Op maandag 15 april publiceerde het demissionaire kabinet de voorjaarsnota 2024. Hierin nam het Rijk een aantal maatregelen op die een relatie hebben met de financiële verhoudingen. Het gaat hierbij onder andere om de volgende maatregelen:
- Bijstelling accrespercentages van Miljoenennota 2024 (september 2023) naar percentages uit het CEP 2024 (februari 2024). Dit is een reguliere bijstelling die jaarlijks plaatsvindt. Uitgangspunt is dat de lagere indexcijfers ook een positief effect hebben op de lastenbudgetten (lagere inflatie).
- Bijstelling accrespercentages (prijs en volume) als gevolg van de omzetting naar bbp-systematiek, vanaf 2024. Deze omzetting wordt financieel gecompenseerd door het Rijk.
- Opschalingskorting. Vanaf 2026 wordt de oploop niet meer doorgezet. Vanaf 2026 wordt hierdoor € 675 miljoen structureel toegevoegd aan het gemeentefonds. In ruil daarvoor betalen gemeenten eenmalig € 675 miljoen in 2025, een nadeel voor Vlissingen van ruim € 2,5 miljoen.
- Voor indexering zorgkosten: Vanaf 2026 wordt een bedrag gereserveerd, oplopend van € 75 miljoen in 2026, € 150 miljoen in 2027, € 225 miljoen in 2028 en € 300 miljoen vanaf 2029. Dit wordt gereserveerd op de Aanvullende Post, en wordt dus nog niet gestort in het gemeentefonds in de meicirculaire 2024.
Wij zien de maatregelen van het demissionaire kabinet slechts als een reparatie van een beperkt deel van de financiële problematiek bij gemeenten. Op basis van de maatregelen vervolgt de VNG de inzet richting de formatietafel om alsnog te komen tot een goede balans tussen taken en middelen.
De voorjaarsnota van het Rijk moet nog behandeld worden in de Tweede Kamer. Concrete uitwerking en financiële vertaling van de maatregelen inclusief de taakmutaties vindt plaats in de meicirculaire 2024.