan deze norm voldaan.

Bedragen x € 1.000
Ontwikkeling renterisiconorm 2024
Totale (primaire) begrotingstotaal 331,3
Norm (20% van begrotingstotaal) 66,3
Aflossingen -22,3
Renteherziening 0,0
Aflossingen en renteherziening -22,3
Aangetrokken nieuwe leningen 0,0
Ruimte onder de renterisiconorm 66,3

Doorberekende rente
Wij hanteren 3 manieren om de rente door te berekenen.

Bij het project Scheldekwartier gebeurt dat op basis van de gemiddelde rente tussen de speciaal voor dit project afgesloten leningen en de gemiddelde rente die we betalen. Dit percentage bedroeg in 2024 1,35%. De rente voor het Scheldekwartier is in verhouding hoger dan de rente voor de overige grondexploitatie, omdat de leningen die speciaal voor het Scheldekwartier zijn aangetrokken al wat langer lopen en de rente bij afsluiten hoger stond. In 2024 is de laatste projectlening afgelost. Vanaf 2025 zal de rente van het Scheldekwartier gelijk zijn aan de rente van de andere grondexploitaties.

Voor de overige grondexploitaties betalen we een gemiddelde rente over de financiering in verhouding tot de boekwaarde van deze grondexploitaties. Deze rente was in 2024 1,30%.

Zowel de rente voor het Scheldekwartier als voor de overige grexen zijn aangepast naar aanleiding van een herrekening van de rentelasten bij de opmaak van de jaarrekening 2024. De werkelijke rentelasten waren veel lager dan begroot door het niet of later doen van investeringen, waardoor het aantrekken van nieuwe leningen in 2024 niet nodig bleek te zijn.

De overige rente berekenen wij door aan de overige investeringen. Deze omslagrente voor 2024 bedroeg op basis van de primaire begroting 0,0%. en is bij de herrekening ook 0,0% gebleven.

Terug naar navigatie - Renteschema

Op basis van het renteschema is de doorberekende rente over het verslagjaar als volgt:

Bedragen x € 1.000
Renteschema
De externe rentelasten over de korte en lange financiering 2.635
De externe rentebaten -391
Totaal door te rekenen externe rente 2.244
De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend 2.044
De rente van projectfinanciering die aan het taakveld moet worden doorberekend 200
De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend 0
Totaal 2.244
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 0
Rente over eigen vermogen 0
Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) 0
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 0
De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) 0
Renteresultaat op het taakveld treasury 0

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Vanaf 17 december 2013 is het schatkistbankieren in werking getreden. Deze wet regelt dat de gemeente uitzettingen per kwartaal van kortgeld boven de 2,0 % van het begrotingstotaal alleen mag uitzetten bij de schatkist. De BNG heeft per 1 juli 2021 besloten rente te gaan rekenen boven de € 500.000 positief op de bankrekening. In de praktijk komt het er op neer dat wij weinig geld op onze bankrekening mogen hebben staan. Positieve saldi op de bankrekening moeten we in principe uitlenen aan het Rijk.

Het bedrag dat wij op onze bankrekening mogen hebben staan, zonder dit verplicht bij het Rijk te moeten stallen, was € 6.226.680. Dit is het zogenaamde drempelbedrag (nr. 1). Per dag moeten we bijhouden of wij een positief saldo op onze bankrekeningen hadden. Alle positieve bedragen moeten wij per kwartaal optellen en delen door het werkelijk aantal dagen van het betreffende kwartaal. Op die manier rekenen we het kwartaalcijfer op dagbasis (nr. 2 in het schema van de berekening) uit. Wij kwamen in 2024 niet boven het drempelbedrag uit. Daarmee hebben we de regels van het schatkistbankieren niet overtreden. Wij hebben in 2024 wel gebruik gemaakt van deze wet en gelden tijdelijk bij het Rijk gestald. Per 31 december 2024 hadden wij € 16,2 miljoen op deze rekening staan.

De berekening van de benutting van het drempelbedrag schatkistbankieren is als volgt (bedragen x€ 1.000):

 

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000)
Verslagjaar 2024
(1) Drempelbedrag 6.226,7
kw. 1 kw. 2 kw. 3 kw. 4
(2) Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 36 7 614
(3a) = (1) > (2) Ruimte onder het drempelbedrag 6.227 6.190 6.220 5.613
(3b) = (2) > (1) Overschrijding van het drempelbedrag
(1) Berekening drempelbedrag
Verslagjaar 2024
(4a) Begrotingstotaal verslagjaar 311.334
(4b) Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen 311.334
(4c) Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat
(1) = (4b)*0,0075 + (4c)*0,002 met een minimum van €250.000 Drempelbedrag 6.226,7
(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen
kw. 1 kw. 2 kw. 3 kw. 4
(5a) Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil) 3.303 634 55.843
(5b) Dagen in het kwartaal 91 91 92 91
(2) - (5a) / (5b) Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 36 7 614

Leningportefeuille

Terug naar navigatie - Leningportefeuille

De opgenomen geldleningen
Het saldo van de opgenomen leningen is in 2024 gedaald van € 104 miljoen naar € 82 miljoen. Er is voor € 0,0 miljoen aan nieuwe leningen afgesloten en voor € 22,3 miljoen afgelost. De gemiddelde rente over de totale opgenomen leningportefeuille was op 1 januari 2024 ca. 2,7%. Eind 2024 was deze licht gedaald naar ca. 2,5%. Dit komt doordat de gemiddelde rente van de afgeloste leningen hoger was dan de gemiddelde rente.

De uitgegeven geldleningen
Het saldo van de uitgegeven geldleningen bedraagt per 31 december 2024 € 3,37 miljoen. De reguliere aflossingen zijn begin 2025 na sluiting van het boekjaar ontvangen. De ontvangen rente op de startersleningen is bijgeboekt. 

Gegarandeerde geldleningen
In 2020 zijn de beleidsregels gemeentegarantie opnieuw vastgesteld. De risicoprofielen gaan van 1, een heel laag risico, naar 6, een hoog risico. Er zijn geen leningen met profiel 6. In 2024 zijn er geen garanties opgevraagd. 

In 2024 is het totaal van de garanties gestegen. Aan de ene kant is er een toename door een andere wijze van garantieverstrekking en achtervang door de gemeente bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw en aan de andere kant is er een afname van de andere onderdelen.  Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de garanties aan havenbedrijf North Sea Port. Tussen de garanten (gemeenten Borsele, Vlissingen en Terneuzen, en de provincie Zeeland) en havenbedrijf North Sea Port bestaat echter al jaren een garantieovereenkomst; de laatste is van 2019. In die garantieovereenkomst is een jaarlijks garantieplafond afgesproken. In de garantieovereenkomst is bepaald dat North Sea Port nooit meer dan het jaarlijkse garantieplafond aan leningen mag opnemen. Dat jaarlijkse garantieplafond zal voortaan opgenomen worden in dit overzicht. Het opgenomen bedrag voor zowel North Sea Ports als WarmCO2 is het totaal waarvoor de gemeente Vlissingen samen met de gemeente Borsele, gemeente Terneuzen en de Provincie Zeeland garant staat. 

De Gemeentelijke Hypotheek Garantie is volledig komen te vervallen. De betreffende garantie is voor het laatst verstrekt in 1994 en had een maximale looptijd van 30 jaar. In 2024 zijn daardoor alle nog lopende leningen onder deze garantie afgelost.

 

 

Bedragen x € 1.000
Profiel Organisatie Aantal leningen Borg-stelling Oorspronkelijke hoofdsom Garantiebedrag 31-12-2023 Garantiebedrag 31-12-2024
1 Waarborgfonds Sociale Woningbouw 3 100% 0 122.973 180.972
Nationaal Restauratie Fonds 4 100% 189 112 106
2 Waarborgfonds voor de Sport 3 50% 375 64 52
3 Gemeentelijke Hypotheek Garantie 0 100% 3.568 1.165 0
4 Stadsgewestelijk Zwembad 1 50% 16.000 8.551 7.974
WarmCO2, voorheen Zeeland Seaports 2 100% 65.000 65.000 65.000
North Sea Port, voorheen Zeeland Seaports nvt 100% 620.631 360.000 340.000
5 Overige met recht hypotheek 3 100% 517 343 333
6 Diversen 1 100% 41 3 1
Totaal 17 706.321 558.211 594.439

Rentevisie

Terug naar navigatie - Rentevisie

Omschrijving (toelichting)

In het verleden gaf de BNG  elke 2 weken een Economisch Beeld uit. De hierin vermelde rentevisie namen wij altijd over in de jaarrekening. In 2023 is de BNG hiermee gestopt en geeft ook geen rentevisies meer af. In de rentevisie vermelden we altijd de inflatiecijfers en de verwachte rentestijging of daling. Dit keer komen ze uit andere bronnen.

Ontwikkeling inflatie
De inflatie loopt sterk terug. In 2024 was die ongeveer 3,3 procent. In Nederland wordt voor 2025 ongeveer 3,2 procent inflatie verwacht (Bron www.indeflatie.nl CBS). 

Ontwikkeling rentepercentages
De afgelopen maanden ( december 2024- april 2025) zijn de tarieven voor langlopende leningen aan hevige schommelingen onderhevig geweest. Het laagste tarief voor een lening met een looptijd van 10 jaar was 2,6% en het hoogste tarief 3,3%. Op dit moment is de markt aan het inventariseren wat de gevolgen zijn/kunnen zijn van de ingevoerde importheffingen door de president van Amerika en hoe zij daarop moeten of kunnen reageren. Wat de gevolgen zijn voor de rentepercentages is op dit moment niet in te schatten. 

Financiering van investeringsuitgaven

Terug naar navigatie - Financiering van investeringsuitgaven

Omschrijving (toelichting)

Algemeen
In de behoefte aan geldmiddelen voor de financiering van investeringsuitgaven wordt door de gemeente traditioneel voorzien door het aantrekken van langlopende vaste geldleningen. Hierdoor wordt geheel voldaan aan de kasgeldlimiet en, wanneer door voldoende spreiding in de looptijd wordt gezorgd, ook aan de renterisiconorm. De volgende criteria worden gehanteerd:

  • De financiering moet tegen de laagste kosten geschieden.
  • Rekening moet worden gehouden met de renterisiconorm.

In 2024 zijn er geen nieuwe leningen aangetrokken.

Rapportages
In de begroting, de tussentijdse bestuursrapportage (indien daar aanleiding voor is) en de jaarrekening wordt gerapporteerd over de financiering.

Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof)

Terug naar navigatie - Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof)

In de Wet Hof zijn de Europese afspraken inzake het stabiliteits- en groeipact en het al bestaande Nederlandse budgettaire beleid vanaf 1 januari 2014 vastgelegd. De Wet HOF bepaalt onder andere dat het Rijk, de provincies, de gemeenten en de waterschappen een gelijkwaardige inspanning moeten leveren bij het op orde brengen van de overheidsfinanciën. De tekorten van de provincies, gemeenten en de waterschappen worden door de Europese Commissie meegeteld bij de berekening van het begrotingstekort. Dit begrotingstekort mag volgens de Europese regels niet meer dan 3% bedragen. Bij overschrijding van deze 3% norm kan er een sanctie volgen vanuit de Europese Commissie. Deze sanctie kan doorberekend worden aan degenen die een bijdragen aan het tekort hebben geleverd.

Elke gemeente heeft een individuele EMU-referentiewaarde. Dit EMU-saldo is het saldo van lasten en baten onafhankelijk of het exploitatie- of investeringsuitgaven en -inkomsten betreft.

De berekening van het EMU-saldo op basis van de jaarrekening 2024 is als volgt:

 

Bedragen x € 1.000
Categorie Omschrijving Uitgaven Ontvangsten Saldo
1.1 Salarissen en sociale lasten 38.200 0 -38.200
2.1 Belastingen 941 0 -941
2.2.1 Belastingen op producenten 0 17.913 17.913
2.2.2 Belastingen op huishoudens 0 7.187 7.187
3.1 Grond 235 6.315 6.080
3.2 Duurzame goederen 35.623 51 -35.572
3.3 Pachten 19 316 297
3.4.1 Sociale uitkeringen in natura 41.906 0 -41.906
3.4.2 Eigen bijdragen en verhaal sociale uitkeringen in natura 0 1.060 1.060
3.5.1 Ingeleend personeel 12.723 0 -12.723
3.5.2 Uitgeleend personeel 0 171 171
3.6 Huren 0 1.914 1.914
3.7 Leges en andere rechten 0 15.207 15.207
3.8 Overige goederen en diensten 31.830 2.810 -29.020
4.1.1 Sociale uitkeringen in geld 112 0 -112
4.2 Subsidies 473 0 -473
4.3.1 Inkomensoverdrachten - Rijk 720 225.634 224.914
4.3.2 Inkomensoverdrachten - gemeenten 2.383 2.702 319
4.3.3 Inkomensoverdrachten - gemeenschappelijke regelingen 99.653 2.353 -97.300
4.3.4 Inkomensoverdrachten - provincies 30 187 157
4.3.5 Inkomensoverdrachten - waterschappen 399 0 -399
4.3.6 Inkomensoverdrachten - overige overheden 560 393 -167
4.3.8 Inkomensoverdrachten - overige instellingen en personen 9.028 697 -8.331
4.4.1 Kapitaaloverdrachten - Rijk 688 1.200 512
4.4.2 Kapitaaloverdrachten - gemeenten 0 -95 -95
4.4.4 Kapitaaloverdrachten - provincies 0 99 99
4.4.6 Kapitaaloverdrachten - overige overheden 0 4 4
4.4.7 Kapitaaloverdrachten - Europese Unie 0 183 183
4.4.8 Kapitaaloverdrachten - overige instellingen en personen 742 18 -724
5.1 Rente 2.635 430 -2.205
5.2 Dividenden en winsten 0 28.344 28.344
Totaal 278.900 315.093
Emu saldo 36.193

4.5 Paragraaf bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Omschrijving (toelichting)

In de paragraaf bedrijfsvoering lichten we een aantal onderdelen toe waarmee wij de organisatie verder willen doorontwikkelen. Daarnaast geven wij u hier op een aantal specifieke onderwerpen een goed inzicht.

Organisatievisie en Organisatieontwikkeling

‘Vlissingen durft!’ is de missie die de gemeente Vlissingen als organisatie uitdraagt. Om uitvoering te geven aan tal van ambities, uitdagingen én kerntaken van de gemeente, die beschreven staan in de Strategische Visie 2040, zijn een organisatie én medewerkers nodig die zich voortdurend blijven ontwikkelen.

Deze organisatieontwikkeling is dan ook een continue proces. Aan de wortels hiervan ligt een Organisatievisie. De visie met het organisatieverhaal is in 2024 beschreven. Dit is de leidraad voor het nemen van beslissingen om de gemeente Vlissingen in de gewenste richting te sturen. Daarnaast helpt de visie om medewerkers te motiveren en te inspireren om richting aan te brengen in het dagdagelijks werk.

De visie van de gemeente heeft een drietal eigenschappen, namelijk Nieuwsgierig, Lef en Verbinding. Deze eigenschappen zijn in het tweede deel van 2024 op tal van manieren uitgedragen in de organisatie zodat deze ook daadwerkelijk in het DNA van de medewerker gevlochten wordt.

Dit alles draagt bij aan het creëren van een consistente en optimale klantbeleving. Dienstverlening is hiervoor het fundament. Onder dit fundament liggen een drietal pijlers; een financieel gezonde bedrijfsvoering, aantrekkelijk werkgeverschap en datagedreven management. Van deze zogeheten pijlers zijn in 2024 zogeheten Roadmaps met acties beschreven die in 2025 worden uitgevoerd.

Dienstverlening

Terug naar navigatie - Dienstverlening

Omschrijving (toelichting)

Vanuit de Visie op Dienstverlening 2022-2025 is er het afgelopen jaar gewerkt met het bijbehorende Agenda 2024. De visie met heldere klantbeloften geeft de komende jaren richting aan de invulling van de dienstverlening door onze gemeente en de doorontwikkeling van de organisatie en medewerkers.

Week van de Dienstverlening
Wij stellen inwoners en ondernemers centraal in de dienstverlening van onze gemeente. Vanuit het Agenda 2024 zijn er verschillende activiteiten opgezet. Zo is er het afgelopen jaar een vervolg gegeven aan de campagne 'Gastvrij Vlissingen', met als hoogtepunt de Week van de Dienstverlening. In deze week namen meer dan 200 medewerkers deel aan workshops en inspiratiesessies.

Meldingen Openbare Ruimte
Jaarlijks komen er duizenden meldingen binnen rondom openbare ruimte binnen de gemeente. Van zwerfafval, geluidshinder tot kapotte straatlantaarns. In 2024 is er een nieuw systeem 'Binnen Beter' ingevoerd als opvolger van Melddesk. Dit systeem brengt belangrijke verbeteringen met zich mee. Zo is er een snellere en eenduidige afhandeling van meldingen; Er is betere sturingsinformatie beschikbaar, wat helpt bij het maken van slimme en efficiënte keuzes. En er is een verbeterde dienstverlening met duidelijke communicatie naar de melder.

Campagne 'Schrijven van een goede nota of raadsvoorstel' 
Om de kwaliteit van nota's en raadsvoorstellen te verbeteren, is er het afgelopen jaar een campagne. Zo zijn er tal van schrijftrainingen aangeboden aan medewerkers en teamleiders. Daarnaast is het format voor nota's aangescherpt met een heldere handleiding en zijn er verplichte trainingen voor medewerkers rondom bestuurlijke processen georganiseerd. 

Personeel

Terug naar navigatie - Personeel

Omschrijving (toelichting)

Om nieuwe medewerkers aan te trekken en zittende medewerkers te behouden is het afgelopen jaar ingezet op maatregelen die aantrekkelijk werkgeverschap vergroten. Dit wordt doorgezet in 2025. De 6 belangrijkste resultaten in 2024:


1.    Er is een nieuw functieboek HR-21 geïmplementeerd waardoor alle bestaande functies zijn beschreven en gewaardeerd. Ook  heeft er een onderhoudsronde plaatsgevonden voor de nieuw ontstane functies.

2.    Onze arbeidsvoorwaardenregeling is gemoderniseerd door de uitloopschaal als lokaal beloningsinstrument aan te passen en daarmee concurrerend te blijven op de arbeidsmarkt.

3.    Ook hebben acties plaatsgevonden ten behoeve van het vergroten van vitaliteit van medewerkers en duurzame inzetbaarheid, zoals het aanbieden van gezondheidschecks, invoeren van een vitaliteitsmaand en verbreding van een pool met coaches waar medewerkers gebruik van kunnen maken. Voor mantelzorgers is eveneens begeleiding beschikbaar.

4.    Het leiderschapstraject heeft een vervolg gekregen. Leidinggevenden zijn een belangrijke factor om werkplezier van medewerkers te vergroten.

5.    Om leidinggevenden en medewerkers optimaal te ondersteunen is ingezet op het verder digitaliseren van HR-processen in Youforce (personeelsinformatiesysteem).

6.    Om groei en ontwikkeling van medewerkers te stimuleren, een belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde, maken we onder andere gebruik van de Zeeland Academie (VZG) die een overkoepelend opleidingsaanbod heeft voor alle Zeeuwse overheidsorganisaties.

Personele capaciteit
Ondanks de krapte op de arbeidsmarkt, die niet alleen in Vlissingen speelt, zijn er meer medewerkers ingestroomd ten opzichte van vorig jaar. Waar vacatures niet kunnen worden ingevuld met vaste medewerkers worden inhuurkrachten ingezet om het werk en de ambities te kunnen waarmaken. Daarnaast zetten we in op intern opleiden van medewerkers op vakgebieden waarvoor schaarste op de arbeidsmarkt geldt.

Rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Rechtmatigheid

Omschrijving (toelichting)

Het college heeft over het boekjaar 2024 weer een rechtmatigheidsverantwoording afgeven in de jaarrekening (zie hoofdstuk 5.12). Over het boekjaar 2023 is de rechtmatigheidsverantwoording voor het eerst afgeven. De accountant heeft de afgegeven rechtmatigheidsverantwoording als getrouw beoordeeld. Met een rechtmatigheidsverantwoording geeft het college aan in hoeverre de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties, rechtmatig tot stand zijn gekomen. Dit houdt in dat deze in overeenstemming zijn met door de gemeenteraad vastgestelde kaders zoals de begroting en gemeentelijke verordeningen en met bepalingen in de relevante wet- en regelgeving. Deze kaders zijn opgenomen in het normenkader. Het normenkader is de set aan regelgeving waaraan in het kader van de rechtmatigheid moet worden voldaan. Daarbij gaat het zowel om Europese regelgeving, wettelijke bepalingen als eigen regelgeving, zoals verordeningen vastgesteld door de raad. In dit kader zijn bij de wettelijke bepalingen alleen de financiële beheershandelingen van belang, zoals bijvoorbeeld Europese aanbestedingsrichtlijnen. Het normenkader 2024 is door de raad vastgesteld.

Goedkeuringstoleranties accountant
In februari 2022 is het controleprotocol aangepast (door de komst van de rechtmatigheidsverantwoording) en door de raad vastgesteld. Dit controleprotocol is van toepassing gedurende de resterende looptijd van de overeenkomst met de accountant. In het controleprotocol staat welke werkzaamheden de accountant in opdracht van de raad verricht om tot een oordeel te komen over de jaarrekening. Hierin zijn onder andere de goedkeuringstoleranties (grenzen) opgenomen die de accountant dient te hanteren voor de controle. Voor 2024 zijn de volgende toleranties (grenzen) vastgesteld:

Strekking controleverklaring accountant:
Goedkeuringstolerantie Goedgekeurd Beperking Oordeelonthouding Afkeurend
Fouten in de jaarrekening (% lasten) 1% >1%<3% - 3%
Onzekerheden in de controle (% lasten) 3% >3%<10% 10% -

Interne controles
De interne controles welke in 2024 zijn uitgevoerd zijn opgenomen in het intern controleplan 2022-2025. De processen inkoop- en aanbesteding, Wmo en jeugd, subsidies, grondexploitaties en personeel zijn onder andere opgenomen in het interne controleplan 2022-2025. Het college heeft het intern controleplan 2022-2025 vastgesteld. De interne controles die betrekking hebben op 2024 zijn tijdig uitgevoerd in de periode april 2024 tot en met maart 2025. De bevindingen, aanbevelingen en bijsturingsmaatregelen uit deze interne controles worden vastgelegd en gemonitord. De inhoud hiervan wordt besproken met de betrokken teams, directie en college.

