Kaderstelling

Kaderstelling

Terug naar navigatie - Kaderstelling

Kaderstelling
De kadernota maken we ieder jaar als voorbereiding op de programmabegroting. We actualiseren het financiële beeld voor de komende 4 jaren met als basis de begroting 2025-2028 en het coalitieakkoord 2022-2026 'Samen kunnen we meer'. 
In onze financiële verordening staat hierover het volgende:
'Burgemeester en wethouders bieden voor het zomerreces en bij voorkeur voor 1 juli aan de raad een nota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt deze nota voor het zomerreces vast.'

Autonome ontwikkelingen en wettelijke verplichtingen
Deze kadernota is tot stand gekomen op basis van de  informatie zoals we die nu kennen. Gezien onze financiële positie hebben we in  dit proces gekeken naar onontkoombare ontwikkelingen en noodzakelijke actualisaties van budgetten. 

Structureel en reëel evenwicht
Op grond van het Besluit Begroting  en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en provinciale voorschriften moeten we structurele lasten per jaarschijf dekken door structurele baten. Uit de begroting moet duidelijk blijken welke baten en lasten incidenteel dan wel structureel zijn. Alle ramingen moeten volledig, realistisch en haalbaar zijn. Eventuele bezuinigingsmaatregelen/taakstellingen moeten haalbaar, hard en reëel onderbouwd zijn. Taakstellingen die wij opleggen aan verbonden partijen zijn alleen reëel wanneer de verbonden partij op bestuurlijk niveau heeft besloten dat deze taakstelling daadwerkelijk wordt ingevuld.

Loon/prijsontwikkeling
In deze kadernota houden we rekening met de ontwikkelingen van de lonen en prijzen zoals opgenomen in het centraal economisch plan 2025 (CEP). Onlangs is een nieuwe CAO (Collectieve Arbeidsovereenkomst) afgesloten. We hebben de ontwikkelingen uit de CAO gemeenten verwerkt. Deze loopt per 31 maart 2027 af. Voor de ontwikkeling van lonen en prijzen bij verbonden partijen houden we rekening met de VZG richtlijn.

Financiële positie
In aanloop naar de programmabegroting 2026 analyseren we de financiële positie, jaarrekeningresultaten en het verloop van het meerjarig financieel beeld (verleden, heden en toekomst) en verwerken de uitkomsten daarvan in de programmabegroting 2026.

Algemene uitkering
De berekening van de algemene uitkering in de kadernota hebben we gebaseerd op de voorjaarsnota van het Rijk.

 

Artikel 12-status

Terug naar navigatie - Artikel 12-status

Advies inspecteur beëindiging artikel 12-status Vlissingen
Sinds 2015 hebben we als gemeente Vlissingen vanwege financiële tekorten de artikel 12-status. Op 20 januari 2025 heeft de inspecteur aan de fondsbeheerders met het Artikel 12-rapport Vlissingen 2023 – 2024 geadviseerd de artikel 12-status per 31 december 2024 te beëindigen. Tevens is zijn advies om over 2024 nog een aanvullende (slot)uitkering uit het gemeentefonds van € 6,4 miljoen te verstrekken voor sanering van de negatieve algemene reserve. Aan deze aanvullende uitkering verbindt de inspecteur een aantal bijzondere voorschriften waaronder de inzet voor de sanering van € 17,8 miljoen uit bestemmingsreserves en voorzieningen. 

Als gemeente hebben we, net als de onze toezichthouder de provincie, onze zienswijze op het advies van de inspecteur ingediend. De fondsbeheerders zullen naar verwachting na het zomerreces een besluit nemen op het advies van de artikel 12-inspecteur en de ingediende zienswijzen. Zodra het besluit van de fondsbeheerders definitief is, eventueel na een bezwaar/beroepsprocedure, zullen we de effecten ervan verwerken in onze begrotingscijfers.

In afwachting van het besluit blijven we vooralsnog rekening houden met de aanvullende uitkering uit het gemeentefonds voor de sanering van de algemene reserve conform de Rijksbeschikking van 19 december 2019 (€ 7,0 miljoen voor 2026 en 2027 en € 4,8 miljoen voor 2028 welke dus budgettair neutraal zijn opgenomen met uitkering gemeentefonds en storting in de algemene reserve). Wel zien we, vanwege de verwachte beëindiging van de artikel 12-status en conform het uitgangspunt van de begroting 2025, ervan af om vanaf 2026 rekening te blijven houden met een eigen bijdrage aan de sanering van de algemene reserve ten laste van het begrotingssaldo (jaarlijks € 1,7 miljoen).