Toelichting rechtmatigheidsverantwoording

Terug naar navigatie - Toelichting rechtmatigheidsverantwoording

Omschrijving (toelichting)

Inleiding
In hoofdstuk 5.12 hebben wij de rechtmatigheidsverantwoording opgenomen. In de financiële verordening 2022 (geldend voor de jaarrekening 2024) heeft de gemeenteraad met het college afgesproken dat in de paragraaf bedrijfsvoering de geconstateerde afwijkingen (fouten en onduidelijkheden) groter dan € 125.000 (rapporteringsgrens) nader worden toegelicht. Dit heeft betrekking op het begrotingscriterium, voorwaardencriterium en misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) criterium. 

Begrotingscriterium
Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door de raad geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen. 

Conclusie 
Onderstaand lichten wij de afwijking(en) toe vanaf € 125.000. Wij maken hierbij onderscheid in fouten en onduidelijkheden. Ook geven wij aan wat wij doen om de fouten en onduidelijkheden in de toekomst te voorkomen.

Begrotingsonrechtmatigheid  Fouten Onduidelijkheden
A. Overschrijding lasten programma’s    
Programma Leefbaarheid  €                              -  €                              -                                 
Programma Aantrekkelijke stad  €                              -              €                              -     
Programma Sociale Samenhang  €   23.184.000              €                              -                    
Programma Bestuur  €      2.713.000           €                              -                               
Programma Overhead  €           918.000  €                              -                                 
 Programma Algemene dekkingsmiddelen  €        1.086.000  €                              -                                
B. Overschrijding investeringsbudgetten  €         2.338.541       €                              -                                 
C. Ongeautoriseerde reservemutaties  €                              -  €                              -                              
D. Overige afwijkingen niet tijdig gewijzigd in de begroting/gemeld aan raad  €                              -  €                              -                              

A. Overschrijding lasten programma's

Programma

Overschrijding 

Fout of onduidelijkheid Toelichting en bijsturing
Sociale Samenhang  €  23.814.000               Fout De overschrijding wordt veroorzaakt door hogere lasten op het taakveld 6.81a Beschermd Wonen (WMO). In 2024 is de reserve regiobudget Centrumtaken omgezet naar een voorziening regiobudget centrumtaken vanwege de gemaakte partnerschapsafspraken. Deze mutatie verloopt resultaat neutraal. Dit nadeel wordt te niet gedaan door het voordeel bij mutaties reserves. De overschrijdingen passen binnen het vooraf vastgestelde beleid en zijn hierdoor als acceptabel beoordeeld. Bijsturing is niet van toepassing. 
Bestuur  €     2.713.000           Fout De overschrijding wordt veroorzaakt door hoger lasten op alle taakvelden binnen het programma bestuur. Binnen het taakveld 0.1 bestuur is de onkostenvergoeding van raadsleden niet meegenomen in de begroting 2024. Dit is € 86.000 aan extra lasten. Daarnaast is in 2024 een dotatie van € 747.000 benodigd geweest om te kunnen voldoen aan de verplichting tot het uitbetalen van wethouderpensioenen bij pensionering. De dotatie is vooral het gevolg van een daling in rekenrente, 2024 (2,33%) tegen 2023 (3,16%) en een stijging van de pensioenrechten. Deze dotatie is niet begroot, omdat de hoogte van de voorziening altijd afhankelijk is van de rekenrente die de pensioenmaatschappij gebruikt en dit niet van te voren te voorspellen is. Het aantal deelnemers kan door het jaar heen ook fluctueren. Er is binnen het programma ook sprake van een negatief begrotingsresultaat 2024 van € 1.492.000 (taakveld 0.11 resultaat van de rekening). De overschrijdingen passen binnen het vooraf vastgestelde beleid en zijn hierdoor als acceptabel beoordeeld. Bijsturing is niet van toepassing. 
Overhead  €         918.000       Fout De overschrijding wordt veroorzaakt door hoger lasten op het taakveld 0.4 overhead personeel en overige. Dit heeft betrekking op een overschrijding van de zogeheten “ziektepot”, waar een bedrag van € 424.000 in 2024 is begroot. We hadden in 2024 een hoger aantal langdurig zieken waardoor we additioneel hebben moeten inhuren ter vervanging. Daarnaast is in 2024 het totale verlofsaldo gestegen. Dit heeft geresulteerd in een aanvullende dotatie van € 484.000 in de voorziening spaarverlof. De overschrijdingen passen binnen het vooraf vastgestelde beleid en zijn hierdoor als acceptabel beoordeeld. Bijsturing is niet van toepassing. 
Algemene dekkingsmiddelen  €     1.086.000         Fout De overschrijding wordt veroorzaakt door hogere lasten op het taakveld treasury. Bij de begroting ramen we enkel de te betalen rente. In de werkelijkheid betalen en ontvangen we rente. Conform de BBV worden de werkelijke rentelasten ook toegerekend aan de taakvelden. De overschrijdingen passen binnen het vooraf vastgestelde beleid en zijn hierdoor als acceptabel beoordeeld. Bijsturing is niet van toepassing. 

B. Overschrijding investeringsbudgetten

Investeringsbudget

Overschrijding 

Fout of onduidelijkheid Toelichting en bijsturing
Riolering Singel 3 € 431.771              Fout De overschrijding heeft betrekking op extra noodzakelijke werkzaamheden grondverzet en boringen, welke niet waren geraamd. Daarnaast zijn de kosten voor wegen en groen hoger uitgevallen dan geraamd. De overschrijding past binnen het vooraf vastgestelde beleid (doel krediet) en is hierdoor als acceptabel beoordeeld. Krediet is afgesloten in 2024. Bijsturing is niet van toepassing. 
Voorbereidingskrediet herinrichting boulevard Evertsen en Bankert € 251.131 Fout De overschrijding wordt veroorzaakt doordat in de voorbereiding meer benodigde werkzaamheden zijn uitgevoerd, dan van te voren geraamd. De overschrijding van het voorbereidingskrediet wordt gedekt uit het krediet Herinrichting Boulevards Evertsen en Bankert. De overschrijding past binnen het vooraf vastgestelde beleid (doel krediet) en is hierdoor als acceptabel beoordeeld. 
Wegenkrediet Bloemenbuurt fase 1a 1b € 235.978 Fout De overschrijding wordt veroorzaakt doordat het project sneller verloopt dan gepland. Werkzaamheden zijn hierdoor eerder uitgevoerd. Het totaalbudget van het project Bloemenbuurt Fase 1a en 1b zal niet worden overschreden. De overschrijding past binnen het vooraf vastgestelde beleid (doel krediet) en is hierdoor als acceptabel beoordeeld. Bijsturing is niet van toepassing. 
Riolering Bloemenbuurt 1a 1b € 403.629 Fout De overschrijding wordt veroorzaakt doordat het project sneller verloopt dan gepland. Werkzaamheden zijn hierdoor eerder uitgevoerd. Het totaalbudget van het project Bloemenbuurt Fase 1a en 1b zal niet worden overschreden.  De overschrijding past binnen het vooraf vastgestelde beleid (doel krediet) en is hierdoor als acceptabel beoordeeld. Bijsturing is niet van toepassing.
Riolering Vrijburgstraat € 216.005 Fout De overschrijding van het rioolkrediet is ontstaan doordat er correcties zijn geboekt op het krediet terwijl dit verantwoord had moeten worden op het wegenkrediet Vrijburgstraat. Het totaalbudget van het project Vrijburgstraat (riool, wegen en groen) laat geen overschrijding zien. De overschrijding past binnen het vooraf vastgestelde beleid (doel krediet) en is hierdoor als acceptabel beoordeeld. De correcties zullen worden gecorrigeerd. 
Erfpacht AddVision Prins Hendrikweg - Lorentzweg € 220.000 Fout In Kenniswerf fase 2 is in 2024 een kavel in erfpacht uitgegeven. Binnen de grondexploitatie wordt de verkoop geboekt en de inkomsten worden jaarlijks binnen de algemene dienst verantwoord op het krediet. Het gaat hierbij dus om direct gerelateerde inkomsten en de boekwaarde gaat naar nihil. Krediet is afgesloten in 2024. Bijsturing is niet van toepassing. 

C. Ongeautoriseerde reservemutaties
Geen sprake van ongeautoriseerde reservemutaties. 

D. Overige afwijkingen niet tijdig gewijzigd in de begroting/gemeld aan raad
Overige afwijkingen betreffen met name de uitbreiding van het begrip begrotingsrechtmatigheid vanaf 2023. Onderschrijdingen van lasten of investeringsbudgetten en/of lagere of hogere baten worden als onrechtmatig aangemerkt als deze niet verwerkt zijn in een begrotingswijziging of als deze niet tijdig zijn gemeld aan de gemeenteraad. 

In 2024 hebben we gesignaleerde afwijkingen in de 2 bestuursrapportages aan de gemeenteraad gemeld en verwerkt via begrotingswijzigingen. De resterende afwijkingen worden via de jaarrekening 2024 gemeld aan de raad en verwerkt via begrotingswijzigingen. Hiermee hebben wij ons inziens voldaan aan de voorwaarden zodat wij geen afwijkingen hebben op dit onderdeel die onrechtmatig zijn. De afspraken over tijdigheid zijn in de nieuwe financiële verordening 2025 (vastgesteld in december 2024 en ingaande per 1 januari 2025) concreter vastgelegd. 

Voorwaardencriterium 
Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.

Conclusie 
Onderstaand lichten wij de afwijking(en) toe vanaf € 125.000. Wij maken hierbij onderscheid in fouten en onduidelijkheden. Ook geven wij aan wat wij doen om de fouten en onduidelijkheden in de toekomst te voorkomen.

Dossier

Bedrag 

Fout of onduidelijkheid

Toelichting en bijsturing

Diensten: stedenbouwkundige werkzaamheden € 188.833

Fout

Diensten bij dit dossier betreffen stedenbouwkundige werkzaamheden. Hiervan maken wij al meerdere jaren gebruik. Er is geen sprake van een EU-aanbesteding of een raamovereenkomst. Dit is op basis van de lasten over 4 jaar, wel nodig. De lasten zijn al eerder als onrechtmatig beoordeeld. In 2024 is er een start gemaakt om de diensten bij dit dossier volgens de aanbestedingsregels aan te besteden, maar is dit niet afgerond. In 2025 zal dit wel gebeuren.
Diensten: advisering/begeleiding en ontwerp werkzaamheden € 185.865

Fout

In 2021 hebben we een 2-tal opdrachten verstrekt voor de realisatie van een gebouw. Dit is een opdracht voor 1) advisering/begeleiding en 2) ontwerpwerkzaamheden. Beide opdrachten hadden een opdrachtwaarde onder de EU-drempel voor diensten (€ 214.000). De opdracht voor advisering/begeleiding heeft een opdrachtwaarde (€ 213.000), net onder de EU-drempel. De realiteit heeft aangetoond dat er na 2021 sprake is van verschillende aanvullende opdrachten. Hierdoor komen de lasten van beide opdrachten boven de EU-drempel. Deze aanvullende opdrachten hadden bij de initiële (oorspronkelijke) opdrachten moeten zitten. Een EU-aanbesteding was hierdoor passend geweest. Bijsturing is niet meer mogelijk, immers de aanbesteding is al afgerond. De lasten in 2023 zijn al als onrechtmatig beoordeeld. De lasten in 2024 hebben nog betrekking op de 2 opdrachten uit 2021. 
Diensten:  acceptatie en verwerking van grond € 1.080.709

Fout

Diensten hebben betrekking op de acceptatie en verwerking van grond bij een project binnen de gemeente Vlissingen. De opdrachtwaarde komt boven de EU drempel voor diensten. Er heeft geen Europese aanbesteding plaatsgevonden. Bijsturing op dit dossier is niet meer mogelijk. 
Diensten: acceptatie en verwerking van grond € 310.164

Fout

Diensten hebben betrekking op de acceptatie en verwerking van grond bij een project binnen de gemeente Vlissingen. De opdrachtwaarde komt boven de EU drempel voor diensten. Er heeft geen Europese aanbesteding plaatsgevonden. Bijsturing op dit dossier is niet meer mogelijk. 

Misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) criterium 
Het misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op het voorkomen, detecteren en corrigeren van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en gemeentelijke eigendommen bij financiële beheershandelingen. 

Conclusie

Bij onze controles voor het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium hebben wij geen onrechtmatigheden geconstateerd die uitkomen boven de verantwoording- en rapportagegrens.

Interne communicatie

Terug naar navigatie - Interne communicatie

Omschrijving (toelichting)

In 2024 hadden we 3 doelen / thema’s voor de interne communicatie:

  • We komen samen in actie voor werkplezier. 
  • We maken vooruitgang zichtbaar. 
  • We organiseren informeel contact en zorgen voor een betere interne verbinding.

We werkten aan deze thema's met een door de directie vastgesteld jaarplan interne communicatie. Dit plan bevatte alle activiteiten die in 2024 zijn ingezet voor de interne communicatie. Elke activiteit paste bij de thema’s: werkplezier, vooruitgang en verbinding. 

Met de verbouwing van het stadhuis en de oplevering van de nieuwbouw voor Stadsbeheer stond het jaar 2024 voor de organisatie in het teken van verhuisbewegingen en hybride werken. Het was waardevol om dan juist vanuit deze thema’s te werken aan goede interne communicatie.

Een andere belangrijk onderwerp in 2024 voor de interne communicatie was de organisatievisie. Deze nieuwe visie en bijbehorende kernwaarden vormden in 2024 een belangrijk uitgangspunt voor de verdere ontwikkeling van onze organisatiecultuur. 

Alle interne communicatie-activiteiten in 2024 waren erop gericht dat we steeds beter en duidelijker met onze medewerkers communiceren. Als organisatie streven we naar een open cultuur bij de leiding en de medewerkers. 

De Wij@ambassadeurs waren van groot belang voor de interne communicatie. Deze groep collega’s denkt na over organisatieontwikkelingen en houdt de directie een spiegel voor. 

Artikel 12

Terug naar navigatie - Artikel 12

Omschrijving (toelichting)

Inleiding
Sinds 2015 hebben we als gemeente Vlissingen vanwege financiële tekorten de artikel 12-status. Aanleiding hiervoor waren grote financiële verliezen rond de grondexploitatie Scheldekwartier welke we niet zelfstandig konden oplossen. Dit betekent vooral dat we conform beschikkingen van het ministerie van BZK en onder de voorwaarden volgens de periodieke inspectierapporten aanvullende uitkeringen van de fondsbeheerders (hebben) ontvangen. Het einddoel van de artikel 12-onderzoeken en voorwaarden is dat we als gemeente weer financieel ‘op eigen benen kunnen gaan en blijven staan’ en de artikel 12-status kan worden beëindigd.

Beëindiging artikel 12-status
De inspecteur heeft de fondsbeheerders inmiddels met zijn inspectierapport 2023 - 2024 van 20 januari 2025 geadviseerd de artikel 12-status per 31 december 2024 te beëindigen. Op basis van de daling van de negatieve algemene reserve en de daling van het tekort sociaal domein en werk & inkomen is de inspecteur van mening dat dit haalbaar is. 

Het college hanteert als uitgangspunt voor beëindiging van de artikel 12-status dat sprake moet zijn van een blijvende gezonde en stabiele financiële situatie voor onze gemeente. Enerzijds moet dit blijken uit een meerjarig sluitend financieel beeld waarbij minimaal in de laatste jaarschijf alle structurele lasten gedekt zijn door structurele baten. Daarnaast moeten we beschikken, of het op basis van prognoses binnen afzienbare tijd gaan beschikken, over voldoende incidentele weerstandscapaciteit met als minimale norm de verhouding beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit van 1 of hoger. Deze uitgangspunt en beweging wordt geborgd door in de organisatie te sturen via de organisatiepijler “gezonde bedrijfsvoering”.

Proces besluitvorming
Als gemeente hebben we gereageerd op het inspectierapport 2023-2024 naar de fondsbeheerders. Vervolgens nemen de fondsbeheerders op basis van deze informatie een besluit over de aanvullende uitkeringen en het beëindigen van de artikel 12-status. Dit besluit verwachten we overigens nadat de jaarstukken 2024 zijn vastgesteld en de definitieve gevolgen zullen we dan ook verwerken in de jaarstukken 2025.

Aanvullende uitkering en eigen bijdrage
In deze jaarstukken 2024 hebben we een aanvullende uitkering uit het gemeentefonds van € 7,0 miljoen verantwoord welke conform de Rijksbeschikking van 19 december 2019 volledig gebruikt moet worden voor de sanering van de algemene reserve. Hiernaast hebben we weer een eigen bijdrage aan de sanering van de algemene reserve van € 1,8 miljoen gedaan zoals opgenomen in de Rijksbeschikking naar aanleiding van het artikel 12-rapport 2017/2018. De inspecteur adviseert de fondsbeheerders in zijn inspectierapport 2023 - 2024 overigens vanwege de gerealiseerde/begrote overschotten over 2023 en 2024 geen verdere aanvullende uitkeringen. 

Informatie/automatisering

Terug naar navigatie - Informatie/automatisering

Omschrijving (toelichting)

Doorontwikkeling I&A samenwerking

Toekomstontwikkeling I&A
De rol van ICT verandert snel, vooral door de opkomst van clouddiensten. Deze veranderingen hebben impact op de ontwikkeling van veranderende rollen en vaardigheden van I&A medewerkers. In strategische sessies is gebrainstormd over en zijn de toekomstontwikkelingen van I&A geschetst om zo gezamenlijk de belangrijkste redenen te bepalen waarom en welke veranderingen plaatsvinden en wat dit betekent voor de I&A organisatie zodat we als organisatie hierop kunnen anticiperen.

CIO Office
De toenemende strategische rol van de informatievoorziening binnen het gemeentelijk domein, vraagt om een meer strategische sturing. Daarbij is sprake van invulling van de rol van een CIO, maar daarnaast is de noodzaak onderkend van strategische ondersteuning van zowel de huidige interne Informatie Manager als de CIO. De opzet voor het CIO office is in 2024 opgesteld. Taken, rollen en processen zijn beschreven om zo de gewenste sturing te organiseren. Bij de vorming is rekening gehouden met de samenwerking met anderen organisaties op gebied van I&A.

IT beheerhandboek (ITSM)
Als gemeente hebben we al een zorgplicht (BIO), een meldplicht (Informatiebeveiligingsdienst, IBD) en toezicht (ENSIA) en hier zal de impact van NIS2 voor gemeenten afhankelijk zijn van de mate waarin nu al gedocumenteerd voldaan wordt aan de BIO. Om als I&A hieraan te voldoen is er ondersteuning verkregen voor het opzetten en implementeren van een IT beheerhandboek (ITSM) inclusief beheersmaatregelen uit de BIO en NIS2 waar deze relevant zijn voor I&A en voorbereidend zijn voor het opstellen van de Assurance rapportage ISAE3000A over de IT dienstverlening.

 

Digitale transformatie

Systeem voor gebouwverhuur
De oude systemen waarmee burgers gebouwen/ruimtes konden huren zijn vervangen door een toekomstbestendige applicatie.

Nieuw GEO platform
De inzet van GEO data neemt sterk toe. De onderliggende systemen zijn geüpgrade waardoor de dienstverlening geborgd blijft en kan doorontwikkelen.

Melddesk is BinnenBeter geworden
Onze meldingenapplicatie, voor het afhandelen van meldingen openbare ruimte, is vervangen door een nieuwe applicatie. Ook deze vervanging is gericht op doorontwikkelingen en optimalisatie.

Contractmanagement
In Proactis is contractmanagement ingericht. Alle contracten zijn overgezet van Verseon naar Proactis. Dat was ook de laatste stap voordat Verseon uitgefaseerd kon worden.

 

Informatiebeheer

Implementatie Woo
In 2023 is een anonimiseringstool aangeschaft en in 2024 is met de aansluiting op Djuma Open Info een geschikt publicatieplatform geïmplementeerd. Vanaf juli 2024 worden op dit platform de Woo-besluiten van de gemeente gepubliceerd. Het aantal Woo-verzoeken in 2024 was 58. 
Daarnaast zijn per 1 november 2024 de eerste 5 informatiecategorieën in werking getreden, waarvan er 4 relevant zijn voor gemeenten. Vlissingen voldoet aan deze verplichting en is bezig om ook te voldoen aan de overige categorieën die nog niet verplicht zijn.

Implementatie Wmebv
In samenwerking tussen Juridische Zaken, DIV en I&A en onder leiding van een projectleider is eind 2024 een plan van aanpak opgesteld. In 2025 zal de implementatie van de Wmebv worden gestart, waarbij Vlissingen ernaar streeft om per 1 januari 2026 te voldoen aan de verplichtingen van de wet.

Microsoft 365
De afdeling DIV heeft in 2024 een groot deel van de afdelingen begeleid met de overgang van de netwerkschijven naar MS-teams. In 2025 wordt dit afgerond, waarna de projecten zullen volgen. Daarnaast is in 2024 ook een start gemaakt met het projectmatig werken (PMW) in Teams, evenals een koppeling tussen zaaksysteem Djuma en MS-teams. Hiermee maakt Vlissingen een grote stap op het gebied van Informatiebeheer.

 

Implementeren I&A visie en beleid

2024 heeft in het teken gestaan van doorontwikkeling en plannen maken met onderwerpen zoals: werken onder architectuur, datagedreven werken, centraliseren van functioneel beheer, opzetten van een CIO office.

Met het uitwerken van de strategische pijler Datagedreven Informatiemanagement worden deze initiatieven integraal aangestuurd en ingepland.

 

Microsoft 365/nieuw werkplekconcept

De roadmap Microsoft 365, beter bekend als “In 6 stappen naar een andere manier van werken” is een groot project. Het raakt alle bij de I&A Samenwerking aangesloten organisaties en medewerkers.

Onder leiding van eigen projectleiding, een externe programmanager en trainers, en met I&A collega’s met verschillende disciplines, werden wekelijks meerdere trainingen gegeven. Zo zijn in totaal ruim 1300 medewerkers (van de bij I&A aangesloten organisaties) overgebracht naar de nieuwe "moderne werkplek”. Parallel is de eerste helft van de adoptietrajecten voor het (samen)werken in Teams per team afgerond. De laatste sessies voor beide trajecten lopen door in de eerste helft van 2025.

 

Datawarehouse/datagestuurd werken

In 2024 is een centraal dataplatform in gebruik genomen. Het gebruik ligt nu nog vooral bij het sociaal domein.
Gewerkt wordt aan verdere inzet in andere organisatieonderdelen.

 

Informatiebeveiliging

In 2024 kreeg informatiebeveiliging de nodige aandacht met het oog op de toegenomen wereldwijde dreiging. Met als doel het zo hoog mogelijk houden van de cyberweerbaarheid van digitale systemen van de gemeente. In 2024 is de gemeente begonnen met de opzet van het Information Security Management System (ISMS);een gestructureerde aanpak voor het beheren en verbeteren van informatiebeveiliging en privacy. In 2025 wordt er verder invulling gegeven aan het ISMS door de uitvoering van risicoanalyses op gemeentelijke processen. Vanuit de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA) verantwoordingsproces heeft de gemeente Vlissingen voldaan aan de wettelijke verplichtingen.

Voor de bewustwording op alle niveaus binnen de organisatie is in 2024 aandacht geweest middels wekelijkse kennisvragen met als thema informatiebeveiliging en privacy. Ook bij indiensttreding was informatiebeveiliging en privacy een vast onderdeel van het introductieprogramma van nieuwe medewerkers.

In 2024 is verder gewerkt aan de toegankelijkheid van een aantal websites en gebruikersportalen en voldoen zij inmiddels aan de minimaal gestelde eisen. 

 

Privacy/AVG

In 2024 zijn er volgens een jaarlijkse cyclus verder stappen genomen om te voldoen aan de normen en kaders van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). In deze cyclus zijn aanbevelingen van de informatiebeveiligingsdienst, de WPG-audit en zelfevaluaties gebruikt voor het doorvoeren van verbeteringen. Voorbeeld van een zelfevaluatie is dat de gemeente Vlissingen haar aanschaf van software of nieuwe procesinrichting standaard toetst aan de AVG én de eisen uit het informatiebeveiligingsbeleid. 

Vlissingen heeft vanuit de verplichte datalekken administratie haar datalekkencijfers opgenomen in het jaarlijkse datalekken rapport, onderstaande tabel is een weergave van de jaarlijkse cijfers:

2024

Soort datalek Aantal
Bij een brief/e-mail aan een burger zaten persoonsgegevens van een andere burger 3
E-mail met persoonsgegevens verzonden naar een verkeerd e-mailadres - extern 8
Totaal aantal datalekken 11

 

In 2024 heeft de gemeente Vlissingen geen van de datalekken hoeven te melden bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).

Inkoop en aanbesteden

Terug naar navigatie - Inkoop en aanbesteden

Omschrijving (toelichting)

Inkoop- en aanbestedingsbeleid
Naast het eerder opgestelde actieplan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) is het MVOI manifest ondertekend door de gemeente (ambitieus maatschappelijk verantwoord opdrachtgeven en inkopen).

SROI
Door gemeenten Middelburg, Veere, Vlissingen en Orionis is een plan opgesteld voor een gezamenlijk SROI beleid om de SROI kansen regionaal beter te benutten.

Zeeuwse Inkoopsamenwerking
Er zijn diverse aanbestedingen uitgevoerd in samenwerking met gemeenten in de regio, dit mede geïnitieerd vanuit de inkoopsamenwerking.
Deze inkoopsamenwerking is dit jaar uitgebreid met Waterschap Scheldestromen (eerder vorig jaar Terneuzen en North Sea Port ).
Door de inkoopsamenwerking zijn bijeenkomsten georganiseerd met diverse sprekers, waaronder advocaten aanbestedingsrecht en PSO (Prestatieladder Sociaal Ondernemen).

Samenwerking met aannemers en ingenieursbureaus
Wederom hebben we gezamenlijke bijeenkomsten gehad met al onze aannemers en ingenieursbureaus over de doorontwikkeling van onze groslijstmethodiek en actuele thema's in de branche.

Bijeenkomst ontwikkelingen aanbestedingsrecht
Met onze huisadvocaat Justion hebben we een bijeenkomst georganiseerd voor Zeeuwse overheden over de ontwikkelingen op het gebied van aanbestedingsrecht.

Klachtenmeldpunt
Vooruitlopend op een wetswijziging hebben we een onafhankelijk klachtenloket ingericht voor aanbestedingen.

4.6 Paragraaf verbonden partijen

Terug naar navigatie - 4.6 Paragraaf verbonden partijen

Algemeen
Bij de definiëring van het begrip verbonden partijen wordt aangesloten bij het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV): Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de provincie onderscheidenlijk de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft.

Financieel belang
Onder een financieel belang wordt verstaan een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat, het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.

Bestuurlijk belang
Onder een bestuurlijk belang wordt verstaan zeggenschap, via vertegenwoordiging in het bestuur of via stemrecht. Dit houdt concreet in dat er sprake is van een bestuurlijk belang als een collegelid, een raadslid of een ambtenaar van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de verbonden partij plaatsneemt of namens de gemeente stemt.

Bovenstaande betekent dat organisaties waar bijvoorbeeld enkel sprake is van een financieel belang niet worden gezien als een verbonden partij. 

Het aangaan van banden met (verbonden) partijen komt altijd voort uit het publieke belang. Verbonden partijen zijn over het algemeen opgericht om op een efficiënte wijze publieke taken uit te voeren. Vaak gaat het om samenwerkingsverbanden met andere gemeenten. 

Ontwikkelingen
Op de volgende pagina geven wij een opsomming van de verbonden partijen die de gemeente Vlissingen per 31 december 2024 kent. We geven dit weer per programma met de bijbehorende financiële bijdrage van de gemeente Vlissingen in 2024. Vervolgens presenteren wij een uitgebreide lijst met gegevens van de diverse verbonden partijen. In de lijst per verbonden partij nemen we de cijfers op die blijken uit hun concept-jaarrekening.

 

 

Verbonden partijen per programma (bedragen x € 1.000) Gemeentelijke bijdrage 2024
Programma 1 Leefbaarheid
Afvalstoffenverwijdering Midden- en Noord Zeeland (OLAZ) 1.123
Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland (RUD) 555
Veiligheidsregio Zeeland 3.524
Stadsgewestelijke brandweer (SGB) 434
Veiligheidscentrum Zeeland B.V. (Trainingscentrum Vlissingen B.V.) 0
Programma 2 Aantrekkelijke Stad
North Sea Port SE (voorheen N.V. Zeeland Seaports) 0
Holding Zeeuwse Visveilingen N.V. (ontvangst van dividend) 0
Programma 3 Sociale samenhang
Orionis 9.914
Gemeentelijke Gezondheidsdienst Zeeland (GGD) 2.597
Gemeentelijke Vervoerscentrale Zeeland B.V. (nog niet bekend) 197.800
Buurtbedrijf Vlissingen BV 2.950
Stadsgewestelijke Zwembad Vastgoed B.V. (nog niet bekend) 0
Algemene dekkingsmiddelen
GBE Aqua 0
ZEH 0
BNG 0
TOTAAL 21.295

Openbaar Lichaam Afvalverwijdering Zeeland (OLAZ)

Terug naar navigatie - Openbaar Lichaam Afvalverwijdering Zeeland (OLAZ)

Omschrijving (toelichting)

Openbaar Lichaam Afvalverwijdering Zeeland (OLAZ) Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Publiekrechtelijk
Vestigingsplaats Kapelle
Doel Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemers op het gebied van de afvalstoffenverwijdering, waaronder mede begrepen wordt de zorg voor de vermarkting en verwerking van afvalstoffen en het in stand houden van milieustraten.
Betrokken partijen Raden en colleges van b&w van de 13 gemeenten in Zeeland.
Vertegenwoordiging Eén bestuurslid (C. Bertijn) en één plaatsvervangend lid uit het college van b&w.
Financieel belang
  • De deelnemers vergoeden aan OLAZ de kosten van het vermarkten en verwerken van afvalstoffen, alsmede dragen bij in de kosten van de regionale milieustraten en in de organisatiekosten van de gemeenschappelijke regeling zelf.
  • De vergoeding van de kosten voor het vermarkten en verwerken van afvalstoffen worden jaarlijks bij wijze van voorschot in de begroting berekend; de hoogte van de uiteindelijk aan de gemeente in rekening te brengen kosten is sterk afhankelijk van de omvang/het gewicht van de aangeboden afvalstoffen.
  • Voor de kosten van de regionale milieustraten (organisatiekosten van de gemeenschappelijke regeling) is een tarief met OLAZ overeengekomen; dit tarief bedraagt voor 2024 € 26,49 per inwoner (was in 2023 per inwoner € 20,79).
  • De exploitatiebijdrage milieupark vanuit de gemeente Vlissingen bedraagt voor 2024 € 1.202.418 (2023 € 1.058.411).
Vermogen

Eigen vermogen 31-12-2024: € 1.653.000    (2023: € 638.000 )
Vreemd vermogen 31-12-2024: € 20.523.000     (2023: € 12.408.000 )

Resultaat Resultaat 2024: € 130.000     (2023: € 86.000  )
Raadsprogramma Leefbaarheid
Ontwikkelingen
  •  De invoering van een toegangscontrole bij de milieustraten is uitgesteld tot november 2025. Doel hiervan is het weren van bedrijfsvoertuigen. Alle inwoners ontvangen van de ZRD een informatiebrief.
  • De overslaglocaties in Nieuwdorp en Goes moeten formeel per 2026 sluiten. De ZRD zoekt naar een alternatieve locatie. Er is een stuk grond aangekocht in Middelburg
(Financiële) risico's

De financiële bijdrage per inwoner is afhankelijk van de prijsontwikkeling van de in te zamelen afvalstromen. De ontwikkeling van de afvalstoffenbelasting en een eventuele CO2-heffing blijven financiële risico's voor de deelnemende gemeenten.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

Doelmatige en efficiënte wijze van afvalverwijdering in combinatie met doelmatig en efficiënt beheer van de milieustraat.

 

Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland (RUD-Zeeland)

Terug naar navigatie - Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland (RUD-Zeeland)

Omschrijving (toelichting)

Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland (RUD-Zeeland Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Publiekrechtelijk
Vestigingsplaats Terneuzen
Doel Taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving voor de deelnemende partijen uitvoeren, op het vlak van milieu.
Betrokken partijen

Alle gemeenten in Zeeland en provincie Zeeland.
Waterschap Scheldestromen heeft per 31-12-2024 haar deelname beëindigd.

Vertegenwoordiging Eén lid in algemeen bestuur, Wethouder Dhr. W. Boonman  
Financieel belang De gemeentelijke bijdrage voor 2024 is € 554.600 
(2023: € 480.900).
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2024: € 109.773
(2023: € 541.901)
Vreemd vermogen 31-12-2024: € 7.783.107
(2023: € 4.333.749)
Resultaat Resultaat 2024: € -661.026
(2023: € -752.728)
Raadsprogramma Leefbaarheid
Ontwikkelingen

RUD Zeeland is de wettelijk verplichte omgevingsdienst en is het centrale milieuloket van Zeeland. De RUD staat voor een schoon en veilig Zeeland.
RUD Zeeland begroot en rekent op basis van de werkelijk afgenomen uren. Hiervoor is het systeem van PxQ vastgesteld. Daarnaast is een systematiek van generieke uren ingevoerd om andere typen werkuren per onderwerp te factureren.
Het jaar 2023 was voor RUD Zeeland verlieslatend, maar omdat door capaciteitsproblemen bij RUD Zeeland ook minder werk is uitgevoerd dan begroot, is over dat jaar in 2024 €61.384 terugontvangen.
Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Op milieugebied betekende dit de wijziging van het voor de hele inrichting vergunnen en controleren, naar het werken per afzonderlijke milieuactiviteit. Aan het onderzoek naar de praktische gevolgen daarvan, heeft RUD Zeeland veel generieke uren besteed. Dat is ten koste gegaan van controlecapaciteit.

(Financiële) risico's

In 2024 zijn de onvolkomenheden van de bestaande begrotingssystematiek (PxQ en generiek) meer gaan knellen. De vooraf geplande en begrote werkzaamheden komen vaak niet overeen met de werkelijk gemaakte uren. Zolang er geen passender systematiek is, komt RUD Zeeland financieel niet uit.
In de komende jaren gaan veel oudere medewerkers met pensioen. Daarnaast vergroot de krapte aan gespecialiseerd personeel het risico dat een deel van de werkzaamheden niet kan worden uitgevoerd.
Dat laatste kan een bestuurlijk risico opleveren.
Vanwege het Interbestuurlijk Programma versterking VTH-stelsel moet RUD Zeeland in april 2026 voldoen aan een aantal robuustheidscriteria, waaronder een omzetniveau van €18,5 miljoen. Daarvoor is een Plan van Aanpak Robuuste RUD opgesteld. Dit plan leidt tot een structureel hogere deelnemersbijdrage. Voor 2024 is de omzet vooralsnog gemaximeerd op €16,5 miljoen (prijspeil 2023). Daarvan is het risico dat RUD Zeeland per april 2026 onvoldoende robuust is.
Eind 2025 loopt het contract met de gemeente Terneuzen af, waar RUD Zeeland is gehuisvest en waarvan ondersteunende diensten (PIOFAC-taken) worden afgenomen. In 2025 wordt een besluit genomen over een nieuwe huisvestingsplek. De bedrijfsvoerings-taken (PIOFAC) zullen vanuit de Provincie Zeeland worden opgepakt. De kostenverhoging daarvan wordt nu geschat op €2 miljoen per jaar.
Tenslotte moet het weerstandsvermogen van RUD Zeeland worden aangepast om financiële risico's te kunnen opvangen.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

RUD Zeeland verzorgt een uitvoering van de basistaken van de gemeente Vlissingen op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving in het milieudomein.
Het wettelijk kader hiervoor is vanaf 1 januari 2024 de Omgevingswet en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelgeving.

 

Veiligheidsregio Zeeland (VRZ)

Terug naar navigatie - Veiligheidsregio Zeeland (VRZ)

Omschrijving (toelichting)

Veiligheidsregio Zeeland (VRZ) Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Publiekrechtelijk
Vestigingsplaats Middelburg
Doel De doelstelling van Veiligheidsregio Zeeland (VRZ) is het behartigen van de belangen van de gemeenten in het samenwerkingsgebied op de terreinen van brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, rampenbestrijding en crisismanagement.
Betrokken partijen Raden en colleges van B&W van alle Zeeuwse gemeenten.
Vertegenwoordiging De burgemeester in het algemeen bestuur en als agendalid en toehoorder in het dagelijks bestuur.
Financieel belang De gemeentelijke bijdrage voor 2025 (na eerste vastgestelde begrotingswijziging 2025) is € 3.723.765 (2024: € 3.227.823).
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2024: nog niet beschikbaar
Vreemd vermogen 31-12-2024: nog niet beschikbaar
Resultaat Resultaat 2024: nog niet beschikbaar
Raadsprogramma Leefbaarheid
Ontwikkelingen

In 2026 start de nieuwe beleidsperiode (2026-2029) van VRZ. Daarbij zien we een aantal nieuwe ontwikkelingen die in een razend tempo op VRZ afkomen. Een aantal van deze risico’s raken Zeeland in het bijzonder en vragen om een taakverbreding van VRZ. Deze taken waren tijdens het opstellen van het beleidsplan 2022-2025 nog niet voorzien. Voorbeelden hiervan zijn de energietransitie, windmolenparken op zee, de uitbreiding van de nucleaire industrie, gevolgen van klimaatverandering en de huidige geopolitieke situatie.

VRZ wil goed voorbereid zijn op de toekomst, en de kwaliteit van dienstverlening voor gemeenten en inwoners op een gewenst niveau houden. In het licht van voornoemde operationele ontwikkelingen en financiële ontwikkelingen is het Koersdocument opgesteld, waarover het algemeen bestuur van VRZ in 2025 het gesprek zal voeren. Om het gesprek te voeden, zijn 4 mogelijke profielen uitgewerkt, die de mogelijke ambitieniveaus weergeven: van een veiligheidsregio die voldoet aan de minimale wettelijke eisen en normen tot een bredere veiligheidsregio met een hoge ambitie op vele terreinen van veiligheid, en alles daartussen. Voor elk profiel zijn de gevolgen voor de (fysieke) veiligheid, de samenleving, de gemeenten, onze organisatie en het mogelijke besparingspotentieel in kaart gebracht. Het Koersdocument is een globale verkenning, die in de opmaat naar de nieuwe beleidsperiode nadere uitwerking vraagt. 

VRZ realiseert zich dat er weinig financiële ruimte bestaat om nieuwe risico’s op te vangen. Veel thema’s vragen aandacht, waarbij het niet altijd zeker is of zij hiervoor compensatie krijgen vanuit het Rijk. In dit complexe speelveld van oplopende tekorten, beperkte financiële ruimte en onzekere externe financiering, staat VRZ voor de uitdaging om nieuwe risico’s op te vangen zonder concessies te doen aan veiligheid. 

Tot slot zal het algemeen bestuur van VRZ naar verwachting in 2025 een besluit genomen over de langgekoesterde wens van GGD en VRZ over gezamenlijke huisvesting en het samenvoegen van bedrijfsvoering. 

(Financiële) risico's

VRZ staat in de komende beleidsperiode, naast operationele uitdagingen, ook voor een aantal financiële uitdagingen. Het kabinet is voornemens een korting door te voeren op het gemeentefonds. Daarnaast heeft het kabinet een korting van 10% op de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDuR) voorgesteld. 

Voorts constateert VRZ dat het een uitdaging is om met de huidige financiële middelen hun ambities uit het meerjarenbeleidsplan te realiseren. Vanaf 2026 voorziet VRZ een oplopend tekort in de begroting. VRZ beschikt over een relatief lage algemene reserve, wat onzekerheid creëert over hoe risico’s in de komende jaren opgevangen kunnen worden.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

Op grond van de Wet Veiligheidsregio’s en de op de grond van deze wet opgestelde Gemeenschappelijke regeling VRZ 2013 zijn door de dertien Zeeuwse gemeenten aan VRZ een aantal taken en bevoegdheden in het kader van de advisering, bestrijding en voorkoming van rampen, branden en crises overgedragen. Naast deze taken is VRZ op grond van diezelfde wet verantwoordelijk voor het instellen en in stand houden van de brandweer, een meldkamerfunctie en het instellen en in stand houden van een Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie (GHOR).

Deze wettelijke taken moet VRZ uitvoeren in een, vanuit veiligheidsoogpunt, ingewikkelde regio. Naast de specifieke geografische en infrastructurele kenmerken, wordt in Zeeland met veel vrijwilligers gewerkt die zich inzetten voor de veiligheid in Zeeland. Samen met de andere twaalf deelnemende gemeenten in VRZ, is het voor de gemeente Vlissingen van belang dat VRZ op een financieel verantwoorde en met voldoende operationele sterkte de genoemde wettelijke taken kan vervullen. Dit is van groot belang voor de veiligheid van de burgers in onze gemeente en de rest van Zeeland.

 

Stadsgewestelijke Brandweer Vlissingen (SGB)

Terug naar navigatie - Stadsgewestelijke Brandweer Vlissingen (SGB)

Omschrijving (toelichting)

Stadsgewestelijke Brandweer Vlissingen (SGB)  Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Publiekrechtelijk
Vestigingsplaats Middelburg
Doel De doelstelling van de Stadsgewestelijke Brandweer (SGB) betreft het beheer, onderhoud en instandhouding van de brandweerkazernes binnen het stadsgewest.
Betrokken partijen Gemeenteraden en colleges van B&W van de gemeenten Vlissingen en Middelburg.
Vertegenwoordiging De burgemeester en één wethouder in het algemeen bestuur en 2 plaatsvervangende leden uit het college.
Financieel belang De gemeente Vlissingen draagt voor 50% bij aan de begroting van de SGB. De gemeentelijke bijdrage voor 2024 is € 401.500.
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2024: nog niet beschikbaar
Vreemd vermogen 31-12-2024: nog niet beschikbaar
Resultaat Resultaat 2024: nog niet beschikbaar
Raadsprogramma Leefbaarheid
Ontwikkelingen Bij het overgaan van al het personeel, materieel en materiaal naar VRZ is afgesproken met alle deelnemende gemeenten aan de gemeenschappelijke regeling VRZ dat het eigendom van de gebouwen (kazernes) en het beheer van de brandkranen achterblijft bij de gemeenten. Voor de gemeenten Vlissingen en Middelburg geldt dat deze onderdelen niet in beheer zijn van de afzonderlijke gemeenten, maar bij de SGB. Voor deze, bij de SGB achterblijvende taken, is samen met de gemeente Middelburg een uitvoeringsorganisatie worden ingericht.
(Financiële) risico's De voorziening FLO.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

De doelstelling van de SGB betreft, na de regionalisering van de brandweer per 1 januari 2014, het door de gemeenten Vlissingen en Middelburg gezamenlijk verzorgen van het gebouwenbeheer van de kazernes en het onderhoud van de brandkranen binnen de SGB.

 

Veiligheidscentrum Zeeland B.V. (VCZ)

Terug naar navigatie - Veiligheidscentrum Zeeland B.V. (VCZ)

Omschrijving (toelichting)

Veiligheidscentrum Zeeland B.V. (VCZ)  Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Privaatrechtelijk
Vestigingsplaats Vlissingen
Doel Het verzorgen van cursussen op het gebied van brandpreventie, het bestrijden en beveiligen en de realistische voorbereiding van cursisten op hun taken als (bedrijfs) brandweerman/vrouw of al (bedrijfs)hulpverlener in bedrijven en instellingen.
Betrokken partijen Gemeente Vlissingen.
Vertegenwoordiging De gemeente heeft 100% zeggenschap. Het geplaatst aandelenkapitaal bedraagt € 150.000 met een agioreserve van € 822.260.
Financieel belang De gemeente is 100% aandeelhouder en heeft een langlopende lening verstrekt van € 375.000 (v.j. € 375.000). Daarnaast is een rekening-courant krediet verstrekt van € 107.597. Zowel het eigen vermogen als de langlopende lening en het rekening courant zijn volledig voorzien.
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2024: € 457.236  (2023: €  413.719)
Vreemd vermogen 31-12-2024: € 1.660.465 (2023: €  1.821.925)
Resultaat Resultaat 2024: € +43.517 (2023: € -30.059)
Raadsprogramma Leefbaarheid
Ontwikkelingen De gemeente is in verregaande onderhandeling met een partij over de overname van de aandelen.
(Financiële) risico's De gemeente loopt geen financieel risico meer aangezien het eigen vermogen, langlopende lening en rekening-courant reeds volledig zijn voorzien. Wel zal een “bruidsschat” van € 215.000 betaald moeten aan de overnemende partij.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

De vennootschap draagt direct niet bij aan de beleidsdoelstellingen van de gemeente. Indirect draagt de vennootschap bij aan de beleidsdoelstellingen van veiligheid vanwege opleidingen aan personeel van VRZ.

 

North Sea Port SE

Terug naar navigatie - North Sea Port SE

Omschrijving (toelichting)

North Sea Port SE  Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Privaatrechtelijk
Vestigingsplaats Sas van Gent
Doel Ontwikkeling, uitgifte en beheer van havens, haventerreinen en -faciliteiten, van Vlissingen tot Gent. Verder zorgdragen voor a) een veilige en efficiënte afhandeling van het scheepvaartverkeer, en b) nautische en maritieme orde en veiligheid.
Betrokken partijen Provincie Zeeland en Oost-Vlaanderen, Stad Gent en gemeenten Borsele, Terneuzen, Vlissingen, Evergem en Zelzate.
Vertegenwoordiging Gemeente Vlissingen is sinds 1 juli 2019 aandeelhouder in North Sea Port SE, voor 8 1/3 procent. De gemeenten Borsele en Terneuzen zijn dat voor eenzelfde percentage.
Provincie Zeeland is 25 procent aandeelhouder in North Sea Port SE. De andere 50 procent van de aandelen SE worden gehouden door Provincie Oost-Vlaanderen, Stad Gent en gemeenten Evergem en Zelzate.
Gemeente Vlissingen heeft, uit het College, één lid in de Algemene vergadering van Aandeelhouders van North Sea Port SE.
Financieel belang Gemeente Vlissingen is sinds 1 juli 2019 aandeelhouder in North Sea Port SE, voor 8 1/3 procent.
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2024: € nog niet bekend (2023: € 639.055.000)
Vreemd vermogen 31-12-2024: € nog niet bekend (2023: € 305.706.000)
Resultaat Resultaat 2024: € nog niet bekend nog niet bekend (2023: € 37.771.000)
Raadsprogramma Aantrekkelijke stad
Ontwikkelingen Afhankelijk van wanneer jaarrekening verschijnt.
(Financiële) risico's North Sea Port doet aan risicomanagement. Het havenbedrijf onderkent en managet diverse risico's die het opsomt in haar bestuursverslag. 
Eind 2023 bedroeg de financieringspositie van North Sea Port Netherlands € 175 miljoen; de garantstelling door de Nederlandse garanten, waaronder gemeente Vlissingen, bedroeg € 360 miljoen. Het verschil tussen deze 2 bedragen is de buffer en deze is meer dan toereikend. De Nederlandse aandeelhouders staan daarnaast (secundair) borg voor de leningen en derivatenportefeuille van WarmCO2, voor een bedrag van € 65 miljoen. Per 30 september 2023 bedroeg de financieringspositie WarmCO2 € 58,5 miljoen. Door problemen met Yara heeft WarmCO2 in de coronatijd problemen gehad met de levering van CO2 aan de tuinders. In 2024 is weer een positieve begroting overhandigd van WarmCO2. In 2022 heeft WarmCO2 bij de BNG een kaskrediet lopen van € 19 miljoen, waarop een non-performing status is afgegeven. Vanwege de positieve begroting in 2024 loopt het kaskrediet gewoon door met behoud van de non performing status tot 1 december 2025. 

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

Gemeente Vlissingen streeft naar nieuwe ontwikkelingen in het zeehavengebied, met nieuwe bedrijven, nieuwe werkgelegenheid en toegevoegde waarde. Havenbedrijf North Sea Port draagt hier in ruime mate aan bij. In 2025 zal er een nieuwe aandeelhoudersstrategie voor North Sea Port worden ontwikkeld waardoor de kaders kunnen worden aangescherpt. Ook zal in dat jaar een strategisch plan worden ontwikkeld rekening houdend met de aangepaste aandeelhoudersstrategie. 

 

Holding Zeeuwse Visveiling B.V.

Terug naar navigatie - Holding Zeeuwse Visveiling B.V.

Omschrijving (toelichting)

 

Holding Zeeuwse Visveiling B.V  Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Privaatrechtelijk
Vestigingsplaats Vlissingen
Doel Holding Zeeuwse Visveilingen B.V. (HZV) heeft een 100% deelneming in Zeeuwse Visveiling Vlissingen B.V. en een 100% deelneming in Zeeuwse Visveiling Breskens N.V.
Betrokken partijen Zeeuwse Visveiling Vlissingen B.V., Zeeuwse Visveiling Breskens N.V.
Vertegenwoordiging Gemeente Vlissingen heeft 65% van de aandelen van de Holding.
Vertegenwoordiging van één wethouder in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Financieel belang Gemeente Vlissingen heeft 65% van de aandelen van de Holding.
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2024: € 213.884  (2023: € 522.257)
Vreemd vermogen 31-12-2024: € 598.199  (2023: € 563.852)
Resultaat Resultaat 2024: € -308.375  (2023: € -271.080)
Raadsprogramma Aantrekkelijke stad
Ontwikkelingen De aandeelhouders van HZV hebben gedurende 2024 een openbare selectieprocedure  georganiseerd om de aandelen van HZV te verkopen.  Dit heeft eind 2024 geresulteerd in een definitieve gunning  van de verkoop van 100% van de aandelen van Holding Zeeuwse Visveilingen B.V.. Gedurende 2025 zal de definitieve verkoop inclusief de overdracht van de aandelen plaatsvinden. 
(Financiële) risico's Rond de visserij spelen al jaren de nodige zorgen. Voorbeelden daarvan zijn de aanlandplicht, de Brexit, het verbod op gebruik van de pulskor, de bouw van windmolenparken op zee, stikstof, en brandstofkosten.
Door de op handen zijnde verkoop van de aandelen zijn deze risico's na de definitieve verkoop van de aandelen niet meer van toepassing.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

Doordat één van de voorwaarden van de verkoop van de aandelen HZV het behoud van de visveiling in Vlissingen gedurende minimaal 5 jaar gegarandeerd is, blijft in ieder geval gedurende deze periode de werkgelegenheid bestaan voor de visveiling zelf en voor de toeleverende visserijreders en verwerkende visindustrie.

 

Gemeenschappelijke Regeling Orionis Walcheren

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Regeling Orionis Walcheren

Omschrijving (toelichting)

Gemeenschappelijke Regeling Orionis Walcheren  Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Publiekrechtelijk
Vestigingsplaats Vlissingen
Doel

Orionis Walcheren is een gemeenschappelijke regeling van de gemeenten Vlissingen, Middelburg en Veere voor de uitvoering van de Participatiewet, de Wet Sociale werkvoorziening en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Daarnaast voert zij een voornaam deel van de minimaregelingen uit. Kortom: inwoners die ondersteuning nodig hebben voor hun levensonderhoud, kunnen een beroep doen op Orionis Walcheren voor inkomens- en/of bijstandsvoorzieningen. Zodat zij zo veel mogelijk kunnen meedoen in de samenleving.  Ook begeleidt en ondersteunt Orionis Walcheren  inwoners met een uitkering vanuit de Participatiewet naar betaald werk. Opdat deze inwoners weer in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien.

Betrokken partijen Raden en colleges van burgemeester & wethouders van de gemeenten Veere, Vlissingen en Middelburg.
Vertegenwoordiging Eén bestuurslid dagelijks bestuur en drie leden algemeen bestuur uit het college gemeente Vlissingen.
Financieel belang De totale bijdrage van de gemeente Vlissingen aan Orionis Walcheren bedraagt voor 2024 € 54.044.119  (2023 € 54.597.932). Deze totale bijdrage bestaat voor een voornaam deel (zo'n 77%) uit Rijksbijdragen voor de bekostiging van bijstandsuitkeringen (BUIG-budget), re-integratieactiviteiten en beschut werk (WSW). Daarnaast is er een gemeentelijke bijdrage in de uitvoeringskosten van Orionis, in aandeel gebaseerd op de verhouding in Rijksmiddelen van de verschillende regelingen tussen de gemeenten. De gemeentelijke bijdrage van Vlissingen aan Orionis voor 2024 € 10.427.980  (2023 € 10.147.450). Tevens is een gemeentelijke bijdrage aan de orde t.b.v. de bekostiging van bijzondere bijstand, minimaregelingen en voorzieningen op het gebied van schuldhulpverlening. Deze bijdrage bedraagt voor 2024 € 2.836.462 (2023: € 2.913.792).
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2024: € 2.081.000 (2023: € 1.062.000)
Vreemd vermogen 31-12-2024: € 16.234.000  (2023: € 16.418.000)
Resultaat Resultaat 2024: volgt nog  (2023 € 1.469.000)
Raadsprogramma Sociale Samenhang
Ontwikkelingen

Wet sociale werkvoorziening

Een belangrijk doel van het werkleerbedrijf is rendementsverbetering. Er wordt naar een financieel gezond werkleerbedrijf toegewerkt. De rendementsverbetering is gebaseerd op het zogenaamde KplusV rapport. En is vanaf  2021 gestart. De Oekraïnecrisis in 2022 zorgde voor vertraging. Sinds 2023 is de positieve lijn weer ingezet. Met een forse rendementsverbetering in 2024. Die ook voor 2025 wordt verwacht.  In december 2023 heeft het Rijk aangegeven hoe zij aankijken tegen de toekomstige infrastructuur van werkleerbedrijven. De financiering wordt hierop aangepast. Deze landelijke visie wordt in 2025 voor Walcheren uitgewerkt in een transitieplan van het werkleerbedrijf. 

Richting een werkontwikkelbedrijf met 2 functies:                                                                                               
Vangnet: Beschut werk voor iemand die (tijdelijk) niet regulier kan werken.

Springplank: Werkleeromgeving voor iemand die opstap nodig heeft richting regulier werk.

Participatiewet

Het aantal plaatsingen op werk was in 2024 hoger dan begroot. Hiervoor is niet 1 duidelijke reden aan te wijzen. Er zijn wel ontwikkelingen aan te wijzen zoals:

  • toenemende krapte arbeidsmarkt;
  • de invoering van de re-integratiemethode Werk naar vermogen;
  • professionele ontwikkeling medewerkers.

Onzeker is of het hogere aantal plaatsingen zich doorzet al zijn de voortekenen positief. Een hogere uitstroom heeft uiteraard positieve invloed op de uitkeringslasten. Daartegenover staat helaas een beschikking Bijstandsuitkering voorlopig 2025 die erg tegenviel. Tegen de beschikking is bezwaar aangetekend waarvan de uitkomst op het moment van schrijven nog niet bekend was.

Het doel van re-integratie is een betaalde baan en geen afhankelijkheid meer van de bijstand. De huidige groep inwoners met een uitkering is niet altijd in staat dit te bereiken. Het verkrijgen van een deeltijdbaan of een baan met loonkostensubsidie is voor velen het maximaal haalbare.

Door de Rijksoverheid is een wetvoorstel Participatiewet in balans opgesteld, met een 20-tal wetswijzigingen. Dit wetsvoorstel heeft als doel meer vanuit vertrouwen in inwoners te werken en aanpassingen door te voeren op basis van wat inwoners aan ondersteuning nodig hebben. Geplande ingangsdatum is vanaf 1  januari 2026.

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

De afgelopen jaren is de aandacht voor het onderwerp schuldhulpverlening gegroeid. Erkend wordt dat de problematiek groot is. Inwoners met problematische schulden zoeken in veel gevallen pas laat hulp. Met als gevolg dat de problematiek nog groter wordt of verborgen blijft. Terwijl een schuldenvrij bestaan een solide basis vormt om volwaardig mee te doen in de maatschappij.  Een gedegen aanpak van schuldenproblematiek bevat zowel preventieve interventies als vroegsignalering, wettelijke schuldhulpverlening en preventie recidive (bevorderen duurzaamheid en zelfredzaamheid). Orionis Walcheren is samen met de Walcherse gemeenten een sluitende aanpak op alle 4 genoemde fasen aan het ontwikkelen. Daarnaast wordt de zogenaamde Basisdienstverlening Schuldhulpverlening geïmplementeerd met landelijke richtlijnen en kaders.

Minimaregelingen

De inkomensgrens waaronder inwoners een beroep kunnen doen op minimaregelingen is verhoogd naar 120 %. En de diversiteit aan regelingen is uitgebreid. Met als doel dat meer inwoners er gebruik van kunnen maken.  De minimaregelingen worden meer onder de aandacht van inwoners gebracht. Zeker bij degenen die er aanspraak op kunnen maken.  Met name door de introductie van de Voorzieningenwijzer.

(Financiële) risico's

Onzekerheid blijft er over de vergoeding Gebundelde uitkeringen (BUIG) waaronder de Bijstandsuitkeringen. De afgelopen jaren hebben laten zien dat daarin grote schommelingen kunnen optreden. Tot wel € 2 miljoen per jaar. Voor het financieel resultaat op de BUIG-vergoeding zijn niet alleen de prestaties van Orionis Walcheren zelf van belang. Maar ook de relatieve positie ten opzichte van het gemiddelde van Nederland. Om het BUIG-saldo vast te houden moet Orionis Walcheren presteren conform het landelijk gemiddelde.

De transitie van het werkleerbedrijf naar een werkontwikkelbedrijf kan het rendement onder druk zetten. Daarnaast kan de rijksvergoeding voor de transitie onvoldoende zijn om het gekozen scenario te financieren.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

Inwoners  begeleiden naar betaald werk of participatie en het bieden van inkomensondersteuning. Met als doel dat inwoners in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Bij voorkeur geen beroep hoeven doen op uitkeringen vanuit de Participatiewet. En kunnen meedoen aan de samenleving. Het voorzien in een passende werkomgeving voor mensen die zijn aangewezen op een beschutte werkplek. Het ondersteunen van inwoners met het oplossen van financiële problemen. Dit alles binnen de daarvoor beschikbaar gestelde Rijksmiddelen.

 

Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Zeeland (GGD)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Zeeland (GGD)

Omschrijving (toelichting)

Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Zeeland (GGD)  Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Publiekrechtelijk
Vestigingsplaats Goes
Doel Het openbaar lichaam is ingesteld om gezamenlijke belangen van de deelnemers te behartigen op het gebied van de Wet publieke gezondheid, de Wet veiligheidsregio’s, de Wet op de lijkbezorging, de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Wet Kinderopvang.
Betrokken partijen Raden en colleges van B&W van alle Zeeuwse gemeenten.
Vertegenwoordiging Eén bestuurslid en één plaatsvervangend lid uit het college.
Financieel belang Bijdrage naar rato van het aantal inwoners op 1 januari voorafgaand aan het desbetreffende begrotingsjaar zoals door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerd. De gemeentelijke bijdrage voor 2024 zijn € 2.474.322 (2023: € 2.000.092) exclusief inkoop jeugdhulp. De gemeentelijke bijdrage voor de uitvoeringskosten van het onderdeel inkoop jeugdhulp bedraagt voor 2024 € 282.492  (2023 € 204.802). 
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2024: € 6.515.882  (2023 € 7.423.115 ) 
Vreemd vermogen 31-12-2024: € 32.018.125   (2023 € 33.612.628 ) 
Resultaat Resultaat 2024: €1.202.129 (2023: € 3.335.369 )
Raadsprogramma Sociale Samenhang 
Ontwikkelingen

De GGD heeft in 2024 de bij haar ondergebrachte programma's Publieke gezondheid, Veilig Thuis, Inkooporganisatie Jeugdhulp regulier uitgevoerd. Ten behoeve van de zogenoemde pandemische paraatheid voor (toekomstige) infectieziekten onderhoudt de GGD Zeeland contacten met het Rivm en de Rijksoverheid en heeft de GGD middelen aangevraagd in het kader van een landelijke regeling incidenteel extra middelen voor 2023 en 2024 hiervoor.

Om een robuuste en toekomstbestendige GR te kunnen blijven is in 2023 het plan van aanpak “Basis op orde” aangenomen. Dit plan betreft de primaire processen in het onderdeel Algemene Gezondheidszorg, de bedrijfsvoeringsprocessen en het leidinggevend kader. Met de bij de 1e begrotingswijziging 2023 toegekende extra middelen konden ruim 26 FTE extra functies worden ingevuld. De resultaten en effecten van het op orde brengen van de basis zullen in 2024 worden geëvalueerd middels een onafhankelijk onderzoek. Uit dit onderzoekt blijk dat onder andere door verloop, parttime contracten en enkele openstaande vacatures het de GGD nog niet gelukt is om de formatieopgave volledig ingevuld te krijgen. Waarbij sturing op resultaten een belangrijk aandachtspunt blijft. De conclusie van het onafhankelijk onderzoek was: De organisatie gaat vooruit, maar moet haar cadans nog vinden’. Deze opgave loopt door in 2025.

De verkenning naar samenwerkingsmogelijkheden met de RUD en VRZ heeft geleid tot afspraken om een samenwerkingsscenario verder uit te werken. In 2023 is gestart met een nadere verkenning. Hier is in 2024 uit voortgekomen dat de RUD eerst gaat werken aan een eigen robuuste organisatie. In 2024 wordt er een plan door de GGD en de VRZ verder uitgewerkt tot een inhoudelijke samenwerkingsagenda en een agenda voor de gemeenschappelijke bedrijfsvoeringstaken en gezamenlijke huisvesting.

De Rijksoverheid wil met Integraal Zorg Akkoord (IZA) en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) investeren in de (publieke) gezondheid van alle Nederlanders. De ambitie van IZA is zorg voor iedereen toegankelijk, kwalitatief goed en betaalbaar houden. Gemeenten, GGD, zorgverzekeraar en zorgaanbieders werken samen om de doelen uit de akkoorden te halen. GGD treedt hierin op als kennispartner van de gemeenten.

Programma Inkoop Jeugdhulp Zeeland is per 2024 uit de programmabegroting van de GGD. Deze is per 2024 opgenomen in de gemeentelijke begroting.

Binnen het programma Veilig Thuis is sinds 2023 een stijging waar te nemen in aantallen meldingen, adviezen en vervolgdiensten. Hierdoor ontstaan oplopende wachtlijsten en kan niet altijd worden voldaan aan de wettelijke reactie termijnen.

(Financiële) risico's

Vanwege het groeiende aandeel personeelslasten door het plan Basis op Orde stijgen de personeelsuitgaven voor 2024 fors. Per 1 maart 2023 is er een nieuwe cao afgesloten. In 2024 zijn deze extra kosten toegerekend aan de bedrijfsvoering. Deze ontwikkelingen hebben geleid tot een structurele verhoging van de gemeentelijke bijdrage in 2024. De VZG richtlijn is daarmee overschreden. 

Bij het programma Veilig Thuis is sinds 2023 sprake van toenemende wachtlijsten en langere doorlooptijden. Om die terug te dringen is eind 2024 akkoord gegeven middels een begrotingswijziging voor structurele extra middelen voor personele inzet vanaf 2025.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

De GGD geeft uitvoering aan de taken vanuit de Wet Publieke Gezondheid. Hieronder
vallen onder andere: jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau en ‘schoolarts’), medische
milieukunde, infectieziektebestrijding, gezondheidsmonitoren en gezondheidsvoorlichting.
De GGD voert naast wettelijke taken ook taken uit zoals forensische geneeskunde, publieke
gezondheidszorg in COA-opvanglocaties en sociaal-medische advisering. De gemeente
Vlissingen neemt daarnaast nog een aantal aanvullende diensten af ten behoeve van de lokale jeugdgezondheidzorg (zoals opvoedcursussen, videohome-training en overbruggingszorg).

Het programma Veilig Thuis voert voor Vlissingen de taken van het Zeeuwse advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling uit. Deze taken vloeien voort uit de Wmo, de Jeugdwet en de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Het programma kent een duale financiering via de jeugdhulpbudgetten van de 13 gemeenten enerzijds en de centrumgemeente middelen uit de Decentralisatie Uitkering Vrouwenopvang (DuVo) anderzijds.

 

Gemeentelijke Vervoerscentrale B.V. (GVC)

Terug naar navigatie - Gemeentelijke Vervoerscentrale B.V. (GVC)

Omschrijving (toelichting)

Gemeentelijke Vervoerscentrale B.V. (GVC)  Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Privaatrechtelijk
Vestigingsplaats Terneuzen
Doel Organiseren en regisseren van maatschappelijk- en leerlingen vervoer (Sociaal Domein) op Walcheren.
Betrokken partijen Aandeelhouders zijn het Samenwerkingsverband Collectief vervoer Zeeuws-Vlaanderen, het Samenwerkingsverband Welzijnszorg Oosterschelderegio, de gemeenten Vlissingen, Veere, Middelburg en Goeree-Overflakkee en de Provincie Zeeland.
Vertegenwoordiging Via Algemene aandeelhoudersvergadering.
Financieel belang In 2015 heeft de gemeente 2.000 preferente aandelen gekocht voor € 0,34.
Over 2024 volgt de gemeentelijke bijdrage nog (2023: € 205.000 ) voor het verzorgen van doelgroepenvervoer.
Doordat de jaarrekening en de begroting zijn vertraagd, hebben wij geen cijfers over de gemeentelijke bijdrage 2024.
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2023:  2024 volgt nog  (2023: € 530.504)
Vreemd vermogen 31-12-2023: 2024 volgt nog  (2023: € 1.920.304 )
Resultaat Resultaat 31-12-2023: 2024 volgt nog  (2023: € 1323)
Raadsprogramma Sociale Samenhang
Ontwikkelingen De GVC regisseert en organiseert het doelgroepenvervoer (Vraagafhankelijk Wmo vervoer, vervoer in het kader van de Jeugdwet en het leerlingenvervoer) sinds november 2015.
In het kader van de Regionale Mobiliteitsstrategie van de provincie Zeeland is in 2022 een raadsbesluit genomen over de doorontwikkeling van de GVC tot een Mobiliteitscentrale. Verdere besluitvorming over de oprichting en vormgeving van de Regionale Mobiliteitsstrategie zal nog plaats gaan vinden. Er heeft een nieuwe aanbesteding voor het doelgroepenvervoer plaatsgevonden. Deze contracten zullen per augustus 2025 ingaan.
(Financiële) risico's Geen risico's uit hoofde van aandeelhouderschap anders dan normale risico's. Verder heeft de GVC normale bedrijfsvoering risico’s uit hoofde van het aansturen van het doelgroepenvervoer bijvoorbeeld toename van personeelskosten bij uitbreiding van de formatie, investeringen in ICT of een hogere BTW.
Gesprekken over een Overeenkomst van Opdracht met daarin ook financiële afspraken worden momenteel gevoerd.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

De taak van de GVC is om een bijdrage te leveren aan de doelmatigheid en de kwaliteit van het doelgroepenvervoer.

 

Stadsgewestelijk Zwembad Vastgoed B.V.

Terug naar navigatie - Stadsgewestelijk Zwembad Vastgoed B.V.

Omschrijving (toelichting)

Stadsgewestelijk Zwembad Vastgoed B.V.  Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Privaatrechtelijk
Vestigingsplaats Vlissingen
Doel Het beheren en (doen) exploiteren van zwembadgebouwen alsmede het financieren daarvan.
Betrokken partijen Gemeente Vlissingen en Gemeente Middelburg.
Vertegenwoordiging De gemeente heeft zeggenschap in de algemene vergadering van aandeelhouders ter grootte van het aandeel in het geplaatste aandelenkapitaal (de helft van € 90.000). Tevens één directeur in de directie.
Financieel belang De gemeente draagt bij in het exploitatietekort van de BV op basis van de verhouding 50-50 met de gemeente Middelburg.
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2023: € 277.485   (2022: € 277.485 )
Vreemd vermogen 31-12-2023: € jaarrekening komt nog     (2022: € 10.683.829 )
Resultaat Resultaat 2023: € 0     (2022: €  0 )
Raadsprogramma Sociale Samenhang
Ontwikkelingen

In 2024 is de nieuwe exploitant Koninklijke Sportfondsen gecontracteerd. Dit jaar stond dan ook voor Sportfondsen en de Vastgoed BV in het teken om uitvoering te geven aan de nieuwe vorm van exploitatie. 

In het eerste half jaar betekende dit ook dat er naar aanleiding van de discussie rondom de toegangstarieven en het abonnementen van het diplomazwemmen er periodiek overleg is geweest tussen de Vastgoed BV, Sportfondsen en een delegatie van de belanghebbenden. Het resultaat van deze overleggen is geweest dat de betreffende discussie in positieve zin beëindigd kon worden. 

(Financiële) risico's Bijdragen in een eventueel exploitatietekort.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

Het samen met de gemeente Middelburg in stand houden van het Vrijburgbad draagt bij aan het realiseren van de sportdoelstellingen van de gemeente Vlissingen. Door te zorgen voor goede sportfaciliteiten in de gemeente, en deze voor betaalbare tarieven beschikbaar te stellen, zorgen we er voor dat zoveel mogelijk inwoners kunnen sporten en bewegen.

 

GBE Aqua

Terug naar navigatie - GBE Aqua

Omschrijving (toelichting)

GBE Aqua  Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Publiekrechtelijk
Vestigingsplaats Rotterdam
Doel De vennootschap heeft ten doel het houden en beheren van aandelen in Evides en het uitoefenen van stemrecht daarop. Het waarborgen van het wettelijk gedefinieerde publiek belang volgens de drinkwaterwet. Voor Evides is dit het leveren van continu, betrouwbaar drinkwater. Daarnaast voert Evides industriewateractiviteiten uit. Van belang is dat deze industriewateractiviteiten met een laag risicoprofiel worden uitgevoerd die past bij een drinkwaterbedrijf.
Betrokken partijen Raden en colleges van B&W van de 13 gemeenten in Zeeland. De Provincie Zeeland en gemeenten in Noord- Brabant en Zuid-Holland.
Vertegenwoordiging Algemene vergadering van aandeelhouders één lid uit het college van B&W.
Financieel belang De gemeente Vlissingen heeft een kapitaalbelang van 5,765% in GBE Aqua B.V.
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2024: € 313.081.059    (2023: € 134.306.610 )
Vreemd vermogen 31-12-2024: € 1.610.098     (2023: € 162.776.333)
Resultaat

Resultaat 2024: € 31.242.466 (2023: € 15.603.100)

Raadsprogramma Algemene dekkingsmiddelen.
Ontwikkelingen Hoofdtaak van de B.V. is het beheer van de aandelen in Evides. Inzet is om het aangetrokken vreemde vermogen, voor de aankoop van het aandelen pakket Evides van ZEH, versneld af te lossen. De aandeelhouders hebben zich bij oprichting van de BV verplicht om ontvangen dividenduitkeringen vanuit ZEH via kapitaalstorting door te storten aan GBE-Aqua B.V. In 2024 is de lening volledig afgelost met een laatste aflossing van € 9.294.134. 
(Financiële) risico's N.v.t

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

GBE Aqua B.V. is opgericht om het dividend Evides jaarlijks beschikbaar te krijgen. Het dividend Evides is structureel opgenomen in de begroting. In 2024 is het uitgekeerde dividend € 605.370 (2023 € 611.136).

 

Zeeuwse Energie Houdstermaatschappij (ZEH)

Terug naar navigatie - Zeeuwse Energie Houdstermaatschappij (ZEH)

Omschrijving (toelichting)

ZEH N.V. Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Privaatrechtelijk
Vestigingsplaats Middelburg
Doel ZEH richt zich op productie, handel en levering van energieproducten en diensten aan de zakelijke markt.
Betrokken partijen Alle Zeeuwse gemeenten, gemeente Bergen op Zoom, Woensdrecht, Dirksland, Goedereede, Middelharnis, Oostflakkee en de Provincies Zeeland, Noord Brabant en Zuid Holland.
Vertegenwoordiging Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Financieel belang De gemeente Vlissingen heeft een kapitaalbelang van 5,76% in ZEH.
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2024: €  Nog niet beschikbaar    (2023: € 1.722 Miljoen )
Vreemd vermogen 31-12-2024: € Nog niet beschikbaar      (2023: €  580,4 Miljoen)
Resultaat Resultaat 2024: € Nog niet beschikbaar   (2023: € 104.548.000)
Raadsprogramma Algemene dekkingsmiddelen.
Ontwikkelingen Na de verkoop van het belang in Evides en de Wholesale activiteiten, is ZEH een houdstermaatschappij met belangen in een aantal deelnemingen (energie gerelateerde activiteiten, namelijk opwek en levering) en een aanzienlijke financiële positie. De grootste en belangrijkste deelneming is een aandelenbelang van 70% in de Elektriciteits Productiemaatschappij Zuid Nederland (EPZ), waar onder andere de kerncentrale Borssele onder valt. Er is in 2023 de aandeelhoudersstrategie geactualiseerd om aan te sluiten op het veranderde karakter van het bedrijf ZEH, de ordening van de elektriciteitsmarkt, de laatste ontwikkelingen in de (inter) nationale energiemarkt en de publieke waarden / publiek aandeelhouderschap.
(Financiële) risico's N.V.T.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

ZEH N.V. zal de komende jaren aanzienlijke bedragen aan dividend uitkeren aan haar aandeelhouders. De dividendbetalingen zullen vanaf 2024 in de reserve Wind in de Zeilen worden gestort.

 

Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)

Terug naar navigatie - Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)

Omschrijving (toelichting)

Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)  Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Publiekrechtelijk
Vestigingsplaats Den Haag
Doel De BNG is de bank voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Betrokken partijen Nederlandse instellingen met een maatschappelijk belang.
Vertegenwoordiging Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Financieel belang Wij bezitten 70.356 aandelen a € 2,50 en ontvingen in 2024 over 2023 een dividend van € 151.969,-.
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2024: € 4.777 miljoen   (2023: € 4.721 miljoen )
Vreemd vermogen 31-12-2024: € 123.614 miljoen     (2023: € 110.819 miljoen)
Resultaat Resultaat 2024: € 294 miljoen  (2023: € 254 miljoen )
Raadsprogramma Algemene dekkingsmiddelen.
Ontwikkelingen Gedurende het begrotingsjaar hebben zich geen veranderingen voorgedaan in de belangen van aandeelhouders in BNG Bank.
(Financiële) risico's Indien op enig moment de nettowinst van de BNG te klein wordt, zal aan de aandeelhouders geen dividend uitbetaald worden.

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

Geen bijdrage aan beleidsdoelstellingen van de gemeente.

 

Buurtbedrijf Vlissingen BV

Terug naar navigatie - Buurtbedrijf Vlissingen BV

Omschrijving (toelichting)

Buurtbedrijf Vlissingen BV Toelichting
Publiek- of privaatrechtelijk Publiekrechtelijk
Vestigingsplaats Vlissingen
Doel Organiseren en uitvoeren van preventie, participatie, vroegsignalering en laagdrempelige ondersteuning in het sociaal domein in de gemeente Vlissingen. 
Betrokken partijen Gemeente Vlissingen is 100% aandeelhouder 
Vertegenwoordiging Algemene Vergadering 
Financieel belang € 2.900.000
Vermogen Eigen vermogen 31-12-2024: € 82.541 (2023: € 22.072)
Vreemd vermogen 31-12-2024: € 381.401 (2023: € 419.730)
Resultaat Resultaat 2024: € 60.469 (2023: € 22.071)
Raadsprogramma Sociale samenhang
Ontwikkelingen De lokale infrastructuur in het sociaal domein in de gemeente Vlissingen betreft de Vlissingse zorgdriehoek voorliggend veld, de aanvullende zorg en Kerngezond. In deze driehoek is de rol van Buurtbedrijf Vlissingen in het voorliggend veld te investeren in preventie en vroegsignalering en het leveren van de laagdrempelige ondersteuning en activering aan inwoners. Buurtbedrijf Vlissingen biedt een nieuwe vorm van ondersteuning voor alle inwoners van de gemeente Vlissingen. 
(Financiële) risico's Geen risico’s uit hoofde van aandeelhouderschap anders dan normale risico’s. 

Bijdrage bereiken beleidsdoelstellingen gemeente Vlissingen

Binnen de lokale zorginfrastructuur de eigen kracht, de zelfredzaamheid en samenredzaamheid van de inwoners in de gemeente Vlissingen versterken. Zodat zij ‘Positief gezond’ zijn, voor zichzelf en voor elkaar kunnen zorgen en mee kunnen doen in de samenleving. 

 

4.7 Paragraaf grondbeleid

1. Grondbeleid

Terug naar navigatie - 1. Grondbeleid

In deze paragraaf grondbeleid is de 1e herziening 2025 van de grondexploitaties opgenomen. Dit is een actualisatie van de 2e herziening 2024 (Programmabegroting 2025) op basis van de gegevens in januari 2025.

 

Uitgangspunt Nota Grondbeleid (2021)
Het vigerende (afwegings)kader is de door de Raad eind 2021 vastgestelde nota Grondbeleid.
 
Definitie Grondbeleid
Grondbeleid kan worden omschreven als het geheel van de wijze van toepassing van het financiële en juridische instrumentarium dat de overheid ter beschikking staat om op de gewenste plaats, tijdig en tegen aanvaardbare kosten grond c.q. ruimte beschikbaar te krijgen voor de vestiging van door die overheid gewenste functies.
 
Beleid
Het grondbeleid bestaat uit de verschillende instrumenten die de gemeente heeft om de ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente te realiseren. Daarbij staat de grondexploitatie centraal. Het grondbeleid spreekt zich met name uit over welke rol de gemeente in de grondexploitatie wil spelen. Uitgangspunt van de grondexploitaties is onder andere het Volkshuisvestingsprogramma 2024 t/m 2028. De belangrijkste deelopgaven daaruit zijn:

  • Op weg naar een toekomstbestendige woonvoorraad;
  • Vitale en gezonde wijken;
  • Naar klimaat- en energieneutrale wijken zonder aardgas;
  • Wonen met Zorg.

Bij nieuwe ontwikkelingen wordt bij voorkeur een facilitair (passief) grondbeleid gevoerd, met als doel het minimaliseren van risico's en een evenwichtige cashflow. In een aantal specifieke gevallen is toch sprake van actief grondbeleid. Hiervoor heeft de raad een grondexploitatie vastgesteld of is er een grondexploitatie in voorbereiding.
In onderstaande tabel zijn de meeste projecten opgenomen en is per ontwikkeling aangeduid welke vorm van grondbeleid wordt toegepast:

 

Project Vorm van grondbeleid Jaar majeure verwervingen Verwerving beïnvloedbaar
Scheldekwartier Actief 2004 nee
Kenniswerf (inclusief fase 5) Actief / faciliterend 2009 en vanaf 2024 ja
Souburg Noord Actief 2002 nee
Claverveld Actief 2003 nee
Bedrijventerrein Souburg 2 Actief nvt nee
Spuikom Actief 1981 nee
Dongestraat Actief nvt nee
Baskensburg West Actief nvt Nee
Hotel Britannia Facilitair nvt nvt
Herontwikkeling Theo van Doesburgcentrum Facilitair nvt nvt
Herontwikkeling Petruskerk Facilitair nvt nvt
Prinsenhof (bij Scheldekwartier) Facilitair/actief nvt nvt
RZWI Facilitair nvt nvt
Gezondheidscentrum Sottegemstraat Facilitair nvt nvt
Wauwelhofje Ritthem Facilitair nvt nvt
Emma van de Puttestraat Facilitair nvt nvt
Boulevard Blankert 154/156 Facilitair nvt nvt
Saunalocatie Nollebos Facilitair nvt nvt
Herstructurering Crocuslaan Facilitair nvt nvt

Programmadoelstellingen
Grondexploitatie is geen doel op zich. Het staat in het teken van de maatschappelijke effecten die we als gemeente beogen. In de 4 programma’s van onze Programmabegroting zijn doelstellingen opgenomen die we mede middels de grondexploitaties willen realiseren. Het betreft de volgende doelstellingen:
 
Programma Leefbaarheid

  • Iedereen in Vlissingen kan meedoen in de samenleving.
  • Leefbare stad, dorp, buurt of straat om prettig te wonen, leren, werken of ontspannen.
  • Preventief voorkomen van overlast.
  • Veilig verplaatsen door de gemeente, duurzame vormen van vervoer.
  • Circulaire samenleving door afval zo veel mogelijk te scheiden en circulair te bouwen.
  • We bepalen samen doelen voor het klimaat.

Programma 2 Aantrekkelijke stad

  • Betere balans ondernemers-, woon- en leefklimaat en toeristische verblijfsklimaat.
  • Ruimte voor duurzaam ondernemen.
  • Faciliteren bedrijfsvestigingen of – uitbreidingen.
  • Versnelling van de verdere, economische ontwikkeling van de Kenniswerf incl. versterking hoger- en middelbaar onderwijscluster.
  • Samenwerking in het North Sea Port District voor een gezonde, groene leefomgeving.
  • Vergroten diversiteit van het woningaanbod.
  • Betere huisvesting voor arbeidsmigranten.
  • Binnenstad blijft de huiskamer van de stad voor bewoners en bezoekers.

Programma 3 Sociale samenhang

  • Bestaanszekerheid voor onze inwoners en de mogelijkheid om deel te nemen aan de maatschappij.
  • Een betaalbaar en duurzaam aanbod van zorg en ondersteuning.
  • Kinderen de kans bieden om zich optimaal te ontwikkelen en op te groeien
    Gezonde en vitale inwoners.
  • Inburgeraars nemen volwaardig deel aan onze maatschappij.
  • Passende, efficiëntere en effectieve ondersteuning aan kwetsbare jeugdigen en gezinnen.

Programma 4 Bestuur

  • Samen met onze inwoners, instellingen en bedrijven werken aan wat belangrijk is voor Vlissingen op basis van de strategische koers voor Vlissingen in 2040.
  • We werken samen met onze buurgemeentes.
  • Duidelijke rolverdeling tussen gemeenteraad, college en organisatie.
  • We ontwikkelen ons tot een integrale overheid: een servicegerichte en betrouwbare organisatie zonder onnodige drempels en procedures.
  • Verbeteren en op peil houden van de dienstverlening.
  • Actief op zoek naar subsidiemogelijkheden en cofinanciering voor onze projecten.

Niet iedere grondexploitatie zal aan alle doelstellingen een bijdrage kunnen leveren. De grondexploitaties worden steeds getoetst op de bijdrage (of mogelijke strijdigheid) met de bovengenoemde doelstellingen. Op deze wijze zetten we grondexploitaties optimaal in ten behoeve van het bereiken van onze maatschappelijke doelstellingen.
 
Met de ontwikkeling van het Scheldekwartier en de andere grondexploitaties op uitbreidings- en inbreidingslocaties wordt aan diverse doelstellingen uit de programmabegroting een bijdrage geleverd, met name op het gebied van wonen. Ook wordt aan vele maatschappelijke doelen en ambities vanuit de Strategische Visie Vlissingen 2040 een bijdrage geleverd. Het Scheldekwartier vormt een volwaardig stadsdeel waar het aantrekkelijk wonen, werken en recreëren is. Op het gebied van wonen wordt gestuurd op het bedienen van verschillende doelgroepen. Diverse bouwplannen zijn in voorbereiding, aanbouw of opgeleverd. In diverse bouwplannen worden nul-trede woningen gerealiseerd – veelal in de vorm van duurzame appartementen – die gericht zijn op de doelgroep senioren, waarmee tevens doorstroming op de Vlissingse woningmarkt wordt bewerkstelligd. Dit is onder meer te zien in de Kop van het Dok, C-Dock en B-Lofts. Met de recente opleveringen van De Broederband en 2e fase Koperslager, alsmede de in aanbouw zijnde woningen in de Touwslagerij, Koperslagerij 3e fase en Kop Keersluis alsmede de voorgenomen realisatie van de S-Park, ZeelandToren en Aan de Singel wordt een bijdrage geleverd aan de doelstelling om een gevarieerd woningaanbod in Vlissingen, wat bijdraagt aan de balans in de woningmarkt en daarmee het sociaaleconomische perspectief.
 
Met de nieuwbouw van projecten De Hofjes, Kop van het Dok, De Dempo, Touwslagerij en in aanbouw zijnde De Admiraliteit wordt een bijdrage geleverd aan het maatschappelijke doel om een deel van de verouderde sociale woningbouwvoorraad te vervangen maar ook met nieuwe duurzame sociale huurwoningen uit te breiden. Met de vervangende nieuwbouw van sociale woningen wordt een bijdrage geleverd aan het verduurzamen van de bestaande woningvoorraad. Nieuw toe te voegen woningen in de vrije sector zijn duurzaam en gasloos. Claverveld en Souburg Noord spelen in op de behoefte om, voornamelijk, grondgebonden en in een groene setting te wonen. De snelle afzet in beide projecten toont de belangstelling in dit (hogere) segment voor het groen-stedelijke wonen. Met het vergroten van het aanbod grondgebonden woningen op ruime percelen wordt bijgedragen aan de ambitie om een divers en hoogwaardig woonproduct te kunnen leveren. Ruim een derde van de op te leveren woningen is gericht op senioren (levensloopbestendig) en in beide ontwikkelingen worden vrije bouwkavels aangeboden.
 
Klimaatadaptieve gebiedsontwikkeling met aandacht voor de opgaves rondom biodiversiteit, water en droogte zijn dragers voor de openbare ruimte in Claverveld en Souburg Noord. Nieuwe vormen van ecologisch beheer worden toegepast, waarmee ook na realisatie van de woonwijken een duurzame bijdrage geleverd wordt aan de woon- en leefomgeving in de gemeente Vlissingen. Middels participatieve trajecten worden eindgebruikers betrokken bij de vorming van de openbare ruimtes, bijvoorbeeld de inrichting van de speelruimte met leerlingen van Het Kompas in Souburg-Noord en werkgroepen voor de groene ontmoetingsplekken met omwonenden in Claverveld. Met het bouwrijp opleveren van Scheldewijk is een maatschappelijke bijdrage geleverd aan het saneren van bodemverontreiniging, waarmee een aangenaam woon- en leefklimaat gerealiseerd wordt voor nieuw bewoners en bestaande omwonenden.
 
Ook wordt door deze plannen de economische potentie vergroot en het woonklimaat verbeterd. Met het ‘aanhelen’ van de stad middels de ontwikkeling van het Scheldekwartier, worden verbindingen gemaakt of hersteld, de economische potentie vergroot en het woonklimaat verbeterd. Vanuit de grondexploitatie en uitvoering heeft en krijgt dit een plaats via diverse projecten.
 
Met de ontwikkeling van het Scheldekwartier wordt Vlissingen ‘op de kaart’ gezet en ontstaan nieuwe economische kansen. Het imago van Vlissingen bij (project)ontwikkelaars, ondernemers en aannemers kent een positieve wijziging, als gemeente van kansen en met een on-Zeeuwse ambitie. Daarnaast wordt Vlissingen nog interessanter voor een brede doelgroep toeristen hetgeen de Vlissingse economie ten goede komt. De herstelde kades langs het Dok bieden ruimte aan een veelheid aan activiteiten en voegen mede door de aanwezigheid van het industriële erfgoed een onderscheidend verblijfsgebied met stedelijke allure toe aan het Vlissings stedelijk gebied. De combinatie van stad en water, maritiem (erfgoed) karakter en aansprekende nieuwbouw nodigt uit tot gebruik en draagt bij aan ambities op het gebied van een aantrekkelijke stad om te wonen, werken en recreëren. Op het Scheldekwartier komen het verleden, heden en toekomst van Vlissingen samen. Het koesteren van het erfgoed en inpassen hiervan is binnen de Ontwikkelingsvisie Scheldekwartier een van de dragers en kwaliteit van het gebied. Met de herbestemming van de Timmerfabriek is een bijdrage geleverd aan het maatschappelijke doel om rijksmonumenten duurzaam te behouden en benutten. Met de herbestemming van de Zware Plaatwerkerij is een bijdrage geleverd aan het behouden van industrieel erfgoed, met het toevoegen van een toekomstgericht woon-zorgconcept. Met het cascoherstel en de in voorbereiding zijnde herbestemming van de Machinefabriek – met daarin onder meer cultureel cluster, sportzaal en parkeergarage - wordt een bijdrage geleverd aan het duurzaam behouden van kenmerkend maritiem industrieel erfgoed en inpassen in een hoogwaardig stedelijk gebied, waarbij de functies en uitstraling van het erfgoed elkaar versterken en dragers zijn in de identiteit van Vlissingen.

Met de ontwikkeling van de bedrijventerreinen Kenniswerf (fasen 1 t/m 5) en Souburg geeft de gemeente Vlissingen concreet invulling aan het Bedrijventerreinprogramma Walcheren 2022-2026. De genoemde terreinen bieden voor de verschillende doelgroepen bedrijven een passend en onderscheidend aanbod in verschillende prijsklassen: zichtlocaties, niet-zichtlocaties, locaties voor woon-werkcombinaties, grote en kleine kavels, watergebonden terreinen, terreinen voor bedrijven met verschillende milieucategorieën, etc. Met de ontwikkeling van de bedrijventerreinen wordt (mede) vorm en inhoud gegeven aan de economische structuurversterking, die broodnodig is in de gemeente Vlissingen. Daarnaast dragen de bedrijventerreinen bij aan doelstellingen waar het gaat om het bevorderen van werkgelegenheid, het ondernemersklimaat en de samenwerking tussen overheid, onderwijs en ondernemers (triple helix). Dit laatste punt speelt met name op de Kenniswerf een belangrijke rol. Met de beschikbare middelen uit het pakket Wind in de zeilen (vastgelegd in de grondexploitatie Kenniswerf fase 5) wordt ruimte gecreëerd voor het vestigen van nieuwe bedrijvigheid, ontwikkel-, test- en demofaciliteiten, starters, scale-ups en R&D afdelingen op de Kenniswerf.

2. Uitvoering Grondbeleid

Terug naar navigatie - 2. Uitvoering Grondbeleid

De uitvoering van het grondbeleid valt binnen een aantal kaders zoals Organisatie en Financiën.

 

Organisatie
Raad (Kaders stellen)

  • ruimtelijke kaders vaststellen (Omgevingsplan; Omgevingsvisie; Bestemmingsplan).
  • beleidskaders, waaronder vaststellen Nota Grondbeleid en Nota Grondprijzen.
  • P&C cyclus, waaronder vaststellen, herzien en afsluiten grondexploitaties.
  • kredietverstrekking.
  • enz.

College van B&W (Uitvoeren en beheren)

  • grondexploitaties beheren.
  • aan- en verkopen, verpachten en verhuren.
  • sluiten overeenkomsten.
  • enz.

Ambtelijke organisatie (Uitvoeren werkzaamheden)

  • zorg dragen aan uitvoering verantwoordelijkheden college.

Faciliterend grondbeleid
In het kader van het faciliterend (passieve) grondbeleid heeft de Raad geen rol wat betreft het beschikbaar stellen van middelen, omdat er bij een extern initiatief (in principe) geen middelen nodig zijn. De Raad heeft wel een rol in het stellen van ruimtelijke kaders. Het college en de ambtelijke organisatie hebben, passend binnen de kaders van de Raad, een gelijke rol als bij actief grondbeleid. Hiervoor zijn geen middelen beschikbaar en hebben zij geen eigen uitvoeringsagenda of -proces omdat het door derden wordt gerealiseerd. Wel wordt door middel van het kostenverhaal conform de Omgevingswet de benodigde financiële middelen bij de initiatiefnemer verhaald.

Financiën
De financiële kaders liggen vast binnen de financiële verordening en het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV), Notitie Grondbeleid in begroting en jaarstukken (2023). Onderstaand de richtlijnen en hoe we bij de gemeente Vlissingen daar uitvoering aan geven:

  • Bij de start van een grondexploitatie wordt er een financieel-economisch haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd en een business case gemaakt. Als dit plan tot uitvoer wordt gebracht wordt deze, conform het Grondbeleid 2021, 2 x per jaar geactualiseerd.
  • Het risicomanagement binnen de grondexploitaties is opgenomen in het organisatiebreed risicomanagement en wordt 2 x per jaar geactualiseerd. Dit is per grondexploitatie verwerkt in het scenario ‘laag’.
  • Strategische aankopen, waarbij een langere periode zit tussen het moment van aankoop en het moment van ontwikkeling, worden opgenomen in de materiële vaste activa. Bij het vaststellen van een nieuwe grondexploitatie betreffende deze gronden worden deze in een grondexploitatie opgenomen.
  • Tussentijdse winstneming: per grondexploitatie met een voordelige eindwaarde is berekend of er een tussentijdse winstneming gedaan moet worden. Zie hoofdstuk 4 'Winstnemingen'.
  • Indien gemeentegrond vanuit de algemene dienst wordt ingebracht in het grondbedrijf wordt die grond gewaardeerd tegen de waarde waarop de grond op de balans is opgenomen.
  • Cashflow beheersing: investeringen worden pas dan gedaan als hierdoor ook zicht is op het realiseren van inkomsten, of nadat de inkomsten gerealiseerd zijn. Zo wordt het bouwrijp maken zoveel mogelijk pas uitgevoerd als er zicht is op afname van de bouwgrond.
  • Kostenverhaal: bij een particuliere ontwikkeling voert de gemeente een faciliterend (passief) grondbeleid. Hierbij gaat de gemeente over tot kostenverhaal conform de Omgevingswet.
  • Grondprijs: de gemeente Vlissingen hanteert standaard grondprijzen die afhankelijk zijn van de bestemming van de grond voor een aantal categorieën. Deze worden jaarlijks vastgesteld middels een separaat raadsvoorstel. Hiervan kan afgeweken worden en kan de grondprijs residueel berekend worden, zoals dit in het Scheldekwartier gebeurt.
  • Erfpacht: de gemeente Vlissingen biedt in specifieke situaties de mogelijkheid van erfpacht aan.
  • Rente: de rente waarmee gerekend wordt in de grondexploitaties, wordt gebaseerd op de gemiddelde rentevoet van de lopende leningen van de gemeente. Voor de grondexploitatie van het Scheldekwartier werd tot en met 2024 gebruik gemaakt van projectfinanciering, deze heeft een eigen rentepercentage. De wijze van renteberekening is gebaseerd op de voorschriften conform de BBV. Zie 'Parameters' verder in dit hoofdstuk.
  • Kosten- en opbrengstenindexering: voor een zo goed mogelijke inschatting van de toekomstige kosten en opbrengsten wordt rekening gehouden met daadwerkelijke en toekomstige indexeringen van deze kosten en opbrengsten. Zie 'Parameters' verder in dit hoofdstuk.
  • Looptijd: in de BBV is een richtlijn opgenomen voor de maximale looptijd van een grondexploitatie, deze is op 10 jaar gesteld. Indien hiervan afgeweken wordt moet dit gemotiveerd worden en moeten beheersmaatregelen genomen worden. Op dit moment zijn er geen actieve grondexploitaties die een looptijd hebben langer dan 10 jaar.
  • Bovenwijkse voorzieningen: of ook wel bovenplanse voorzieningen. Dit zijn voorzieningen die niet alleen voor het betreffende plan van nut zijn maar ook voor de omgeving of de hele stad. Te denken valt aan een toegangsweg die ook de toegang naar de omliggende gebieden verbetert, de aanleg van een brug waardoor ook andere wijken een voordeel hebben. Tot aan de 2e herziening 2016 waren deze zowel planmatig als financieel in de grondexploitaties opgenomen. Op basis van de BBV en de overleggen met de inspecteur van het ministerie van binnenlandse zaken zijn vanaf de 2e herziening 2016 de bovenwijkse voorzieningen ontvlochten. Daarbij zijn deze voorziening proportioneel binnen de grondexploitatie gehouden en voor het overige deel gedekt vanuit de algemene begroting. Deze proportionaliteit is op basis van het nut van deze voorziening voor de grondexploitatie en het algemene nut. Op deze manier ontstaat er een betere scheiding tussen grondexploitaties en de algemene begroting. Omdat een voorziening deel uit maakt van het betreffende plan blijft de aansturing en uitvoering van deze voorziening wel in het plan opgenomen. De volgende bovenwijkse voorzieningen zijn ontvlochten:
Bovenwijkse voorziening Plan Planning investering % in grond-exploitatie
Tijdelijke ontsluiting en tijdelijke brug Scheldekwartier Gerealiseerd 10%
Nieuwe brug over het Dok Scheldekwartier Gerealiseerd 50%
Wijkontsluiting (De Willem Ruysstraat en aantakking brug) Scheldekwartier 2015 - 2026 50%
Herstel kades rondom het Dok Scheldekwartier 2018 - 2025 25%
Restauratie Dok van Perry Scheldekwartier Gerealiseerd 25%
Herstel natte infrastructuur Kenniswerf fase 4 Gerealiseerd 14%
Verbinding Marie Curieweg - Poortersweg Bedrijventerrein Souburg fase 2 2017 - 2025 50%
Ontsluiting Buitenhaven Bedrijventerrein Souburg fase 2 2017 - 2025 10%

Parameters
Omdat voor het financieren van de boekwaarde in de grondexploitaties geld geleend moet worden, wordt de rente over deze leningen doorberekend in de grondexploitaties. Daarnaast wordt er in de grondexploitaties rekening gehouden met verwachte kosten- en inkomstenstijgingen in de tijd.
In de grondexploitaties wordt rekening gehouden met daadwerkelijke en verwachte kosten- en opbrengstenstijging. Ook wordt rekening gehouden met daadwerkelijke en verwachte rentepercentages.
Zie onderstaande tabel voor een overzicht van de toegepaste indexeringen en rentepercentages bij deze 1e herziening 2025 (Nieuw) met daarbij ook de parameters zoals die bij de 2e herziening 2024 (Oud) zijn toegepast:

2024 2025 2026 2027 2028 2029 - 2030 2031 en verder
Oud Nieuw Oud Nieuw Oud Nieuw Oud Nieuw Oud Nieuw Oud Nieuw Oud Nieuw
Indexering kosten scenario midden 4,0% 3,6% 3,0% 5,0% 3,0% 3,5% 2,0% 3,5% 2,0% 2,0% 2,0% 2,0% 2,0% 2,0%
Indexering kosten scenario laag 5,0% 3,6% 4,0% 5,5% 3,5% 4,0% 2,5% 4,0% 2,5% 2,5% 2,5% 2,5% 2,5% 2,5%
Indexering opbrengsten scenario midden 1,0% 1,0% 1,5% 3,0% 1,5% 3,0% 2,0% 3,0% 2,0% 2,0% 2,0% 2,0% 2,0% 2,0%
Indexering opbrengsten scenario laag 0,0% 1,0% 0,0% 1,5% 1,0% 2,0% 1,5% 2,0% 1,5% 1,5% 1,5% 1,5% 1,5% 1,5%
Rente Scheldekwartier 2,02% 1,35%
Rente overige grondexploitaties 1,98% 1,30% 1,00% 1,00% 1,00% 1,00% 1,00% 1,00% 1,00% 1,00% 1,25% 1,25% 2,00% 2,00%

Voor het bepalen van de indexeringen wordt gebruik gemaakt van de overzichten van landelijke indexcijfers waarover Metafoor Ruimtelijke Ontwikkeling jaarlijks rapporteert. Daarbij zijn er 2 periodes waar we naar kijken: de daadwerkelijke prijspeilcorrectie die er in 2024 heeft plaatsgevonden en de verwachte indexering vanaf 2025.
Voor de daadwerkelijke prijspeilcorrectie van 2024 gebruiken we voor de civiele kosten de prijspeilcorrectie van de Grond-, Weg- en waterbouwkosten (GWW kosten, 3,8%) en de ConsumentenPrijsIndex (CPI, 3,3%).
 
Voor de verwachte indexeringen van 2025 en verder gebruiken we ook gemiddelden:

  • De indexering van de kosten wordt bepaald als een gemiddelde van een tweetal kostensoortindexen: die van de GWW-kosten en die van de Plankosten.
  • De indexering van de opbrengsten wordt bepaald als een gemiddelde van de indexering van woningmarktlocatie's en bedrijvenlocaties in een gemiddelde regio. De grondprijzen voor woningbouw stijgen sterk en de verwachting is dat deze stijging de komende jaren aanhoudt. Dit in tegenstelling tot bouwgrond voor bedrijven. De indexering van de opbrengsten is een gemiddelde tussen die 2 waarbij ook rekening is gehouden met de lopende onderhandelingen en (concept)overeenkomsten. Maar afhankelijk van het type bouwgrondexploitatie kan hiervan afgeweken worden.
     

Voor het berekenen van de rekenrente wordt vanaf de 2e herziening 2024 gebruik gemaakt van de Notitie rente 2023 van de commissie BBV. Ook ronden we vanaf de 2e herziening 2024 de percentages af op 0,25%. Op deze manier proberen we een wat meer stabiel renteverloop te verkrijgen.
Voor het Scheldekwartier is in het verleden een speciale projectfinanciering afgesloten. In 2024 is de projectfinanciering van het Scheldekwartier beëindigd. Met ingang van 2025 zijn de rentepercentages voor alle grondexploitaties gelijk.
 
Bovenstaande parameters zijn gebaseerd op de gegevens en vooruitzichten die in maart 2025 bekend waren. Besluitvorming hierover zal plaats vinden in juli 2025. In de tussentijd is er weer veel gebeurd in de wereld wat invloed heeft op de ontwikkeling van indexeringen en rentetarieven. Zowel met negatief als positief gevolg. Dat geeft een zekere mate van onzekerheid over de juistheid van bovenstaande parameters.

Realisatie jaarplannen 2024
In 2024 zijn de plannen uitgevoerd aan de hand van de jaarplannen. Per grondexploitatie is dit uitgewerkt:
 
Scheldekwartier
Uitwerking gesloten verkoopovereenkomsten:

  • Ontwikkelaar De Realisatie bouwt op de bouwplot Kop Keersluis 63 appartementen en duplexwoningen. De verkoop heeft plaatsgevonden, de grond is geleverd en de bouw is gestart in kwartaal 1 2025.
  • Met de VOG (Vlissingse Ontwikkel Groep) is een overeenkomst getekend voor de ontwikkeling van 68 grondgebonden woningen en appartementen in het project De Koperslagerij in deelplan Scheldewijk. Het bestemmingsplan is onherroepelijk. De woningen komen gefaseerd in verkoop, 13 woningen zijn reeds opgeleverd en de grond voor de bouw van 11 woningen geleverd. De levering van de grond voor de overige 3 fasen zal naar verwachting voor het overgrote deel in 2025 plaatsvinden.
  • Zeeuws Vastgoed heeft in 2024 een overeenkomst getekend voor de realisatie van 14 royale stadswoningen aan het Dokter Stumphiuspark. De gronden zijn geleverd en de bouw vangt aan in kwartaal 2 2025.
  • Op de bouwplot Touwslagerij zuidzijde worden door Van Wijnen 18 grondgebonden eengezinswoningen in het betaalbare segment gerealiseerd. De gronden zijn geleverd en de bouw start medio 2025. 
  • l’escaut realiseert aan de noordzijde van de bouwplot Touwslagerij 20 grondgebonden, sociale huurwoningen. De woningen worden medio 2025 opgeleverd.
  • Op de bouwplot De Admiraliteit worden in opdracht van l’escaut 50 sociale huurwoningen gerealiseerd, in een mix van grondgebonden woningen en appartementen. De woningen worden medio 2025 opgeleverd.
  • De levering van de grond voor de Zeelandtoren is vertraagd naar 2025. Vanwege netcongestie wordt momenteel gezocht naar mogelijkheden om het project een passende stroomaansluiting te doen verkrijgen.

Nieuwe verkoopovereenkomsten:
In 2024 zijn conform jaarplan de volgende koop- en ontwikkelovereenkomsten gesloten voor deelontwikkelingen op het Scheldekwartier:

  • S-Park, 14 grondgebonden woningen.
  • De verkoopovereenkomst Aan de Singel - Edelweis, voor 23 vrije sector huurwoningen en 2 grondgebonden koopwoningen met Studio ZE is nog niet getekend. Deze staat gepland voor voorjaar 2025. Vertraging is opgetreden vanwege onzekerheid over afname in relatie tot de Wet betaalbare huur.

Bouw- en woonrijp maken:

  • Conform jaarplan is het woonrijp maken rondom de Kop van het Dok afgerond met de inrichting van het park op De Helling. 
  • Conform jaarplan wordt deelgebied Scheldewijk gefaseerd woonrijp gemaakt, afhankelijk van de voortgang van de woningbouw.
  • Conform jaarplan is de voorbereiding voor de rehabilitatie van de Basaltkade aan de Koningsweg in voorbereiding.

Verwervingen:

  • Met Prins Beheer BV is de 1e fase grondruil geëffectueerd en is een overeenkomst aangegaan met betrekking tot zelfrealisatie voor het plan Aan de Singel.
  • Over de verwerving van de kade en het talud van de provincie gelegen aan De Willem Ruysstraat / Kanaal door Walcheren is overeenstemming. Voorzien is de overdracht in kwartaal 3 2025 de te effectueren.

Ontwikkelingen:

  • Met Vastgoed Dekker is overeenstemming bereikt over programma en grondprijs van blok D op het Timmerplein (naast de Dokbrug). Besluitvorming en ondertekening van de koop- en samenwerkingsovereenkomst heeft nog niet plaats gevonden en is gekoppeld aan start bouw van de Zeelandtoren.
  • De tenderprocedure voor de locatie ‘voormalige Postkantoor’ aan de Stenen Beer is afgerond met de voorlopige gunning voor de realisatie van een woningbouwproject met 35 woningen in diverse types met de naam ‘De Nieuwe Post’. De koop- en ontwikkelovereenkomst voor de ontwikkeling is in voorbereiding.
  • Voor het bouwrijp maken van de locatie ‘voormalig Postkantoor’ is de compensatie van de te vervallen parkeerplaatsen in voorbereiding op de beoogde locatie aan de Paardenstaat gekoppeld aan de opwaardering van de speeltuin Scheldekwartier;
  • Voor de herbestemming van de Machinefabriek heeft in december 2024 besluitvorming door de gemeenteraad plaatsgevonden over het realiseren van een cultureel cluster, aanvullend op de eerder besloten realisatie van een parkeergarage en sportzaal. De programmatische kaders voor de herbestemming van de Machinefabriek zijn hiermee vastgesteld door de raad. Het bestemmingsplan voor de Machinefabriek is onherroepelijk. 
  • In kwartaal 1 van 2025 is de realisatie van de parkeergarage in de Machinefabriek, na het doorlopen van een openbare Europese aanbestedingsprocedure, gegund. De realisatie vangt medio 2025 aan.
  • Met de schoolbesturen van Archipel en Onze Wijs vinden gesprekken plaats in het kader van de ontwikkeling en realisatie van het Kindcentrum Scheldekwartier aan het Dokter Stumphiuspark.
  • De fondswerving voor het herplaatsen van het kunstwerk ‘Open Zuil’ in het talud aan het Kanaal door Walcheren is in uitvoering. 
  • Conform jaarplan is gestart met de tenderprocedure (partnerselectie) voor de bouwplot Touwslagerij – Kanaalzijde en de bouwplot Machinewerf .
  • Conform jaarplan zijn de tenderprocedures voor de bouwplots ‘De Brugwachter (2B)’ en de Kleine Kappen in voorbereiding;
  • Conform jaarplan zijn de planologische procedures voor het deelgebied Dok Noord (Kleine Kappen – Machinewerf en omgeving) in voorbereiding.

Souburg Noord

  • Het woonrijp maken van fase 2 is volledig afgerond. Daar waar de nieuwe waterleiding van Evides aangelegd is, is het groen iets later aangelegd. Dit is in februari 2025 afgerond.
  • De civieltechnische uitwerking van fase 3 wordt voorbereid. Vanwege nog lopende onderzoeken is dit nog niet afgerond in 2024. De benodigde ophoging en voorbelasting van fase 3 is wel voorbereid.
  • Het aanpassen van het bestemmingplan voor fase 3 is uitgevoerd en afgerond.
  • Op basis van de civieltechnische uitwerking zal de aanbesteding van het bouwrijp maken van fase 3 in het 2e en 3e kwartaal van 2025 uitgevoerd worden.

Claverveld

  • Er is nog één bouwkavel in fase 1 te koop, alle andere bouwkavels zijn verkocht.
  • Het woonrijp maken van Claverveld fase 2 Kershage en Zonnekers is opgeleverd en overgedragen aan beheer.
  • De ‘oversteek’ (brugduikers) tussen Claverveld fase 1 en 2 is opgeleverd en overgedragen aan beheer.
  • De Vrijburgstraat met de aansluitingen naar omliggende wegen is opgeleverd en overgedragen aan beheer.
  • Herinrichting van het bosgebied is eind 2024 en begin 2025 uitgevoerd.
  • In 2025 worden nog extra verkeersdrempels aangelegd om zo de snelheid binnen Claverveld te beperken.
  • De totale oplevering van Claverveld en overdracht aan beheer zal in 2025 plaats vinden.

Kenniswerf (fase 1 t/m 5)
fase 1:

  • bij de 1e herziening 2024 is aangegeven dat vanwege gewijzigde ambities het wenselijk is dat er eerst een nieuw omgevingsplan wordt opgesteld, voordat de resterende kavels actief in de verkoop worden gezet. Voor de 4 kavels die niet in optie zijn, is de verkoopopdracht beëindigd. De 3 kavels die op dit moment in optie zijn, worden behandeld waarbij het huidige vigerende bestemmingsplan als toetsingskader wordt gehanteerd. Dit kan leiden tot ofwel een verkoop, ofwel beëindiging van de verkoopopdracht als de optie afloopt. 1 kavel is verkocht en geleverd.
  • De beschikbare SPUK subsidie is ingezet voor sanering van bodemverontreiniging op de kavels.

fase 2:

  • Er zijn 2 kavels verkocht in 2024, waarvan 1 via erfpacht.
  • Voor het kavel van het Witte Huis is er een verkoopplan opgesteld door een makelaar, met de mogelijkheid om de naastgelegen kavel 2a hierbij te betrekken. Verkoop hiervan wordt 2e helft 2024 in gang gezet. Levering wordt verwacht in 2025.

fase 3:

  • De verkoopgesprekken voor een kavel hebben in 2024 niet geleid tot verkoop.
  • Deze kavel wordt middels een tender weer in de markt gezet. Daartoe zijn in 2024 de randvoorwaarden voor de ontwikkeling van deze kavel tegen het licht gehouden en is gewerkt aan het actualiseren van een kavelpaspoort.

fase 4:

  • Voor 2 kavels is de koopovereenkomst getekend. Levering van deze kavels zal naar verwachting begin 2025 plaatsvinden.
  • Voor 1 kavel zijn de verkoopgesprekken opgestart, na publicatie in het kader van het Didam-arrest.

fase 5:

  • De grondexploitatie Kenniswerf fase 5 is in juni 2024 door de raad vastgesteld. 

Bedrijventerrein Souburg fase 2

  • Op 1 januari 2025 waren voor 7 bedrijven gronden gereserveerd (tezamen 5,5 ha). De verwachting was dat in 2024 aan 2 van die bedrijven de formele levering van de kavels zou plaatsvinden. Dat is niet gelukt, omdat bij beide de omgevingsvergunningen bouwen nog niet konden worden verleend.
    3 kavels (0,9 ha), gelegen onder het hoogspanningstracé en tegen de dijk aan, kunnen voorlopig niet worden uitgegeven. Vanwege de voorgenomen dijkverzwaring en planvorming hieromtrent geeft waterschap Scheldestromen hiervoor vooralsnog geen watervergunningen af. Eind 2025 wordt duidelijk hoe de dijkverzwaring in ruimtelijke zin vormgegeven zal worden. Dan weet de gemeente ook of de verkoop ervan aan bedrijven weer opgepakt kan worden.
    4 van de 7 bedrijven, waarvoor gronden zijn gereserveerd en in principe aan de slag willen, zijn qua stroombehoefte grootverbruiker. Zij hebben te maken met de netcongestieproblematiek. Betrokken ondernemers, gemeente en Impuls Zeeland onderzoeken met een ter zake kundig bureau of en zo ja, hoe dit knelpunt kan worden opgelost, zodat de bouwprojecten toch binnen een redelijke termijn ten uitvoer kunnen worden gebracht. In het voorjaar 2025 worden hiervan de resultaten verwacht.
  • De financiële ontvlechting van de infrastructuur wordt afgerond zodra alle kosten zijn gemaakt die ontvlochten moeten worden.
  • De bekrachtiging van de afwikkeling van het BAM-dossier fietstunnel moet nog plaatsvinden. 

Spuikom

  • De Visie Spuikom is vastgesteld
  • Bij de 2e herziening 2024 is de grondexploitatie Spuikom herzien op basis van deze visie. Daarbij is alleen fase 1 van de uitvoering opgenomen.
  • De onderzoeken en voorbereiding van de herziening van het planologische kader zijn opgestart.
  • De aanvraag voor subsidie voor de ontwikkeling van de Spuikom vanuit de Regiodeal is goedgekeurd.
  • De aanvraag voor subsidie vanuit Interreg Vlaanderen-Nederland Klimaatrobuust Stadsgroen is goedgekeurd.

 Vrijburg-West

  • Herijking oorspronkelijke plannen: geen voortgang vanwege onvoldoende capaciteit en prioriteit
  • Planuitwerking en actualiseren grex: geen voortgang vanwege onvoldoende capaciteit en prioriteit
  • Daarom wordt deze grondexploitatie weer met 1 jaar verlengd.

Nog uit te voeren vanuit afgesloten grondexploitaties

  • De laatste werkzaamheden voor zowel Buitenhaven III en Bedrijventerrein Souburg fase 1 worden uitgevoerd, maar zijn nog niet afgerond in 2024. Dit zal in 2025 gebeuren.

3. Resultaten grondexploitaties

Terug naar navigatie - 3. Resultaten grondexploitaties

De volgende tabel geeft een totaaloverzicht van de geraamde eindwaarden 1e herziening 2025 (bedragen x € 1.000) van de grondexploitaties in het scenario 'midden' en de mutaties ten opzichte van de vorige herziening.

 

2024 1e herziening 2025
Plan looptijd 1e herziening 2024 + aanpassing 2e herziening 2024 = 2e herziening 2024 + aanpassing 1e herziening 2025 + winstneming 2025 = 1e herziening 2025
Majeure projecten
Scheldekwartier 2030 -102.422 3.203 -99.219 508 -98.711
Uitbreidings- en inbreidingslocaties
Souburg Noord 2028 -3.841 104 -3.737 -107 -3.844
Claverveld 2025 366 -140 226 3 -21 208
Bedrijventerreinen
Kenniswerf fase 1 2029 -11.824 209 -11.615 88 -11.527
Kenniswerf fase 2 2028 -3.853 59 -3.794 16 -3.778
Kenniswerf fase 3 2026 -1.918 15 -1.903 -77 -1.980
Kenniswerf fase 4 2026 910 0 910 -268 642
Kenniswerf fase 5 * 2035 -2.714 3 -2.711 0 -2.711
Bedr. Souburg fase 2 2031 2.038 5 2.043 -90 1.953
Overige locaties
Spuikom 2028 -5.309 -618 -5.927 37 -5.890
Vrijburg-West 2025 -3.676 0 -3.676 -6 -3.682
Dongestraat ** 2028 97 97
Nog uit te voeren vanuit afgesl. exploitaties -7 0 -7 0 -7
Totaal -132.250 2.840 -129.410 201 -21 -129.230

* het plan Kenniswerf fase 5 is in juni 2024 vastgesteld en kon daarom nog niet opgenomen worden in de 1e herziening 2024 die in juli 2024 is vastgesteld.
** het plan Dongestraat is in maart 2025 vastgesteld en met die gegevens opgenomen in deze herziening. De grondexploitatie zelf is niet herzien, dat zal voor het eerst bij de 2e herziening 2025 gebeuren.

De totale mutatie van € 0,2 miljoen bestaat uit een verslechtering van € 1,8 miljoen door aanpassingen in de ramingen van de afzonderlijke grondexploitaties en een verbetering van € 2,0 miljoen door het aanpassen van de parameters en rentepercentages. Door een winstneming is er een extra nadelig effect op de totale eindwaarde van € 21.000. Een winstneming is een onttrekking van een voordelig deelresultaat en wordt dus als kostenpost opgevoerd.

Op basis van het resultaat van de jaarplannen 2024 en nieuwe ontwikkelingen zijn de grondexploitaties herzien. Onderstaand zijn de belangrijkste aanpassingen per grondexploitatie (bedragen x € 1.000) opgenomen:

Belangrijkste afwijkingen per grondexploitatie Effect nominaal Effect op eindwaarde
Majeure projecten
Scheldekwartier
Aanpassen rentepercentages 0 933
Aanpassen kosten- en opbrengstenindexering 0 916
Aanpassen programma Kleine Kappen en Machinewerf 718 773
Actualisatie civiele kosten openbare ruimte Scheldestad en Scheldewerf -1.175 -1.270
Toevoegen budget slopen provinciale kade -280 -303
Bijstelling raming plankosten -470 -520
Overige mutaties -42 -21
Uitbreidings- en inbreidingslocaties
Souburg Noord
Aanpassen rentepercentages 0 41
Aanpassen kosten- en opbrengstenindexering 0 14
Verhogen raming kosten t.b.v. ophoging en voorbelasting fase 3 -98 -104
Overige mutaties -99 -58
Claverveld
Aanpassen rentepercentages 0 -8
Aanpassen kosten- en opbrengstenindexering 0 -8
Winstneming -21 -21
Overige mutaties 15 19
Bedrijventerreinen
Kenniswerf
Aanpassen rentepercentages Kenniswerf fase 1 0 77
Aanpassen kosten- en opbrengstenindexering Kenniswerf fase 1 0 -19
Overige mutaties Kenniswerf fase 1 7 30
Aanpassen rentepercentages Kenniswerf fase 2 0 34
Aanpassen kosten- en opbrengstenindexering Kenniswerf fase 2 0 -19
Overige mutaties Kenniswerf fase 2 1 1
Aanpassen rentepercentages Kenniswerf fase 3 0 11
Aanpassen kosten- en opbrengstenindexering Kenniswerf fase 3 0 -8
Overige mutaties Kenniswerf fase 3 -57 -80
Aanpassen rentepercentages Kenniswerf fase 4 0 -4
Aanpassen kosten- en opbrengstenindexering Kenniswerf fase 4 0 -16
Extra budget sanering kavels -219 -232
Overige mutaties Kenniswerf fase 4 -21 -16
Aanpassen rentepercentages Kenniswerf fase 5 0 6
Aanpassen kosten- en opbrengstenindexering Kenniswerf fase 5 0 -20
Overige mutaties Kenniswerf fase 5 -10 14
Bedrijventerrein Souburg fase 2
Aanpassen rentepercentages 0 38
Aanpassen kosten- en opbrengstenindexering 0 -15
Verschuiven geraamde kosten van 2024 naar 2025 -195 -187
Overige mutaties 78 74
Overige locaties
Spuikom
Aanpassen rentepercentages 0 47
Aanpassen kosten- en opbrengstenindexering 0 -11
Overige mutaties 0 1
Vrijburg West
Aanpassen rentepercentages 0 27
Aanpassen kosten- en opbrengstenindexering 0 4
Overige mutaties 0 -37
Dongestraat
Opnemen vastgestelde grondexploitatie in deze herziening 86 97
Totaal mutaties -1.782 180

Het effect nominaal is de daadwerkelijke aanpassing van een raming, het effect op eindwaarde is diezelfde aanpassing met daarbij de gevolgen door parameters en rente over de looptijd van de grondexploitatie. Onderstaand worden per grondexploitaties bovenstaande mutaties verklaard, dit betreft mutaties groter dan + of - € 100.000. De winstnemingen worden in het volgende hoofdstuk behandeld. De mutaties van rentepercentages, de kosten- en opbrengstenstijging en de stijging van de plankosten zijn niet uitgelegd. Deze ontstaan door de mutaties van de parameters zoals in hoofdstuk 2. Uitvoering Grondbeleid is opgenomen.
 
Majeure projecten
Scheldekwartier
Bij de nadere verkenning van de bouwplot Machinewerf (het huidige parkeerterrein naast de Machinefabriek) is geconcludeerd dat een opzet met minimaal 120 woningen de voorkeur heeft in stedenbouwkundig opzicht. De is een toename met 20 woningen ten opzichte van de eerder opgenomen 100 woningen. De geraamde grondopbrengst is hierdoor met € 920.000 toegenomen. Daarnaast is de programmering voor het bouwplot Kleine Kappen (ten westen van de Machinefabriek) op basis van dezelfde nadere verkenning licht aangepast van 48 naar 47 woningen, met een lichte verschuiving van dure naar middeldure appartementen. De opbrengsten zijn hierdoor met € 200.000 afgenomen. Dit geeft in totaal een verbetering van € 773.000 op de eindwaarde.

De nog uit te voeren civiele werkzaamheden rondom het dok (Scheldewerf/Scheldestad) zijn geactualiseerd, mede naar aanleiding van aanpassing in de stedenbouwkundige opzet van de bouwplot Machinewerf. Naast het realiseren van meer openbare ruimte zijn ook diverse werkzaamheden fors duurder geworden, mede als gevolg van strengere wetgeving. Dit betreft onder andere de afvoerkosten van de fundering van de huidige parkeerterreinen. Daarnaast ligt de stijging van kosten van de gebakken klinkers in de zogenaamde Vlissingse mix fors hoger dan de indexering die de afgelopen jaren in de grondexploitatie is toegepast. Dit heeft een nadelig effect van € 1.270.000 op de eindwaarde.

Met de Provincie is al enige tijd overleg over de voorwaarden voor het overnemen van het talud en de kade langs het Kanaal door Walcheren – De Willem Ruysstraat. De overname is voorzien om hiermee een inrichting te realiseren die aansluit bij de kwaliteit die past bij het Scheldekwartier. Voorzien is een overname waarbij de gemeente de percelen in de huidige staat overneemt. Om het perceel passend bij de (woon)kwaliteit van het Scheldekwartier in te richten, is voorzien om de bestaande kade (Koningskade) te slopen. Kosten hiervoor zijn tot op heden niet voorzien in de grondexploitatie. Het opnemen van deze sloopkosten hebben een nadelig effect van € 303.000 op eindwaarde.

De kosten van planontwikkeling, engineering, directievoering en toezicht op de uitvoering zijn verhoogd. Dit betreft enerzijds een overschrijding van de plankosten in 2024 in verband met de diverse onderzoeken voor en begeleiding van de herbestemming van de Machinefabriek. Anderzijds is het budget voor de resterende jaren verhoogd doordat de veronderstelde scherpe daling in de kosten niet meer reëel bevonden wordt, gelet op de stand van de planontwikkeling en de steeds toenemende noodzaak van omgevingsmanagement. Dit heeft een nadelig effect van € 520.000 op de eindwaarde.

Uitbreidings- en inbreidingslocaties
Souburg Noord
Vanwege de staat van de grond van fase 3 moet er meer onderzoek gedaan worden om zo het verhogen en voorbelasten goed uit te breiden. Door deze verhoging en voorbereiding moet ook het budget voor civiele voorbereiding en toezicht verhoogd worden. Dit heeft een nadelig effect van € 104.000 op de eindwaarde.

Bedrijventerreinen
Kenniswerf (fase 1 t/m 5)
fase 3:
Bij de overige mutaties is een verlenging van de looptijd van deze grondexploitatie verwerkt van 1 jaar. Dit vanwege de vertraging van uitgifte van de laatste kavels. Het woonrijp maken is nu in 2026 gepland.

fase 4:
Door vernieuwde eisen heeft nieuw onderzoek op kavel 4N2 uitgewezen dat PFAS sanering nodig is. PFAS sanering was geen onderdeel van de eerder begrootte saneringskosten. De begrote kosten zijn naar boven bijgesteld op basis van de raming voor PFAS sanering. Dit heeft een nadelig effect van € 232.000 op de eindwaarde.

Bij de overige mutaties is een verlenging van de looptijd van deze grondexploitatie verwerkt van 1 jaar. Dit is vanwege de bovengenoemde extra sanering en de verwachte uitgave van enkele kavels in 2026.
 
Bedrijventerrein Souburg fase 2
De geplande werkzaamheden voor 2024, gerelateerd aan de daadwerkelijke verkoop van de kavels, zijn nog niet uitgevoerd en doorgeschoven naar 2025. De bijbehorende ramingen van de kosten zijn ook doorgeschoven naar 2025. Dit heeft een nadelig effect van € 187.000 op de eindwaarde.

4. Winstnemingen

Terug naar navigatie - 4. Winstnemingen

Per grondexploitatie met een voordelige eindwaarde is berekend of er een tussentijdse winstneming gedaan kan worden. Deze berekening is gedaan door middel van de POC methode. Percentage of completion (POC) gaat uit van het percentage dat de kosten en de opbrengsten gerealiseerd zijn ten opzichte van de ramingen. Dit leidt tot een totaalpercentage van realisatie. Met dit totaalpercentage wordt de winstneming bepaald die genomen moet worden. Deze berekening is gedaan op het scenario 'laag' zodat er rekening wordt gehouden met eventuele risico's. In geval van verliesgevende exploitaties is vanzelfsprekend geen sprake van winstneming.

De huidige stand van zaken biedt ruimte voor de volgende winstnemingen (bedragen x € 1.000):

Plan Tussentijdse winstneming
Claverveld 21
Totale winstneming 21

Af te sluiten grondexploitaties
Er zijn bij deze herziening geen grondexploitaties die afgesloten worden.

5. Reserves en risico's

Terug naar navigatie - 5. Reserves en risico's

Herijking grondexploitaties (artikel 12)
In overleg met de toezichthouder en de inspecteur van het ministerie van BZK is eind 2015 een duurzame herziening opgesteld met een meerjarig acceptabel risicoprofiel. Hierbij is ook een externe toets uitgevoerd. Vanaf die tijd hebben de grondexploitaties 2 scenario’s, een midden en een laag scenario. Het midden scenario heeft een gemiddeld risicoprofiel, daarbij is de kans op het optreden van een niet geraamd risico ongeveer 50/50. Het laag scenario heeft een laag risicoprofiel, daarbij zijn veel mogelijke risico's opgenomen in het resultaat en is de kans op het optreden van een niet geraamd risico dus laag. Inhoudelijk en financieel wordt er gestuurd op het midden scenario. Dat betekent dat er verantwoording wordt afgelegd op dit scenario en dat de begrotingen per grondexploitatie gebaseerd zijn op de doorrekening van dit scenario.

In deze paragraaf worden de volgende reserves en voorzieningen besproken:

  • reserve grondexploitaties
  • verliesvoorziening
  • risicoreservering
  • aanvullend afzetrisico

In overleg met de toezichthouder en de inspecteur van het ministerie van BZK is in 2015 de reserve grondexploitaties afgebouwd en wordt deze ook niet verder opgebouwd zolang de algehele financiële situatie daar geen ruimte voor geeft. Dat betekent dat het resultaat van een herziening niet verrekend kan worden met deze reserve. Daarom wordt het resultaat van een 1e herziening verrekend met het resultaat van de betreffende jaarrekening, het resultaat van een 2e herziening wordt verrekenend met het betreffende begrotingsresultaat.
 
Voor grondexploitaties met een nadelig eindresultaat wordt er een verliesvoorziening getroffen op basis van de eindwaarde scenario midden. Bij elke herziening worden eventuele aanpassingen in de eindwaarden ook in de verliesvoorziening verwerkt. Op basis van de 2e herziening 2024 bedroeg het totaal van deze voorziening € 132,6 miljoen. Op basis van deze 1e herziening 2025 wordt de voorziening aangepast naar € 132,1 miljoen. Deze verbetering is het resultaat van het totaal aan mutaties van de betreffende grondexploitaties, met name de aanpassing van de indexerings- en renteparameters. Zie hoofdstuk 3. 'Resultaten grondexploitaties' en tabel 2 'Overzicht verliesvoorziening en risicoreservering' voor de verschillen per grondexploitatie.
 
Daarnaast is voor de plannen waarbij de raming van de eindwaarde in het scenario 'laag' negatief uitvalt een extra risicoreservering getroffen, ook dit is in overleg met de toezichthouder en de inspecteur van het ministerie van BZK uitgevoerd. Ook deze extra risicoreservering wordt bij elke herziening op basis van de eindwaarden in scenario 'laag' aangepast op basis van het verschil tussen het scenario 'midden' en het scenario 'laag'.
 
Op basis van de 2e herziening 2024 bedroeg het totaal van de extra risicoreservering € 12,8 miljoen. Op basis van deze 1e herziening 2025 wordt de totale risicoreservering aangepast naar € 13,1 miljoen.

Zie onderstaande tabel voor de mutaties van de verliesvoorziening en de risicoreservering (bedragen x € 1.000):

Verlies-voorziening Risico-reservering Totaal
Stand 1e herziening 2024 135.557 9.127 144.684
- Mutaties 2e herziening 2024 -2.975 3.661 686
- Mutaties 1e herziening 2025 -459 304 -155
Stand 1e herziening 2025 132.123 13.092 145.215

Resultaat
Het totaal aan mutaties geven een totaal resultaat van deze 1e herziening 2025 van € 0,2 miljoen voordelig. Dit resultaat zal ten gunste worden gebracht van het resultaat van de jaarrekening 2024. Zie onderstaande tabel voor deze mutaties (bedragen x € 1.000):

Bedrag
Mutaties verliesvoorziening (1e herziening 2025 scenario midden) 459
Mutaties risicoreservering (1e herziening 2025 scenario laag) -304
Afsluiten grondexploitaties 0
Winstneming grondexploitaties 21
Resultaat 176

Risico's
Per plan is een risico-inventarisatie opgesteld. In deze inventarisatie zijn alle relevante risico's opgenomen inclusief eventuele beheersmaatregelen en is de (financiële) impact van deze risico's doorgerekend. Scenario 'laag' is de doorrekening van een variant van alle risico's waarin met name de impact op doorlooptijd, grondprijs en aantal te verkopen m2 is verwerkt. Waarbij gesteld is dat het resultaat van dit scenario 'laag' gelijk is aan of slechter is dan het totaal aan financiële impact van de risico-inventarisatie.

Binnen deze risico-inventarisaties is in ieder geval aandacht besteed aan een aantal belangrijke risico's:

  • Kostenstijging / inflatie
  • Woning- en bedrijventerreinplanning
  • Stikstof
  • Bodemverontreiniging (waaronder PFAS en Japanse duizendknoop)
  • Netcongestie Zeeland

Kostenstijging / inflatie
Door de coronacrisis en met name de oorlog in Oekraïne hebben we de afgelopen jaren een sterke stijging gezien van de kosten en een tekort aan materialen. Dit heeft, samen met een beperkte beschikbaarheid van personeel, de planning en haalbaarheid van projecten onder druk gezet. De huidige signalen zijn dat deze kostenstijging is gestabiliseerd. Met de parameters van de kostenstijging proberen we hier zo goed mogelijk op in te spelen. In scenario laag wordt rekening gehouden met een hogere stijging van de kosten en juist een daling van de opbrengsten.

Woning- en bedrijventerreinplanning
In 2022 en begin 2023 zijn in samenwerking met de provincie Zeeland en de Walcherse buurgemeenten de woningbouwplanning tot en met 2032 herijkt. Hierbij is gebruik gemaakt van de onderzoeken en prognose door Stec. De geplande woningbouw zoals die in de Vlissingse woningbouwplanning tot en met 2032 is opgenomen is lager dan de prognose van Stec. In de voorgaande jaren zou er juist een overcapaciteit gepland zijn in de Vlissingse woningbouwplanning en is er steeds op advies van Ecorys en de accountant een extra voorziening opgenomen voor een aanvullend afzetrisico. Gezien de nieuwe prognose en woningbouwplanning is er geen reden meer om deze extra voorziening te handhaven. Deze is dan ook bij de 1e herziening 2023 vervallen. De verwachting is dat ook de plannen van Zeeland 2050 extra aanleiding zullen geven om meer woningen te realiseren.
Aan de andere kant zien we door de hogere kosten en stijgende rente de vraag naar woningen stabiliseren en vanwege de stikstofproblematiek komt de woningbouw tot vertraging. Dat kan juist weer een negatieve invloed hebben op de haalbaarheid van de woningbouwplanning. Daarom is in het scenario laag van de grondexploitaties een vertraging van het afzet tempo van de woningen doorberekend en is dit risico daarmee financieel afgedekt.

De bedrijventerreinplanning is provinciaal afgestemd en geeft geen aanvullend risico, er is veel vraag naar bouwgrond voor bedrijven. Dit is met de Walcherse gemeenten afgestemd in het Bedrijventerreinprogramma Walcheren 2022-2026 (met een horizon tot 2034).
Hier merken we wel dat bedrijven veel tijd nodig hebben om de interesse in bouwgrond om te zetten in daadwerkelijke afname daarvan. Dit komt door de hoge bouwkosten, personeelstekorten, stikstof en andere flora- en faunavraagstukken, lastigere financiering en vooral ook de netcongestie. Ook dit risico van vertraging is in scenario laag doorberekend.

Stikstof
Bij de voorbereiding van ruimtelijke procedures wordt voor de gebruiksfase (dus voor de situatie wanneer de ontwikkeling is gerealiseerd) onderzoek uitgevoerd naar de stikstofdepositie op daarvoor gevoelige habitats in Natura 2000-gebieden en hoe zich dit verhoudt tot de al aanwezige stikstofdepositie.
Voor woningbouwontwikkelingen binnen onze grondexploitaties blijkt, op basis van onderzoek dat tot op heden is uitgevoerd, dat op projectniveau geen toename van stikstofdepositie optreedt. Uit berekeningen moet blijken of dit ook voor nieuwe woningbouwontwikkelingen geldt. Indien de projecten niet te omvangrijk zijn en deze dus geen grote verkeersgeneratie veroorzaken, is dit binnen de huidige wetgeving wel de verwachting.
Voor bedrijfs- en andere niet woningbouwontwikkelingen zal afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek blijken of dit gevolgen heeft voor de vestiging van een bedrijf of andere niet zijnde woningbouwontwikkeling. Dit is sterk afhankelijk van het type bedrijf dat zich op een bedrijventerrein wil vestigen en de activiteiten van een bedrijf.

Bodemverontreiniging (waaronder PFAS en Japanse duizendknoop)
In elke risico-inventarisatie is gekeken naar mogelijke extra bodemverontreiniging die niet via eerdere bodemonderzoeken kenbaar zijn geworden, hierbij wordt ook gekeken naar PFAS-verontreiniging of het aanwezig zijn van de Japanse Duizendknoop. Daar waar dit met onderzoek is aangetoond is de raming van de grondexploitatie bijgesteld zoals in Kenniswerf fase 4.

Netcongestie Zeeland
Het hoogspanningsnet in Zeeland heeft zijn maximale capaciteit bereikt. Daardoor komen aanvragen van nieuwe en zwaardere zakelijke aansluitingen op een wachtlijst. De specifieke gevolgen zijn nog niet helemaal duidelijk, maar voor sommige bedrijven kan dit ook een aanleiding zijn om nieuwe ontwikkelingen uit te stellen waardoor de vraag naar bouwgrond achterblijft.

Tabel 1 Overzicht boekwaarden en mutaties (x € 1.000)

Terug naar navigatie - Tabel 1 Overzicht boekwaarden en mutaties (x € 1.000)
Plan Looptijd Boekwaarde 31-12-2023 Mutatie 2024 Boekwaarde 31-12-2024
Majeure projecten
Scheldekwartier 2030 130.507 -1.147 129.360
Uitbreidings- en inbreidingslocaties
Souburg Noord 2028 5.621 720 6.341
Claverveld 2025 -1.201 1.048 -152
Bedrijventerreinen
Kenniswerf fase 1 2029 10.678 489 11.167
Kenniswerf fase 2 2028 4.846 90 4.936
Kenniswerf fase 3 2026 1.565 117 1.682
Kenniswerf fase 4 2026 -608 57 -550
Kenniswerf fase 5 2035 438 219 657
Bedr. Souburg fase 2 2031 5.147 179 5.326
Overige locaties
Spuikom 2028 6.682 182 6.864
Vrijburg-West 2025 3.975 55 4.030
Dongestraat * 2028 0 0 0
Nog uit te voeren vanuit afgesl. exploitaties 6 15 21
Totaal 167.656 2.024 169.682

* In het plan Claverveld is een tussentijdse winstneming gedaan. Zie hoofdstuk 4. Winstneming. Deze winstneming is in bovenstaande boekwaarden verwerkt.
** Het plan Dongestraat was in 2024 nog niet als grondexploitatie vastgesteld, dus had ook nog geen boekwaarde als grondexploitatie. 

Tabel 2 Overzicht verliesvoorziening en risicoreservering (x € 1.000)

Terug naar navigatie - Tabel 2 Overzicht verliesvoorziening en risicoreservering (x € 1.000)
Verliesvoorziening Risicoreservering
Voorziening grondexploitaties 1e herziening 2024 + aanpassing 2e herziening 2024 = 2e herziening 2024 + aanpassing 1e herziening 2025 = voorziening 1e herziening 2025 1e herziening 2024 + aanpassing 2e herziening 2024 = 2e herziening 2024 + aanpassing 1e herziening 2025 = risico-reservering 1e herziening 2025
Scheldekwartier 102.422 -3.203 99.219 -508 98.711 4.037 2.181 6.218 197 6.415
Souburg Noord 3.841 -104 3.737 107 3.844 1.402 -47 1.355 -73 1.282
Kenniswerf fase 1 11.824 -209 11.615 -88 11.527 1.216 -548 668 50 718
Kenniswerf fase 2 3.853 -59 3.794 -16 3.778 917 7 924 -110 814
Kenniswerf fase 3 1.918 -15 1.903 77 1.980 182 -88 94 247 341
Kenniswerf fase 5 * 2.714 -3 2.711 0 2.711 0 2.077 2.077 42 2.119
Spuikom 5.309 618 5.927 -37 5.890 1.373 79 1.452 -49 1.403
Vrijburg-West 3.676 0 3.676 6 3.682 0 0 0 0 0
Totaal 135.557 -2.975 132.582 -459 132.123 9.127 3.661 12.788 304 13.092

4.8 Paragraaf reserves en voorzieningen

Terug naar navigatie - 4.8 Reserves en voorzieningen

Omschrijving (toelichting)

Onderstaand de specificatie van de reserves en voorzieningen.

De stand van de reserves en voorzieningen per 31 december 2024 is exclusief het nog te bestemmen resultaat van 2024.

In de toelichting op de balans geven we per reserve en voorziening inzicht in de omvang, doelstelling en mutaties.

Algemene reserve

Terug naar navigatie - Algemene reserve
Bedragen x €1.000
Algemene reserve Stand per 01-01-2024 Stortingen 2024 Onttrekkingen 2024 Stand per 31-12-2024
00500 Algemene reserve -43.964 23.476 2.798 -23.287

Bestemmingsreserve

Terug naar navigatie - Bestemmingsreserve
Bedragen x €1.000
Bestemmingsreserve Stand per 01-01-2024 Stortingen 2024 Onttrekkingen 2024 Stand per 31-12-2024
00320 Reserve grondexploitatie 0 21 21 0
00331 Reserve bomruimingen 2.078 0 8 2.070
00334 Reserve sociaal domein 0 24.198 5.025 19.173
00335 Reserve centrumtaken 48.325 0 48.325 0
00341 Reserve frictiekosten algemeen 834 0 0 834
00342 Reserve revitalisering accommodaties 535 0 0 535
00343 Reserve geluidsaneringen 326 0 0 326
00344 Reserve maritiem/culturele evenement 100 100 100 100
00345 Reserve wind in de zeilen 2.384 18.292 10.614 10.062
00347 Reserve organisatie doorontwikkeling 1.866 0 984 882
00348 Reserve transitievisie 543 0 0 543
00349 Reserve Visserijkade 621 497 0 1.118
00350 Reserve GBE Aqua 10.420 9.294 0 19.714
00351 Reserve degeneratievergoeding glasv 1.559 24 0 1.583
00352 Reserve omgevingswet 1.189 221 0 1.410
00354 Reserve stadslandgoed Nieuwerve 2.623 115 58 2.680
00355 Reserve opvang vluchtelingen 5.977 1.812 2.996 4.793
00357 Reserve kapitaallasten programma 2 690 0 0 690
00358 Reserve budgetoverhevelingen 3.658 3.042 3.199 3.501
00359 Reserve investeringsfonds soc domein 360 0 360 0
00360 Reserve regiobudget centrumtaken 0 0 0 0
00361 Reserve kapitaallasten programma 1 0 1.000 0 1.000
00362 Reserve Doorcentr. BW Vlissingen 0 8.058 0 8.058
00363 Res aanloopverliezen pg Machinefabr. 0 4.400 0 4.400
00364 Reserve Cult. Invulling Machinefabr. 0 6.900 0 6.900

Voorzieningen

Terug naar navigatie - Voorzieningen
Bedragen x € 1.000
Overzicht voorzieningen Stand per 01-01-2024 Toevoeging Vrijval/ herrubricering Aanwending Stand per 31-12-2024
Verliesvoorziening grondexploitaties
Verliesvoorziening grondexploitaties 2.362 4.659 0 7.021
Totaal 2.362 4.659 0 0 7.021
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's
Voorziening pensioenbijdragen wethouders (APPA) 3.779 747 283 0 4.243
Voorziening spaarverlof 1.202 484 0 0 1.686
Voorziening wachtgeld oud-bestuurders 89 184 139 134
Voorziening Regeling v Vervr. Uittred-RVU 85 75 0 48 113
Voorziening precario kabels en leidingen 3.835 0 0 0 3.835
Voorziening frictiekosten voormalige bibliotheek 156 7 18 0 144
Totaal 9.145 1.497 301 187 10.154
Voorziening voor middelen van derden waarvan de bestemming gebonden is
Voorziening achterstallig onderhoud 5.023 0 496 4.527
Voorziening leges 280 290 148 423
Tariefegalisatievoorziening GRP 6.826 2.744 0 3.050 6.521
Voorziening regiobudget centrumtaken 0 34.598 0 0 34.598
Egalisatievoorziening Afval 706 340 0 1.046
Totaal 12.835 37.973 0 3.694 47.113
Onderhoudsvoorzieningen
Voorziening groot onderhoud kades 598 268 0 61 805
Voorziening groot onderhoud accommodaties 916 2.211 0 1.190 1.937
Totaal 1.514 2.479 0 1.251 2.742
Totaal voorzieningen 25.856 46.608 301 5.131 67.031

4.9 Paragraaf majeure projecten

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Omschrijving (toelichting)

Majeure projecten dragen vaak bij aan meerdere bestuurlijke programma’s uit de programmabegroting.
Deze projecten hebben in de regel een meerjarige termijn. Door de informatie per jaar gefragmenteerd op te nemen in de diverse programma’s ontstaat geen transparant meerjarig beeld van het betreffende majeure project dat meestal in deelprojecten wordt uitgevoerd.

Een paragraaf biedt bij uitstek de mogelijkheid dat transparante beeld op raadsniveau te verschaffen. In deze paragraaf brengen we per majeure project de informatie in beeld die relevant is voor de raad en waarop de raad ook invloed kan uitoefenen met het nemen van bestuurlijke besluiten. Duidelijk wordt dan ook op welke wijze de majeure projecten een aandeel hebben in de realisatie van de in de afzonderlijke programma’s beoogde maatschappelijke effecten.
In deze paragraaf zijn de volgende majeure projecten opgenomen:

  • Scheldekwartier;
  • Revitalisering gemeentelijk accommodatiebestand;
  • Implementatie Omgevingswet.

Hieronder gaan we nader in op de stand van zaken van de afzonderlijke majeure projecten.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Majeur project implementatie omgevingswet

Terug naar navigatie - Majeur project implementatie omgevingswet
Majeur project Omgevingswet Toelichting
Projectbesluit ¦ Programmabegroting 2017-2021.
¦ Projectvoorstel Implementatie Omgevingswet vastgesteld door het college d.d. 18 april 2017.
¦ Collegeopdracht 14 januari 2020.
¦ Projectopdracht (directie) 25 juni 2020.
¦ Projectplan (AOG) 10 november 2020 (Verseon-nr: 123648).
Projectresultaat De doelstelling van dit project is om de Omgevingswet binnen de gemeentelijke organisatie (intern) van Vlissingen tijdig te implementeren. (beoogde inwerkingtreding, 1 januari 2024)
Bestuurlijk opdrachtgever Wethouder Coen Bertijn
Ambtelijk opdrachtgever Directeur Ruimte en Samenleving
Projectleider Projectleider Omgevingswet
Belangrijke besluiten tot volgend rapportagemoment  
Voorstellen voor bijsturingsmaatregelen  
Overige opmerkingen Besluitvorming over de jaarstukken 2024 wordt aangegrepen om de raad te verzoeken het college decharge te verlenen en het project te beëindigen, zie hiervoor het als bijlage bij het raadsvoorstel toegevoegde document "Decharge Implementatie Omgevingswet-080525".

 

Wat gaan we daarvoor doen?

Majeur project revitalisering gemeentelijk accommodatiebestand

Terug naar navigatie - Majeur project revitalisering gemeentelijk accommodatiebestand
Majeur project Revitalisering gemeentelijk accommodatiebestand Toelichting
Projectbesluit Bestuursopdracht 13 september 2018
Projectopdracht 14 mei 2020 (verseon, 1204869)
Projectresultaat Met het vaststellen van het Accommodatieplan op hoofdlijnen is het resultaat van dit project als volgt vastgelegd:
Voor het einde van 2026 hebben we een beheersbaar, onderhouden en vitaal gemeentelijk accommodatiebestand inclusief een structurele totale bezuiniging van € 1,5 miljoen op de totale exploitatiekosten van gemeentelijke accommodaties.
Op basis van het deelproject organisatiestructuur zal, aan het einde van het project, het beheer rondom accommodaties op een efficiëntere en doelmatigere wijze georganiseerd zijn.
Bestuurlijk opdrachtgever Wethouder Coen Bertijn
Ambtelijk opdrachtgever Directeur Bedrijfsvoering & Dienstverlening
Projectleider Beleidsmedewerker Vastgoed
Belangrijke besluiten tot volgend rapportagemoment  
Voorstellen voor bijsturingsmaatregelen  
Overige opmerkingen  

Wat gaan we daarvoor doen?

Majeur project Scheldekwartier

Terug naar navigatie - Majeur project Scheldekwartier

 

Majeur project Scheldekwartier Toelichting
Projectbesluit Het projectbesluit Scheldekwartier is vastgesteld op 10 oktober 2019.
Projectresultaat

In 2030 is de herstructurering van het Scheldekwartier afgerond. Het Scheldekwartier is dan een levendig, duurzaam en maritiem stadsdeel, waarbij de rijke industriële geschiedenis voelbaar en beleefbaar is.
Het Scheldekwartier omvat circa 1.600 woningen, 35.000 m2 bruto vloeroppervlakte (b.v.o.) commerciële en niet-commerciële voorzieningen (waaronder een school), een nieuwe ontsluiting van de stad, een nieuwe dokbrug, nieuw aangelegde kades en een stadshaven. Daarnaast is ruime aandacht voor behoud en herontwikkeling van industrieel erfgoed.

Er wordt een gedifferentieerd woningbouwprogramma ontwikkeld, verdeeld over de verschillende deelplannen:

  • Gestapeld: 1.109 eenheden waarvan 211 goedkoop/sociaal, 348 middenduur en 550 duur;
  • Grondgebonden: 486 eenheden waarvan 94 goedkoop/sociaal, 253 middenduur en 139 duur;
  • Totaal: 1.595 eenheden waarvan 305 goedkoop/sociaal, 601 middenduur en 689 duur.

Naast het woningbouwprogramma gaat de grex uit van een programma van circa 35.400 m2 b.v.o. voor commerciële en niet commerciële voorzieningen inclusief een school. Dat is als volgt verdeeld:

  • Werken: 3.550 m2 b.v.o.
  • Winkels/horeca: 3.050 m2 b.v.o.
  • Zorgvoorzieningen: 12.000 m2 b.v.o. 
  • Recreatie, Leisure, cultuur, onderwijs: 16.800 m2 b.v.o.
Bestuurlijk opdrachtgever Wethouder Wifried Boonman
Ambtelijk opdrachtgever Directeur Ruimte en Samenleving
Projectleider Projectleider Scheldekwartier
Belangrijke besluiten tot volgend rapportagemoment

•    Koop- en ontwikkelovereenkomst plot voormalig Postkantoor (college)
•    Definitief besluit herplaatsing kunstwerk Open Zuil (college)

Voorstellen voor bijsturingsmaatregelen  
Overige opmerkingen  

Wat gaan we daarvoor doen?

4.10 Paragraaf taakstellingen

Taakstellingen

Terug naar navigatie - Taakstellingen

In de (primitieve) begroting 2024 zijn 2 bezuinigingstaakstellingen opgenomen:

  • Sportbeleid/accommodaties
  • Organisatie - overhead

Voor de toelichting op de taakstelling sociaal domein, zie hoofdstuk 2.2.

Taakstelling sportbeleid/accommodaties
Als gevolg van het afstoten van accommodaties worden de bijbehorende exploitatielasten en huuropbrengsten ten gunste van deze taakstelling gebracht. De taakstelling over 2024 van € 682.000 op het sportbeleid/accommodaties is in 2024 voor € 55.000 gerealiseerd wegens de sloop van panden aan de Falckstraat en de Van Bossestraat (voormalige Marcusschool) in 2025. In de 2e bestuursrapportage 2024 hebben we het restant op de taakstelling over 2024 van € 627.000 eenmalig afgeraamd. 

Taakstelling organisatie - overhead
De taakstelling op organisatie-overhead bedroeg per 1 januari 2024 € 205.000. In 2024 is hiervan incidenteel € 162.000 gerealiseerd door vrijval vanuit de middelen van de Regeling Vervroegd uittreden. In de 2e bestuursrapportage 2024 hebben we het restant over 2024 van € 43.000 afgeraamd.

Overzicht taakstelling:

(bedragen x € 1.000) 2024 2025 2026 2027
1-1 31-12 1-1 31-12 1-1 31-12 1-1 31-12
Programma Sociale Samenhang
Sport - en overige accommodaties 682 0 682 627 683 628 683 628
Programma Overhead
Organisatie - overhead 205 0 225 225 225 225 225 100
Totaal taakstelling 887 0 907 852 908 853 908 728

4.11 Paragraaf Wind in de Zeilen

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Wind in de Zeilen

Terug naar navigatie - Wind in de Zeilen

Op 26 juni 2020 is het bestuursakkoord Wind in de Zeilen (Compensatiepakket Marinierskazerne) ondertekend door het Rijk, de gemeente Vlissingen, het Waterschap Scheldestromen en de Provincie Zeeland. Met dit akkoord heeft het Rijk zich verplicht tot het doen van concrete (financiële) bijdragen op de diverse beleidsonderdelen zoals opgenomen in de fiches in het rapport Wind in de Zeilen. Op een aantal fiches ligt de uitvoeringsverantwoordelijkheid en –regie bij de gemeente Vlissingen. De uitvoering daarvan is opgenomen in de verschillende programma's in deze begroting. In deze paragraaf geven we inzicht in wat we voor die fiches in 2023 doen. Bij de overige fiches, waar Vlissingen geen actiehouder van is, zijn we ambtelijk en bestuurlijk (via de Stuurgroep Wind in de zeilen) wel betrokken, maar hebben nagenoeg geen uitvoerende taken. Voor de gedetailleerde voortgang op alle fiches wordt verwezen naar de 9e voortgangsrapportage (december 2024) van uitvoeringsregisseur Siebe Riedstra.

Op grond van het bestuursakkoord Wind in de zeilen heeft Vlissingen de volgende bijdragen (inclusief BTW) ontvangen:
Fiche 1D Kenniswerf fysieke ontwikkeling Kenniswerf: € 15 miljoen.
Fiche 1E Bereikbaarheid-Stationsgebied: € 5 miljoen.
Fiche 1I Arbeidsmarkt: € 1 miljoen.
Fiche 1J Aardgasvrije wijken: € 4 miljoen (dit bedrag is ontvangen na goedkeuring - in maart 2022 - van de aanvraag).

De besteding van deze bedragen vindt plaats overeenkomstig de door de stuurgroep Wind in de zeilen vastgestelde plannen van aanpak en de subsidievoorwaarden.

Fiches

4.12 Wet open overheid (Woo)

Terug naar navigatie - 4.12 Paragraaf Wet open overheid (Woo)

Omschrijving (toelichting)

De Wet open overheid (Woo), die per 1 mei 2022 in werking is getreden ter vervanging van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), verplicht overheidsorganisaties om zo veel mogelijk informatie actief openbaar te maken. Bij de ontwikkeling in 2022 is nog van een verplichte digitale landelijke infrastructuur uitgegaan, waarbij de informatie centraal zou worden opgeslagen. Omdat dit niet haalbaar bleek, is landelijk gekozen voor een eenvoudigere en snellere oplossing: een verwijsindex met een zoekfunctie. De verwijsindex (woo-index) verwijst naar documentcollecties die door de gemeente op internet zijn gepubliceerd. Daarnaast heeft de gemeente Vlissingen zelf de mogelijkheden voor het publiceren van informatie vanuit de Woo onderzocht. Zo is in 2023 een anonimiseringstool aangeschaft en is in 2024, met de aansluiting op Djuma Open Info, een geschikt publicatieplatform geïmplementeerd. Vanaf medio 2024 worden op dit platform de Woo-besluiten van de gemeente gepubliceerd. 

In verschillende tranches worden de informatiecategorieën, waarvoor die verplichting geldt, van kracht. Per 1 november 2024 zijn de eerste 5 informatiecategorieën in werking getreden. Hiervan zijn er 4 relevant voor gemeenten: 1. Algemeen verbindende voorschriften; 2. Overige besluiten van algemene strekking; 3. Organisatie en werkwijze en 4. Bereikbaarheidsgegevens.

Vlissingen voldoet aan deze verplichting en is bezig om ook te voldoen aan de overige categorieën die nog niet verplicht zijn. De planning voor de verplichtstelling van de overige categorieën is nog niet bekend. 

Passieve openbaarmaking is het op verzoek openbaar maken van informatie. De Woo verschilt hierin niet veel ten opzichte van de Wob.

Het aantal Woo-verzoeken in 2024 was 58. Hiervan zijn er 10 niet als Woo-verzoek behandeld, omdat het enerzijds gaat om informatieverzoeken, om verzoeken die zijn doorgezonden naar een andere organisatie of omdat het verzoek is ingetrokken. Van de resterende 48 Woo-verzoeken zijn er 45 binnen de wettelijke termijn afgehandeld.